ALBEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
SUIKERBIETENZAAD
„HILLESHOGZAAD"
HI HOLUHDSGH ZWEEDSCHE ZAAD MM
HEERENBAAI
LUDWIG RICHTER.
feuilletoh.
De dolende Juweelen
93
VAN DEN BOSCH Co.
No. 8478.
VRIJDAG 17 JANUARI 1930.
70e J aar gang.
93
De Stam met DE HOOGSTE SUIKER-
OPBRENGST PER HECTARE en met HET
KLE1NSTE AANTAL SCHIETERS
32)
VAN ORIGiNEEL ZWEEDSCH STAMZAAD GETEELD IN
NEDERLAND
VERLANG VAN UW FABRIEK OF INKOOPVEREENIGING
SARPHATISTRAAT 9
AMSTERDAM
VOOR INLICHTINGEN
ZAADHANDEL - TELEF. No. 89
GOES
^)e rwktafiak
by-
ECHTE FRIESCHE
20-50cf. per ons
BONN1BMENT8PR1JSBinnen Ter NeuzeL 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post 1,80 per 3 maanden - Bt) voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25. overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor het buttenland alleen D13 voorultbetallng.
ffltgeefster: Firma P. J. VAN DE 8ANDE. «IKO 38150 - TEBEFOON No. 25.
ADVEBTENTI6N: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,2t?
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
^andelsadverteetien bt) regelabonnement tegen verminderd tartef, hetwelk op aanvraag
verkrtlgbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
I.
Het zijn, aithans voor het uitenlijk, niet
zoo belangnjke gebeurtenissen, die aan
het lev-en van den Duitschen schilder-
leekenaar Luidwig Richter een bijzondere
wending of richting hebben gegeven. In-
teg end-eel, zijn leven is tamelijk stil, kaim
en eenvoudig daarheen gestroomd. ^ejfs
de wereldhistorische oorlogen van zijn
tijd hebben met een enkele uitzondering
hem niet meegetrdkken in bun zuiging.
Als knaap van acht jaren zag hij den
doortodht van Napoleon door Dresden,
toen deze op weg was naar Rusiand,
anderhal-f jaar later zag hij in een woes-
ten sneeuwstorm een troep wankele ge-
stalten over de El-bebrug gaan: toen was
de terugtocht -uit Rusiand begonnen. En
weer eenige maanden later zag hij voor
de tweede maal den Corsicaan, vlak voor
den slag bij Dresden. De uitdrukkin-g van
dit gelaat heeft hij nooit vergeten. „Een
onbewegelijk en onbewogen gezioht, ern-
stig en" vastberaden en in-zich-zelf-ge-
trok-ken, maar zonder spanning. Z,ijn ,,ik
was de we re Id, de dingen oan hem heen
waren slechts getallen, waar hij mee
rekenide. Dan komen de lange jaren,
waarin Richter zichzelf wordt, met zoo
mi en dan eens een reis, eerst nog te
Dresden, dan te Rome, en dan weer op-
nieu-w in zijn Salesisch vaderland. Daarna
volgt dan het jaar 1848 met de revolutie.
Tegen zijn will wordt hij de stiile en
bescheiden man „ingedompeld in de
algemeene herrie Hij laat zich overhalen
om zich bij een soort vrijwilligerscorps
aan te sluiten, qevormd door en uit leer-
lingen van de kunstacademie. Dan moet
hij zich twee uur daag-s oefenen met een
geweer. ,,W^ij hadden eer gedacht, dat wij
in het gras zouden moeten bijten dan in
patronen". Het moet zeker wel eenbeetje
komiek zijn geweest, zoo beweert later
zijn zoon om de acndem/ische proies-
soren te zien uittre'kken naar de exerci-
ties, om daar door jonge maatjes te wor
den onderwezen!" Richter was er al
qauw achter, dat hij daar niet veel van
moest hebben. De militaire oefeningen
bezorgden hem slapeloosheid, het spelen
met zijn qeweer viel zwaar aan zijn hand,
die slechts gewoon was het potlood te
voeren, en zoo besloot hij den ruwen
wapenhan-del te verlaten en vroeq en
kreeg hij dispensatie van den gewapen-
den dienst. o„
Toen de jaren 1866—1870 naderden,
stond hij reeds aan den dorpel van den
ouderdom. Zonder er werkzaam aan deel
le nemen moest hij toeschouwer zijn bij de
gewel-dige worstelingen om de eenheid
van bet rijk, maar zijn hart was er te meer
bij. Reeds in 1866 was hij, die zich anders
heel weinig met politiek bezighield, door
alios zoo aanpfodaan, dat hij heel geen
hist tot den arbeid had. En met heeler
hart nam hij dan 00k voor het eerst deel
aan een stem)busstrijd. Dat de vereeniginq
van alle Duitsche vol-ken binnen den tijd
van acht dagen haar beslag kreeg na de
oorlogsverklaring in 1870 was hem als
een wonder en verwekte in hem een
heilige inspiratie. Zijn aanteekeningen uit
door
K. R. G. BROWNE.
Vervolq.)
,,Joa, dat het ze edoan", stemde Mrs.
Turtle toe, „me zelf egeven, mit der aige
handen, om zoa te zegge. Vrouw 1 urtle,
zait-ze, omdat ik weet, dat je n barre last
van kouwe beene heb en niks as een heete
steen, om ze op te warreme, wat ik veur
main arg schroaperig zou veinden ok al
stop j'em goead in en nou zwai-g ik over
de brokkes, die deraf kanne valle, wat
neit goead veur je loa-kes is, zait ze, he k
je hier een warmwoa ter kruu k mee ebrocht
zait ze, van 't leste model en een die n
heele pooas warm blaift as je der goead
heet woater in doet en gien lauw, zal k
moar zeggen, zeit ze. Dank je wel, juf-
frouw, zeg ik, ik bin der arg b-lij mee om
de mirakele last van me beene, weinter
beene en likdorens en knobbels en nes-
terij, omdat, om zoa te zegge, altaid alles
bij mekoar komp...'
Ze pauseerde om op adem te komen.
D!at was de gelegenheid, waaro-p George,
die tijdens den monoloog allerlei onwijze
gel-uiden had staan maken, in de hoop,
dat hij den woordenstortvloed zou kun-
nen stremmen, gewacht had.
,,Ze'ker, zeker' viel hij vlu-g in. ,,Bui-
HILLESHOG
(Ingez. Med.)
dezen tijd (ofsdhoon slechts weinig in
aantal) zijn doordrongen van de groote
en hooge beteekenis der gebeurtenissen.
Hiermede is in hootdzaken weergegeven,
wat de wereldgeschiedenis in het leven
van dezen man voor invloed heeft gehad,
als 't ware slechts aanspoel-en-d, maar
niets in zijn innerlijk veranderend. Zijn
gansohe tijd bleef ongedeeld gewij-d
aan zijn beroep en aan de ontwikkeling
van zijn inwendigen mensch. En ook hier-
bij ginq het van de slavernij tot de revo
lutie en was het een voile ontwikkeling
tot en omwenteling naar de vrijheid.
Lud-wig Richter is 28 September 1803
te Dresden geboren, zooals hij zelf zegt
„in Eriedrichstadt, een voorstad van
Dresden, welke de hoogere standen zekei
niet tot hun verblijf zouden hebben ge-
kozen". Zijn vader was teekenaar en
.koperetser, een leerling van Adriaan
Zing-g, Het was een tijd (^n school) van
onnatuur, en de smaak was geheel atge-
stompt en werd volkomen verwaarloosd
Ook heeft Ludwig's vader zich zijn leven
lang niet weten vrij te maken van zijn
modellen en leerschool. Ook onze Richter
zelf heeft pas langzamerhand een uitweg
gevonden. Met zijn twaalfde jaar hield de
schoolperiode voor hem reeds opr door
den nood der tij-den, en nu kwam hij al
naast zijn -vader aan bet werk hij zou
dat was zijn bedoeling hetzelf-de wor
den wat zijn vader was. ,,In alle stilte had
ik wel ae voorsteliling", zoo vertelt hij
later zelf, ,,dat schilderen en teekenen
iets veel heerlij-kers was dan koper-qra-
veeren, maar voorshands mjoest ik toch
met dit laatste maar tevreden zijn".
Zoo bleef hij dan sterk onder den in
vloed van het ouderlijk h-uis. Hij noemt
dezen tijd zelf „den tijd van beelden in
Rcmbrandtiek schemerlicht" Zijn oude
grootvader woonde ergens heel donker
op een binnenplaatsje achter de O. L.
Vrouwenkerk. En daar vlak bij was een
Joodsche school, waar Richter heel dik-
wijls heen sloop om te luisteren naar het
lezen en bidden. Grootvader zelf was
koperdrukker, en dan was hij nog uit lief-
hebberij reparateur van uurweiken. Harts-
toonteh|k hieid men zich ook bez-ig met
alchemie en goudmaken; alleriei geheim-
zinnige alchemisten hielden zich bij hem
op. De grootvader van moeders kant
hieid een winkei. Het zijn alien tyipen, die
later op Ludwig Richter's kunstproducten
vooikwamen, en ook toen bieek wel ver-
rassend, welik een goed waarne-mer hij in
alle opzichten was geweest. Het tamiiie-
leven thuis was met erg geiukkig. Er be-
stonden allerlei misverstanden, en aaar-
van was een zeer ged-ruikte stemming het
gevolg.
Was het dan wonder, dat j-uist onder
zulke omstandigheden het godsdienstig
gevoei van den knaap reeds vroeg ont-
waakte Hij zocht naar den levensoron,
hij wist niemand, tot wien hij zich kon
wenden met al de begeerten van zijn een-
zame ziei, ja, hij zou zich bovendien er
nog voor hebben geschaamd om een der-
gelijk verlangen te openbaren. Het was
in het godsdienstige de tijd van het ratio-
nalisome met n door qodsdienst-onderwijs
en allerlei algemeene begnppen over Doa,
deugd en onsterteiij'kheid. Dit ailes tro-k
den knaap maar weinig aan, een bijoei
had hij nog nooit in handen gehad, en in
zijn heele lamilie was er zeii-s geen enkele
te vin-den. Het beetje, wat hij over Dod
en „goddeJijke zaxen" had ge-hoord en
wat hij daarvan wist, ging nog voor hem
verloren, toen hij eens een vriend van hun
huis in tegenwoox-oiqheid van zijn vader,
een iasternjke en schuine aardigheid
hoorde uitspreken over een van de evan-
gelische vertialen. Het ergste vond hij dit,
dat zijn vader daar niet tegen opkwam,
en zoo begon hij te vreezen, dat ai deze
dingen voor oudere mensohen slechts
tabelen en onz-in waren. Hij beg-on n-u te
tobben en tegelijk -kwam de gedachte bij
hem op, of dan soms de zon, waar alle
leven en groei toch vandaan kwam, de
ware God was. Overal zocht hij naar m-
lichtingen en opheideringen en in den-
zelfden tijd waarin zijn eerste liefde voor
een m-eisje ontwaakte, begon ook het
betere en hoogere licht voor hem op te
gaan. In dezen tijd werd hij ontdekt door
den boekhandelaar Christof Arnold, die
meer in hem zag dan zijn eigen vader ooit
in hem had vermoed, en die hem den
nieuwen koers deed inslaan, door hem
allerlei zelfstandig werk op te dragen.
Dan volgt in 1820 een eerste reis, die
Richter mag ma-Ken als begeleider van
een zekeren thins iNarisohkin, een op-per-
ka-merneer van de Keizerin van Rusiand,
zeven maanden lang, over btraatsburg en
Marseille naar iNizza. Uver-gei-ukkiq
was hij, toen de reis begon; te Marseille
zag hi) voor t eerst van zijn leven de zee;
maar al spoedig begreep hij, dat hij zich
een gouaen juk had laten opieg-gen. De
atmosieer, binnen wenke hij leetde, was
er een zonder liefde hij bevroor als
t ware in deze omigeving, en toen hij op
de terugreis te Leipzig van den Rrins at-
scheid nam, was zijn eerste gedachte
dezedat hij weer vrij was gekomen, en
dat dit toch maar het grootst denkbare
geluk was
Dit is de tijd, waarin zijn aanteekenin
gen begonnen in zijn dagboek of dagboe-
ken. De eerste dateeren Mttrseihe 1
januari 1821, en deze gunnen ons een
tengewoon onaangenaam als je last van
wintervoeten hebt. Zelf ook een keer ge
had... je weet gewoonweg niet wat je
doen moet. Maar wat ik zeg-gen wou...,
zoudt u... zoudt u er bezwaar tegen heb
ben om mij die kruik te geven
!Hij had geen onnoozeler manier om de
onderhandelingen te openen kunnen be-
denken. Om iemand, die pas een cadeau-
tje van, laten we zeggen, A gekregen
heeft, tot het afstaan van genoe-m/d
cadeautje aan een zekeren B, iemand, die
hem vreemd is, te brengen is takt en nog-
eens takt noodig iets, dat George, eer-
lijk gezegd, ten voile besefte. Op hun
wan-deling van Briony Cottage naar den
anderen kant van het dorp had hij ver-
schillende argu-menten, waarmee hij zijn
v-erzoek begrijpelijk wil-de probeeren te
maken, bedacht en gememoriseerd, maar
het merkwaardige voorkomen van Mrs.
Turtle plus haar woord.enrijkdom en haar
strak-kijkende krentenoogen, hadden hem
zoo van de wijs gebracht, dat hij er niet
een meer wist. Hij was zich nog maar
van een ding bewust, te weten de drin-
gende noodzakelij-kheid om iets te zeggen
voor ze weer van wal stak en dus deed
hij het.
De krentenoogen werden een rnilimeter
grooter van verbazing.
,,Jou die kruuk geven? zei Mrs. Turtle.
„Denk je dak mal bin? Waarom zou
'k jou die kruuk geven as k em zelvers
-pas van juffrouw Pringle ekregen heb...
't Minsch..."
,,Ja, ja, maar ik zou toch graag willen,
dat u 'em mij gaf", blaatte George in een
bad van zweet om de combinatie, een ver-
ontwaardigde Mrs. Turtle voor hem en
een ongedul-dig wor-dende Carmencita
achter hem.
„0, zou jij dat wille", zei Mrs. Turtle.
,,En waar mot j'em veur hebbe as k
vroage mag? Heb juffrouw Sprin-gle jou
hier op an gestuurd om em werom te
hoale?"
,,Nee, dat nietbiechtte George zon
der nadenken op. Het volgende oogenblik
had hij zichzelf om zi;n ooren kunnen
slaan. Zoo'n gelegenheid te hebben en die
niet aan te grijpen. ,,Dat wil zeggen,
eigenlijk wel..."
Toen de nood het hoogst gestegen was,
kwa-m Carmencita hem te hulp.
,,De kwestie is deze", legd-e ze met een
aller-liefsten glimlach de reuzin in den
deurpost uit. JMr. Carr verzamelt
warmw-aterkruiken.
Maar Mrs. Turtle was niet gevoelig
voor allerlietste glimlachjes. Ze vestigde
den blik van haar krentenoogen op Miss
M-illigan en belceek haar op de manier,
-die dat soort vrouw voor een mooier lid
van haar sexe speciaal schijnt te reser-
veeren.
,,Wat? Spoart-ie ze op? Dat he'k van
me leve nog nooit ehoord."
,,'t Is een soort van liefhebberij van
hem, begrij.pt u", legde Carmencita haar
vender uit.
,,Ja", viel Mr. Todd haar volijveri-g bij.
,,En waarom- ook niet, als hij er zin in
heeft. Ik ken lui die eieren of post-zegels oi
vlinders verza-melen. Mr. Carr hier is van
een andere richting. Die verzamelt warm-
waterkruiken."
,,0zei Mrs. Turtle. ,,Dat he'k nog
ncoit ehoord, dat ze dat doean. Niet dat
ze..."
DE
T
i
(oeh in Women, ft ponden en ponden)
'tfraapt Uur VJutke&er it pa/ye
SEDERT1753
(Ingez. Med.)
interessanten blik in zijn innerlijk leven
Hij ziet den morgenster aan den hemel,
en rdcht tot die ster zijn gebed om
onschuld en reinheid, o-m moed en hracht.
En als er nog te veel eigendunk en eigen-
gerechtigheid thans in zijn uitingen wordt
aangetroffen, is ook daarin toch reeds
eenige wankeling te bespeuren; hij begint
bij anderen en bij zichzelf velerlei kwaad
te merken. I
Er is in zijn dagboek maar weinig van
te menken, dat deze reis hem geen genot
was, maar later heeft hij daarover des te
meer losgelaten. Mhar nu hij weer thuis
was, nu waren er weer enkelen, aan wie
-hij zich geven kon, precies zooals hij was.
en die evenveel van hem hielden als hii
van hen. Welke gelukki-ge tijden. als
men nog niet zoo listig behoe-ft te zijn als
de slang, miaar oprecht kan zijn als de
duiven, waar nog liefde en vertrouwen
als een gulden draad de harten verbin-
den". Thuis vond hij alles precies zooals
hij het verlaten hadzijn vader en moe-
der druk in de weer, zijn broers en zusters
gezon-d en zijn vriendin op hem wachtend.
Hfj produceert in dezen tijd heel veel. zijn
werkgever (Arnold) was heel tevreden
over hem, en zoo begon Ludwig Richter
al aar-dig te verdienen, terwijl hij voor
studie no-g heel wat tijd over hield. In~
tussc-hen hadden de nieuwe stroomingen
in de kunst ook Dresden bereikt. De ten-
toonstelling van kunst in den zomer 1822
bracht daar eenige kleine schilderijen uit
Rome, die een duidelijk beeld gaven van
de nieuwe richting, die de jonqere gene
rate was ingeslagen een vers-maden
van de tot nu toe geldende recepten en
regels, ook voor de kunst, maar tegelijk
een zoov-eel strenger en meer liefdevol
zich aansluiten bij -de natuur en dat alles
dan nog geadeld door een conscientrieus
stijlgevoel, - dat zij aan oudere meesters
toch nog ontleenden en te danken had
den. Onder de jonge schilders te Dres
den was een streven ontwaakt en een
'George wierp Carmencita een dan-k-
baren blik toe en trok blij met de gelegen
heid om zich te rehabilit-eeren, voor de
tweede maal van leer.
,,Ja", zei hij. „Ik heb een van de beste
verzamelingen in heel Europa... eh... van
beddepannen tot de aliernieuwste soorten
toe. 1 oevslliq hoorde ik vanmiddag van
mijn tante, dat ze u een buitengewoon
mooi modern exemplaar g eg even had en
toen kwam de gedachte bij me op, dat u
haar misschien zou willen afstaan. legen
een behooriijke vergoeding natuurlijk".
voegde hij er aan toe.
Wat ik neit doe", gaf Mrs. Turtlle
positief ten antwoord. ,,'t Is een presentje
van juffrouw Pringle selvers en ik, die
zoo'n last van me beene heb dakker neit
op stoan ken, nog minder loope. Guster
nog, toen de hond van me bure in me
groente kwam en ik em wou wegjoage,
wouen me beene opeens geen meer en
ben ik me zoa der bo-ve op evalle.
jDer boven op gevall-en!" genoot Mr.
Todd. ,,Nou.nou zal-ie het den volgen-
den keer wel uit zijn hart laten om ron-d
te komme snuffele."
iDe opmerking van mr. Todd over haar
gewicht was heel goed bedoeld, maar als
scherts een mislukking.
Als ongeveer alle dikke mannen was
Mr. To-dd op het punt omvang absoluut
niet gevoelig, als hij in de gelegenheid
was, maakte hij er zelfs grapjes over.
Maar door zijn o-nweten-dheid ten opzichte
van de psyche van de andere sexe beginq
ihij de vergissing om te veronderstellen,
dat Mrs. Turtle op dat punt even ruime
opvattingen had als hij. En daarin^ ver-
giste hij zich schromelijk, wat de Quan-
tock Royalistisohe humoristen al lang tot
hun scha uitgevonden hadden. Bij het
hooren van de fatale opmerking g^inq
vrouw Turtle rechtop en rechterop en zoo
rechtop staan en keek den schuldige met
haar kraaloogjes vernietigend aan.
,,0", zei ze langzaam en kwaadaardiq.
Begin je nou zoa! Mottik me loate be-
leed-ige door zoo'n dikke ouwe kerel, die
op zain leeftaid wa-izer most wezen as
zukke dingen zeggen teuge n vrouw. die
ard warkt en der plicht doet. t Is een
mooie grap as een dikke ouwe kerel doaa
moar mag gaan staan en zukke lammiq-
haid mag zegge, omdat me man der neit
is om veur me op te -komme en dat mit
beene die zoa zeer doean, da k heelegaar
niet staan kan, laat staen loapen. Mit eek
vang je geen vliege, zeg k maar zoa. En
je wor vrindelijk verzocih fesonlijk te
blaive."
,,Nee maarsta-melde Mr. Todd in zijo
ben-auwenis, „...zoo heb ik't niet bedoeld.
juffrouw..."
,,Toe, vrouw Turtle viel Carmencita
hem vlug in de rede, ,,laat die maar pra-
ten... die kletst wel eens meer in de
rui-mte. Luister nu eens naar mij Als u ons
die kruik niet wil verkoopen, laat em ons
dan zien... eventj-es maar, toe! U ziet er
zoo vrien-delij.k uit", voegde ze er smee-
kgnd aan toe, ,,u zult zeker niet weiqeren'
Maar de verontwaardiging van Mrs.
Turtle was niet meer met lieve woondies
te bezweren. Een man had zich vermeten
om aanmerkingen over haar figuur te ma
ken en dus koo-kte ze.
'Wordt vervolgd.)