ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. STER-TABAK verkoudheid rheumatiek 4 Woensdag 12 Juni 1929. 69e Jaargang i 8385 ABONNEMENTSPRIJS; ,33 Bij BINHEHLAND. FEUILLETON, l/us tew ha tc. f fce°Jwe^r^erika fW5 >2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bij voornitbetalinq. INGEZONDEN MED EDEELINGEN. De overval op Cura9ao. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN- N EUZEN COURANT rr, XT x i An i fWon Tor Neuzen fr oer oost f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Kecretarie ter inzage ligt een verzoek met b'ijlagen van W. L. SHEPHERD Co. te Ter Neuzen, om vergunning tot het oprichten en in werking brengen van een in- nichting tot het teeren, breken en ziften van imetaalslakken op het perceel kadastraal be- kend in sectie F no. 798. Op Dim dag 25 Juni a.s., des namiddags drie uur zal in het Gemeentehuis gelegenheid be- staan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bovengemelde tijd'stip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake inge- komen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris- prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den boven bepaalden dag voor het ge- meentebestuur zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, den 11 Juni 1929. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een ver zoek met bijlagen van de N.V. BATIAAFSCHE IMPORT MIJ te 's-Gravenhage om vergunning tot het plaatsen en in werking brengen van een benzinetankwagentje op het perceel kada straal bekend in sectie L no. 1117. Op Dinsdag 25 Juni a.s., des namiddags drie uur zal in het gemeentehuis gelegeniheid be- staan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen voor het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake inge- komien schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris prudence niet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den boven bepaalden dag voor het ge- meentebestuur zijn verschenen teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, den 11 Juni 1929. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. DE AANBIEDING VAN HET HULDEBLIJK VAN AMSTERDAM AAN DE KONINGIN- MOEDER. Maandagnamiddag te half vijf is ten Paleize aan Koningin Emma het huldeblijk van Amsterdam aangeboden, bestaande zooals men weet uit 32 aquarellen van Amsterdamsche stadsgezichten, vervaardigd door Amsterdamsche kunstenaars. De plech- tigheid droeg een zeer intiem karakter. Alleen de uit zeven personen bestaande commissie voor de aanbieding van het huldeblijk was daarbij tegenwoordig. De voorzitter, Mr. G. Vissering, heeft daar bij de volgende rede gehouden: Majesteit, Een vijftig-jarig jubileum, is in het alge- meen tot de bijizonderheden te rekenen, maar het wordt een zaak van zeer groote beteeke- nis, wanneer bij een jubileum tevens getuigd kan worden, dat gedurende al die vijftig jaren consequent een lijn werd gevolgd in streven en in verrichten arbeid. Het heeft God behaagd Uwe Majesteit ge durende zoo langen tijd te sparen voor Hare Familie, maar vooral ook voor het geheele Nederlandsche Volk, dat is een groote zegen geweest, en wij alien kunnen niet genoeg onze dankbaarheid daarvoor luide betuigen. Daarom heeft de burgerij van Amsterdam het ook zoo gewaardeerd, dat Uwe Majesteit heeft kunnen besluiten ook aan de hoofdstad des Rijks een bezoek te brengen, waarbij de gelegenheid geboden zou worden tot een hulde-betuiging. Er zijn oogenblikken in het leven van ieder mensch, maar ook van een Volk, dat de drang tot uiting te machtig wordt om dezen te kun nen weerstaan, als men een zoo groote liefde en zoo grooten eerbied voor iemand gevoelt, is het een weldaad daaraan op een gegeven oogenblik uiting te kunnen geven. En dat oogenblik was voor de bewonderaars van Uwe Majesteit thans aangebroken. Met groote lief de wordt in verreweg de meeste gezinnen van ons volk Uw naam genoemd, en zelfs degenen die uit politieke overwegingen een andere meening zijn toegedaan, spreken toch met grooten eerbied over Uwe persoon. De reden hiervoor is dadelijk aan te geven; het leven van Uwe Majesteit is een doorloo- pende toewijding geweest aan de belangen van anderen; eerst tijdens Uw bewindschap voor het geheele Volk; daaraa in Uw krachtig streven om vooral zieken en misdeelden tot steun te wezen. Velen onzer zullen zich nog herinneren hoe Hare Majesteit onze geeerbiedigde Koningin met den vollen gloed van een diepgewortelde overtuiging bij de plechtigheid van Hare troonbestijging op 31 Augustus 1898 met een wondermooie parelende helderheid van stem de verklaring aflegde: „Oranje kan nooit, neen nooit genoeg voor Nederland doen". Deze bezielende gedachte is blijkbaar ook al tijd voor Uwe Majesteit de grondslag van Uw streven geweest. Te mogen leven onder en te mogen worden geregeerd door een dynastie, die zoo bleef vasthouden aan nobele beginselen, is 'n zegen geweest voor ons volk, waarvan de waarde niet hoog genoeg kan worden aangeslagen. Wanneer wij de rampzalige toestanden na- gaan, waarin vele Europeesche natien door verregaande innerlijke oneenigheid zijn komen te verkeeren, dan kunnen wij niet dankbaar genoeg zijn, dat in ons land een bol- werk bestaat, zoo diep geworteld in den geest van verreweg de groote meerderheid van ons Volk; het bolwerk van Oranje. Nog altijd heeft Oranje het verstaan het middelpunt te blijven in moeilijke tijdsomstandigheden; nog altijd bleef Nederland om Oranje been ge- schaard als een eenheid, al mochten overigens de meeningen van politieke partijen min of meer sterk uiteen loopen. De laatste oorlogs- toestand heeft, dat weer ten duidelijkste be- wezen. Wij weten het alien: in tijden van oorlogsgevaar zijn Oranje en wij edn; dan kunnen wij vast op elkander vertrouwen om ons land te beschermen tegen vijandige of verderfelijke invloeden. i En die overtuiging, welke een groote kracht voor ons volk is, is gedurende al die vijftig jaren versterkt door Uwen onverpoosden ahbeid, door Uwe oprechte deelneming in het lot van anderen. Het Nederlandsche Volk heeft gedurende al die jaren gevoeld en gezien, dat Uwe Majesteit als het ware iederen dag die ver klaring van Hare Majesteit de Koningin van 31 Augustus 1898 in werkelijkheid in toepas- sing heeft gebracht. Het is voor die onverzaakte toewijding, dat ook de burgerij van Amsterdam thans een onweerstaanbaren drang gevoelt aan Uwe Majesteit haren eerbiedigen dank te brengen; zij gevoelt het als een pdicht om van die dank baarheid openlijk te getuigen, en zij dankt Uit het Engelsch door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 18) Vervolg. ,,Maar natuurlijk", antwoordde het meisje snikkend. „Tot nu toe heeft hij nog niet zijn kaarten op tafel gelegd, om- dat hij eerst te weten wil komen, of ik veel of weinig kan betalen. Hij heeft me nu al drie keer, telkens onder een ander voorwendsel, op zijn kantoor laten ko men; als ik er dan hen, laat hij me alles weer opnieuw vertellen en doet me aller- lei vragen. En al dien tijd zit hij me maar aan te staren." ,,Miss Morrison heeft nu pas weer een brief van hem gekregen, waarin hij haar vraagt om aanstaanden Maandag op zijn kantoor te komen", voegde Frances erbij. ,,En als ik er naar toe ga", zei het jonge meisje wanhopig, ,,dan weet ik van te voren, wat er gelbeurt. Hij laat me het heele verhaal nog eens vertellen." „En ten slotte is het hem natuurlijk om geld te doen", viel Frances in. „Dat is zoo duidelijk als wat." „iEn ik heb geen cent", zeide Miss Mor rison hopeloos. „Ik ben zoo arm als Job." Bliss leunde met een strak gezicht ach- terover in zijn stoel. Hij had een gevoel, alsof hem iets heel onaangenaams was overkomen. Uwe beide Majesteiten, dat U haar die ge legenheid geboden hebt. Als heriimering aan de heuglijke herden- king van deze vijftigjarige periode zou onze commissie het op hoogen prijs stellen, uit naam van de burgerij van Amsterdam, Uwe hare gezindten en lagen nog een stoffelijk geschenk aan Uwe Majesteit te mogen aan- bieden, bestaande uit een cassette met een 32tal aquarellen, alien van schilders in Am sterdam wonende, en weergevende oudere en nieuwere gedeelten van deze stad. De cassette is ontworpen door den architect Nieuwenhuys en uitgevoerd door de firma Janssen. Mocht Uwe Majesteit bij wijlen een oog willen slaan in deze collectde aquarellen, dan hopen wij, dat U daarbrj in gedachten zult willen houden, dat dit geschenk mede een uiting is van den grooten eerbied voor Uwe persoon en van groote erkentelijkheid voor Uwe zegenrijke en daadwerkelijke belangstel- ling gedurende meer dan vijftig jaren in het lot van zwakken en misdeelden getoond. 1 De commissie acht het een zeer eervolle maar vooral ook een zeer dankbare taak, uit i nam van de burgerij van Amsterdam, Uwe Majesteit deze hulde te betuigen, en daarbij den wensch uit te spreken, dat U nog langen tijd gespaard moge worden, in de eerste plaats voor Uwe familie, maar stellig ook voor de zeer velen in den lande, die met zoo- veel eerbied en liefde tot U opzien. Koningin Emma antwoordde daarop als volgt Mijnheer de Voorzitter! Geheel onder den indruk van uwe gevoel- volle woorden begin ik met U daarvoor mijn hartelijken dank te betuigen U hebt een terugblik geslagen op een tijdperk van 50 jaren, dat ik te midden van het Nederland sche volk heb doorgebracht. Ook mijne ge dachten zijn natuurlijk dit laatste jaar telkens naar het verleden teruggegaan en dan is mijn hart vooral vervuld met dankbaarheid voor het vertrouwen en de liefde, die mijne nieuwe landgenooten mij zoo spoedig toonden. Levendig staat nog voor mijn geest mijne eerste aanraking met breede kringen van ons volk; deze had in de hoofdstad plaats, waar de ingezetenen mij aan de zijde van den Koning, toen zoo hartelijk welkom heetten Deze indrukken zijn onuitwischbaar in mijne ziel gegrift en hebben mij met een bijzonderen band aan Amsterdam gehecht, wiens wel en wee op elk gebied, mij gedurende deze halve eeuw zoo nauw aan het hart heeft gelegen. Al vertoefde ik telkens slechts korten tijd in deze schoone stad, zoo is deze band in den loop der jaren toch steeds hechter geworden door mijne dankbaarheid voor de trouw en liefde van Amsterdam's bevolking voor de Koningin en het is mij in deze dagen overtui- gend gebleken, dat niettegenstaande het wis- selen der tijden en het heengaan van zoo velen, die ik in Amsterdam kende, waardeerde en hoogachtte, de gevoelens der ingezetenen voor mij onveranderd zijn gebleven. Ik ben er diep door getroffen, dat de bur gerij der hoofdstad mij niet alleen hulde heeft willen brengen, maar mij ook een stoffelijke herinnering aanbiedt aan deze voor mij zoo heuglijke en gelukkige dagen. Ik stel het op den hoogsten prijs te weten, dat dit waardevolle geschenk een blijk is van de mij toegedragen gevoelens uit alle kringen van Amsterdam's burgerij en het ver- heugt mij hieraan te kunnen toevoegen, dat geen geschenk mij meer had kunnen ver- blijden, dan juist deze aquarellen van in Am sterdam wonende schilders, vervat in eene cassette door Amsterdamsche kunstenaars ontworpen en uitgevoerd. Deze stadsgezichten zullen niet alleen dier- bare herinneringen in mij levendig houden, maar mij ook een blijvend beeld geven van het Amsterdam van heden. Ik verzoek U mijne heeren aan alien, die ertoe medewerkten, mij deze vreugde te bereiden, mijnen meest diepgevoelden, innigen UchteGeurige ROOKTABAK ROODS-STER THEOOORUS NIEMEIJER GRONINGEN o dank over te brengen. Moge, Amsterdam onder Gods Zegen in bloei en welvaart toenemen tot heil van Zijn geheele bevolking en tot welzrjn van ons dier- baar Vaderland! Omtrent de in ons vorig nummer vermelde overmeestering van Willemstad, de hoofdstad van de Nederlandsche kolonie Curasao, werd jl. Maandag door het Ministerie van Kolonien het volgende communique uitgegeven: In den loop van den nacht van 8 op 9 dezer heeft een gewapende bende van naar schat- ting 500 Venezulianen met blijkbaar tegen de Venezulaansche regeering gerichte bedoelin- gen den militairen politiewacht te Willemstad overvallen. Ondanks den tegenstand der wacht werd deze door den overmacht der rebellen overmand. De sergeant-majoor V. werd hierbij gedood en sergeant M., zoomede brigadier Van Z. zwaar en een aantal min- deren licht gewond. Brigadier Van Z. is volgens een nader be- richt aan de wonden overleden. De bende plunderde 't munitiemagazijn en de kazeme en wist daarop den gezagvoerder van een in de haven liggend stoomschip te dwin- gen hen naar Venezuela over te brengen. Zij slaagden er bovendien in den Gouvemeur en den commandant der Politietroepen bij ver- rassing op te lichten en met enkele militairen aan boord van den stoomer te brengen. De Gouvemeur, de troepencommandant en de militairen zijn intusschen naar Willemstad teruggekeerd. I Dezen geheelen nacht had het Ministerie een ongestoorde draadlooze verbdnding via het Gouvemements-raddostation op Curasao met de autoriteiten ter plaatse, die na enkele uren den toestand bleken te beheerschen. In den loop van den nacht kon den gouvemeur rapporteeren, dat ter plaatse alles rustig was. De Curagaosche Petroleum Industrie Maat- schappij werkt door; op haar terreinen heeft geen rustverstoring plaats geihad. Morgenochtend vertrekt Hr. Ms. Korte- naer die onlangs voor oefeningen in de Noord- zee uit Curasao terugkeerde en binnenkort weer derwaarts zou vertrekken, van Hoek van Holland naar Curagao metde volledige beman- ning verstrekt door een landingsdivisie, ter- wijl Hr. Ms. Hertog Hendrik gereed wordt gemaakt voor een eventueel spoedig vertrek naar de West-Indische wateren. Zooals in dit communique werd aangekon- digt, is de ,,Kortenaer" in allerijl gereed ge maakt en Dinsdag naar West-Indie vertrok- ken, terwijl morgen de ,,Hertog-Hendrik" zal volgen. De „Kortenaer" was volledig bemand en heeft voorts nog aan boord genomen een divisie mariniers van 39 onderofficieren en manschappen, onder commando van den le luitenant P. J. van Gijn. Door het Departement van Kolonien is aan den burgemeester der gemeenten waar familie woont van de slaohtoffers van den overval bericht gezonden, ten einde de familie in te lichten. De namen der gesneuvelde onderoffi cieren zijn sergeant-majoor Vaas, wiens fa milie te Dronrijp woont, brigadier Van Zuijlen, van Utrecht, terwijl de familie van den zwaar gewonden sergeant Marcusse te Wissekerke woont. Omtrent de juiste toedracht zijn nog geen nadere berichten ontvangen. Er sc'nijnt te Ouragao een absolute censuur op berichten omtrent den overval te zijn ingesteld. De be- antwoording der vragen door den heer Colijn aan den Minister zal naar te verwachten is eenige opheldering brengen. In enkele berichten wordt het vermoeden uitgesproken, dat de overval is geschied door Venezuelanen die op Curagao vertoefden en die ongewapend waren, doch door hun overval bij verrassing uit te voeren en door hun aan tal, het garnizoen hebben kimnen overmees- teren. Het was blijkbaar om de ammunitie en de wapens te doen. Zij schijnen hun buit ook reeds gebruikt te hebben voor een over val van het stadje Coro aan de Venezolaan- sche kust, doch zijn door het garnizoen terug- geslagen. Verscheidene rebellen werden daar bij gedood of gewond en ook eenige gevangen- genomen. Ze worden geleid door Rafael Urbi- na. Er zouden onder hen zich ook eenige stu- denten bevinden, die reeds verleden jaar be- trokken waren bij een opstand tegen de toen- malige Venezolaansche regeering. Naar gemeld wordt, was de sterkte van de bezetting op Curagao officieel 120 man, doch was deze in werkelijkheid veel lager. Het ligt in de bedoeling die op te voeren tot 225 man. De overval van Willemstad is er een ge weest geheel volgens het recept waamaar meerdere operettes zijn geschreven, of te wel nog beter: volgens hetwelk tal van filmscena- rio's die zich in Zuid-Amerika afspelen wor den samengesteld. Zulke voorvallen zijn in de Zuid-Amerikaaiische republieken sobering en inslag. Het speelde zich thans echter af op Nederlandschen bodem en zal ongetwijfeld velen doen opschrikken uit een dommelige rust. Zeker, Willemstad op Curagao ligt ver af. Het is een weinig besproken Nederland sche stad, en zij zal pas in het laatste jaar hier in deze streek de bijzondere belangstel- ling hebben gewekt, omdat daar een geboren Zeeuwsch-Vlaming als regeeringsvertegen- woordiger met de opperste macht bekleed is. Maar het is nu wel gebleken, dat aan in die kolonie aan de regeeringsvertegenwoordigers juist de middelen ontbreken om die macht" te handihaven. Nog afgedacht van de zeer te „Wat zou ik kunnen doen, om fullie te helpen?" vroeg hij ten slotte. ,,U kunt zijn kantoor nazoeken", ant woordde Frances zonder een oogemblik te aarzelen. „U kunt hem nagaan. Als we maar eerst de bewijzen in handen heb ben, dat hij meer zulke zaakjes bij de hand heeft." Bliss zuchtte. In angstige verwachting keken de beide meisjes hem aan. ,/Bk zal wel eens zien", beloofde hij, ,,in elk geval zal ik doen wat ik kan." Met het kaknste gezicht ter wereld be- taalde hij voor de thee. Niemand, die het gebaar zag, waarmee hij den halven so vereign uit zijn zak haalde, zou vermoed hebben, dat dit zijn laatste was. Even ter- zijde staande schreef Frances iets op een stuk papier en gaf het hem. ,,Hier heeft u mijn adres", zeide ze. .Wanneer komt u me nu opzoeken?' Even aarzelde Bliss. ,,Iik zal mijn eigen vraag wel beant- woorden", ging ze, zonder zijn anbwoord af te wachten, voort. .Aanstaanden Zon- dag komt u thee bij me drinken." Toen schoof hij alle verdere aarzeling ter zijde en nam haar uitnoodiging aan. Van al die misere-dagen was de Zondag hem tot dusver nog het zwaarste gevallen. ,,Om vier uur precies zult u me zien verschijnen", gaf hij opgewekt ten ant- woord. HOOFDSTUK IX. Den volgenden morgen was Mr. Cocke- ril bij zijn komst op zijn kantoor in een buitengewoon genoeglijke stemming. Met een bosje viooltjes in zijn knoopsgat en zijn meest vaderlijken glimlach om zijn lippen, kiwam hij de laatste trap oploo- pen en knikte Bliss uiterst welwillend toe. „Zooals je ziet, ben ik iets vroeger dan gewoonlijk zeide hij. „De kwestie is, ik heb me een beetje ongerust gemaakt over Tommy. Gisteravond had hij niet den minsten eetlust." Terwijl hij sprak, haalde Mr. Cockeril den sleutel uit zijn za'k, sloot zijn kantoor open en ging naar binnen met Bliss ach- ter zich aan. Zooals gewoonlijk, begon- nen alle vogels bij zijn binnenkomen te zingen. Alleen Tommy zat in een hoekje. Tommy dd goudvink, wilde niet zingen en voelde zich blijkbaar niet lekker. Gejaagd hing Mr. Cookeril zijn hoed op, onhandig trolk hij zijn keurige zeemleeren hand- schoenen van zijn trillende vingers. ,,Wil je even wat warm water halen, Bliss, en dan moet ik ook wat warme melk hebben", zeide hij. ,,'t Beste is, dat je eerst even de kachel aanmaakt, voordat je de andere k'ooien gaat schoonmaken". ,,'t Is een schandaal", schreeuwde de papegaai, terwijl hij al zijn veeren om- hoog zette. Maar vandaag nam mr. Cockeril niet de minste notitie van hem. Hij was druk bezig om het met flanel bekleede kooitje van den goudvink in orde te brengen. Den geheelen dag verder zat hij met het vogeltje vlak naast zich, terwijl hij telkens met werken ophield om met het diertje te praten en hem een liedje voor te fluiten. Toen het vijf uur was, de tijd waarop hij qewoonlijik naar huis ging, riep hij Bliss binnen. ,,Ik ben bang, dat Tommy heel ziek is", zeide hij. ,,Als ik eerlijk wil zijn, moet ik zeggen, dat zijn toestand me groote on- gerustheid baart." Bij die woorden keek Bliss zijn patroon onderzoekend aan. Het leek toch wel of de man werkelijk in ernst was. ,,Iik durf hem niet mee naar huis ne men", ging mr. Cockeril voort. ,,Lk ben bang dat de avondlucht hem geen goed zal doen. Nu is het morgen Zondag. Zou jij nu de goedheid willen hebben, om mor genochtend vroeg even te gaan kijken, hoe het met hem gaat, dan kun je het me daarna even komen vertellen. Wil je me straks even eraan helpen herinneren, dat ik je bij mijn vertrek den sleutel geef." „Met alle soorten van genoegen^wil ik morgenochtend even gaan kijken", ant woordde Bliss. ,,Maar waar woont u eigenlijk, mijnheer?" ,,Mijn adres is Acropolis Club, Pall Mall", zeide Mr. Cockeril, terwijl hij een kaartje uit zijn portefeuille nam en een paar woorden er achterop schreef. ..Als je dit aan den portier laat zien, zal hij geen bezwaar maken om je door te laten. Wees zoo goed je werkzaamheden zoo te regelen, dat je om ongeveer tien uur aan de Acropolis Club zijn kunt." Dien nacht sliep Bliss met den sleutel van het kantoor onder zijn kussen. 't Was nog geen acht uur, toen hij den volgenden morgen de eindelooze trap van het groote huis in King Street opging; ongeveer tien minuten daarna sloot hij de deur van het kleine kantoortje open. De gewone wel- komstgroet onflbrak nu ook niet, de ka- naries begonnen te zingen, terwijl de pa pegaai minder aangename toonen deed hooren. Bliss begon met de jalouzieen op te trekken. Tommy had zijn warme nestje al verlaten en scharrelde nu tusschen de ornamenten op den schoorsteenmantel. Daarna sloot Bliss de deur af. Nu was het oogenblik gekomen, waarop hij zijn besluit nemen moest, een besluit, waar- over hij den geheelen nacht had liggen denken en dat nog moeilijker gemaakt werd door het feit, dat het bureau van Mr. Cookeril openstond. Hij riep zich het Weiger namaak en let er op dat op eike tablet het woordBAYER" staat. Prijs75 cts aantal en het type van de bezoekers van Mr. Cockeril voor den geest. Hij dacht aan de angstige uitdrukking op het ge zicht van Miss Morrison en van nog een paar andere bezoeksters. Toen nam hij zijn besluit. In zijn eigen oogen was hij gerecbtvaardigd. Met een strak gezicht Ibegon hij aan het bureau, stapel na stapel manuscript keek hij door zonder eenig re sultant. Van het eerste tot het laatste vel papier was het een verhandeling over vogels. Daarna opende hij de laden en keek den inhoud zorgvuldig na. Elk me morandum dat hij vond had betrekking op vogels, elke notitie, zelfs de kleinste, verwees naar eigenaardigheden of ge- woonten van vogels. Er waren laden met fotografieen van vogels, een andere lade was geheel gevuld met brieven in ver- schillende talen van autoriteiten op vogel- kundig gebied. In het geheele schrijf- tafel vond hij geen enkel beschreven of bedrulkt stuk papier, dat niet direct of in direct iets met vogels te maken had. Toen hij met de schrijiftafel klaar was, begon hij de geheele kamer systematisch na te zoeken. Elke kast, elke doos, elk hoekje of gaatje werd nagesnu-ffeld. Toen hij klaar was zag hij vuurrood. Hij had zich- zelf wel kunnen slaan, toeri hij de kamer uitging en de deur achter zich afsloot. Maar niettegenstaande die gevoelens (bracht hij toch ten uitvoer, wat hij zich voorgenomen had te doen. In den wand, welke op den gang uitkwam, maakte hij een klein gaatje, zoodat hij van buitenaf kon zien en hooren wat er in de kamer geibeurde. (Wordt vervolgd.) ijtuek.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1