ALGEMEEN NIEUWS- F.N AQVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Aspirin
Eerste Blad.
Oe dolende Juweelen
No. 8491.
MAANDAG 17 FEBRUARI 1930.
70e Jaargang
RAADSVERGADERING.
Verkoop Oude Keien.
BIVNENLAND.
FBUILLET0N.
BUITENLAND.
door
K. R. G. BROWNE.
45) (Vervolg.
HOOFDSTUK XIV.
Nieuwe verwikkelingen.
Er zijn momenten in ieder leven, waar-
op je niemand liever ziet dan een ouden
schoolkameraad en andere, waarop je
iedereen liever ziet dan een ouden school
kameraad. Een oogenblik van de laatste
categorie was in net leven van George
Merriweather Ashburnham Carr aange-
broken. Want als er een oogenblik geschikt
is om te blozen, dan is het, wanneer een
vroegere schoolkameraad je in gezelschap
van een politie-agent ziet. Ondanks zijn
pas verworven belangstelling in politieke
3uaesties had George nog een zekere
osis schaamtegevoel over en zoo kwam
het, dat zijn eerste gewaarwording bij
het zien van Fanshawe-Smith een zekere
ene was over het feit, dat een gewezen
yan hem in dergehjke vernederende
omstandigheden zag. Want veldwach-
ger
W<
ter Turtle's heele manier van doen liet
een twijfel aangaande de verhouding,
ie er tusschen hem en zijn metgezellen
bestond, toe.
Bij Fanshawe-Smith ontwikkelden zich
echter geen symptomen van verbazing of
afkeuring. Toen hij het trio tot op een
halven meter genaderd was, stond hij
langzaam van zijn steen op, stapte naast
George mee en keek hem allervriend-
schappelijkst aan.
..Vogelnestjes uitgehaald, vriend Carr?"
vroeg hij.
,,Loop naar de pomp", was het niet
zeer vriendelijk antwoord.
,,Nog niet! Eerst nog 't een en ander
te doen. Maar vertel me eens, denk je
lang weg te blijven? Ik vraag 't je, om-
dat ik je zoo zal missen
George's stilzwijgen was welspreken-
der dan woorden geweest zouden zijn.
..Evenals", ging Fanshawe-Smith voort,
terwijl hij het glas van zijn monocle be-
ademde en het vervolgens opwreef met
een zakdoek, van zulk een kleurenriikdom
dat ,,het spoor" van veldwachter Turtle
vergeleken daarbij geheel in het niet
zonk, ..Carmencita."
George schrok.
„Hoor eens", begon hij ijverig, „als je
het waagt
..Maar ik zal mijn best doen, om haar
over je verlies heen te helpen. Misschien,
dat ze na een paar gesprekken verstan-
dig wordt en me vertelt, wat we in dit
bemoste huchtje komen uitvoeren. In elk
geval kan ik 't probeeren, niet
„Als je het waagt
Op dit oogenblik schraapte veldwach
ter Turtle opvallend luid zijn keel. Hij
was Fanshawe-Smith ontegenzeggelijk
dankbaar, dat deze hem den weg, die
naar promotie voeren moest, gewezen
had, maar daarom mocht hij niet toelaten,
dat zijn gevangenen op den openbaren
weg met jan en alleman aanpapten.
„Neem me niet kwalijk, meneer,
maar
ziens, vriend CarrMaak je geen zor-
gen over onze wederzijdsche bekende. Ik
zal alles doen, opdat de tijd hier kort
valle. Goede reis, messieurs". Hij keerde
zich op den hak van zijn schoen om en
wandelde naar het dorp terug.
„He, zeg! Hoor eens evenbe
gon George.
,,Mond houen!" ried veldwachter
Turtle hem.
Het lag George op de lippen om een
hatelijk antwoord te veven, maar hij be-
hatelijk antwoord te geven, maar hij be
en liep met energieke, korte passen door.
Tot dusver was hij door de verwikke
lingen in zijn eigen zaken te volkomen in
beslag genomen geweest, om aan de ge-
volgen ervan voor Carmencita te kunnen
denken. Maar nu drong het opeens tot
hem door, dat zij gdurende zijn en Mr.
Todd's afwezigheid, geheel en al aan de
genade van Fanshawe-Smith en zijn
beide handlangers overgeleverd was.
Wel is waar zou hun afwezigheid waar-
schijnlijk maar kort duren, maar Fan
shawe-Smith zou in korten tijd heel wat
bereiken, als hij wilde. George kreunde
bij het zien van het tableau, dat zijn ver-
beelding voor hem riep: aan den eenen
kant Carmencita, die in uitdagende hou
ding, met haar rug tegen den muur, den
vijanden haars vaaers hatelijkheden toe-
slingerde, en aan den anderen kant
Fanshawe-Smith, spelend met ziin mo
nocle, en de gebroeders Byng, aie zich
onledig hielden met het op de juiste tem-
peratuur brengen van de ijzers, waarmee
ze haar straks tot een bekentenis zouden
dwingen. Maar meteen werd dit alles
verdrongen door een tweede verontrus-
tende gedachte. Hoe kwam het, dat
Fanshawe-Smith niet verbaasder had
gekeken, toen hij hem door de Wet zag
opbrengen, dat het zelfs niet bij hem op-
gekomen was, om te vragen, waar de reis
naartoe ging? Kon het mogelijk zijn, dat
ze deze vernedering aan F.-S. te danken
hadden, dat F.-S. door de een of andere
duivelsche manipulatie van den bewusten
zakdoek de Wet tot jacht maken op hen
verleid had, om zoo vrij spel met Car
mencita te hebben? Hoe langer hij over
die onpleizierige mogelijkheid nadacht,
hoe meer hij overtuigd raakte, dat hij,
toevallia, de waarheid ontdekt had. Met
die gedachte begon zijn woede, die tot
dusver alleen naar veldwachter Turtle
uitgegaan was, zulke proporties aan te
nemen, dat een ader midden op zijn voor-
hoofd opzwol, tot die een blauw koord
leek, dat zijn onderkaak naar voren kwam
op dezelfde onheilspellende manier, die
Mr. Osbert Phipps nog niet lang geleden,
als hij eenig opmerkingsvermogen gehad
had, op zijn hoede zou hebben doen
zijn... Met een stem, zwaar van drift,
sprak hij zijn begeleider aan.
,,Hoor eens hier, vriend
,,Mond houen", beval veldwachter
Turtle. ,,Ik heb geen zinHij
struikelde, keek naar omlaag en maakte
halt. Wacht effe..." Hij bukte zich
steunend moeizaam en begon stuntelig
een opstandigen schoenveter vast te
maken.
Over hetgeen volgde op de poging van
Lettergreep voor lettergreepi
eenig op
de wereld
TER NEUZEN, 17 FEBRUARI 1930.
George M. A. Carr een jongmenscb
dat tijdelijk door een combinatie van
woede, vernedering en ongerustheid nit
zijn evenwicht was, kreeg op. een ge-
geven oogenblik een inspiratie, die inspt-
rabie leek hem goed en dus handelde
ernaar. Toen veldwachter Turtle
steunend en kreunend ophief tot hij fn
ideale houding voor haasje-over-springeo
stond, legde George zijn handen tegen
dat gedeelte van het volronde veldwaci-
terslichaam, dat op dat oogenblik de helft
van het landschap blokkeerde en duwdfc
energiek. Waarop veldwachter Turtle
met een half-gesmoorden kreet van worede
en verbazing dwars den weg overschoot
op de manier van een stier, die op een.
rooden lap of chargert de heg bereikte
en door zijn vaart, met zijn helm vo6t-
er meer dan een halven meter in door-
drong.
,,Gom!" zei Mr. Todd met zijn memo
half open. ,,Wat heb
..Loopen, kerel!" riep George, terwijl
hij zich zelf, met een start, die tijdens ae
Olympische spelen applaus uitgelokt zcra
hebben, in beweging stelde.
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
f r. per post f 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2.25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen btj vooruitbetaling.
Ultgeefster: Fir ma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. g5.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20:
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. r
Handelsadvertentien bij regelabonn'ement te gen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRUDAGAVOND.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag
20 Februari 1930, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 17 Februari 1930.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN wenschen oude keien, liggende in-
en aan de Grenulaan te Ter Neuzen, bij in-
schrijving te verkoopen.
Aanbiedingen in te zenden voor 4 Maart
1930.
Inlichtingen en voorwaarden te vragen aan
den Gemeente-bouwmeester.
RIJKSBEGROOTING VOOR 1930.
Aan de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Eerste Kamer over de
Rijksbegrooting voor 1930 (Algemeene be-
schouwingen) wordt het volgende ontleend.
Na een uitvoerig betoog over den uitslag
der verkiezingen en de samenstelling van een
extra-parlementair kabinet, zegt de Regeering
gaame de verzekering te geven, dat zij niets
zal verzuimen, wat een spoedige afdoening
van zaken kan bevorderen.
Wat betreft de betrekkingen tusschen Ne-
derland en Belgie, beantwoord de Regeering
bevestigend de vraag, of zij in haar geheel nog
steeds den inhoud van het op 7 Mei j.l. aan
de Belgische Regeering overhandigde memo
randum tot richtsnoer houdt.
De door eenige leden geuite klacht over het
gebrek aan voortgang in de regeling der
Nederlandsch-Belgische kwestie en over de
weinige voorlichting van volk en volksver-
tegenwoordiging komt der Regeering niet ge-
rechtvaardigd voor. Uiteraard is het niet
mogelijk, dat elke gedachtenwisseling met bui-
tenlandsche regeeringen ter kennis van de
Staten-Generaal wordt gebracht.
De Regeering streeft naar een zoo spoedig
mogelijke oplossing der geschilpunten met
Belgie en het is haar gebleken, dat de Belgi
sche Regeering met dit streven instemt. Het
ligt echter voor de hand, dat aan den wensch
naar spoed bij de afdoening de eisch, dat de
te treffen regeling ook op den duur aan beide
landen bevrediging moet geven, niet onderge-
schikt mag worden gemaakt.
Wat de sociale wetgeving betreft, zegt de
Regeering, dat het niet in de bedoeling ligt
bij de wettelijke regelingen inzake de be-
drijfsraden en de verbindendverklaring van
collectieve arbeidsovereenkomsten aan belang-
hebbenden in een bedrijf wetgevende bevoegd-
heid te geven. Beide regelingen zijn zoodanig
gedacht, dat belanghebbenden omtrent bepaal-
de onderwerpen voorstellen kunnen doen, doch
dat eerst door de goedkeuring der Regeering
bindende regels ontstaan.
Inzake de Defensie wordt opgemerkt, dat
van het volgen van een z.g. militaristische
rlchting door den tegenwoordigen minister
geen sprake is.
Wat het koloniaal beleid aangaat, houden
de leden, die er bezwaar tegen maakten, dat
het aan den vorigen gouverneur van Curacao
verleend eervol ontslag uit zijn betrekking is
gepaard gegaan met een dankbetuiging voor
de door hem bewezen diensten, niet voldoende
rekening met het gewicht van dat ambt.
De waarde van alle gedurende de beklee-
ding van dat ambt bewezen diensten, mag niet
uitsluitend worden afgewogen naar de door
den landvoogd bij de gebeurtenissen van 8/0
Juni 1929 aangenomen houding, die boven-
dien, zooals andere leden deden blijken, ver-
schillend beoordeeld wordt.
De meening van verschillende leden, dat be-
halve op het gebied van versobering van den
staatsdienst ook door grootere efficiency in
dien dienst voordeelen zijn te behalen, wordt
door den Minister van Financien gedeeld. Die
voordeelen liggen niet uitsluitend in een be-
sparing van uitgaven, maar ook in een soe-
peler, doelmatiger en vlugger functionneeren
van het regeeringsapparaat.
Omtrent de vraag, of voor de bestudeering
van dit vraagstuk de instelling van een spe-
ciale staatscommissie wenschelijk is, heeft de
Regeering nog geen definitieve beslissing ge-
nomen.
Ook de Regeering is van oordeel, dat be-
lastingverlaging en delging van staatsschuld,
hoezeer begeerlijke doeleinden, niet behooren
te worden nagestreefd ten koste van die
sociale en cultureele belangen, die tot de alge-
heele verheffing der bevolking kunnen bijdra-
gen en wier verwaarloozing zich later pijnlijk
zou doen gevoelen. Niet uit het oog verloren
mag hierbij echter worden, dat ook een be-
lastingdruk, die het oeconomisch leven bevat
en ver uitgaat boven wat elders gedragen
wordt, zich later en zelfs niet zoo heel laat
pijnlijk kan doen gevoelen.
Herziening der ouderdomsrente en bevor-
dering van het nijverheidsonderwijs liggen in
het voomemen der regeering. Met de be
langen der groote gezinnen wordt van over-
heidswege rekening gehouden in de belasting-
wetgeving en bij de salarisregeling.
De Minister van Financien en van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw zrjn voornemens
aan de hand van een schatting in verband met
het bedrag, dat moet worden ontleend aan het
ontwerp-begrootingswet van het gemeente-
fonds voor het dienstjaar 19311932 en den
ramingsstaat, voorloopige berekeningen te
maken ten opzichte van de uitkeeringen in
zake de wet regelende de financieele betrek
kingen tusschen het Rijk en de gemeenten en
zoo mogelijk de uitkomsten daarvan, die uiter
aard geen bindende kracht zullen hebben vo6r
einde Juni van dit jaar ter kennis van de ge
meenten te brengen.
DE ZIEKTEWET.
Het lag aanvankelijk in het voornemen bij
de Raden van Arbeid om bij de invoering van
de Ziektewet, met ingang van 1 Maart a.s.,
de premiebetaling zoo te regelen, dat de werk-
gevers drie maanden premie vooruit betaalden.
Thans is men echter van deze gedachte
teruggekomen. In een binnenkort verschij-
nend Kon. Besluit zal bepaald worden, dat de
premiebetaling voor de Ziekteverkering dient
te geschieden op dezelfde wijze als voor de
Ongevallenverzekering gebruikelijk is.
MAATREGELEN INZAKE HET
DANSEN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft aan de gemeentebesturen ver-
zocht, hem door tusschenkomst van de Gede-
puteerde Staten van hun provincie een ant
woord te doen toekennen op de volgende vra
gen:
lo. Zijn in uwe gemeente bepalingen ge-
troffen met betrekking tot het dansen, en zoo
ja, welke zijn deze bepalingen
2o. In welke soort van inrichtingen, die
voor het publiek toegankelijk zijn wordt ge-
danst
3o. Is bekend of zich excessen voordoen
of hebben voorgedaan in bedoelde gelegenhe-
den, en zoo ja, waarin bestaan deze buiten-
sporigheden?"
Deze gegevens zijn noodig ten behoeve van
het onderzoek naar de vraag, in hoeverre van
overheidswege maatregelen dienen te worden
getroffen met betrekking tot het dansen, welk
onderzoek zooals bekend is, door de Ministers
van Binnenlandsche Zaken c.s. en van Justitie
aan een commissie is opge Iragen.
DE 750.000c INGEZE0ENE VAN
AMSTERDAM.
Zaterdagmorgen te ruim half 12 hebben de
wethouder voor den burgerlijken stand, de heer
E. Polak, en de referendaris de heer C. Zen te
Amsterdam, een bezoek gebracht in de woning
aan de Korenbioemstraat, waar Woensdag de
750.000ste Amsterdammer, Jan Nauta, werd
geboren. Wethouder Polak wenschte vader en
moeder namens het gemeentebestuur geluk en
overhandigde de moeder een spaarbankboekje,
waarop f 100 was ingeschreven. De vader
ontving een enveloppe met inhoud ter tege-
moetkoming in de kosten van uitbreiding van
het gezin. Verder ontving hij een zilveren
beker voor kleinen Jan als aandenken aan dit
heugelijk feit. Verder werd den vader een
betrekking aangeboden in de Holl. Draad- en
Kabelfabriek, doch de vader vroeg of het
mogelgk was dat hij als stoffeerder in dienst
van de gemeente kon komen. waarvoor van
R. K. zijde pogingen in het werk gesteld wor
den. Wethouder Polak zeide hiervoor zijn
best te zullen doen.
DE BOUW VAN PANTSERKRUISERS B
VOORLOOPIG UITGESTELD.
Een der belangrijkste bijzonderheden der
rijksbegrooting is het feit, zegt Wolff, dat er
voor pantserkruiser B, geen plaats is inge-
ruimd. Aanvankelijk had men gedacht, een
klein bedrag bescbikbaar te stellen en dit
later met besparingsgelden aan te vullen,
zoodat men practiscb met den bouw kon be-
ginnen.
Dit plan is echter prijsgegeven, ook al om
politieke redenen, wijl men de regeerings-
coalitie verdere moeilijkheden wil besparen.
In politieke kringen wordt er op gewezen,
dat de onderhandelingen nopens de begroo-
ting toch al zeer moeilijk zijn en dat bet der-
halve ondoenlijk is, nog een kwestie in het
debat te brengen, die tot conflicten in den
boezem der regeeringscoalitie zou kunnen
leiden.
Daar het centrum op een spoedige bespre-
king der begrooting aandringt, zou, naar men
in politieke kringen meent, de plaatsing van
het tweede pantserschip op de begrooting
ook de aanneming van het Young-plan twij-
felachtig gemaakt hebben.
Onder deze omstandigheden acbtte men het
juister, den bouw voorloopig uit te stellen.
DE GODSDIENSTVERVOLGING IN
SOWJET-RUSLAND.
De verontwaardiging die in de heele be-
schaafde wereld door de berichten over de
vervolging der kerken in de Sowjet-Unie ge-
wekt is, schijnt naar de N. R. Crt. schrijft
sommige Sowjet-bonzen toch eenigszins
schichtig gemaakt te hebben. Rykof, de
voorzitter van den Raad van Volkscommis-
sarissen, heeft pas in een rede voor de Asoa-
viachim (het genootschap tot organisatie van
den chemischen luchtoorlog) te Moskou ver-
klaard dat de Sowjet-wetten volledige gods-
dienstvrijheid waarborgen en dat niemand
wegens zijn godsdienstige overtuiging ver-
volgd werd. Er was nog nooit een bedienaar
van een geestelijk ambt vervolgd uit hoofde
van de uitoefening van zijn bediening. Natuur-
lijk niet. Een beschuldiging van contra-
revolutionaire gezindheid is een veel geschik-
ter wapen, en aangezien geestelijken, die moe-
ten aanzien dat hun kerken onteigend of ge-
sloopt en geplunderd worden, wel niet vrien
delijk over de Russische revolutij zullen den-
,,0, ja, dat s waar", zei Fanshawe-
Smith. ,,Het is verboden met de men-
schen, die naar het schavot aevoerd wor
den, te spreken. GoedDan maar tot
ken (spreken is meestal te gevaarlijkzal zulk
een bescbuldiging wel in de meeste gevallen
terecht ingebracht kunnen worden. Het is
daarom een schermen met woorden, als de
Sowjet-autocraten de vervolging van gods-
dienst en geestelijkheid logenstraffen.
Een indrukwekkende tegenspraak uit St.
Peterburg wordt vermeld. Zij ontkent de ,,bij-
zondere sterke vervolging der evangelische
kerk". Een St. Peterburgsch bisschop die
verbannen heette, oefent nog altijd zijn geeste-
lijke bediening uit, verzekert dit telegram.
Nadat in December twee predikanten in hech-
tenis genomen waren, zijn er geen andere aan-
houdingen gedaan enz. Wij weten niet uit
welke bron het oorspronkelijke bericht afkom-
stig was, maar bet is mogelijk dat het tot
de categorie van verdachte geruchten behoort,
waarvan men vermoedt dat zij door de Sow-
jets zelven verspreid worden, om ze vervol
gens met nadruk te kunnen tegenspreken.
Zoo drong onlangs een bericht tot de buiten-
landsche pers uit Rusland door, verhalende
van het neerschieten van 300 vroegere zee-
officieren en andere bekende mannen uit den
tijd van den Tsaar. Ook dit bericht is dade-
lijk daarop door de Sowjet-regeering met
groote klem tegengesproken en er werd bij-
gevoegd dat een van de zoogenaamd terecht-
gestelden, den bankier Belleguarde, nog altijd
een belangrijken post bij de staatsbank te
Moskou bekleedt. Het is opmerkelijk dat de
tegenspraak van de vervolging der evange-
lischen ook een doodgewaande, namelijk den
bisschop van Malgrem, als nog in leven sig-
naleert.
De Sowjet-bladen zelven houden ons voor
het overige van een aantal terechtstellingen
op de hoogte .wegens misdaden tegen de Sow-
jet-macht" of iets dergelijks. Een paar weken
geleden vond men een heel lijstje opgesomd:
zes terechtstellingen te Atemosfk, drie te Sja-
demka, elf te Blagowesjtsjensk. Onder de
slachtoffers in het dorp Sjademka waren twee
geestelijken bij wie achtergehouden graan in
beslag genomen was. In Rusland een hals-
misdaad, zulk een achterhouden van graan, en
niemand moet denken dat het misdrijf dien
twee menschen zwaarder aangerekend is, om-
dat zij geestelijken waren. Immers, tegen
geestelijken in hun hoedanigheid koestert de
Sowjet-overheid geen haat!
De indruk dien Rykof's bovenvermelde ver-
zekeringen mogelijk op goedgeloovigen ge
maakt hebben, zal anders wel eenigszins
teniet gedaan worden door een radioboodschap
die Jaroslafsky, een van Stalin's trawanten
en hoofdredacteur van het Moskousche blad
Bezbosjnik (de Goddelooze), Donderdagavond
uit Moskou verspreidde. Het was een uittar-
ting van de Christelijke kerken en de Chris-
telijke wereld. Hij zeide daarin dat Sowjet-
Rusland besloten was, alle geloof aan God en
elk spoor van georganiseerden godsdienst weg
te vagen. Hij las telegrammen uit tien Rus
sische steden voor, waarin kerken en andere
bedehuizen gesloopt zullen worden en zeide
dat ,,sedef% de tusschenkomst van den Paus"
zes oude kerken „in een puinhoop veranderd
waren".
Deze mededeeling heeft haar waarde tegen-
over de vergoelijkende uitlegging van de vrien-
deu der bolsjewiki dat bij den tegenwoordigen
veldtocht der kerken in West-Europa oude
koeien opgehaald worden en er niets veran
derd is in de consequente houding der Sow-
jet-resolutie tegenover den godsdienst. Het
lijdt dan ook geen twijfel dat de strijd tegen
de kerken den laatsten tijd bijzonder felle vor-
men heeft aangenomen. Anders zou trouwens
Henderson, de Britsche minister van buiten-
landsche zaken, niet in het Lagerhuis gezegd
hebben dat ,,de berichten over den toestand
van den godsdienst in Rusland wijd verbreide
en diepe bekommering in dit en andere lan
den gewekt hebben en He ernstige aandacht
van Zijner Majesteits regeering hebben". Hen
derson wacht op het oogenblik een rapport
van den Britschen gezant te Moskou erover af.
De heele strooming in de wereld op het oogen-
Aldus, zoo nauwkeurig en duidelijSt
mogelijk moet U Aspirin vragen.
Het is niet voldoende "een tablefje"'
of "een middel tegen hoofdpijn" enz. te
verlangen, want dit leidt vaak tot onaan-
gename vergissingen.
Naiuurlijk moet U dan ook letten
op de onbedriegelijke kenmerken deE
edite Aspirin-Tablettenorigineele ver-
pakking met het BAYER-kruis en den
oranje band.
Alleen dan heeft U de voile
zekerheid, de echte Aspirln-
Tabletten te ontvangen, welke
bij alle verkoudheidsziekten,
rheumatiek, hoofd-en kiespijn
enz. onmisbaar zijn. B
BAY
(Ingez. Mesl->
blik moet het den Sowjet-autocraten duidelijk
maken dat hun regime zichzelf in steeds kwa-
der reuk brengt. De buitengewone in spanning
die zij zich op het oogenblik voor het aan.-
stichten van de befaamde wereldrevolutie ia
allerlei landen en koloniale gebieden geven,
werkt hier ook nog toe mee. In hun angsfc-
psychose zien zij dit verschijnsel niet als esn
gevolg van eigen daden, maar als een bewijs
dat, zooals Umschlicht eenige dagen geleden
in een vergadering van de Osoaviachim zeide*:
,,de vijanden koortsachtige toebereidselen tref
fen om de Sowjet-republiek te overvallen".
GEMEENTERAAD.
In de oip Donderdag as. des namiddags te
2 uur te houden openbare vergadering van
den gemeenteraad albier, komen de volgende
pun ten in behandeling:
1. Notulen
2. Ingekomen stukken.
3. Voorstel van Burg, en Weth. tot ver
koop van een perceel gemeentegrond
aan P. J. Visser alhier.
4. Idem om aan H. R. A. de Meijer, aliner
vergunning te verleenen om een feeS-
derkoekoek aan te leggen en te hebben
in gemeentegrond.
5. Idem om afwijzend te beschikken op
het adres van een aantal neringdaea-
den in deze gemeente, houdende nr-
zoek om invoering verplichte winfcel-
siluiting.
6. Idem om lid te worden van den gewes-
telijken Bond voor Zeeland, als afdee-
ling van de Koninklijke Nederlandsc&e
Brandweervereeniging.
7. Idem om te verklaren, dat de In
gemeente opgerichte bakkerscur
noodig moet worden geacht.
den veldwachter om zijn schoenveter te
bevestigen mogen we niet te streng oor-
deelen. Waarschijnlijk zal de een of
ander aanvoeren. dat een echte heer niet
gehandeld zou hebben, zooals George no
handelde, maar dan moeten we beden—
ken, dat weinig echte heeren zich ooi£ en
zulke provoceerende omstandigheden be-
vinden.