ALGEMEEN NIEUWS- ^.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
UpD|NG
No. 8429.
MAANDAG 23 SEPTEMBER 1929.
69e Jaargang.
BINNIHLAND.
FKTJILLETOK.
smaakt als room
-
VBONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen fl,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
f r per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abannementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AND AG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
De voorzitter, Mr. Van Schaik, aanvaardt
het voorzitterschap van de Kamer met een
rede, waarin hij er o.m. den nadruk op legt,
dat men zich niet uit het veld moet laten
slaan door bepaalde doctrines over het par-
lementaire stelsel en niet te sterk aan ziekte-
verschijnselen moet gelooven.
Te voren had de heer Schaper den nieuwen
voorzitter met eenige hartelijke woorden in-
geleid.
De heer L. de Visser (comm.) krijgt verlof
te interpelleeren over vervolgingen van natio-
nalisten in Indie en de gevangenneming van
Soewardi.
Hiema vindt de benoeming plaats van ver-
schillende commissies. In de commissie voor
buitenlandsche zaken worden benoemd de
heeren Heemskerk, Nolens, Marchant, Schok-
king, Vliegen en Knottenbelt.
Na het trekken van de afdeelingen worden
benoemd in de huishoudelijke commissie de
heeren Beumer en Vliegen. De gelegenheid
voor het stellen van mondelinge vragen zal
bestaan des Vrijdags te kwart voor vier. Be
noemd worden in de commissie voor de ver-
zoekschriften de heeren Suring, Bakker, Van
den Heuvel, Cramer en Joekes.
De Kamer begeeft zich in de afdeelingen
voor de verkiezing van voorzitters en onder-
voorzitters.
DE NEDERLANSCH-BELGISCHE
BETREKKIN GEN.
Naar aanleiding van de j.l. Dinsdag door
de Koningin uitgesproken Troonrede schrijft
de te Brussel verschijnende ,,Ind6pendance
Beige" o.a.:
,,Wat in de rede ten opzichte van Belgie
wordt gezegd, laat geen twijfel bestaan ten
aanzien van den geest, waarmede de Holland-
ders ten opzichte van Belgie bezield zijn.
De Nederlandsohe Regeering volhardt in
haar politiek, om de zaak op de lange baan
te schuiven.
De rechten van Belgie op een goede scheep-
vaartverbinding behoeven niet meer uiteen-
gezet te worden. Dze rechten staan geschre-
ven in tractaten, welke de handteekening van
Nederland dragen. Deze werden trouwens
onomwonden erkend door het verworpen ver-
drag. De verwerping daarvan was meer toe
te schrijven aan de anti-Belgpsche campagne
van een groep zakenlieden en politici, die ge-
interesseerd zijn bij de verzwakking der
haven van Antwerpen, dan aan de materieele
onmogelijkheid voor Nederland, om recht te
laten geschieden aan de Belgische eischen.
De geheele kwestie is samengevat in de
verklaringen, in Mei door Minister Hymans
afgelegd op het congres van de Belgische
pers, te Antwerpen, dat men n.l. in onzen
tijd niet kan aannemen, dat men het graven
van een kanaal onmogelijk maakt, omdat het
te gemakkelijke verbindingen zou tot stand
brengen, of dat men een slecht kanaal zou
willen doen graven, waar met minder kosten
gemakkelijk een beter kan worden gemaakt.
Zonder het te zeggen, deed Minister Hy
mans duidelijk uitkomen, dat Belgie van Hol-
landsche zijde met een duidelijk afgeteeken-
den kwaden wil te doen had, die tot uiting
kwam in tegenvoorstellen welke neerkwamen
op sabotage van de verbindingen tusschen
Antwerpen en den Rijn.
Die kwade wil doet zich momenteel weer
gelden ten opzichte van de kwestie der com-
pensatiepremies. Hierbij blijkt duidelijk de
verblinde wensch, om de uitbreiding van de
haven van Antwerpen te belemmeren, die
de tegenstanders van een verbetering der
Uit het Enqelsch
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
62) Vervolq.)
,,Als je zoo dborqaat, dan komen we
er, jonqmensch", zei hij dikwijls opqe-
wekt, als ze met hun qewone qlas bier
voor zich in het kleine cafetje z,aten. ,,Ik
moet zeqqen: je slaat het record wat den
verkoop van de hakken betreft en als ik
den menschen nu maar wat crediet kon
qeven, dan zouden we over niet al te lan-
qen tijd binnen zijn. Op je qezondheid!"
Een paar avonden echter na dat ge
sprek, toen Bliss naar qewoonte om een
lmr of zes het kleine hokje, dlat voor kan-
toor dienst deed, binnen wilde stappen,
bleef hij van schrik plotselinq stokstijf op
den drempel staan. Aan den verveloozen
lessenaar in den hoek zat zijn patroon,
zooals qewoonlijk zonder vest of boord,
voorover qeileund, met zijn hoofd op zijn
armen. Naast hem, met haar hand op
zijn schcud'er, stond een heel armoediq
qekleede vrouw van een jaar of vijftiq,
met dien eiqenaardiqen, scherpen trek om
den mond, dien Bliss in de laatste maan
den maar al te goed had leeren kennen.
Toen Bliss binnenkwam, keek ze om.
.Hallo," vroeq Bliss. ,,Is er wat qe-
beurd?"
Mr. Morgan keek op. Hij had een
goediq, vollemaans-gezicht, dat qewoon
lijk voor meer dan de helft met een stop-
Schelde-Rijnwegen bezielt en hen aanzet om
maatregelen voor te stellen, welke de Hol-
landsch-Belgische betrekkingen emstig zou
den vertroebelen.
Van het oogenblik, dat de Hollanders ons
voorstellen, een slecht kanaal aan te leggen,
nemen zij aan, dat wij recht hebben op een
verbeterden vaarweg van Antwerpen naar
den Rijn. In de gegeven omstandigheden
kunnen zij ons ook een goed kanaal geven.
Willen zij dat niet doen, dan worden zij een-
voudig geleid door slechte inzichten ten op
zichte van Antwerpen.
Belgie zal dan de maatregelen dienen te
nemen, noodig voor het doen eerbiedigen van
zijn rechten en de bescherming der belangen
van Antwerpen, welke ook de belangen zijn
van geheel Belgie.
DE WERELDTENTOONSTELLING TE
ANTWERPEN.
Bij Kon. besluit van 18 September:
is ingesteld een cerc-comitc, voor de deel-
neming van Nederland aan de in 1930 te Ant
werpen te houden wereldtentoonstelling voor
kolonien, zeevaart en Vlaamsche kunst, en
zijn in genoemd comity benoemd de Minister
van Buitenlandsche Zaken, Onderwijs, Kun-
sten en Wetenschappen, Waterstaat, Arbeid
en Kolonie, de Nederlandsche gezant te Brus
sel en de Belgische gezant te Den Haag, de
burgemeester van Vlissingen; de voorzitters
der Kamer van Koophamdel en Fabrieken
voor Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht e.a.,
voor de Zeeuwsche eilanden, en de voorzitter
van den Middenstandsraad.
DE POSTBEGROOTING VOOR 1930.
Aan de memorie van toelichting van de
Postbegrooting voor 1930 ontleenen we het
volgende:
De werkzaamheid van den Postraad tot nu
toe wettigt ook ten aanzien van de toekomst
goede verwachtingen.
De reorganisatie van den post-, telegraaf-
en telefoondienst, waaronder hier wordt ver-
staan het geheel van overwegingen en maat
regelen, strekkende om de organisatie van
het bedrijf als zoodanig een voorwerp van
onderzoek en waar noodig, van hervorming te
maken, is thans beeindigd. Men is thans
bezig de vastgestelde reorganisatie-maatrege-
len uit te werken en toe te passen.
Het Postbedrijf blijft zich normaal ontwik-
kelen.
In overweging is verlaging van het peil van
enkele tarieven, in het brjzonder die van
drukwerken en monsters in het binnenland-
sche verkeer. Verder is in onderzoek de mo-
gelijkheid van een locaal tarief, belangrijk
lager dan het thans algemeen geldende voor.
postpakketten.
Het ligt in de bedoeling de gewichtsgrens
van postpakketten in het binnenlandsch ver
keer ruimer te stellen, indien dit zonder be-
zwaren mogelijk zal blijken.
Gestreefd wordt naar uitbreiding van het
aantal rechtstreeksche pakketpostzendingen
door middel van schepen van Ned. Stoom-
vaartmaatschappijen, tengevolge waarvan,
behalve z.g. „rustig" verkeer, lagere tarieven
mogelijk worden en het transitoverkeer over
Nederland wordt bevorderd. In onderzoek is
de mogelijkheid door uitvoering van nacht-
autodiensten het verkeer zoo te leiden, dat de
correspondentie, welke in de groote steden
van Noord- en Zuid-Holland, in den voor-
avond ten postkantore wordt bezorgd en be-
stemd is voor de belangrijke plaatsen in an-
dere provincien, den volgenden dag ter
plaatse van bestemming in de eerste bestel-
ling kan worden opgenomen.
Centralisatie van den post-
kwitantie-dienst
Waar mogelijk zal zoowel het binnenland-
sche als het intemationale postale geldver-
keer worden verbeterd en uitgebreid. In
overweging is centralisatie van den post-
kwitantiedienst. Mogelijke invoering daarvan
zal geleidelijk geschieden.
In voorbereiding is een regeling, op grond
waarvan onbestelbare brieven, onmiddellijk
nadat de onbestelbaarheid is gebleken, wor
den geopend en zoo mogelijk aan den afzen-
der worden teruggegeven. Daartoe is wijzi-
ging van de Postwet noodig.
Het radioverkeer met Europeesche landen
ontwikkelt zich op bevredigende wijze.
Wijziging telefoontarieven
op 1 Januari 1930.
Ten aanzien van de draadtelefonie wordt
medegedeeld, dat als resultaat van gedane
overwegingen thans de wenschelijkheid kan
worden vastgesteld, dat het interlocale tarief
meer dan tot dusver worde gedifferentieerd
naar de afstanden, waarover de gesprekken
worden afgewikkeld, terwijl het locale tarief
zoodanig worde ingericht, dat de ingevolge
daarvan verschuldigde betalingen afhankelijk
zijn van de mate, waarin men aan het locale
telefoonverkeer deelneemt en zulks met in-
gang van 1 Januari 1930. Dienovereenkom-
stig zijn de volgende tarieven ontworpen. In
het interlocale verkeer zal, in plaats van de
thans verschuldigde bedragen van 0,20 voor
een gesprek over afstanden tot 15 K.M. en
0,50 voor een gesprek over afstanden daar-
boven, betaald moeten worden:
0,10 bij afstanden tot 10 K.M.
f 0,15 bij af standen tusschen 10 en 15 K.M.
f 0,35 bij afstanden tusschen 15 en 35 K.M.
en f 0,50 bij afstanden daarboven.
Verder zullen de bezitters van locale aan-
sluitingen deswege per jaar een naar den
kostprijs van de aansluitingen berekenden
jaarlijkschen huurprijs moeten betalen en
daarnevens voor elk door hen aangevraagd
en gevoerd locaal gesprek 2% cent verschul-
digd zijn. Het ligt in de bedoeling om, wan-
neer het aantal der door een aangeslotene
aangevraagde en gevoerde gesprekken een
zekere grens te boven gaat wegens de ge
sprekken verschuldigde bedragen als maat-
regel van overgang gedurende eenige jaren
een reductie-regeling toe te passen. Van
zekere netten, zal de inwerkingstelling later
dan 1 Januari 1930 moeten plaats vinden in
verband met nog te treffen technische voor-
zieningen.
Tot de wijziging van het locale tarief be-
hoort voorts nog een aanmerkelijke vermin-
dering van de vergoedingen voor eens voor
de aanlegkosten van een aansluiting (de z.g.
entree-gelden)
Ten slotte worde in dit verband nog ge-
wezen op de eveneens tegen 1 Januari 1930
voorgenomen wijziging van het tarief voor
het voortdurende of per uur ingebruik geven
van interlocale lijnen (huur en uurlijnen).
De drie hiervoren bedoelde nieuwe regelin-
gen met de andere nog aangebrachte tariefs-
wijzigingen van minder gewicht zullen aan-
vankelijk voor het staatsbedrijf een vermin-
dering van ontvangsten tengevolge hebben,
waarvan het bod rag wordt geraamd op
1.100.000 per jaar.
DE MILEIOENEN-NOTA.
Het „Hbld." ontdekt in de millioenen-nota
veel teleurstellingen. Het blad schrijft: Be-
vatte de vorige nota slechts waarschuwingen
tegen een te groot optimisms, die, welke
thans voor ons ligt, is heel wat somberder en
waarschuwt te voren 's Ministers collega's
niet van den hoogen boom te leven. ,,En in
elk geval", zoo heet het, ,,staat wel vast, dat
de uiterste spankracht van wat reorganisatie
en middelaccrbs leveren kunnen", noodig zal
zijn om in de nieuwe belangrijke uitgaven,
waartoe men verplicht is te voorzien, wil
pelbaard bedekt was, welke op zulke on-
qereqeilde tijden plotselinq afqeschoren
Werd, dat Bliss er dikwijls op speculeerde
of hij vandaaq verdwenen zou zijn of met.
Maar nu vertoohde dat qezicht alle qe
wone kenteekenen van een qroot ver-
driet. Zijn mondhoeken waren mistroos-
tiq naar oim'laaq qetrokken. Zijn schou-
ders qaven den indruk, alsof een zware
last erop drukte. Hij zaq er moe en oud
uit, zijn robust, wilskrachtiq type had in
dien eenen daq een qroote veranderinq
onderqaan. Met ooqen zonder eeniqe
uitd'rukkiq keek hij Bliss gedurende eeni
ge oogenblikken aan.
,,Dit is de jonge man, die de hakken
verkoopt", zeide hij toen tegen de vrouw.
„Iik heb je wel eens over hem gesproken.
Dit is mijn vrouw, Bliss."
Werktuigelijk stak Bliss haar zijn hand
toe.
,,Er is toch niets verve'lends qebeurd?"
vroeq hij toen.
,,Er is heel wat erqer dan iets ver-
velends gebeurd", antwoordde de vrouw,
terwijl ze haar man aanmoedigend op den
schouder klopte, ,,maar we zullen ons er
niet door laten lompen, Amos. We zullen
samen naar de menschen toeqaan."
Bliss hinq zijn hoed op en zette zijn
tasch neer.
,.Zoudt u het mij willen vertellen".
vroeq hij.
,,'Ja, iik zou niet weten waarom niet".
antwoordde mr. Morgan terwijl hij 'n toe-
gevouwen vel papier naar Bliss toeschoof.
,,'t Is geen geheim. Je weet, dat de qroote
pers nog niet heelemaal afbetaald is. Ik
heb in den laatsten tijd niets anders kun
nen doen, dan het leer contant betalen
ofschoon we heusch heel aardig op de
hakken verdienen. Maar lees dat briefje
even, dbn kan je zetf zien wat te zeqqen.
Ze zijn van plan morqen de machine weq
men niet tot een belastingverhooging over-
gaan en het overschot van 9 millioen zal het
volgend jaar meer moeten bedragen, wil het
de grootere lasten, voortvloeiende uit de
niewe regeling der financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeente kunnen compen-
seeren.
Belastingverhooging, het is 'n onaangenaam
woord in de millioenennota, dat groote
teleurstelling wekt evenals de reeds aange-
haalde passage over de „uiterste spankracht
voor reorganisatie." Bij het lezen hiervan
bekruipt ons het angstige voorgevoelen, dat
het streven, het normale accres der uitgaven
zooveel mogelijk door bezuiniging op te van-
gen men zou dit het principe-De Geer kun
nen noemen voorgoed vaarwel is gezegd,
omdat Minister De Geer de hoop op een wer-
kelijke verdere doorvoering ervan heeft op-
gegeven. In ieder geval is het programpunt,
waarmede hij op 11 Maart 1926 het bewind
aanvaardde: belastingverlaging door bezuini
ging, door „versobering" de Troonrede ge-
bruikt dit mooie woord nog eens, maar blijk-
baar is dit slechts een phrase niet meer
de leus der nieuwe regeering en hiermede is
de doodsklok geluid over de hoop op verdere
belastingverlaging.
De „N. Rott. Crt." merkt op:
De jaarlijksche waarschuwing, dat is: de
millioenenota. Zij begint altijid den lezer in
een zeer goede stemming te brengen. In het
overzicht, dat van de afgeloopen dienstjaren
gegeven wordt, is het verrassing op verras-
sing en de belastingbetaler krijgt goeden
moecL Maar, o wee! daar passeert dan de
begrooting voor het aanstaande dienstjaar de
revue, en komen de beschouwingen, die een
beeld van de toekomst gevenHet stuk
eindigt in mineur.
Ook van het jaar is het geijkte schema ge-
volgd. De afgeloopen dienstjaren zijn mee-
gevallen. Hier openbaart zich het gewone
verschijnseJ, dat den leek telkens weer ver-
baasd doet staan. De millioenen-nota onder-
scheidt ten aanzien van de afgeloopen dienst
jaren „voorloopige cijfers", ,ycijfers" en „de-
finitieve cijfers".
In normale tijden zijn de voorloopige cijfers
goed, de cijfers veel beter, en de definitieve
cijfers best. Hoe dit mogelijk is ,zal voor den
leek wel altijd onopgehelderd blijven. Stel u
voor, dat in een groot bedrijf telken jare, drie
jaar lang, in de balans en exploitatie-reke-
ning van een verstreken jaar nog weer cor-
rectie in de cijfers der millioenen zou moeten
worden gebracht!
De „Standaard" heeft uit de millioenen-
nota den indruk gekregen, dat voor het vol
gende jaar geen emstige zorgen te wachten
zijn, maar dat het in 1931 met onze finan-
cien op het kantje af zal zijn, zoo er al niet
een tekort is. Het blad schrijft:
Daaruit volgt ook, dat de regeering in de
troonrede terecht gewaagde van „voorzichtig-
heid" ten opzichte van wettelijke maatrege
len, welke lasten op 's lands schatkist kunnen
leggen.
Zeker is, dat verlaging van rijksbelastingen
voorloopig niet meer te wachten is en dat de
betailemde Sijmen nu maar moet hooren, dat
hij op zijn gemeentelijk belastingbiljet iets
zal merken van de 23 millioen die het rijk van
1931 af me6r aan de gemeenten zal gaan
Uitkeeren.
Voor enkele onderwerpen, we denken hier
b.v. aan enkele noodige verbeteringen in de
Ouderdoms- en Invaliditeitsverzorging, is het
te betreuren, dat het financieele perspectief
niet gunstiger is. Maar het is altijd beter de
waarheid te kennen, dan haar verbloemd te
zien. En inmiddels is ook op sociaal terrein
nuttige arbeid te verrichten die geen geld be-
hoeft te kosten. Van 1932 af worden de gel-
delijke vooruitzichten allicht weer iets gunsti
ger. Maar... men kent het spreekwoord van
INGEZONDEN MEDEDEELING^f
te halen. Ik ben maar veertien daqen ten
achter en ik heb er al veertiq pond op af
betaald, maar dat is nu ook naar de
haaien."
„En zouden ze dat nu heusch kunnen
doen?" vroeq Bliss.
Mr. Mbrqan knikte.
,,Ja, dat kunnen ze," antwoordde hij.
,,Ik wist vooraf, dat zooiets qebeuren,
kon als ik niet precies op tijd1 betaalde.
*t Ging nog om z>even en negentig pond.
En nu is alle kans verkeken. 't Spijt me
voor jou ook, Bliss, want we konden ver-
duiveid qoed met e'lkaar opschieten. En
dan spijt het me voor de oude vrouw
hier", voegde hij er zuchtend aan toe,
terwijl hij haar op de hand klopte. ,,We
hebben altijd pech gehad. in Amerika
even goed als hier, maar nu dacht ik toch,
dat we boven Jan waren. Als we nog zes
maanden hadden kunnen volhouden, dan
was deze machine niet alleen afbetaald
geweest, maar dan had ik een tweede
erbij kunnen koopen. Ikxken dit vak door
en door en er is heusch wel geld mee te
verdienen."
,,Zou het niets qeven om naar de men
schen toe te gaan?" vroeq Bliss.
,,Geen steek", was het mistroostige
antwoord, ,,dat briefje is door den be-
drijfschef zelf gebracht."
„Een echt mispunt van een vent", viel
de vrouw in. „,Hij heeft ons eerst allebei
laten uitpraten en toen beqon hij te
lachen. En weet u wat zijn antwoord was?
Morqen voor twaalven het geld of
anders wordt de machine wegqehaald.
Maar wat er ook qebeurd, trek je er maar
niets van aan, Amos", ginq ze qewild op-
gewekt door, je beqint maar weer op-
nicuw en verder spreken we niet eens
erover."
Maar haar man bleef moedeloos voor
zich uit staren.
de vele nuttige dieren, die de spoeling dun
male en.
DE EERSTE POSTVLUCHT VOLBRACHT.
Aneta-Vaz-Dias meldt: Het eerste postvlieg-
tuig, de PH-AEZ is Zondag te 17.95 te Bata-
via aangekomen. Maandag wordt de reis voort-
gezet naar Bandoeng. Aan boord is alles wel.
HET TWEEDE POSTVLIEGTUIG TE
BAGDAD.
Aneta-Vaz-Dias meldt, dat het tweede post-
vliegtuig op weg naar Ned. Indie Zaterdag te
5.55 uur uit Constantinopel is vertrokken en
te 12.07 uur te Aleppo is gearriveerd.
Zondag werd de tocht voortgezet en om 2.25
plaatselijken tijd te Bagdad geland. Alles is
wel aan boord.
RADIO-INSTALLATIE VOOR EEN
BIJZONDERE SCHOOL.
Gedep. Staten van Groningen hebben in
beroep gehandhaafd een beslissing van den
gemeenteraad van Marum, waarbij werd af-
gewezen een aanvrage van het bestuur eener
Christelrjke school aldaar om gelden beschik-
baar te stellen voor de aanschaffing van twee
luidsprekers voor radio en de antenne en ge-
leidingen met toebehooren, welke voor het
ontvangen van radio-lessen noodig zijn.
De gemeenteraad had deze aanvrage af-
gewezen, omdat de uitgaven hiervoor te doen
niet blijven binnen de grenzen, door de nor
male eischen aan het geven van lager onder
wijs te stellen. Het schoolbestuur voerde in
zijn beroepschrift bij Ged. Staten aan, dat
ingevolge de lager onderwijswet gelden kun
nen worden aangevraagd voor de aanschaf
fing van schoolimeubelen, leer- en hulpmidde-
len daaronder begrepen, dat een dergelijke
aanvrage niet afgewezen kan worden, wan-
neer zij aan de formeele wettelijke eischen
voldoet en de in het raadshesluit aangevoerde
reden hierin allerminst verandering kan
brengen.
In hun uitspraak tot handhaving van de
beslissing van den raad, overwegen Ged. Sta
ten, dat het vraagstuk in hoeverre radioles-
sen met het oog op de belangen van het on
derwijs op de lagere scholen wenschelijk of
noodig zijn, nog in een zoodanig stadium van
onderzoek verkeert, dat thans nog niet als
vaststaande kan worden aangenomen, dat
zoodanige lessen behooren te worden ge
geven; dit wordt ge'illustreerd door de instal
ling van een door den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen benoemde
commissie, inzake de uitzending van school-
lessen door de Radio, welke commissie
bestaat uit den inspecteur der gym
nasia, den inspecteur van het middelbaar
onderwijs, den inspecteur-generaal van het
Nijverheidsonderwijs en de hoofdinspecteurs
van het lager onderwijs, welke commissie nog
geen rapport heeft uitgebracht. In verband
hiermede oordeelen Ged. Staten met den raad
dat de aanvraag niet blijft binnen de grenzen
der normale eischen aan het geven van lager
onderwijs te stellen.
„Neen", zeide hij eind'elijk, „daarvoor
ben ik te oud. Ik zal het nu wel op moe
ten qeven, Harriet."
Bij die woorden kreeq Bliss een heel
eiqenaardiqe sensatie. Gedurende de
laatste paar maanden had hij al meer
zulk een qevoel gehad, maar nog nooit in
zulk een hooge mate als nu. Zijn leven
was nu niet langer een vervelende, een-
toniqe aaneenschakeling van daqen, met
demkbeefdig verdriet, denkbeeldige mi-
sere. Hij stond nu midden in de werkelijk-
heid waar qeleefd en geleden wend1 door
echte mannen en vrouwen. Met een prop
in de keel en een brandend qevoel achter
zijn oogen. schoot hem door het hoofd,
dat hij Goddamk helpen kon.
,,Luister eens", zeide hij. ,,Ik heb een
plannetje, mr. Morgan. Als u nu even mee
wilt qaan, zooalls we elken avond' doen,
dan zu'lt u zien, dat ik er wel wat op vin
den zal".
Mr. Morgan schudde het hoofd.
,,Neen", zeide hij, ,,ik zou vanavond
geen bier door mijn keel kunnen krijqen."
,„,Kom, het is veel beter als je maar
even meegaat", drong zijn vrouw leven-
dig aan. ,,En als ik jullie niet hinder, ik
heb juist trek in een flink g'las stout. En
dan kunnen we meteen hooren wat het
jongmensch hier te zeqqen heeft, Amos".
jPvIr. Morgan stond vermoeid op. Met
Bliss in de voorhoede en het echtpaar
Morgan achter hem aan, wandelde het
drietal het dichtst bijzijnde cafetje bin
nen. Even daarna zaten ze aan een van
de kleine marmeren tafeltjes in een
smoorheete atmosfeer welke nog ondraqe-
lijiker was door de vele etensluchtjes. Bliss
bracht zelf de drie glazen bier naar hun
tafeltje.
..Prosit", zeide hij.
Mr. Morgan zette zijn ongelukkiqste
qezicht. Mrs. Morgan sloeg haar voile
half op, zoodat een breede, zwarte strook
vlak over haar neus liep en dronk haar
stout met kleine teugjes. En al dien tijd
zat ze Bliss angstig aan te kijken. Waar-
schijnlijik had zijn groot zelfvertrouwen
d'e hoop op een mogelijke aflossinq weer
wakker gemaakt.
,,Luister nu eens", begon Bliss ver-
trouwelijk, ,,iik heb het oog op een van
mijn kennissen, of liever gezegd een van
mijn bloedverwanten, een allergeksten
jongen kerel. Voor mij zelf doet hij niets
om de waarheid te zeggen heeft hij me
in mijn leven heel wat kwaad berokkend
maar hij vindt het heel prettig om zoo
nu en dan eens bij andere menschen voor-
zienigiheidje te spelen en hij kan het ook
doen, want hij is schatrijk. En nu geloof
ik wel, of eigenlijik ben ik er zeker van,
dat hij u dat voorschot wel zal willen
leenen."
Mr. Morgan zuchtte.
„Wat u daar zegt, klinkt niet erq
waarschijnlijk", zeide hij openhartig. ,,Ik
zou het, op zijn zachtst uitgedrukt, heel
eigenaardiq vinden, dat u reiziger met
een safaris van dertig shilling in de week
was, terwijl u zoo'n schatrijk iemand in
uw familie had."
„Nu slaat u toch werkelijk de plank
mis", verzekerde Bliss hem. ,,Laat u d'at
zaakje nu maar aan mij over en maak u
maar niet bezorgd. U heeft me tot dusver
toch nog nooit op een leugen betrapt, is
't wel?"
,,Neen, dat is zoo", moest Mr. Morgan
toeqeven.
,,Goed, en u beqrijpt toch wel, dat ik
u in een geval als dit heusch niet voor den
gek zal houden. U heeft me qezeqd, dat
morqen voor twaalven het qeld er zijn
moet. Goed, om elf uur, misschien iets
later, heeft u het. Dat beloof ik op mijn
eerewoobd1." (Wordt vervolqd.)