ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
De dolende Juweelen
ASPIRIN
No. 8522.
VRIJDAG 2 MEI 1930
70e Jaargang
BINNSNLAND.
BUITENLAND.
PKBILLEfON,
Feuilleton-vertellingen.
HET GEVANGENISDRAMA TE
COLUMBUS.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
FLORA1 KUIKENVOER
^JOPCEFORT.
Fa A. VAN OVERBEEKF-LEUNIS,
In rt begin van den zomer
eenig op de wereld
TER NEUZENSCHE
9E%
.VBONNEMENTSFRIJSBlnnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: FJrma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERXENTISNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en clichd's wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DE SCHIPPERS EN DE ARMOEDE.
Be Zwolsche correspondent van het Hbl.
lehrijft
Do bevrachting geschiedt thans te Zwolle
omde Schippersbeurs; de vorige week zijn
•♦a zestigtal schepen geladen met een vracht
vSrtrokken, inaar toch liggen nog twee hon-
derd schepen te wachten op een lading, die
nfol komt. Een deputatie van schippers heeft
rich gewend tot den burgemeester en tot den
Armenverzorger om steun, daar de armoede in
vele schipper'sgezinnen onrustbarend is gewor-
den. Zaterdagmiddag is de Commissie van
Aemenzorg bijeen geweest, om deze zaak te
liespreken, echter zonder een oplossing te vin-
den. Het is ook een zeer moeilrjk probleem.
Niet alleen moet ondersteuning worden gege-
ven voor noodzakelijk levensonderhoud maar
•ok aal geholpen moeten worden in vele ge-
valien met de afbetaling van het schip; want
•ok da afbetaling loopt spaak. Daarbij komt
dot van de twee honderd schippers - op het
•Ogenblik te Zwolle hoogstens een tiental
jadomiliceerd zijn te Zwolle. Voor die laatst
genoemden wil de gemeente Zwolle desnoods
w«l zorgen, maar begint zij de andere schip
pers te steunen, dan wordt het hebben van
d« schippersbeurs voor Zwolle een strop, ter
wijl de plaatsen, waar de schippers zijn gedo-
mtcilieerd, vrjj uit zouden gaan. Daarbij komt
xog, dat Hasselt, Franeker en andere plaatsen
reeds hebben besloten niet te steunen, wat tot
g«volg zou hebben, dat alien naar Zwolle zou
den trekken. Een voorbeeld daarvan was
reeds de telefonisohe vraag van een schipper
uit Franeker: „Steunt Zwolle, dan kom ik
daar heen".
Uit dit alles blijkt, dat het voor Zwolle on-
doenlijk is met steun te beginnen, maar daar-
naast staat vast, dat de schippers spoedig,
*eer spoedig geholpen moeten worden. Ter-
•ake kundigen te Zwolle verzekerden, dat er
heel spoedig hulp moest komen, anders ging
het verkeerd; de armoede was ontzaglijk
groot. De burgemeester van Zwartsluis ver-
nkerde ons, dat hij de toekomst der Binnen-
•ehipperij donker in zag. Ook uit Hasselt
maldt men ons, dat de armoede onder de
sehipperij ongekende proporties heeft aange-
««men.
Algemeen is men te Zwolle echter van oor-
dael, dat het geen gemeentelijke taak Is voor
•to binnenschipperij te zorgen, maar een Rijks-
taak. Het gaat niet aan plaatsen, waar een
schippersbeurs gevestigd is, alleen voor de
kulpverleening te laten opkomen.
Dinsdag is in de gevangenis te Columbus
twaar dezer dagen honderden gevangenen bij
•«n brand omkwamen) oproer uitgebroken.
Toen de militiesoldaten in de gevangenis te
•olumbus begonnen met de bezetting der bin-
xenplaats, ten einde de opstandige gedetineer-
<4©n te bewaken, totdat de honderden bescha-
<figde sloten der cellen zouden zijn hersteld,
*eden een aantal gevangenen een poging om
«Ut te breken.
De bewaarders openden het geweervuur en
greven de gestraften van de naar den hoofd-
tagang leidende deuren terug. Er werden
•ngeveer 200 schoten gelost, die ettelijke ge
vangenen kwetsten en talrijke ruiten verbrij-
a«lden.
De muiters hielden gedurende eenigen tijd
•an aantal bewaarders vast, maar lieten ze
door
K. R. G. BROWNE.
76) Vervolg.
„Drie uur geleden was het al kinde-
renbedtijd en langzamerhand begin ik
eraan te twijfelen, of ik wel in staat ben,
om zoo iets afmattends als een presidents-
functie met eere te vervullen."
,,Wat ga je nu doen, F.-S.?« vroeg
George nieuwsgierig.
De ex-leider van de anti-presidents-
partij haalde zijn schouders op en trok
zijn vest nog iets meer af.
„Heb ik nog geen idee van, vriend
Carr. Als ik het wel heb is er op het
oogenblik in Marokko, of daar ergens in
de buurt, oorlog misschien dat ik daar
teen ga. Maar wat ik doe, waar of ik ga
of sta, nooit zal ik onze oude school
vaarvoor op dit moment drie hoera's
te schande maken. Je nederige dienaar.
Carmencita.Tot genoegen, Mr. Todd.
Tot ziens zullen we hopen, vriend Carr".
Hij bleef staan en keek zijn gewezen
•choolmakker lichtelijk sarcastisch aan.
,,Het zal je in Guayacuador wel bevallen,
denk ik."
Na deze raadselachtige opmerkinq
maakte hij een diepe buiging, keerde zich
weer vrij, toen de offioieren der militie dreig-
den hen met geweld te zullen bevrijden.
Bijna alle gedetineerden zijn naar hun cellen
teruggekeerd, waarop de rust terugkeerde.
De te hulp geroepen brandweer kreeg op-
dracht gaten te boren in de celmuren, om er
bij een herhaling van het oproer bommen met
tranenverwekkend gas door te werpen.
Ulvenhout, 29 April 1930.
Menier,
't Is alweer zoo;
de wefkes trekken
weer 'n proek aan
die veulste groot
is. Die veuls te
wjje pijpen heet
veur d'r sierlijke
Deentjes. Maar
dan 'n broek,
imico, in d'n fi-
guurlijken zink,
jonk. 'n Broek in
de verbeeldink zou
'k zoo zeggen,
"zooas trouwens de
klirkens van 't
wefke in 't algemeen veul meer verbeelding
zijn as wa-d-aanders. Nie, da'k over de mode
'n bomke wil opzetten deus week, waant as ge
aan 'n wefke d'r tiwaletje komt, dan kom-d-
aan heurzelf en 'k zouw liever gin gezanik
aan m'n hoofd emmen mee de wefkes. Waant
er zijn d'r, die pakken net zoo grif naar de
pen as naar d'r poeierkwasje en dan poeieren
z'oeiw mee d'r pen oew huid vol, da ge'r kleu-
rendoof van worren zouw!
Vraag maar aan onzen menister Ruis de
Beerenbroek. Wat die de leste weken alle-
maal nie hee motten hooren, oelala!
En wa-d-ee dieen mensch gedaan? Niks
aanders as ditte: dat ie de wefkes nie geschikt
vond, zooas ie zee, om 'r burgemeesters van te
maken, omda ge aan hullle toch gin opperbe-
vel geven kunt bij de brandweer en ok nie bij
de pldesie.
Waar veul van waar is, wa giji? Stel-d-
oew veur 'nen grooten braand van 'n groote
febriek waant kleine affaire-kes braanden
in 't algemeen veul minder; daar schijnt min
der „trek" in te zitten, mee groote stoom-
spuiten, k^rels mee l£&rzen en leeren jassen
die stralen water wegspuiten zoo dik as m'nen
pols; daken en schoorsteenen die naar benejen
kieperen of 't speulegoed is en dat daartus-
schen 'nen kommedaant lopt mee ibloote 6ma
kes en 'n gekruld pollekakopke en 'n taschke
mee 'n kortje van de weegschaal d'rin, (veur
de slaanke lijn), 'n doske mee'n spiegeltje en
de poeier, 'n lippenstifteke en wa siegretjes
en da zo'nen kommedaant per ongeluk 'n
straal water over d'r moeselientje krijgt of
dat er'nen muur veur d'r verlakte schoentjes
aan stukskes puin vaalt, en dan van d'r stoks-
ke gaat! Steld-oew zo'n kommandoow veur,
amico. En as 't dan per ongeluk 'n schatje
van 'n kommandaantje was, dat daar 'n appel-
flaauwte kreeg, en de braandgasten d'n braand
d'n braand lieten (mannen zijn maar mannen,
jonik!) en 't kommedaantje gongen redden...
ollee, dan was er gin asseraansie meer te vtn-
den die in z6'n stad, mee z6'n opperbevel van
de brandweer nog Sen zaak verassereeren
wouw.
En waar bleef dan de groote febriek
Ozoo! Om dan nog maar nikske te zeggen
van 't leidingsschap van de pliesie.
As er dan 's 'n staking of aander alle-
daagsc.h dingske uitbrook, as de masjesees
kwampen helpen en de soldaterij en as die
mannen op 'r knollen en mee d'r kolbaikken
op, op de bevelen moesen wochten van 't bur-
gemeesterke en ze dan liet zeggen dat de
staking nog efkes wachten moes, omda 't
om en wandelde, gracielijk met zijn stok
zwaaiend, de hall uit.
Het trio bleef zwijgend zitten, tot de
draaideur vaart minderde. Toen:
,,Hoor-es", zei Mr. Todd, ,,ik neem
alles trug wat ik van die snuiter gezegd
heb... Ik mag 'em toch wel."
HOOFDSTUiK XXII.
Tof emigrant uitverkoren.
In een van de mooiste hoekjes van het
fraaie, maar door te veel reclame bedor-
ven Sussex ligt een hooge heuvel, waar
vandaan men een prachtig uitzicht op het
omliggende land heeft en, op mooie da
gen, heel in de verte, zelfs de zee kan
zien liggen glinsteren. Op zon- en feest-
dagen is dit mooie plekje zooals alle
mooie plekjes zoo overladen met auto's
bussen en resten van ontelbare pic-nics,
dat niemand het recht zou hebben zich
te beklagen, als het onder het vereenigde
gewicht van al die ondingen plotseling
tot een klein, onaanzienlijk heuveltje in-
eenzakte. Op andere dagen echter de
inboorlingen hebben allang genoeg van
het uitzicht en denken er niet aan een
heuvel te beklimmen, waar je om heen
kunt wandelen is deze verhevenheid
vol ideale plekjes om ongestoord over het
verleden te mediteeren en goede voor-
nemens voor de toekomst op te kweeken.
Op een oud hek tusschen twee frag-
menten van de haag, die den smallen weg
tegen den heuvel op aan een kant be-
grenst, zaten op een mooien ochtend drie
d'ren kleine ,,z'nen tijd" was (da's zoo om de
drie uren omtrent!) en dat ie dan nog efkes in
slaap moes worren gesuujd. Waant al hee
d'nen burgemeester veul hulp bij d'haand, hij
kan toch al heel bezivaarlijk Janus de veld-
wacfhter kommedeerfn om d'n kleine efkes
aan de borst te houwen! Wa gij, amico?
En aan zukke dingskes had onzen menister
presiedent netuurlijk allemaal gedocht g'ad,
toen ie verordeneerdemee zukke burgemees
ters kan 'k gin klap uitvoeren.
En in plak dat de wefkes nouiw willen
snapipen asda menier Beerenbroek 't grotste
geilijk van de w£reld hee, gaan ze jandoedel
groote stuikken in de kraanten kalken om 'm
te bewijizen dat ie zoo biestig ouwerwetsch en
d'r vlak-naast is! Maar ollee, 't zijn wefkes
en die willen 't leste woord emmen, 'n
,,woord" sotms van 'n kraantenbladzij grotte.
Zoo kfwam ik deus week wa-d-over m'nen
tijd tihuis. Trui had me verwocht om zeuven
uren, bij de koffie en ik kwam teugen twa-
leven thuis, ,,Goeienavond", zee ik, meer nie!
Wilde geleuven da ze 'n ketiertje noodig ee
g'ad om goeienavond trug te wenschen En
toen 'k op bed lag, was ze n6g nie klaar. Ze
kwam eindelijk ok naar bed en ze had z66-
veul te beweren en nog^ens, 'k zee 'r gin-
eentje! da-d-onderweuge, mee 't naar bed
komen, 't kerske da ze droeg, er van uitgong.
Van da-d-oogenblikske dustemds mokte-n-ik
gaauw gebruik om m'n eigen om te gooien en
onder de deaens te kruipen en toen ze einde
lijk arriveerde, toen lag ik mee m'nen rug
naar 't front en snurkte mee 'n gedaver da'k
zelvers geleugde da'k sliep. En Trui d'r rede-
voering stierf kalmkes uit. Toen kreeg 'k 'nen
stomp in m'nen rug, die Dempsey eer aan
zouw emmen gedaan en heurde-n-ik nog efkes
,,apzij lilleken peskop, laanterfaanter, 1am-
zak!" En da-d-allemaal teugen 'nen mensch
die lee te snurken en (zoogenomd) vast slopt
en niks anders ee gezeed as: goeienavond".
En had ik b.v. vrindelijk gevraagd: hou-d-
oewen slaai-emmer dioht, verdaaid amico, dan
was ze nofiw nog nie uitgeriddeneerd. D'n
aanderen dag doe ze 's juust aandersom. Dan
is er gin geluid uit te krijgen. Dan maar
zeg, laat ik er afscheien, gij zij-d-ok getrouwd
en ge zul ok wel 's "','e koffie hebben koud
laten worren! 'k Hoef oew dus venders niks
te vertellen.
Maar dan kan 'k mee jouw ok praten over
da kraantenberichje van die honderdduuzend
soldaten, die nog altij uit d'n oorlog vermist
zijn.
Toen Trui d& las, zee ze dieen dag 't was
al laank avond veur 't eerst weer 's iets.
,,Hedde da geleeen?" vroeg ze plotselink en
'k vergat „ja" te zeggen, van stomme ver-
wonderink. Waant da's m'n gewoonte: as ze
wa veur wil lezen, terwijl ik ok in de kraant
HET
Alvorens elders te koopen, vrage men
eerst prijs bij
TER NEUZEN.
(Ingez. Med.)
personen van het landschap te genieten.
Of, om precies tenrijn, twee zaten op het
hek en een aangezien hij aan corpu
lence leed en zich dus in een dergelijke
houding zeer ongelukkig gevoeld zou
hebben stond er achter, met zijn armen
op de bovenste lat, en zijn twee onder-
kinnen op zijn arm, die het bovenste lag.
En achter hem stond een zeer groote en
zeer stoffige auto geduldig te wachten
tot zijn ,,berijders" genoeg van het kijken
naar groen en lucht en zon zouden krij
gen.
Het was een buitengewoon mooie dag
en het uitzicht was werkelijk schitterend;
maar de twee op het hek als de waar-
heid qezegd mag worden zagen het
niet. En evenmin dachten ze eraan om
over het verleden te mediteeren, da.arvoor
waren hun gedachten te zeer geconcen-
treerd op de toekomst. En de derde ach
ter het hek zag er uit, of hij, practisch
genomen, sliep.
,,Het zal me niet makkelijk vallen om
van dat alles afscheid te nemen", zei Car
mencita opeens, na een lange stilte.
,,Het zal dit alles niet makkelijk vallen
om jou te laten gaan", zei George in een
poging om puntdichterlijk een complimen-
tje te maken.
Mr. Todd grinnikte slaperig.
,,Had je eerst een boeket moete plukke,
jong", mompelde hij en gaapte dan op
eens met een langen uithaal. ,,Zeg, as
jullie geen haast hebt om terug te gaan"
hij keek vragend naar zijn metgezellen
op, maar blijkbaar hadden ze geen haast
om terug te gaan ,,dan gaan ik ergens
zit, zeg iik altij maar „ja". Npuw vergat ik
't kepleet. En of ik nouw 'n heel stom ge-
zicht trok, 'nen mensch die verwonderd is
trekt altij 'n gezicht as 'nen goeien gek,
maar Trui schoot in d'n lach. Ik kokte! Maar
'k zee niks. 'k Stak m'n pepke ovemuuw
aan en trok 'n gezicht zoo strak of ik zwaar
gegriefd was en verzon meteen op 'n middel-
tje om m'n gemoed zoo's kalmkes maar raak
te koelen. Emmen za'k oew, doch ik. „As ge
't veur wil lezen, zee ik, zulde gaauw motten
zijn, waant keb zelvers de kraant." En ze las,
veurover gebogen en turend deur d'ren bril op
't puntje van d'r kokkert: „Nog steeds hon-
derdduzend soldaten zoek." Keb oew, docht
ik, maar 'k liet ze stil betijen. „De Duitsche
kraanten melden," las ze, „dat er nog altij
honderdduzend soldaten, die in d'n grooten
oorlog gevangen genomen waren, worren ver
mist."
„Vinide gij da zo'n wonder?" viel ik in d'r
rede en straf keek ik ze aan mee toegeknepen
oogen, zooas zij da-d-altij doet en 'k trok
zwaar aan m'n pepke en mokte 'n rookgordrjn
om as 't noodig mocht zijn m'n eigen
veilig achter trug te trekken.
Efkens zwegen me. Toen drong 't eindelijk
deur onder d'r kaanten muts en toen vroeg ze
heel laankz6mkes: ,,wa bedoelde Xfrgij
daarmee menneke?" ,,Daar bedoel ik
mee" zee ik even trekkerig, „as
gij altij zo'n bloedzuigerske was
as sinds giesterenavond en as ik
ok soldaat was gewiest en gevangengenomen
,,Nouw, veruit, kom op", viel z'uit
en ze sloeg mee d'r haand op de kraant da ze
scheurde. ,,Kek maar 's" zoog ik verder
en 'k wees op die kraantenscheur, „daar zit
iemand de kraant te lezenmaar dan
dan was ik ok bij die hon
derdduuzend ,,vermisten", lekkere pet".
En 'k formeerde gaauw 'n spluntemuuw rook-
gordijn
„Dus gij
„Dus ik!"
,,Gij had dus giesteravond
„Ik had giesteravond gelijk! En is da-d'n
werk om op 'nen slapenden mensch te leggen
schellen en foeteren?"
„0 zoo", TrUi weer, „sliepte gij al, onschul-
dig bloeike?" En toen snoof ze deur d'r neus
mee 'n lawijd of er weer 'n kraant scheurde.
En nouw me dan toch weer in d'n oorlog
zitten, amico, (ja hie mee Truie, da's al
laank bljgeleed! Wij emmen gin tijd om eerst
te vergaderen hoe me vrede zullen stiohten),
maar ik bedoel da zoo in verbaand mee die
honderdduuzend „vermiste" soldaten, die z66
d'ren buik vol hadden van oorlog da ze d'r
Trui lieten zitten, wa zegde gij nouw, as
krantenman, van al die ontwapeningskonfe-
rhfensies? De kraanten schrijven dat die leste,
in Louden, zooveul as mislukt is. De koek nie
gaar geworren is! Maar ik veur mijn, amico,
al ben 'k maar 'nen boer, ik geleuf as da ze
verduveld goed gelukt is! Waant die mannen
emmen daar de wereld foeetgenomen, z66
schoon, z66 goed-inmekaar-gedraaid, da ge ze
wezenlijk geleuven zouw!
Waant zemmen nie mee mekare overleed
hoe ze ontwapenen zouwen; zemmen gespro-
ken over bewapening! Ze zouwen mee me-
kaar uitknoebelen hoeveul oorlogs-ontuig of
ieder emmen mocht.
En toen .wouw da sikske, dieen Italjaan,
ge^tuurd deur d'n Moes, ndt zooveul oorlogs-
gereedschap emmen as Briejaand veur Frank-
rijk en Fraankrijk wouw 'nen heelen hoop!
Toen emmen ze teugen mekaren 'n week
of twaalf zitten „koppen" en toen 'n stuk on-
derteekend da zwaar woog van al die lak-
zegels en waar in sting, dat ze 't er samen
gloeiend over eens waren, da ze 't nie eens
waren
Toen 'n pertretje gemokt veur de kraant
op d'n oogenblik da ze da schoon verzegeld
stuk pampier onderteekenden, toen nog 'n
ghhf stukske d'r op gegeten en gedronken en
de wereld was weer 'nen vod pampier rijker
die mergen, as ze weer dik in de centen zit-
Jigge om een beetje na te denken. Roep
me maar as jullie me noodig heb. Maar",
ging hij met een ondoorgrondelijk ge
zicht voort, ,,vooral niet eerder. Zet jullie
je effe schrap."
Met overdreven zorg voor de twee
tnenscihen op de bovenste dwarslat, deed
hij het hek open, ging er door, koos een
gemakkelijk plaatsje onder de haag uit,
liet zich voorzichtig in een liggende hou
ding neer, bedekte zijn gezicht met een
reusachtiqen zijden zakdoek, vouwde
zijn handen over zijn emboinpoint samen
en legde zich tot nadenken. Maar eerst
gaf hij zijn metgezellen met een stem, die
waarschijnlijk door den zakdoek half-ge-
smoord klonk, nog een raad.
,,Niet te luid praten, kinderen."
Ze dachten er niet aan om luid te pra
ten; de eerste zestig tellen spraken ze
zelfs in het geheel niet. Daarna draaide
George zich met een ruk om, trok een
twijg'uit de haag en richtte met een lar-
moyeerende stem het woord tot de rij
groene blaadjes.
,,Overmorgen om dezen tijd ben je al
op zee."
|De twijg had tegen deze berekening
niets in te drengen. Carmencita keek haar
buurman van terzijde aan en kwam hem,
menschlievend maar niet met een over-
vloed van woorden, te huip.
,,Zoo is 't," zei ze.
George bekeek de. twijg met een uit-
drukking van hevige antipathie, gooide
haar woedend weg en sloeg zijn oogen
melancholiek ten hemel.
,,En is er nog kans op, dat je binnen de
komen vaak nog
koude dagen voor.
Denkt er aan,
bijtijds
Aspirin -Tabletten
te nemen.
Lei op oranje band en Bayerkruis. Prijs 1
(Ingez. Med.)
i wwieiweimm ii i'ill i n n i wur i i 'in t
ten, in mekaar wor gerold, mee 6en end In 'i
vuur g'ouwen om er 'n goeie havana mee aan
te steken!
En 'k zou nie g&re de hotelrekeningen zien
en de reiskosten en alles wat er zoo aan d'n
strijkstok blijf plakken, om's op te tellen wat
da stuk pampier nog kost aan kwaai geld. In
ieder geval genogt, amico, om er heel oew
leven 'n goei renteniers-leventje van te leijen.
Ik houw die mannen, die weer In naam van
den vrede 't een en aander veur d'n volgenden
oorlog geregeld emmen, veur gin tonnek# of
drie vrij!
Kom, ik gaai er afscheien.
't Is buiten 'n wirke om asem in te zulgen
tot oew teenen toe. En daar motten ze tocfi
afblijven de diepelmaten. Waant mee z'n alien
en nog veul meer pampieren mee lakken as
veugeltjeskwakskes, kunnen ze nie 6enea
radijs hekstra laten groeien. En ze staan zon
schoon ee, de radeskes!
Amico, tot de noste week. As altij veul
groeten van Trui en gin horke minder van
oewen
toet a voe
DR4.
3?l
2e PAEDAGOGISCH CONGRES.
Men schrijft ons:
Ter gelegenheid van het 2e Paedagogisch con-
gres werd te den Haag, in een van de lagere
scholen, dezer dagen een tentoonstelling gehou-
den op onderwijs- en opvoedkundig gehied, die
zeer de moeite van het bezichtigen waard was.
De inrichting en organisatie hiervan was opge-
dragen aan het Nat. Reizend Museum voor
ouders en opvoeders.
In 13 of 14 lokalen waren de volgende afdee-
lingen ondergebracht
I. De ontwikkeling van het jonge kind, var-
zorging en opvoeding.
Deze afdeeling omvatte hetzelfde materiaal,
dat enkele maanden geleden te Middelburg en te
Goes te beziohtigen is geweest, dus het spel van
het kind, wat het kind doet dat zich verveelt,
prenten en andere boeken, speelhoekje, huishou-
delijk werk, hoekjes enz.
II. Overzicht van de organisatie van het on
derwijs in verschillende landen.
Deze afdeeling was zeer intereasant, apeci&al
hierom dat getracht was door statistische beel-
den een zichtbaar antwoord te geven op vragen
als: Hoe ziet de bevolking van een land eruit?
Hoeveel menschen wonen er op aarde? Welke
rassen zijn het talrijkst, waar wonen ze, enz?
Het eene werelddeel heeft weinig inwoners, maar
veel vee, veel petroleum, elders wonen millioe-
nen menschen met weinig vee, weinig petroleum,
vandaar export, import, oorlogen, enz.
Op aesthetische en logische wijze waren deze
statis'tieken ingericht. Wat ook zeer de aandacht
trok, waren de schema's van den onderwijsop-
bouw in de verschillende landen. Een tot aal ver-
schillend beeld vertoont b.v. Nederland en Ame
rika. Bij de laatste is het bereiken van de uni-
versiteit tot het laatst toe mogelijk, terwijl voor
ons land die mogelijkheid voor het overgroote
zooveel jaren in Engeland terugkomt7"
,,Nee, dat is niet waarschijnlijk,
Georcje... Er is thuis genoeg voor me te
doen."
Een mimiut van stilte.
,,Enfin", zei George geforceerd vroo-
lijk. ,,'t Zijn heerlijke dagen geweest!
Goeie genade, 't lijkt eeuwen geleden, dat
ik Phipps aan zijn neus heb getrokken...
Twee of drie eeuwen, om precies te zijn.
Toch wou ik nu, dat ik het niet gedaaa
had."
,,Waarom niet?" vroeg Carmencita,
gechoqueerd over zooveel onmannelijk
Berouw.
,,Omdat ik er mijn betrekkinq door
kwijtgeraakt ben."
,,Maar je hebt nu toch weer een be-
trekking?"
„Ja..., maar geen "echte. Wat ik doe is
feitelijk te rangschikken onder los werk;
werk zooals dat van telegrambestellers
of krantenjongens. En ten slotte is t maar
een tijdelijk iets, voor langer dan een
maand is net niet. En tot dusver heb ik
nog zoo ongeveer niets gedaan om mijn
salaris te verdienen, dat tusschen twee
haakjes nog niet eens vastgesteld is en
niet licht vastgesteld zal worden, tenzij
Mr. Todd zijn inzichten op dat punt wij-
zigt. Nee", eindigde hij bij wijze van
resume, ,,een betrekking, een echte be-
hoorlijke betrekking is't niet
(Slot volgt.)