ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De dolende Juweelen
J vveei"
iimmm.
No. 8447.
MAANDAG 4 NOVEMBER 1929.
69e Jaargang.
FIUILLET0N.
BPITEILA1D.
door
K. R. G. BROWNE.
EERSTE HOOFiDSTUK.
een paar Wybert-
tabletten! Zij bescher
men tegen verkoud-
heid en infectie.
TER NEUZEN, 4 NOVEMBER 1929.
-VBONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,30 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
A-ponnementen voor het buiteoiland alleen bij vooruitbetaling.
(Jltgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadverteoitien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Ter
Neuzen brengen, ter voldoening aan bet be-
paalde in bet laatste lid van artikel 8 der
Hinderwet, ter openbare ikennis, dat het Ge-
meetebestuur van AXEL bij besluit van 29
October 1929 ingevolge de Hinderwet aan
de COMPAGNIE NEERLANDAISE DE
L'AZOTE te Brussel en bare rechtverkrijgen-
den vergimning heeft verleend tot bet oprich-
ten van een amoniakfabriek op de perceelen
kadastraal bekend: gemeente Axel sectie A
nos. 821, 819, 818, 820, 915, 1046, 146, 147,
154, 155, 156, 157, 158, 586, 589, 601, 630,
789, 961, 1072, 151, 152, 161, 162, 163, 164,
165 587 595, 598, 600, 602, 604, 963, 965,
966 967, 548, 822, 975, 191, 976, 192, 193,
194, 197, 196, 195, 198, 200, 201, 199, 202,
946, 1050, 205, 812, 518 en 599.
Ter Neuzen, 4 November 1929.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
HET ONTWERP-DRANKWET.
Naar vemomen wordt, ligt bet in de be-
doeling van Minister Verschuur, zeer binnen-
feort het ontwerp-Drankwet-Slotemaker de
Bruine, echter op verschillende punten ge-
wijzigd, wederom in te dienen.
Men weet, dat om technische redenen (a1-
loop van vergunningen e.d.) in elk geval in
1930 de Drankwet moet worden berzien.
NEDERLAND OP DE BELGISCHE
WERELDTENTOON STELLIN G.
Het Tweede-Kamerlid, de beer Scbaep-
man heeft aan den Minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw de volgende vragen
gesteld:
Is bet den Minister bekend, dat aan de
Wereldtentoonstelling voor Kolonien, Zee-
vaart en Vlaamscbe Kunst te Antwerpen
1930 en aan de wereldtentoonstelling te
Luik zijn toegevoegd afdeelingen land- en
tuinbouw en dat verwacht wordt, dat de
meeste landen, die reeds toegezegd bebben
aan de tentoonstellingen deel te zullen
nemen, dit ook zullen doen met bun land- en
tuinbouwproducten
Is het juist, dat de gelden, ten behoeve
van de inzendingen op deze tentoonstellin
gen door de Regeering uitgetrokken, uitslui-
tend ten goede zullen komen van handel en
nijverbeid, dat de bouw van bet Nederland-
sche paviljoen en de daarbij behoorende tuin-
aanleg uitgezonderd
Voor het geval bovenstaande vraag bevesti-
gen wordt beantwoord, is de Minister dan
beredd om alsnog op de begrooting van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw gelden aan
te vragen als subsidie voor de Nederlandsche
inzendingen op land- en tuinbouwgebied op
bovengenoemde tentoonstellingen
DE ZEPPELIN BOVEN NEDERLAND.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den beer Heemskerk betreffende de op Zon-
dag gebouden vlucht van het luchtschip
,,Graf Zeppelin" over Nederland, heeft de
Minister van Waterstaat geantwoord:
Het Duitsche agentscbap in Den Haag
deelde aan de Regeering mede, dat bet voor-
nemen bestond, met bet luchtschip „Graf
Zeppelin" vermoedelijk tegen 10 October een
vlucht over Nederland te doen.
Wegens ongunstige weersomstanddgbeden
is de vlucht meermalen uitgesteld. De Regee
ring ontving van Duitsche zijde geen enkel
nader bericht van den dag, waarop de tocbt
zou worden aangevangen; daartoe kon in
verband met de weersgesteldbeid waarschijn-
lijk eerst op bet laatste oogenblik worden
besloten.
Eenige mededeeling, dat de tocbt, die
eerst tegen Donderdag 10 Oct. was aange-
kondigd, ten slotte op Zondag 13 Oct. zou
worden gebouden, werd niet gedaan, en ook
liet bet zicb niet voorzien, dat bet luchtschip
boven een deel des lands juist gedurende
kerkdiensten zou verschijnen.
Anders ware er aanleiding geweest, om.
dezelfde reden, waarom door het publiek
gezag de rust gedurende kerktijd rondom de
kerkgebouwen pleegt te worden gewaar-
borgd, te verzoeken, niet op Zondagochtend
door dezen tocbt storing te brengen in den
openbaren eeredienst in tal van gemeenten
des lands.
NOBELPRIJS-1929 VOOR DE GENEES-
KUNDE.
Een telegram uit Stockholm meldt, dat de
Nobelprijs-1929 voor de geneeskunde verdeeld
is tusscben Prof. C. Eykman te Utrecht en
Prof. Hopkins te Cambridge.
Christiaan Eykman werd 11 Augustus 1858
te Nijikerk op de Veluwe geboren. Hij pro-
moveerde in 1883 aan de Amsterdamscbe
universiteit tot doctor in de geneeskunde,
ging als officier van gezondbeid naar Tjila-
tjap (Ned.-Indie), vanwaar bp om gezond-
heidsredenen spoedig repatrieerde. In Octo
ber 1886 vertrok Dr. Eykman weder naar In
die, als lid der commissie voor het onderzoek
der beri-beri. Na afloop van dat onderzoek
bleef bij in Batavia achter en werd in 1887
benoemd tot directeur van het aldaar opge-
richte laboratorium voor bacteriologie en
pathologische anatomie.
In 1898 aanvaarde Dr. Eykman het boog-
leeraarsambt in de geneeskunde aan de
Utrechtscbe universiteit, welk arnbt hij waar-
nam tot het bereiken van den 70jarigen
leeftijd in 1928.
BEGROOTING VAN ARBEID, HANDEL
EN NIJVERHEID.
Aan het voorloopig verslag is het volgende
ontleend:
Sommige leden zouden prijs stellen op de
benoeming van een directeur-generaal voor
de behartiging van economische zaken, waar-
tegen anderen bezwaar maakten. Dezen
koesteren ook bedenking tegen een scbeiding
van de afdeeling handel en nijverbeid en de
afdeeling arbeid.
Leedwezen werd te kennen gegeven, dat
in de troonrede iedere aankondiging tot ver-
dere doorvoering van de Arbeidswet gemist
wordt.
Wettelijke maatregelen werden gevraagd
ter bescherming van de huisindustrie.
Inlichtingen werden gevraagd over de in
de troonrede aangekondigde publiekrechte-
lijke regeling van de collectieve arbeidsover-
eenkomst.
Men vroeg hoe de Minister denkt over de
bijzondere regeling van de rechtspositie van
hoofdarbeiders.
De wensch werd uitgesproken, dat de
Minister zijn gevoelen zou kenbaar maken
over het vraagstuk van de wettelijke regeling
van de arbeidersvacantie.
Sommige leden acbtten het gewenscht
maatregelen te treffen om de arbeidsgelegen-
heid voor Nederlandsche musici tegen de
toestrooming van buitenlandsche werkkrach-
ten te beschermen.
Van verschillende zijden werd den Minister
gevraagd, welke zijn bedoelingen zijn ten op-
zichte van de reorganisatie van de sociale
verzekering.
Gevraagd werd of de Minister voomemens
is met ingang van 1 Maart e.k. de Ziektewet
gebeel in te voeren.
Verscheidene leden vroegen, wat de Minis
ter voomemens is te doen ten aanzien van
het vraagstuk der moederschapszorg in bet
algemeen.
Gevraagd werd of de Minister er bij zijn
amibtgenoot van justitie op wil aandringen,
de totstandkoming van wettelijke maatrege
len ter beteugeling van misbruiken in bet
koopen op afbetaling te bevorderen.
Zonder betrekking.
Op een mjooien zomermiddaq, om der-
tien minuten voor drieen precies, werd in
de sbad Londen iemand aan zijn neus qe-
trokjken. Genoemd lichaamsdee! was een
lange, dunne, aqressieve en om aan te
trelkken zeer verleidelijike neus en het
trekken gebeurde energiek en met de
vooropgezette bedoelinq om pij.n te doen.
iDe neus was het eigendom van een
zekeren Mr. Osbert Phipips, grossier in
thee. Het is niet bepaald prettig voor
Mr. Phipps om alleen ten tooneele te
mogen verschijnen om zich aan zijn neus
te laten trekken en dan weer te mogen
veridtwijnen. Maar zoo gaat het in het
leven. De een wordt van zijn eersten
ademitocht tot zijn laatsten snilk aanqe-
beden, de ander komt voor het voetlicht,
omdat hij aan zijn neus wordt getrokken.
En het neustrekken moest vermeld, om
dat daarimee een nieuw tijdperk in het
leven van Mr. George Merriweather
Ashburnham Carr, de jeune premier van
deze comedie, werd ingeluid.
Het was namelijk Mr. Carr, die zich
aan genoemden neus vergreep. l ot op
het oogenibliik van deze opzienbare ge-
beurtenis was Mr. Carr bediende bij Mr.
Phipips geen twee seconden erna was
hij iemand zonder behoorlijke bron van
inkomsten. Hetgeen te begrijipen is. Een
vaa.rdigheid in het neustrekken de pro-
vocatie van den neus daargelaten is
niet de beste aanbeveling voor promotie
in de grossiers-in-thee kringen.
HET NIEUWE FRANSCHE KABINET.
Tardieu is Zaterdag gereed gekomen met de
vorming van zijn kabinet en heeft zich naar
het Elysee begeven om president Doumergue
de lijst mede te deelen.
De samensteihng luidt: Tardieu, minister-
president en minister van binneniandsche za
ken; Heraud, onderstaatssecretans van het
minister-presidium; Iiene Manaut, onderstaats-
secretaris van binneniandsche zaken; Lucien
Hubert, justitie; Cheron, financien; Champe-
tier de Ribes, onderstaatssecretaris van finan
cien; Briand, buitenlandsche zaken; Maginot,
oorlog; Leggues, marine; Deligne, onder
staatssecretans van marine; Hennessy, land
bouw; Robert Serot, onderstaatssecretaris van
landbouw; Pernot, publieke werken; Marlare,
onderstaatssecretaris van publieke werken;
Pierre Etienne Flandin, handel; Laurent
Eynac, luchtvaart; Pietri, kolonien; Alcide
Delmonte, onderstaatssecretaris van kolonien;
Loucheur, arbeid; Oberkirch, onderstaats
secretaris van arbeid; Pierre Marraud, onder-
wijs; Henry Pate, onderstaatssecretaris voor
lichamelijke opvoeding; Francois Poucet, on
derstaatssecretaris voor schoone kunsten;
Barety, onderstaatssecretaris voor teckm&ch
onderwijs; Gallet, pensioenen; Germain Mar-
tin, posterijen en telegrafie; Rollin, koop-
vaardij.
DE BRITSCHE LANDBOUW HEEFT
BESCHERMING NOODIG.
In het Engelsche Lagerhuis diende Vrijdag
een conservatief lid een motie in, waarin ge
vraagd werd, dat de regeering terstond stap-
pen zou doen, om een einde te maken aan den
invoer van groote hoeveelheden Duitsch graan.
De indiener van de motie stelde een belasting
voor op alle graan-invoer, die door de regee
ring van het exportland wordt gesteund, zoo-
als met het Duitsche graanexport het geval
is. Zijn motie toelichtende, verklaarde het lid,
dat dit stelsel van subsidie op den uitvoer, dat
in Duitschland in practijk wordt gebracht, den
landbouw in Engeland te gronde dreigde te
richten, terwijl groate aantallen landarbeiders
er werkloos door dreigen te worden.
Een ander conservatief lid ondersteunde de
motie en verklaarde, dat de Britsche landbou-
wers tegen deze oneerlijke concurrentie moe-
ten worden beschermd. De regeeringssubsidie
die de Duitsche exporteurs kregen, was met
de jaren grooter geworden en zou spoedig 15
shilling per 12% K.G. bedragen.
De minister van landbouw, Noel Buxton,
zeide, dat hij de motie niet kon aanvaarden,
omdat hij evenmin als de vorige regeering de
zen invoer terstond kon tegenwerken. Hij er-
kende echter, dat het een betreurenswaardig
schadelijke zaak was. De aangelegenheid, die
van Wellington Street. Daar bleef hij
staan om op een hiaat in den onafgebro-
in den laatsten tijd druk in de pers is bespro-
ken, is ingewikkeld; aan den eenen kant door
het bestaan van een Engelsch-Duitsch handels-
verdrag van 1924 en aan den anderen kant,
omdat ze in zekeren zin verband houdt met
de groote politieke strijdvraag „protectie of
vrijhandel".
De indiener van de motie merkte bij voor-
baat op, dat bumping van Duitsch graan met
de kwestie „protectie of vrijhandel" niets te
maken had en dat de zaak boven partijgedoe
moet worden verheven.
DE BEZITTINGEN VAN HET LEGER DES
HEILS.
Namens het tegeniwoordige hoofd van het
Leger des Heils, generaal Higgins, zijn de ge-
rechtelijke stappen gedaan, die het geldelijk
en ander eigendom van het leger op zijn naam
moeten brengen. Dit eigendom, thans nog on-
der beheer en op naam van de testamentaire
executeurs van wijlen Bramwell Booth, die
zich tegen de overdracht verzetten om te la-
ten uitzoeken, hoe de juridische positie is. De 5
verhouding tusschen Higgins en de echtgenoote 1
en de verwanten van Bramwell Booth is zeer
gespannen geworden en belooft conflicten.
VERVALSCHING VAN SCHATKIST-
WISSELS.
Uit Lissabon wordt gemeld, dat de politie
een vervalsching van schatkistwissels op het
spoor is gekomen, welke over een bedrag van
3.000.000 escudos loopt. Langs chemischen weg
was het cijfer van 10.000 in de betrokken stuk-
ken gewijzigd in 100.000. De leider van de ver-
valschersbende is een boef, die reeds 8 jaar in
de gevangenis zit en van de gevangenis uit
verschillende diefstallen heeft geleid en ook
in de gevangenis de vervalschingen persoon- s
lijk heeft uitgevoerd. De politie slaagde er in,
alle betrokkenen te arresteeren en alle ver-
valschte schatkistwissels in beslag te nemen.
(Ingez. Med.)
NED. HERV. KERK.
Bevestiging en intrede van den
Weleerw. Heer Ds. L. J. Cazemier.
Bevestiging.
Het ruime kerkgehouw der Ned. Herv.
Kerk alhier was gistermorgen gebeel gevuld
met belaugstellenden en 't was goed gezien
van heeren Kerkvoogden em voor reserve-
zitplaatsen te zorgen. Ook deze waren ge-
heel bezet.
Na voorlezing van 2 Cor. 3 hield de broe-
der van den nieuwen leeraar, Ds. O. S. Caze
mier van Stavoren, zijn bevestigingsrede
naar aanleiding van Ex. 25 40: ,,Ziet dan
toe dat gij bet maakt naar bun voorbeeld,
betwelk u op den berg getoond is."
Spreker schetste hierin op treffende wijze
bet gewicbt van dezen dag: een nieuwe tijd
voor leeraar en gemeente. Hij bepaalde zijn
geboor bij bet ideaal: boven op den berg,
vol van hemelscbe ibeloften en de tegenstel-
ling beneden aan den voet van den berg, de
dikwijls koude werkelijkbeid. Boven op den
berg is niet alleen het heilsplan voor Israel,
docb ook voor ons' ontworpen.
Na voorlezing van bet formulier van be
vestiging en bet krachtige: ,,Ja ik, van gan-
sCber harte" van den nieuwen leeraar, bield
de bevestigende leeraar een gloedvolle rede
tot den nieuwen leeraar en tot de gemeente,
waarin hij in het kort aanstipte boe de ver
houding tusscben leeraar en deze groote en
drukke .gemeente behoort te zijn. Die kan
slechts goed zijn wanneer heil gezocbt wordt
in bet gebed.
Het gaat niet om klednigheden, maar om
Christus en dien gekruisigd.
Na het zingen van Gez. 2 3 was deze
plecbtigheid afgeloopen.
Intrede.
Toen wij des middags om ruim 2 uur
weder aan het kerkgebouw kwamen, stond
daar reeds een groote scbare wachtenden en
was bet een heele toer om onze zitplaats te
bereiken. Het bleek al spoedig dat de maat-
regels van den Kerkeraad thans niet vol-
doende waren om al de belangstellenden te
bergen. Op alle mogelijke zit- of staan-
plaatsen zag men menschen, zelfs de verwar-
mingsinstallatie bleek voor deze gelegenbeid
niet te warm om ze als zitplaats te gebrui-
ken. Naar we boorden moesten nog talrijke
personen teleurgesteld terugkeeren.
De bijeenkomst werd geopend met bet zin
gen van Ps. 138 1 en voorlezing van I Cor.
1 ig31, waama de nieuwe leeraar zijne
intreerede hield, zicb vooral bepalende brj
I Cor. 1 23 en 24: „Doch wij prediken
Christus, den gekruisigde, den Joden wel eene
ergemis en den Grieken eene dwaasbeid;
maar bun, die geroepen zijn beide Joden en
Grieken, prediken wij Christus, de kracbt
Gods en de wijsbeid Gods".
Spreker wees op de vele vragen die nog
niet op te lossen zijn, zoowel voor hem als
voor zijne gemeente. Dit wil bij zijn nieuwe
gemeente zeggen: bij wenscht Christus te
prediken en dien gekruisigd, omdat Hij is de
kracbt Gods en de wijsbeid Gods.
Na bet zingen van een vers uit Gez. 274
richtte de nieuwe leeraar zich met een woord
van dank tot zijn broeder die hem dezen
morgen bevestigd had en voor de wijze waar
op hij dat gedaan had.
Daama wendde hij zicb tot den consulent
Ds. E. Raams om hem te danken voor het
geen bij gedurende de vacature voor deze ge
meente gedaan heeft en voor de wijze waar
op bij hem en zijne familie is tegengekomen.
Verder bracht hij dank aan alle andere
college's, wier aanwezigheid alhier bij als
een bewijs van goede verstandhouding tus
schen predikanten en kerkeraden beschouwde.
Den Kerkeraad bracht hij dank voor het
in hem gestelde vertrouwen, benevens Kerk
voogden en Notabelen voor de hem nu reeds
betoonde sympathie.
Den godsdienstleeraar, de beer L. Dek,
vraagt hij diens steun bij bet vele herders-
werk en biedt hem wederkeerig zijn voile
medewerking aan. Ook de koster, de orga
nist en het personeel der scholen, in 't bij-
zonder dat der Herv. School, en alien die
zicb aan bet jeugdwerk gaven, werden niet
vergeten.
Hartelrjk dank bracht spreker voor de aan
wezigheid der burgerlijke gemeente dezer
plaats, vertegenwoordigd in haren burge
meester, den Edelachbb. heer J. Huizinga,
De qiuaestde liet zich in het begin heel
anschuMig aanzien. In den loop van een
onder-woorden-brengen van een klein
meeningpsiverschil over een futiiitcit liet
Mr. Carr zich verleidcn om zijn chef te
vertellen, dat deze ongelijk had een
onvergeeflijike stommiteit ondaniks het
feit, dat het volkomen waar was. Het
eene woord haalde het andere uit, met het
gevolg, dat het gezicht van Mr. Phipps
1 angzamlerhand een zachte boirdeaux-ikleur
kreeg, dat hij de tafel met zijn vuisten
begon te bewlerken en dat hij ten leste
als zijn opinie en niet zoetjes en zacht-
jes, maar met verheffin'' van stem te
kenn£n gaf, dat Mr. Carr niet alleen een
leugenaar, maar een doortrapte, drie-
dubbel overgehaaide leuaenaar was. Wat
weer tot gevolg had, dat Mr. Carr, met
den glimlach van iemand, die zijn dier-
baarsten wensch verwezenii'kt ziet, om
zijn lip pen, zich vooroverbocq den neus
voor hem met duim en wij>srvinqer van
zijn gespierde rechterhand aanvatte en...
energiek trok. Ontegenzeggelijk een
grootsoh oogenbliik.
Zoo kwam het dus, dat er dien midda
om even voor drieen een ontslaqen, maar
daarom niet terneeroieslagen jonomiensch
langs de Strand voortv andelde. Inteqen-
deel, een goed opinerker zou gedacht
hebben, dat daar iemand qiinq, die het
leven een pretje vond, of die pas een lot
uit de loterij getrokken of een erfenis qe-
kr-egen had, of door .den papa van de ge~
liefde zijns harten als a s. schoonzoon ge-
accepteerd was. Natu.irlijk kon de be-
wuste ,,opmerkerniet weten dat het
jongemensch, wien hij al dat goede toe-
dacht, alleen aan een neus liep te denken,
een neus, waaraan hij al maanden lanq
had willen trekken en waaraan hij nu zoo
hard getinokken had, dat de neus, de eer
st e dagen wel onbruikbaar zou zijn... E'
is nu eenmaal n.iets zielverhcffe:/ ders dan
een ambitie die verwezenlijkt wordt.
Dit lijikt het aangewezen oogenblik om
iets over het uiterlijik van het jonge
mensch in quaestie te zeggen. Mr. Geor
ge Merriw'ea.ther Asbburnam Carr was
een solied gebouwde jonqeman van een
jaar of zes-en-twintig, een van het type,
dat volkomen in staat is wat de om-
standigiheden ook mogen zijn, een op
stootje-om-den-hoek of een belofte-van-
trouw-breuk-zaak om voor zich zelf
op te komen. Zijn rossiq haar en hoe-
kige, goed-ontwiikikelde onderkaak stem-
pe'lden hem tot iemand, die ervan hield
zijn zin door te zetten en wien dat niet
zelden gelukte ook, terwijl de vorm van
zijn handen en de manier, waarop zijn
armen de beschikbare ruimte in zijn mou-
wen vulden, iedereen die op de hoogte
van het gebeurde gewleest was, met een
diepgevoeld medelijden met Mr. Phipps
vervuild zou hebben. Over het geheel ge-
nomen een fliinke, gezonde, betrouwbare
kerel.
Onjder het neurien van een liedje
dat hij de wijs niet hield kwam er niet
op aan kuierde hij lanqzaam voort.
Telkens glimlachte hij den glimlach van
de tevredenen van geest. Hij mocht Mr.
Phipps niet. Hij had hem nooit „ge-
moogd", van het eerste oogenblik van
hun kennismaiking af had hij qestreden
tegen de verleiding om den man aan zijn
neus te trekken. En nu was het gebeurd!
Weliiswaar met het gevolg, dat hij geen
vijf miniuten erna „op-straat-stond", maar
wat hinderde dat Hij was jonq, hij was
gezond, hij had een behoorlijke dosis in-
telligentie, geen slechte gewoonten en wat
meer was, geen familieleden, met wie hij
rakening te houden had. En daarbij hon
der.d en zeven pond op de bank.
Wel was hij betrekking-loos en dat in
een tijd, waarin de vacante plaatsen niet
voor het opschepipen waren. Maar aan
den anderen kant moest hij niet vergeten,
dat hij aan dien neus getrokken had...
On.der het verwerken van soortqelijke
troostqedachten liep hij door tot den ,hoek
van Wellington Street. Daar bleef hij
staan om een hiaat in den onafgebro-
ken verkeerstroom te wachten. En daar
gebeurde het, juist toen hij zich voor den
zooveelsten tkeer trachtte voor te stellen,
hoe de neus van Mr. Phipps er op dat
oogenblik wel zou uitzien, dat hij den
hoed zag
Het w*as een lid van een zeer achtens-
wiaardige doph oed-familie, dat daar,
voortgestuwd door een frissche bries,
huppelend en dansend als een dor blad
in den herfstrwiind, o.p hem af kwaim. Een
meter of vijf erachter galoppeerde een
meneer, die door den onbeschermden
staat van zijn hoofd, zich tot eigenaar van
het hoofddeksel proclameerde. Maar de
meneer in quaestie had niets van een blad
in den herfstwind. Hij was diik en zwaar
en niet bepaald piepjonq .mieer...
iDe hoed rolde voort, voor-om, achter-
om, tusschen de wielen van allerlei soor-
ten vehikels door. Zoo nu en dan deed
de een of andere oogqetume een poging
om een eind aan het dolle ge-holderde-
bolder te miaken, maar de ware ijver was
er niet. '(Was of hij besefte, dat het voor
een paar honderd menschen een bittere
teleurstelling zou zijn als zijn boos opzet
gelukte. En dus rolde de hoed onqe-
stoord voort... tot op het kruispunt! Daar
aarzelde hij even, dan nam hij een kloek
besluit en hoepelde recbt op de pick waar
George Merriweather Ashburnham Carr
stond af. En George nam eveneens een
kloek besluit en plamtte zijn voet erop.
De zooveel honderd oogoetuigen hiel-
den zic.h goed. Een paar qinqen zich te
buiten aan verwijtende bliikken. maar het
grootste gedeelte keerde zich, met een
zuchit van voldoening over het qenotene,
om en gang zijns weeqs. George bukte
zich, raapte het hoofddeksel op en begon
met een bandigheid, die van veel oefe-
ning gebuiqde, de ruitvormige deuk, die
de stevige zoolpunt van zijn rechterschoen
op zijn geweten had, eruit te duwen.
juist toen hij in zijn werk verdiept be
gon te raken merkte hij, dat er iemand
in zijn hals stond te blazen. Hij keerde
zich om... sch.uin achter hem stond een
zcct corpulent heer die blazend en proes-
tend als een nijlpaard, dat pas boven
water gekomen is, poqingen in het week
stelde om eenige woorden uit te brengen.
George gaf den dop-ihoed een laatsten
energieken duw en stak hem de verschij-
ning schudn achter zich toe.
,,Die is zeker van Uzeidie hij be-
leefd.
(De corpiulente man nam zijn afvallig
hoofddeksel aan, bekeek het aan alle kan-
ten, borstelde het met den onderkant van
zijn mouw af, zette 't op en gaf ten over-
vloede met zijn vlalkke hand een klap op
den bol. Hij was een man van een jaar
of vijftig; ongeveer zoo groot als Gecrqe,
mjaar minstens tweemaai zoo dik. Zijn
goedig vollemaans-aezicht had al de tint
en den glans van een pas gekocikte biet,
maar dat kwam waarschijnlijk door zijn
zich-te-buiten-qaan aan rihytmische gym-
nastiek-oefeningen. Zijn oogen waren
klein en fel-blauw, zijn kin bestond uit
twee verdiepingen, zijn haar was peper-
en-zout-kleurig en er was niet be veel
van. Hij droeg een blauw colbert pak,
vervaardigd uit een materiaal, dat door
zijn soliditeit den omjvang van den man,
die het droeg, accentueerde. Aan den
pink van zijn linkerhand had hij een ring
met een steen, die er uitzag als een robijn,
maar die door zijn kolossale afmetinq een
gerechten twijfel aan zijn echtheid bij
George deed opkomen; in zijn das prijkte
een dergelijik gesteente en de das zelf was
van een dessin, dat een futerist eer aan-
gedaan zou hebben. Deze merkwaardige
verschijning bleef nog een paar minuten
staan hoesten en proesten, maar herwon
na verloop van dien tijd blijikbaar de be-
heersching over zijn ademhalinqsorqanen.
Tenminste, hij deed zijn mjond open en
zei: ,,Dank je wel
(Wordt vervolgd.)