m
l
t! i#s al 1
ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
pi
%H W
i m H,s"
Eerste Blad.
Leo Nicolajewitsj Tolstoy
'bins eITTn i7
UPglNp
No. 8419.
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929.
69® Jaargang.
Jfei fH SjjA pi PP^Sfl
HOOFOAKTE-CURSUS.
FEUILLET0N,
smaakt als room
Wm
30 t- SEl fe*
I
Wij schrijven bier nu niet veel over j
zijn leven. Dat leven is hefhaaldelijk s
h^schreven en map qrootendeels bekend
orden ondersteld. Zijn levensqeschie-
A ;nis klinkt in onze dapen velen onzer
tijdqenooten als een heiliqen-leqende.
Een qraaf toch, die na een zeer wilden
•dententijd en na een schitterende
officiers- en auteursloopbaan, na een met
niet minder dan eif kinderen pezepend
huwelijksleven, eindelijk de ijdelheid de
zer* wereld inziet, zich dan bekeert tot
Jezus' liefdeleer, en nu voortaan enkel
schrijft om anderen te bekeeren, enkel
leeft liefst met het pewone volk en
inzonderheid met de bo-eren om lief te
hebben en te dienen, om dan tepen het
van zijn leven nop eenzamer te wor
den en nop weer vreemder te doen;
zoo'n qraaf sdhijnt onzen tijd zeker een
wonder, en men is dan ook niet moede
q^worden Qm hem te bewonderen. iZijn
?"&ken schenen een openbarinp. Wie
heeft er niet penoten van zijn verhalen,
of proote historische boeken vol fijne
tafereeltjes van het allerzuiverste realis-
me, of breede tafereelen uit het maat-
schappelijike leven, en dat alles qeschre-
vea met de peniaalste aanschouwelijk-
hr d en bewijs afleppend van de zeld-
zaamste menschenkennis, of kleine volks-
verhalen, bijna volksleqenden wie
heeft er niet penoten van die verhalen,
die, wat ze dan ook verder mochten
wezen altijd waren en bleven vol
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
ABONNEMENTSPKIJS: Biimen Ter Neuzen 1,40 per 3 maauden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 180 per 3 maanden Bij vot zal zijn Post .L£etfkJXer iaar
Voor Bclg-ie en. Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 P-aan ialaanden 'on tfgr post
Abonnementen voor fcg »"t." j^and alleen ^ij vooniitbetaimg.
"Siainr
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
Uitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzemding van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN noodigen hen, die voor het eerst
wenschen deel te nemen aan den in die ge-
meente bestaanden hoofdakte-cursns uit, zich
daartoe schriftelijk aan te melden bij den
Burgemeester dezer gemeente v66r of op den
2 September 1929.
De eerste les wordt gehouden op Vrijdag 6
September 1929. Nadere inlichtingen worden
verstrekt door den Direoteur, den heer H. W.
J. Priems.
Ter Neuzen, den 27 Augustus 1929.
Burgemeester en Wetbouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Met bijna koortsachtipe belanqstellinp
heeft Europa zijn ontwikkelinp qevolqd,
vooral sinds het oopenblik. waarop hii
mededeelde, zich te hebben bekeerd. Hoe
is vooral sinds dat oopenblik de weer
loosheid een van de allervoornaamste
strijdvraqen peworden, de weerloosheid,
die zoo heel veel omvatIn 1897 paf
Tolstoy in zijn Bekentenissen, die een
biecht mochten heeten, uitinq aan zijn
eipen proote onvoldaanheid over zijn
leven. Hij, de ruim vijftiqjariqe, had wel
van alles penotenjeuqd, liefde, roem,
rijkdom, en toch had hem niets voldaan
en het scheen, dat nu de dood hem
wachtte, Kenk, wetenschap en kunst, -
wat zou hem van den dood kunnen red-
den AJleen peloof zou nop reddinq kun
nen brenpen. Maar waar zou Tolstov
dat pelool kunnen vinden Hij meende:
bij het volk, daar zou hij nop peloof vin
den. Maar tot zijn proote teleurstellina
vond hij bij het orthodoxe Russische volk
slechts het kerkpeloof, tot hij omstreeks
1881 in aanrakinq kwam met Soutaief.
een ketter, die kerk en sacramenten ver-
wierp, zijn dooden in zijn eipen tuin be-
qroef, zijn eipen dochter huwde, nooit be-
lastinp betaalde, en den rechter, die hem
hiervoor citeerde, mitdaapde voor de
rechtbank van Gods woord een com-
pleete anarchist dus, voor wien de weer-
loosheid in werkelijkheid het hoo'fdpebod
scheen te zijn. Dat Tolstoy wat hij zelf
noemt een ,,Soutaiertsy" was peworden,
al piinp hij hierbij wel wat zelfstandiq
te werk, bleek uit zijn boekje ,,Mijn pe
loof" van 1884. Daarin zept hij, dat
Jezus ons vijf hoofdpeboden heeft pepe-
van: niet toornen, monopamie, niet zwe-
ren, peen tepenstand bieden (niet weder-
staan) en alpemeene menschenmin. Het
vierde hoofdqebod: de weerloosheid,
noemt hij het pronddopma van alle waar
Christendom. De Staat, pebaseerd op
het .peweld, en de Kerk, die volqens hem
slechts de Jiandlanpster is van den Staat,
zijn dus beiden de .prootste vijanden van
"ezus' leer. Het woord uit Matth. 5 39
,,Maar ik (Jezus) zeq u, dat pij den booze
niet wederstaat, maar zoo wie u op de
rechterwanq slaat, keer hem ook de an-
dere toe", dit woord en deze ,qedachte en
eer is de achterprond van vele zijner,
volksverhalen, en in al zijn latere werken
comt deze weerloosheid aan het woord.
Viet zijn enorme plastiek en met door-
>orend realisme teekent Tolstoy de in-
nerlijke boosheid van alle peweld. Rech-
ters, ambtenaren, soldaten, zij alien staan
/olpens hem al zijn zij er zich qewoon-
ijk heelemaal niet van bewust in
dienst van de leupenleer.
En het vreeselijike schijnt hem vooral
dit, dat de priesters, die beter konden en
moesten weten, de anderen stijven in hun
leupenpedachten, dat veroordeelen, straf-
Jen, oorlopvoeren en heerschen noodip
en qoed zijn. Met zulk een ploed en met
zoo diepe overtuipinp weet Tolstoy het
leven dezer onpelukkipen, die ae maat-
schappij ,,slecht" noemt, maar die vol
qens hem Tolstoy slechts door de
maatschappij slecht pemaakt zijn, te tee-
kenen, dan men niet anders kan dan met
hen mede te lijden. Geen enkel detail
bespaart hij ons van het lijden dezer qe-
straften, veroordeelden, pewonden en pe-
sneuvelden, zoodat ook zijn meest harde
of verharde lezer zich telkens pewonnen
moet peven, en erkennen moet, dat hij
niet wist, dat onze maatschappij zoo lief-
deloos en zoo zelfzuchtip was. En het
laatste woord is dan altijd weer een ver-
wijzinq naar een of ander evanqelie-
woord. Zoo plaatst hij als motto boven
zijn proote boek ,,Opstandinq" de tek-
sten: Matth. 18 21, 22 Matth. 7 8
Johannes 8:7; Lukas 6 40. En dit
werk vooral (het eerste van dit penre,
dat ook in Rusland is qedrukt, terwijl al
de voripe boeken daar slechts in hand-
schrift verspreid werden) is een door-
loopende weerlooshei'dspredikinp. Door
heel Europa is het vertaald en pelezen, en
zoo schijnt het wel het standaardwerk te
zijn van het Tolstoyisme. Want na Tol-
Uit het Enqelsch
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
o
52) (Yervolp.)
HOOFDSTtIK XXIII.
Den volpenden aamiddaq om vijf uur
reed Bliss de parape van de Sun Motor
Company binnen. Hij was heel moe en
heel stoffiq de lanpe rit van Salisbury
naar Londen was niet meeqevallen,
maar overiqens was hij zoo oppewekt als
't maar kon. Er was weer een maand van
zijn proeftijd voorbij, op t kantoor van
de Sun Motor Company lap het safaris
van vier weken op hem te wachten en
hij had alle kans zoo dac'ht hij ten-
minste om nu voor doorloopend bij
haar in dienst te komen. Zoo snel hij kon
zette hij den wapen in een van de vele
ledipe stands, stapte uit en keek eens om
zich heen. Onmiiddellijk viel hem het ver-
laten uiterlijk van de parape op: van de
vele stands waren er maar een paar be-
zet. Van de pewone drukte was nu niets
te hooren, vanuit de werkplaats dronp
peen enkel peluid tot hem door. Snel liep
hij naar het kantoor, klopte aan en qinq
naar binnen. Op zijn pewone plaats aan
de schrijftafel zat het keiuriqe jonpmensch
met een siparet in den mond en een krant
voor zich uitqespreid. Aan een andere
fafel waren twee onbekende heeren druk
bejiq om de boeken van de Sun Motor
stoy's ,,bekeerin,p" was dit zijn eerste
roman. Wel is het boek veel zwakker
van composdtie dan de voripe, wel is het
soms ontzettend lanqdradiq en eentonip,
maar het is toch ook vol van die kleine,
realistische, onovertroffen tafereeltjes, die
den lezer blijven trekken en boeien. On-
vermoeibaar is Tolstoy's sarcasme tepen
het domme peweld van den Staat, onver-
holen is zijn minachtinn voor de Kerk,
die volqens hem huichelt Jezus' leer te
prediken, doch die leer intusschen met
voeten treedt. Eindelijk heeft de Kerk
hem dan uitpebannen, wat zoo qoed als
het eenipe levensteeken van de Kerk
was Mlaar natuurlijk hinderde hem dit
niets, omdat hij zich pedrapen wist door
de sympathie van haast heel de teschaaf-
de wereld. In die daqen stond de popu-'
lariteit van Tolstoy in het zenith, en het
Tolstoyisme scheen zoo iets als een
nieuwe podsdienst te worden, ook in
Nederland. Natuurlijk was de weerloos
heid daarbij niet de eenipe belijdenis. Het
Tolstoyisme, vooral zooals zich dat
elders uitzaaide en ontwikkelde, heeft al-
lerlei qeestesstroominqen in zich opqeno-
men, in verwerkt. Moe van het qeest-
dcodende materialisme. en teqelijk on-
verzoenlijk tepen alle kerkelijk en dop-
matisch Christendom, heeft het heul qe-
zocht bij een soort panthe'istiseh mysti-
cisme, met een aanhanq van ascese, veqe-
tarianisme en liefde voor al wat leeft.
Daarbij heeft het op zich laten inwerken:
socialisme, nihilisme en anarchisme.
Om Tolstoy nu echt naar waarde te
schatten, moet men vooral op twee din-
pen letten; in de eerste plaats op dit. dat
zijn predikinq niet is een positief-Chris-
telijike, en in de tweede plaats dit, dat
zijn woord wel was positief-Russisch.
Tolstoy schijnt op het eerste qezicht
een edit Christen te zijn, iemand, die iets
doet of zept, alleen omdat Christus het
beveelt. Laten de kerken nu maar twis-
ten over de twee naturen van Christus,
laten de vromen zwelpen in de aanschou-
winp zijner kruiswonden of zich verheu-
pen op een soort mapische hulp, die Hij
brenpen zou, Tolstoy zept het poede deel
te hebben qekozen: hij pehoorzaamt Jezus
alleen maar. En de waarheid, die hij zelf
heeft inpezien, wil hij nu ook mededee-
len. Misschien dat Staat en Kerk hun
dwalinp zullen inzien. Zoo is er in Tol
stoy's eerste oeschriften nop altijd de
hoop, dat Staat en Kerk zich zullen be
keeren. Maar 't kwam niet in orde, en
was het wonder? vroeq hij. Viel de
Staat, idan viel immers ook de Kerk; en
daarom exeqetiseerde de Kerk de waar
heid van Matth. 5 39 (weerloosheid)
uit het Evanqelie wep, en scheen zij het
veel noodiqer te vinden. dat de menschen
nadachten over erfronde, rechtvaardiq-
makiinp, verdoemenis en meer derqelijke
dinpeii, waar peen stervelinq (volqens
Tolstoy) iets van bepreep, in plaats van
er alleen maar toe aan te sporen, dat men
zou doen, wat Jezus zeide. En zoo kwam
lanpzamerhand in Tolstoy s stem dat-
zelfde, wat men tepenwoordip vindt bij
heel velen van zijn peestverwanten, die
rauwe toon tepen de Kerk, die de waar
heid heeft, maar ze niet doet, en die nu
huichelt Gods wil te doen. En is de
Kerk zoo valsch, zou dan de Staat veel
beter zijn Wdnt dat moorden, recht-
spreken, heerschen en dwinpen dinpen
Company aan een nauwkeurip onderzoek
te onderwerpen.
„Ik ben zooeven teruppekomen met de
Wolseley, mijnheer", meldde Bliss.
De jortqe directeur kniktse even.
,,Ja, vanmoxpen hebben we een che
que voor de rest van de huur ontvan
pen", zeide hip ,/De jonpe dame schrijft
ons, dat ze hesl tevreden over je is",
voepde hij er met een neerbuipend air
aan toe.
„Ik heb zooveel mopelijk mijn best qe-
daan. mijnheer", antwoordde Bliss, „en
de wapen heeft zich qelukkiq poed pe-
houden. Ik heb pedacht, dat u me nu
misschien voor vast zoudt willen aan-
nemen in elk peval voor een maand
of zes."
De jonpe man schudde het hoofd.
„Dat tref je niet Bliss. Ik kan op het
oopenblik niets beloven. De kw.estie is
bij die woorden keek hij veelbeteekenend
naar de beide heeren, die aan den an
deren kant van de kamer nop steeds druk
beziq waren, ,,dat de baas qespeculeerd
heeft. We zijn aan het lekwideeren.
Dat was het erpste wat had kunnen
qebeuren
Daar stond Bliss nu met twee pence in
zijn zak en een pevoel, alsof hij de Tha
mes wel zou kunnen leeqdrinken.
,,Denkt u, dat ik mijn salaris van de
laatste vier weken uitbetaald zal krij-
qen vroep hij onqerust.
,,Ja, dat denk ik wel," zeide de direc
teur terwijl hij opstond en naar een van
de heeren aan den anderen kant van de
kamer toepinp. ,,M(aar dat is dan ook
het eenipe, wat ik op het oopenblik voor
je doen kan."
Zoudt u me misschien voor een paar
weken een baantje kunnen peven, dan
zou ik ondertusschen naar iets anders
kunnen rondkijken," vroep Bliss, nop een
laatste poqinq wapend,
,,Onmopelijik," zeide de jonpe man. ,,Ie
moet er rekeninp mee houden, dat je niet
een van onze vaste chauffeurs was. Maar
laat je adres ac'hter. Als de boel nop in
orde mocht komen, kunnen we altijd ver
der zien."
Er school Bliss niets anders over, dan
wep te paan en zich voor de zooveelste
maal bij het leper van werkloozen te voe-
pen. Eerst bracht hij zijn luttele baqaqe
naar Mrs. Heath toe, die heel hlij was
hem terup te zien, huurde zijn oude kamer
opnieuw in, en haastte zich toen, zoo snel
zijn beenen hem konden draqen. naar de
woninp van Frances. Van uit de verte
zap hij haar al op den drempel staan,
bijna jubelemd riep hij haar naam, maar
toen ze zich omkeerde om hem te beqroe
ten, schrok hij van haar veranderd uiter
lijk. Ze droep precies dezelfde kleeren
als bij hun laatste ontmoetinp, zelfs de
veel pestopte handschoenen ontbraken
niet. Maar haar lippen waren bijna bloe-
deloos. Haar ooqen toonden veel qroo-
ter boven haar inqevallen wanpen. Maar
meteen werd zijn eerste indruk weqpe-
vaapd door den plimlach van welkom,
welke haar peheele pezic'ht veranderde.
Verheupd stak ze hem haar beide han
den toe.
Ernest," riep ze uit. >>Ch( wat ben ik
blij, dat je weer thuis bent,"
iHij preep haar handen en verqat ze
weer los te laten,
„Je hebt mijn brieven toch wel ontvan
pen?" vroep hij. Zij knikte.
,,Ik vond het heerlijk, als ik er een
zap", zeide ze. ,,Ik zou je wel meer teruq-
peschreven hebben, als t maar niet zoo
moeielijk voor me peweest was. Ik har
niets prettips te vertellen en jeremiaden
wilde ik niet houden. Wanneer ben je
terup pekomen
..Nop peen half uur peleden." vertelde
Bliss. ,,ik ben op het oopenblik de pe-
pev
Chi
zijn, die door de liefde verboden worden,
dat wist de Staat ook wel, maar sinds de
Kerk den Staat peleerd heeft, dat als men
het maar Christelijk doet, men wel map
moorden, rechtspreken en dwinpen, is de
Staat perustpesteld, en paat hij heel
kalm zijn panp.
Tolstoy's axioma is dus, dat men heeft
te kiezen tusschen wet en liefde. Dat het
leven der liefde de wet uitsluit en het
leven naar de wet liefde uitsluit, noemt
hij zijn proote ontdekkinp, en dat predikt
hij steeds opnieuw. In ,,Mijn Geloof"
vinden wij een aardip tafereeltje van
Tolstoy met een prenadier: Tolstoy toont
dien prenadier, met het evanqelie in de
hand, aan, dat hij peen peweld map pe-
bruiken tepen zijn evenimensch; de pre
nadier is dan een oopenblik verleqen,
weet niet wat hij zeqqen moet, maar hij
krijpt toch zijn zelfvertrouwen weer
terup, als hij Tolstoy kan verwijzen naar
de militaire reqlementen, die hem iuist
bevelen om peweld te qebruiken, en die
hij dus pehoorzaamt. ,,De wet behoort bij
den Antichrist" staat er ronduit.
Maar uit zoo'n stellinq volqt dan na
tuurlijk ook onmiddellijk Tolstoy's wer-
kelijk eentonipe beschuldipinp: alien, die
de wet handhaven of ten uitvoer leppen,
zijn of dom of misdadip, en in elk peval
zijn zij eqoisten. En zij, die nop eeniiqs-
zins de waarheid erkennen, zijn zeker
peen kerkelijken. Tolstoy heeft deze
stellinpen altijd verkondipd. Hij zept wel
van niet, en hij beweert wel, dat hij pas
na en door zijn bekeerinq tot dit inzicht
is pekomen, maar dat is toch niet waar.
Door de lezinq en bestudeerinq der
evanpelien is Tolstoy niet bekeerd, maar
alleen in de zekerheid van zijn eipen
inzdehten en stellinpen bevestiqd. De
vereenvoudipinp van de leer van het
Christendom tot zijn bekende vijf qebo-
den is dan ook zoo peen omkeerinp, in
ieder peval een verminkinp van de
Ghristeiijke levensleer. In Joh. 19:11
zept Jezus b.v. tot Pilatus: „Gij zoudt
peen macht over mij hebben, zoo het u
niet van boven pepeven ware''.^ Hier
erkent de Heiland dus, dat Pilatus' over-
heidsbevoepdheid hem „van boven qe-
even is. Klassieke predikers van het
ristendom als Paulus en Johannes zul
len toch allicht het primitieve Christen
dom beter hebben pekend dan Tolstoy!
Wie dus in Tolstoy ,,den waren dis-
cipel" van Jezus ziet, toont daarmede zijn
pebrek aan kennis van het primitieve en
van het historische Christendom. Ver-
blijdend map het heeten, dat allenqs een
kenterinp in de meeninq over Tolstov
beaint in te treden. Zabel b.v. heeft aan
Tolstoy verweten, dat hij verwarrend
werkt en pevaarlijk is, daar hij alleen af-
breekt en trots al zijn poede bedoelinpen
ons peen stap nader brenqt tot het
ideaal, inteqendeel, ons alleen kan bren-
gen tot den eeuwiqen slaap van het
oeddhisme.
Is de predikinq van Tolstoy niet posi-
tief-ohristelijk, zij is wel terdepe positief-
russisch. Tolstoy wil wel kosmopoliet
zijn, maar hij is toch in den kern patriot.
Hij is een met het Russisdhe volk.
Hij leeft mede met de Russische volks-
ziel, hij hoopt en lijdt daarmede mee. Hij
verkondipt een boodschap voor Rusland.
Hij wil de peknechte Russen bevrijden.
Daarom heeft en had Tolstoy zeker
lukkipe bezitter van vier weken salaris,
minus een klein voorschot. Gedurende
den qeheelen rit is alles voor me betaald,
je kunt wel beqrijpen, dat ik een dikken
spaarpot heb."
,,'Eipenlijk vond ik het heelemaal niet
poed, wat je pedaan hebt. Om zoo maar
in je eentje een rondrit te paan maken
met een jonpe dame," zeide Frances be-
straffend.
IBliss bepon te lachen.
,,Schandelijk, vindt je niet Maar in
mijn pedachten was jij er altijd bij, hoor!
In Newmarket heb ik iets beleefd, wat ik
je bepaald vertellen moet. De rest van
den tijd is kalm penoep voorbij qepaan,
maar 't was een rusttijd bij uitnemend-
heid. Vanmorpen heb ik de jonpe dame
in quaestie bij haar tante in Salisbury
achterqelaten en ben leep naar Londen
pekomen. De auto staat nu al weer op
haar oude plaats in de parape. Ga je
mee eten
(Eerst aarzelde ze nop even, maar toen
stemde ze toe. Terwijl ze samen den
kant van Drury Lane opliepen, keek hij
haar van terzijde onderzoekend aan; hii
kon het afschuwelijk vermoeden, dat ze
flauw van honper, maar niet van zich
afzetten.
,,En nu krijq je zeker een vaste betrek-
kinp bij de „Sun" vroep ze hem.
,;Dat is juist zoo vervloekt jammer",
zuchtte hij. „Ik heb uitstekende petuip-
schriften, maar nu zijn ze juist aan het
liquideeren."
Ze lachte eeniqszins bitter.
,,Dat is weer net iets voor ons", zeide
ze toen. ,,Weet je wat mij overkomen
is De vent bij wien ik secretaresse pe
weest ben, je weet wel, Montaque, wil
me peen qetuiqschrift peven."
,,Wat een ellendelinp", zeide Bliss tus
schen zijn tanden door.
,,Ik heb natuurlijk wel anderepinp
reden van bestaan en reden van toor
nen mits voor Rusland. En zeker had
hij eiqenschappen, die voor een hervor-
mer onmisbaar zijn: moed, steunend op
proote liefde, en peloof. Dat hij niet in
de eerste plaats een relipieus, maar een:
sociaal hervormer is, kan uit het reeds
aanpevoerde echter wel worden opqe-
maakt. En dat is tepelij.k zijn zwakiee.
zijde. Want de pewone en beste wep is-;
en blijft: van een bekeerd hart tot sen
bekeerd leven; wellicht echter zal Tolstoy
later blijken de voorlooper te zijn pe
weest voor een beter hervormer. Op
menip punt mope hij hebben mispetast,
zijn edel mededooqen met zijn volk zal
op den duur zeker vruchten drapen, en
onder haar prootste zonen zal een straks
herboren Rusland zeker tellen: Leo
Nicolajewitsj Tolstoy.
H. COLIJN BEDANKT ALS LID DER
EERSTE KAMER.
De heer H. Colijn, bij de laatste verkiezin-
gen als lid van de Tweede Kamer gekozen,
heeft thans bedankt als lid van de Eerste
Kamer.
In een bijeenkomst van het Centraal Stem-
bureau bedenmiddag te 's Gravenhage te
houden zou in deze vacature worden voorzien.
DE MINISTERZETEL VAN MINISTER
DECKERS.
De Minister van Defensie heeft Mr. Dr.
L. N. Deckers bericht gezonden, dat bij zijn
benoeming tot lid van de nieuw gekozen
Tweede Kamer niet aanvaardt.
De Voorzitter van bet Centraal Bureau
heeft nu in zijn plaats benoemd verklaard den
beer J. C. van Beek te Deume.
Zooals men weet zal de beer Van Beek
voor deze benoeming bedanken, om voor den
betreffenden kwaliteitszetel plaats te maken
voor den beer Schaepman.
ALASTRIM TE ROTTERDAM.
In het tijdvak van 20 tot en met 26 Augus
tus zijn te Rotterdam 20 nieuwe gevallen van
alastrim vastgesteld (tegen 26 in de periode
van 13 tot en met 19 Augustus. Van deze 20
gevallen waren er 2 in reeds tevoren be-
smette geziimen terwijl er 18 in tevoren niet
besmette gezinnen voorkwamen.
Volgens mededeeling van den geneesheer-
directeur van bet ziekemhuis aan den Cool-
singel hebben in deze periode 3 leden van het
personeel en 2 patienten in dit ziekenhuis
i alastrim gekregen.
1 In bovengenoemde periode overleed een
I patiente (een 62jarige vrouw), die in e6n der
gemeentelijke ziekenhuizen met alastrim was
opgenomen.
In totaal zijn dus tot nu toe aan alastrim
overleden 6en vrouw en 3 kinderen, van wie
2 kinderen bovendien een andere emstige
ziekte hadden.
Het meerendeel der nieuwe gevallen deed
zich voor in verscbillende stadsgedeelten bui
ten Spangen.
Frances voort, ,,maar de menschen zijn
over het alpemeen zoo wantrouwend. Ze
willen allemaal weten, waarom ik miin
laatste betrekkinp heb moeten verlaten.
Ik... ik heb er meer dan penoep van
Ernest. Ik had bijna besloten, om maar
weer naar Mr. Masters terup te paan."
,,Ja, waarom zou je 't niet doen", zeide
Bliss na een kort oopenblik van naden-
ken. ,,'t Is een heel poede kerel. Hij zou
je misschien heel qraaq terup willen heb
ben..."
,,Als ilk weer naar Mr. Masters terup
pa, dan moet ik met hem trouwen", viel
ze hem in de rede. ,,En ik moet je zeq
qen, dat ik er hard over denk. Maar ik
wou met mijn besltnt wachten totdat jit
terup was."
,,Van trouwen met hem is peen
sprake", zei Bliss op een toon, die peen
tepenspraak toeliet. „En laten we nu er
mee ophouden. We paan nu samen qe-
zellip erpens eten en dan denken we voor
de eerste paar uren aan niets anders dan
dat we allebei jonp zijn, dat het heele
leven nop voor ons lipt en dat jij het
meisje bent, van wie ik dolveel houd en
met wie ik vast en stelliq peloof nop eens
heel qelukkiq te worden. Je moet alleen
wat meer vertrouwen in me hebben en
niet zoo qauw terneerpeslapen zijn.
,,Je bent een schat", zuchtte ze, „maar
feiten zijn nu eenmaal net als honper
met redeneeren krijq je ze niet wep."
,,Ik ben ook niet van plan om die tac-
tiek met mijn honper te volpen", verze-
ker,de Bliss haar, terwijl ze samen het
kleine restaurant binnenpinpen en hun
pewone tafeltje vlak bij het raam opzoch-
ten. Zoo'n formidable honper pa je met
heel wat substantieeler middeltjes te lijf.
En daarbij komt, ik heb zoo'n idee, dat
vrouwe Fortiuna dichter in onze nabij-
heid is, dan we vermoeden."
(Wordt vervolpd.)