m l t! i#s al 1 ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. pi %H W i m H,s" Eerste Blad. Leo Nicolajewitsj Tolstoy 'bins eITTn i7 UPglNp No. 8419. VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929. 69® Jaargang. Jfei fH SjjA pi PP^Sfl HOOFOAKTE-CURSUS. FEUILLET0N, smaakt als room Wm 30 t- SEl fe* I Wij schrijven bier nu niet veel over j zijn leven. Dat leven is hefhaaldelijk s h^schreven en map qrootendeels bekend orden ondersteld. Zijn levensqeschie- A ;nis klinkt in onze dapen velen onzer tijdqenooten als een heiliqen-leqende. Een qraaf toch, die na een zeer wilden •dententijd en na een schitterende officiers- en auteursloopbaan, na een met niet minder dan eif kinderen pezepend huwelijksleven, eindelijk de ijdelheid de zer* wereld inziet, zich dan bekeert tot Jezus' liefdeleer, en nu voortaan enkel schrijft om anderen te bekeeren, enkel leeft liefst met het pewone volk en inzonderheid met de bo-eren om lief te hebben en te dienen, om dan tepen het van zijn leven nop eenzamer te wor den en nop weer vreemder te doen; zoo'n qraaf sdhijnt onzen tijd zeker een wonder, en men is dan ook niet moede q^worden Qm hem te bewonderen. iZijn ?"&ken schenen een openbarinp. Wie heeft er niet penoten van zijn verhalen, of proote historische boeken vol fijne tafereeltjes van het allerzuiverste realis- me, of breede tafereelen uit het maat- schappelijike leven, en dat alles qeschre- vea met de peniaalste aanschouwelijk- hr d en bewijs afleppend van de zeld- zaamste menschenkennis, of kleine volks- verhalen, bijna volksleqenden wie heeft er niet penoten van die verhalen, die, wat ze dan ook verder mochten wezen altijd waren en bleven vol INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ABONNEMENTSPKIJS: Biimen Ter Neuzen 1,40 per 3 maauden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 180 per 3 maanden Bij vot zal zijn Post .L£etfkJXer iaar Voor Bclg-ie en. Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 P-aan ialaanden 'on tfgr post Abonnementen voor fcg »"t." j^and alleen ^ij vooniitbetaimg. "Siainr GIRO 38150 TELEFOON No. 25. Uitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzemding van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA ANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN noodigen hen, die voor het eerst wenschen deel te nemen aan den in die ge- meente bestaanden hoofdakte-cursns uit, zich daartoe schriftelijk aan te melden bij den Burgemeester dezer gemeente v66r of op den 2 September 1929. De eerste les wordt gehouden op Vrijdag 6 September 1929. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Direoteur, den heer H. W. J. Priems. Ter Neuzen, den 27 Augustus 1929. Burgemeester en Wetbouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Met bijna koortsachtipe belanqstellinp heeft Europa zijn ontwikkelinp qevolqd, vooral sinds het oopenblik. waarop hii mededeelde, zich te hebben bekeerd. Hoe is vooral sinds dat oopenblik de weer loosheid een van de allervoornaamste strijdvraqen peworden, de weerloosheid, die zoo heel veel omvatIn 1897 paf Tolstoy in zijn Bekentenissen, die een biecht mochten heeten, uitinq aan zijn eipen proote onvoldaanheid over zijn leven. Hij, de ruim vijftiqjariqe, had wel van alles penotenjeuqd, liefde, roem, rijkdom, en toch had hem niets voldaan en het scheen, dat nu de dood hem wachtte, Kenk, wetenschap en kunst, - wat zou hem van den dood kunnen red- den AJleen peloof zou nop reddinq kun nen brenpen. Maar waar zou Tolstov dat pelool kunnen vinden Hij meende: bij het volk, daar zou hij nop peloof vin den. Maar tot zijn proote teleurstellina vond hij bij het orthodoxe Russische volk slechts het kerkpeloof, tot hij omstreeks 1881 in aanrakinq kwam met Soutaief. een ketter, die kerk en sacramenten ver- wierp, zijn dooden in zijn eipen tuin be- qroef, zijn eipen dochter huwde, nooit be- lastinp betaalde, en den rechter, die hem hiervoor citeerde, mitdaapde voor de rechtbank van Gods woord een com- pleete anarchist dus, voor wien de weer- loosheid in werkelijkheid het hoo'fdpebod scheen te zijn. Dat Tolstoy wat hij zelf noemt een ,,Soutaiertsy" was peworden, al piinp hij hierbij wel wat zelfstandiq te werk, bleek uit zijn boekje ,,Mijn pe loof" van 1884. Daarin zept hij, dat Jezus ons vijf hoofdpeboden heeft pepe- van: niet toornen, monopamie, niet zwe- ren, peen tepenstand bieden (niet weder- staan) en alpemeene menschenmin. Het vierde hoofdqebod: de weerloosheid, noemt hij het pronddopma van alle waar Christendom. De Staat, pebaseerd op het .peweld, en de Kerk, die volqens hem slechts de Jiandlanpster is van den Staat, zijn dus beiden de .prootste vijanden van "ezus' leer. Het woord uit Matth. 5 39 ,,Maar ik (Jezus) zeq u, dat pij den booze niet wederstaat, maar zoo wie u op de rechterwanq slaat, keer hem ook de an- dere toe", dit woord en deze ,qedachte en eer is de achterprond van vele zijner, volksverhalen, en in al zijn latere werken comt deze weerloosheid aan het woord. Viet zijn enorme plastiek en met door- >orend realisme teekent Tolstoy de in- nerlijke boosheid van alle peweld. Rech- ters, ambtenaren, soldaten, zij alien staan /olpens hem al zijn zij er zich qewoon- ijk heelemaal niet van bewust in dienst van de leupenleer. En het vreeselijike schijnt hem vooral dit, dat de priesters, die beter konden en moesten weten, de anderen stijven in hun leupenpedachten, dat veroordeelen, straf- Jen, oorlopvoeren en heerschen noodip en qoed zijn. Met zulk een ploed en met zoo diepe overtuipinp weet Tolstoy het leven dezer onpelukkipen, die ae maat- schappij ,,slecht" noemt, maar die vol qens hem Tolstoy slechts door de maatschappij slecht pemaakt zijn, te tee- kenen, dan men niet anders kan dan met hen mede te lijden. Geen enkel detail bespaart hij ons van het lijden dezer qe- straften, veroordeelden, pewonden en pe- sneuvelden, zoodat ook zijn meest harde of verharde lezer zich telkens pewonnen moet peven, en erkennen moet, dat hij niet wist, dat onze maatschappij zoo lief- deloos en zoo zelfzuchtip was. En het laatste woord is dan altijd weer een ver- wijzinq naar een of ander evanqelie- woord. Zoo plaatst hij als motto boven zijn proote boek ,,Opstandinq" de tek- sten: Matth. 18 21, 22 Matth. 7 8 Johannes 8:7; Lukas 6 40. En dit werk vooral (het eerste van dit penre, dat ook in Rusland is qedrukt, terwijl al de voripe boeken daar slechts in hand- schrift verspreid werden) is een door- loopende weerlooshei'dspredikinp. Door heel Europa is het vertaald en pelezen, en zoo schijnt het wel het standaardwerk te zijn van het Tolstoyisme. Want na Tol- Uit het Enqelsch door E. PHILLIPS OPPENHEIM. o 52) (Yervolp.) HOOFDSTtIK XXIII. Den volpenden aamiddaq om vijf uur reed Bliss de parape van de Sun Motor Company binnen. Hij was heel moe en heel stoffiq de lanpe rit van Salisbury naar Londen was niet meeqevallen, maar overiqens was hij zoo oppewekt als 't maar kon. Er was weer een maand van zijn proeftijd voorbij, op t kantoor van de Sun Motor Company lap het safaris van vier weken op hem te wachten en hij had alle kans zoo dac'ht hij ten- minste om nu voor doorloopend bij haar in dienst te komen. Zoo snel hij kon zette hij den wapen in een van de vele ledipe stands, stapte uit en keek eens om zich heen. Onmiiddellijk viel hem het ver- laten uiterlijk van de parape op: van de vele stands waren er maar een paar be- zet. Van de pewone drukte was nu niets te hooren, vanuit de werkplaats dronp peen enkel peluid tot hem door. Snel liep hij naar het kantoor, klopte aan en qinq naar binnen. Op zijn pewone plaats aan de schrijftafel zat het keiuriqe jonpmensch met een siparet in den mond en een krant voor zich uitqespreid. Aan een andere fafel waren twee onbekende heeren druk bejiq om de boeken van de Sun Motor stoy's ,,bekeerin,p" was dit zijn eerste roman. Wel is het boek veel zwakker van composdtie dan de voripe, wel is het soms ontzettend lanqdradiq en eentonip, maar het is toch ook vol van die kleine, realistische, onovertroffen tafereeltjes, die den lezer blijven trekken en boeien. On- vermoeibaar is Tolstoy's sarcasme tepen het domme peweld van den Staat, onver- holen is zijn minachtinn voor de Kerk, die volqens hem huichelt Jezus' leer te prediken, doch die leer intusschen met voeten treedt. Eindelijk heeft de Kerk hem dan uitpebannen, wat zoo qoed als het eenipe levensteeken van de Kerk was Mlaar natuurlijk hinderde hem dit niets, omdat hij zich pedrapen wist door de sympathie van haast heel de teschaaf- de wereld. In die daqen stond de popu-' lariteit van Tolstoy in het zenith, en het Tolstoyisme scheen zoo iets als een nieuwe podsdienst te worden, ook in Nederland. Natuurlijk was de weerloos heid daarbij niet de eenipe belijdenis. Het Tolstoyisme, vooral zooals zich dat elders uitzaaide en ontwikkelde, heeft al- lerlei qeestesstroominqen in zich opqeno- men, in verwerkt. Moe van het qeest- dcodende materialisme. en teqelijk on- verzoenlijk tepen alle kerkelijk en dop- matisch Christendom, heeft het heul qe- zocht bij een soort panthe'istiseh mysti- cisme, met een aanhanq van ascese, veqe- tarianisme en liefde voor al wat leeft. Daarbij heeft het op zich laten inwerken: socialisme, nihilisme en anarchisme. Om Tolstoy nu echt naar waarde te schatten, moet men vooral op twee din- pen letten; in de eerste plaats op dit. dat zijn predikinq niet is een positief-Chris- telijike, en in de tweede plaats dit, dat zijn woord wel was positief-Russisch. Tolstoy schijnt op het eerste qezicht een edit Christen te zijn, iemand, die iets doet of zept, alleen omdat Christus het beveelt. Laten de kerken nu maar twis- ten over de twee naturen van Christus, laten de vromen zwelpen in de aanschou- winp zijner kruiswonden of zich verheu- pen op een soort mapische hulp, die Hij brenpen zou, Tolstoy zept het poede deel te hebben qekozen: hij pehoorzaamt Jezus alleen maar. En de waarheid, die hij zelf heeft inpezien, wil hij nu ook mededee- len. Misschien dat Staat en Kerk hun dwalinp zullen inzien. Zoo is er in Tol stoy's eerste oeschriften nop altijd de hoop, dat Staat en Kerk zich zullen be keeren. Maar 't kwam niet in orde, en was het wonder? vroeq hij. Viel de Staat, idan viel immers ook de Kerk; en daarom exeqetiseerde de Kerk de waar heid van Matth. 5 39 (weerloosheid) uit het Evanqelie wep, en scheen zij het veel noodiqer te vinden. dat de menschen nadachten over erfronde, rechtvaardiq- makiinp, verdoemenis en meer derqelijke dinpeii, waar peen stervelinq (volqens Tolstoy) iets van bepreep, in plaats van er alleen maar toe aan te sporen, dat men zou doen, wat Jezus zeide. En zoo kwam lanpzamerhand in Tolstoy s stem dat- zelfde, wat men tepenwoordip vindt bij heel velen van zijn peestverwanten, die rauwe toon tepen de Kerk, die de waar heid heeft, maar ze niet doet, en die nu huichelt Gods wil te doen. En is de Kerk zoo valsch, zou dan de Staat veel beter zijn Wdnt dat moorden, recht- spreken, heerschen en dwinpen dinpen Company aan een nauwkeurip onderzoek te onderwerpen. „Ik ben zooeven teruppekomen met de Wolseley, mijnheer", meldde Bliss. De jortqe directeur kniktse even. ,,Ja, vanmoxpen hebben we een che que voor de rest van de huur ontvan pen", zeide hip ,/De jonpe dame schrijft ons, dat ze hesl tevreden over je is", voepde hij er met een neerbuipend air aan toe. „Ik heb zooveel mopelijk mijn best qe- daan. mijnheer", antwoordde Bliss, „en de wapen heeft zich qelukkiq poed pe- houden. Ik heb pedacht, dat u me nu misschien voor vast zoudt willen aan- nemen in elk peval voor een maand of zes." De jonpe man schudde het hoofd. „Dat tref je niet Bliss. Ik kan op het oopenblik niets beloven. De kw.estie is bij die woorden keek hij veelbeteekenend naar de beide heeren, die aan den an deren kant van de kamer nop steeds druk beziq waren, ,,dat de baas qespeculeerd heeft. We zijn aan het lekwideeren. Dat was het erpste wat had kunnen qebeuren Daar stond Bliss nu met twee pence in zijn zak en een pevoel, alsof hij de Tha mes wel zou kunnen leeqdrinken. ,,Denkt u, dat ik mijn salaris van de laatste vier weken uitbetaald zal krij- qen vroep hij onqerust. ,,Ja, dat denk ik wel," zeide de direc teur terwijl hij opstond en naar een van de heeren aan den anderen kant van de kamer toepinp. ,,M(aar dat is dan ook het eenipe, wat ik op het oopenblik voor je doen kan." Zoudt u me misschien voor een paar weken een baantje kunnen peven, dan zou ik ondertusschen naar iets anders kunnen rondkijken," vroep Bliss, nop een laatste poqinq wapend, ,,Onmopelijik," zeide de jonpe man. ,,Ie moet er rekeninp mee houden, dat je niet een van onze vaste chauffeurs was. Maar laat je adres ac'hter. Als de boel nop in orde mocht komen, kunnen we altijd ver der zien." Er school Bliss niets anders over, dan wep te paan en zich voor de zooveelste maal bij het leper van werkloozen te voe- pen. Eerst bracht hij zijn luttele baqaqe naar Mrs. Heath toe, die heel hlij was hem terup te zien, huurde zijn oude kamer opnieuw in, en haastte zich toen, zoo snel zijn beenen hem konden draqen. naar de woninp van Frances. Van uit de verte zap hij haar al op den drempel staan, bijna jubelemd riep hij haar naam, maar toen ze zich omkeerde om hem te beqroe ten, schrok hij van haar veranderd uiter lijk. Ze droep precies dezelfde kleeren als bij hun laatste ontmoetinp, zelfs de veel pestopte handschoenen ontbraken niet. Maar haar lippen waren bijna bloe- deloos. Haar ooqen toonden veel qroo- ter boven haar inqevallen wanpen. Maar meteen werd zijn eerste indruk weqpe- vaapd door den plimlach van welkom, welke haar peheele pezic'ht veranderde. Verheupd stak ze hem haar beide han den toe. Ernest," riep ze uit. >>Ch( wat ben ik blij, dat je weer thuis bent," iHij preep haar handen en verqat ze weer los te laten, „Je hebt mijn brieven toch wel ontvan pen?" vroep hij. Zij knikte. ,,Ik vond het heerlijk, als ik er een zap", zeide ze. ,,Ik zou je wel meer teruq- peschreven hebben, als t maar niet zoo moeielijk voor me peweest was. Ik har niets prettips te vertellen en jeremiaden wilde ik niet houden. Wanneer ben je terup pekomen ..Nop peen half uur peleden." vertelde Bliss. ,,ik ben op het oopenblik de pe- pev Chi zijn, die door de liefde verboden worden, dat wist de Staat ook wel, maar sinds de Kerk den Staat peleerd heeft, dat als men het maar Christelijk doet, men wel map moorden, rechtspreken en dwinpen, is de Staat perustpesteld, en paat hij heel kalm zijn panp. Tolstoy's axioma is dus, dat men heeft te kiezen tusschen wet en liefde. Dat het leven der liefde de wet uitsluit en het leven naar de wet liefde uitsluit, noemt hij zijn proote ontdekkinp, en dat predikt hij steeds opnieuw. In ,,Mijn Geloof" vinden wij een aardip tafereeltje van Tolstoy met een prenadier: Tolstoy toont dien prenadier, met het evanqelie in de hand, aan, dat hij peen peweld map pe- bruiken tepen zijn evenimensch; de pre nadier is dan een oopenblik verleqen, weet niet wat hij zeqqen moet, maar hij krijpt toch zijn zelfvertrouwen weer terup, als hij Tolstoy kan verwijzen naar de militaire reqlementen, die hem iuist bevelen om peweld te qebruiken, en die hij dus pehoorzaamt. ,,De wet behoort bij den Antichrist" staat er ronduit. Maar uit zoo'n stellinq volqt dan na tuurlijk ook onmiddellijk Tolstoy's wer- kelijk eentonipe beschuldipinp: alien, die de wet handhaven of ten uitvoer leppen, zijn of dom of misdadip, en in elk peval zijn zij eqoisten. En zij, die nop eeniiqs- zins de waarheid erkennen, zijn zeker peen kerkelijken. Tolstoy heeft deze stellinpen altijd verkondipd. Hij zept wel van niet, en hij beweert wel, dat hij pas na en door zijn bekeerinq tot dit inzicht is pekomen, maar dat is toch niet waar. Door de lezinq en bestudeerinq der evanpelien is Tolstoy niet bekeerd, maar alleen in de zekerheid van zijn eipen inzdehten en stellinpen bevestiqd. De vereenvoudipinp van de leer van het Christendom tot zijn bekende vijf qebo- den is dan ook zoo peen omkeerinp, in ieder peval een verminkinp van de Ghristeiijke levensleer. In Joh. 19:11 zept Jezus b.v. tot Pilatus: „Gij zoudt peen macht over mij hebben, zoo het u niet van boven pepeven ware''.^ Hier erkent de Heiland dus, dat Pilatus' over- heidsbevoepdheid hem „van boven qe- even is. Klassieke predikers van het ristendom als Paulus en Johannes zul len toch allicht het primitieve Christen dom beter hebben pekend dan Tolstoy! Wie dus in Tolstoy ,,den waren dis- cipel" van Jezus ziet, toont daarmede zijn pebrek aan kennis van het primitieve en van het historische Christendom. Ver- blijdend map het heeten, dat allenqs een kenterinp in de meeninq over Tolstov beaint in te treden. Zabel b.v. heeft aan Tolstoy verweten, dat hij verwarrend werkt en pevaarlijk is, daar hij alleen af- breekt en trots al zijn poede bedoelinpen ons peen stap nader brenqt tot het ideaal, inteqendeel, ons alleen kan bren- gen tot den eeuwiqen slaap van het oeddhisme. Is de predikinq van Tolstoy niet posi- tief-ohristelijk, zij is wel terdepe positief- russisch. Tolstoy wil wel kosmopoliet zijn, maar hij is toch in den kern patriot. Hij is een met het Russisdhe volk. Hij leeft mede met de Russische volks- ziel, hij hoopt en lijdt daarmede mee. Hij verkondipt een boodschap voor Rusland. Hij wil de peknechte Russen bevrijden. Daarom heeft en had Tolstoy zeker lukkipe bezitter van vier weken salaris, minus een klein voorschot. Gedurende den qeheelen rit is alles voor me betaald, je kunt wel beqrijpen, dat ik een dikken spaarpot heb." ,,'Eipenlijk vond ik het heelemaal niet poed, wat je pedaan hebt. Om zoo maar in je eentje een rondrit te paan maken met een jonpe dame," zeide Frances be- straffend. IBliss bepon te lachen. ,,Schandelijk, vindt je niet Maar in mijn pedachten was jij er altijd bij, hoor! In Newmarket heb ik iets beleefd, wat ik je bepaald vertellen moet. De rest van den tijd is kalm penoep voorbij qepaan, maar 't was een rusttijd bij uitnemend- heid. Vanmorpen heb ik de jonpe dame in quaestie bij haar tante in Salisbury achterqelaten en ben leep naar Londen pekomen. De auto staat nu al weer op haar oude plaats in de parape. Ga je mee eten (Eerst aarzelde ze nop even, maar toen stemde ze toe. Terwijl ze samen den kant van Drury Lane opliepen, keek hij haar van terzijde onderzoekend aan; hii kon het afschuwelijk vermoeden, dat ze flauw van honper, maar niet van zich afzetten. ,,En nu krijq je zeker een vaste betrek- kinp bij de „Sun" vroep ze hem. ,;Dat is juist zoo vervloekt jammer", zuchtte hij. „Ik heb uitstekende petuip- schriften, maar nu zijn ze juist aan het liquideeren." Ze lachte eeniqszins bitter. ,,Dat is weer net iets voor ons", zeide ze toen. ,,Weet je wat mij overkomen is De vent bij wien ik secretaresse pe weest ben, je weet wel, Montaque, wil me peen qetuiqschrift peven." ,,Wat een ellendelinp", zeide Bliss tus schen zijn tanden door. ,,Ik heb natuurlijk wel anderepinp reden van bestaan en reden van toor nen mits voor Rusland. En zeker had hij eiqenschappen, die voor een hervor- mer onmisbaar zijn: moed, steunend op proote liefde, en peloof. Dat hij niet in de eerste plaats een relipieus, maar een: sociaal hervormer is, kan uit het reeds aanpevoerde echter wel worden opqe- maakt. En dat is tepelij.k zijn zwakiee. zijde. Want de pewone en beste wep is-; en blijft: van een bekeerd hart tot sen bekeerd leven; wellicht echter zal Tolstoy later blijken de voorlooper te zijn pe weest voor een beter hervormer. Op menip punt mope hij hebben mispetast, zijn edel mededooqen met zijn volk zal op den duur zeker vruchten drapen, en onder haar prootste zonen zal een straks herboren Rusland zeker tellen: Leo Nicolajewitsj Tolstoy. H. COLIJN BEDANKT ALS LID DER EERSTE KAMER. De heer H. Colijn, bij de laatste verkiezin- gen als lid van de Tweede Kamer gekozen, heeft thans bedankt als lid van de Eerste Kamer. In een bijeenkomst van het Centraal Stem- bureau bedenmiddag te 's Gravenhage te houden zou in deze vacature worden voorzien. DE MINISTERZETEL VAN MINISTER DECKERS. De Minister van Defensie heeft Mr. Dr. L. N. Deckers bericht gezonden, dat bij zijn benoeming tot lid van de nieuw gekozen Tweede Kamer niet aanvaardt. De Voorzitter van bet Centraal Bureau heeft nu in zijn plaats benoemd verklaard den beer J. C. van Beek te Deume. Zooals men weet zal de beer Van Beek voor deze benoeming bedanken, om voor den betreffenden kwaliteitszetel plaats te maken voor den beer Schaepman. ALASTRIM TE ROTTERDAM. In het tijdvak van 20 tot en met 26 Augus tus zijn te Rotterdam 20 nieuwe gevallen van alastrim vastgesteld (tegen 26 in de periode van 13 tot en met 19 Augustus. Van deze 20 gevallen waren er 2 in reeds tevoren be- smette geziimen terwijl er 18 in tevoren niet besmette gezinnen voorkwamen. Volgens mededeeling van den geneesheer- directeur van bet ziekemhuis aan den Cool- singel hebben in deze periode 3 leden van het personeel en 2 patienten in dit ziekenhuis i alastrim gekregen. 1 In bovengenoemde periode overleed een I patiente (een 62jarige vrouw), die in e6n der gemeentelijke ziekenhuizen met alastrim was opgenomen. In totaal zijn dus tot nu toe aan alastrim overleden 6en vrouw en 3 kinderen, van wie 2 kinderen bovendien een andere emstige ziekte hadden. Het meerendeel der nieuwe gevallen deed zich voor in verscbillende stadsgedeelten bui ten Spangen. Frances voort, ,,maar de menschen zijn over het alpemeen zoo wantrouwend. Ze willen allemaal weten, waarom ik miin laatste betrekkinp heb moeten verlaten. Ik... ik heb er meer dan penoep van Ernest. Ik had bijna besloten, om maar weer naar Mr. Masters terup te paan." ,,Ja, waarom zou je 't niet doen", zeide Bliss na een kort oopenblik van naden- ken. ,,'t Is een heel poede kerel. Hij zou je misschien heel qraaq terup willen heb ben..." ,,Als ilk weer naar Mr. Masters terup pa, dan moet ik met hem trouwen", viel ze hem in de rede. ,,En ik moet je zeq qen, dat ik er hard over denk. Maar ik wou met mijn besltnt wachten totdat jit terup was." ,,Van trouwen met hem is peen sprake", zei Bliss op een toon, die peen tepenspraak toeliet. „En laten we nu er mee ophouden. We paan nu samen qe- zellip erpens eten en dan denken we voor de eerste paar uren aan niets anders dan dat we allebei jonp zijn, dat het heele leven nop voor ons lipt en dat jij het meisje bent, van wie ik dolveel houd en met wie ik vast en stelliq peloof nop eens heel qelukkiq te worden. Je moet alleen wat meer vertrouwen in me hebben en niet zoo qauw terneerpeslapen zijn. ,,Je bent een schat", zuchtte ze, „maar feiten zijn nu eenmaal net als honper met redeneeren krijq je ze niet wep." ,,Ik ben ook niet van plan om die tac- tiek met mijn honper te volpen", verze- ker,de Bliss haar, terwijl ze samen het kleine restaurant binnenpinpen en hun pewone tafeltje vlak bij het raam opzoch- ten. Zoo'n formidable honper pa je met heel wat substantieeler middeltjes te lijf. En daarbij komt, ik heb zoo'n idee, dat vrouwe Fortiuna dichter in onze nabij- heid is, dan we vermoeden." (Wordt vervolpd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1