ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
N.V. Stoomwasscherij TRIO
No. 8360.
Vrijdag 12 April 1929
69e Jaargang
Eerste Blad.
ABONNEMEKTSPRUS:
De vrouw in de Maatschappij.
FEUILLITO*.
BINNENLAND.
is toch goedkooper.
INGEZONDEN MEDEDEELINGKN.
VLISSINGEN
TER NEUZENSCHE COURANT
Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetalinq fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overiqe landen f 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het bpitenland alleen bij vooruitbetalinq.
Dit blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdaq- en Vrijdagavond.
1. Verminderde huwelijkskansen?
Prof. Kohlbrugge heeft in het vijfde
deel zijner Practische Sociologie een
groote ruimte toegestaan aan de bespre-
king van het ,,vrouwenvraagstuk een
kwestie, die meer dan ooit de belangstel-
ling heeft, en de hoogleeraar heeft deze
zaak op een wijze besproken, die zeker
in breedere kringen verdient te worden
bekend gemaakt en overdacht dan anders
voor een zooveel-deelig-werk uit den aard
der zaak het geval zou zijn. Want' het
blijft nu eenmaal zoo: wanneer zoo n
boek verschijnt als het 5de deel eener
serie (terwijl dan ook nog weer een ver-
volg in uitzicht wordt gesteld) is er zeer
veel kans, dat allerlei personen, die
anders vol belangstelling zoo'n werk
zouden lezen en zich aanschaffen nu
worden afgeschrikt omdat zij (al is het
ten onrechte) in de meeningen verkeeren,
dat de lectuur van zoo'n los deel niet af-
zonderlijk kan worden genoten, of in
elk geval niet zoo'n effect zou sorteeren
dan wanneer men ook de andere, vorige
deelen had bestudeerd.
Dat de evolutie onzer cultuur er toe
geleid heeft, dat veel vrouwen haar na-
tuurlijke bestemming (het huwelijk) niet
kunnen bereiken en hare huwelijkskansen
dus veel geringer zijn geworden dan
vroeger, wordt door Prof. Kohlbrugge
op grond van cijfers en statistieken <iiet
maar zoo grif toegegeven. Hij geeft wel
toe, dat er gronden zijn, waarom aan-
nemelijk kan worden gemaakt, dat de
vrouw goed doet bij wijze van voorzorg
zich voor een beroep voor te bereiden,
als daar zijn: het feit, dat er meer meisjes
overblijven dan jongens; dat de mortaliteit
van den man grooter blijft, ook op later
leeftijd, dan die van de vrouw, en dan ook
het verschijnsel der landverhuizing. Toch
leert de statistiek, dat de huwelijks-
frequentie sedert 1840 ongeveer dezelfde
bleef. Er zijn wel enkele schommelingen;
er is tijdelijke toe- en afname, maar deze
compenseeren elkander vrijwel, en boven-
dien wordt er sedert 1860 steeds vroeqer
getrouwid. Waar dan nog bij komt, dat
het verlies aan mannen door de landver
huizing weer grootendeels wordt verqoed
door de vele onpehuwde vreemdelinqen,
die ook in ons land komen wonen, en die
met Hollandsche vrouwen trouwen. Heel
groot is het versohil niet tusschen immi-
granten en emigraiiten, en er gaan ook
meer jongelui getrouwd naar Indie dan
vroeger; terwijl het leven met Inlandsche
vrouwen in onze kolonien van jaar tot
jaar afneemt.
De opvatting, dat de huwelijkskansen
der vrouw verminderen, wordt dus reeds
door de kale cijfers weerlegd. En dus zal
er naar een andere venklaring der klachten
moeten wonden gezocht.
Zoo zal er verschil kunnen zijn tus
schen de standen. Een werkman, zoo
merkt Prof. Kohlbrugge terecht op, be-
reikt vrij spoedig zijn hoogste loon of al
thans een zoodanige verdienste, dat hij
meent te kunnen gaan trouwen. De tal-
looze sociale maatregelen (wij wijzen nu
ook nog eens opzettelijk en met nadruk
op de dezer dagen in de maak zijnde
Ziektewet) komen steeds deze klasse al
leen ten goede, en het maatsohappelijk
hulpbetoon gaat slechts zelden buiten
door
B. M. BOWER
54)
Vervolg.
Het touw begon slap te hangen, Eddie
kwam op hem toe en Bud bemerkte dat
hi) beerde, toen hij zijn hand op Buds arm
legde. ,,lk geloof, dat het beter is, dat
ik je vast bind maar ik zal t niet zoo
Gen, dat je niet schieten kunt. Stijg
maar op. dan zal ik je voeten in de stijg-
beugels vastbinden. Ik ik zou wel
dr ken, dat we er veilig door komen
ik zal al 't mogelijke doen want ik zou
graag met je mee gaan en bij jou in
lienst komen, zooals je voorstelde."
,,Maar hoe zit dat, jongen Is dat daar
de plaats waar de Cat-rockers hun hoi
hebben Bud wierp zich in het zadel.
,,Ik vertrouw je, Ed. Je bent haar broer!"
"Ik ik zou willen leven, zooals zij
het graag zou hebben. Maar ik moet je
vastbinden meneer Birnie, dat lijkt of ik
maar ze zouden me vermje hebt
geen begrip hoe ze verraders vermoorden.
Ik heb 't eens gezien." Hij stond geleund
tegen Buds been, met een hand aan den
zadelknop, dien hij in een vlaag van
angst omkneld hield. ,,Als jij het wilt,'
fluisterde hij haastig, ,,dan zullen we
erheen sluipen en ze door het raam dood-
deze kringen. Men zou het ook zoo kun
nen zeggen: de maatschappelijke omstan-
digheden veroorloven het den arbeider
niet om ongehuwd te blijven. Trouwen is
(in deze kringen althans) goedkooper dan
niet trouwen.
In de zoogenaamd ,,hoogere standen
is de opleiding voor een beroep niet alleen
zeer kostbaar, maar ook van heel lang
idurigen aard. Is de opleiding op 25
jarigen leeftijd voltooid, dan nog kan het
soms zeer lang duren voor men een be-
zoldigde betrekking bereikt, waarop men
in het huwelijk kan treden. En deze kin
deren zijn dan vaak zonder eenig kapi-
taal, omdat de ouders alles voor hen heb
ben opgeofferd. Waar dan nog bijkomt,
dat juist in deze kringen de zwaarste fi-
nancieele klappen zijn gevallen door den
wereldoorlog.
Dus trouwt men in dien stand later.
Volgens de Duitsche statistieken huwt
•men dan pas op 31jarigen leeftijd gemid-
deld, zoodat door deze lieden de opgave
der op 30jarigen leeftijd nog ongehuwden
sterk wordt bezwaard. En voorts wegen
in die kringen de „stands"-verschillen
heel zwaar; zoodat ook ,,de freules" lie-
ver ongetrouwd blijven dan een enkele
sport op den maatschappelijken ladder te
dalen. In de intellectueele kringen vindt
men veel degeneratie; de meisjes zijn daar
wegens gebrek aan aanpassingsvermogen
vaak ongeschikt voor het huwelijk, of zij
trekken om moeilijk te omschrijven rede-
nen de mannen nu eenmaal niet aan. Hier
doet zich1-dus de vrouwen-emancipatie
het sterkst gevoelen. De vrouw is zoo in-
dividualistisch geworden, dat zij het in
en voor elk huwelijk zoo noodige aanpas
singsvermogen mist. Dan hebben deze
dames zich bovendien ingeplant, dat zij
kameraad moeten willen wezen van den
man, en verwerpen zij elk zich schikken
naar den werkelijken of toekomstigen
echtgenoot. Het kan niet worden ge-
loochend, dat de vrije, hyper-zelfstandige
vrouw, veel mannen afstoot.
Gevolg daarvan is dan weer, dat veel
mannen liever een eenvoudiger meisje
kiezen. De modern opgevoede jongedames
doen graag erg geleerd, zegt Prof. Kohl
brugge, zij hebben over alles een sterk
geprononceerd oordeel, en missen daar-
door haar natuurlijkheid.
In de kringen der arbeiders is dit alles
nu geheel anders. Daar beschouwd een
meisje het als vanzelf sprekend, dat zij
trouwen zal, en de ouders zijn ten deze
dan ook absoluut niet ongerust. In intel
lectueele kringen begint men al aanstonds
rekening te houden met de mogelijkheid,
dat een meisje ongetrouwd kan blijven.
Dit is echter niet zelden een gevolg van
de levenswijze, die t best wordt gekarak-
teriseerd door al de gesloten gordijntjes,
die de voorzijde der woningen vaak zoo
doodsch maken. Er ontbreekt in deze ge-
zinnen maar al te veel gelegenheid om
kennis te maken. Alleen de tennisbaan
en de dansvloer brengen de jongelui bij
elkander. Het gezellig in- en uitloopen
kent haast alleen de kleine burgerstand.
En dan komen daar nog meer dingen
bij, waarvan wij alleen nu noemen deze
mtdrukking van een man. die ten opzichte
der moderne vrouwen schreef ..Wanneer
ik mijn arrnen om een vrouw zou heen-
slaan, dan wil ik een vrouw hebben, die
zich kleedt als een vrouw, die haar haren
draagt als een vrouw, en wier kus niet
ruikt naar tabak."
De losse omgang der geslaohten, zooals
die tegenwoordig plaats heeft, heeft de
vrouw heel veel van haar geheimzinnig-
heid doen verliezen, en zoo komt de man
schieten, nog voor dat ze kans hebben,
om
Budd legde zijn hand op Eddie's
schouder.
„Als we eenigszins kunnen, moeten we
zulke maatregelen vermijden," zeide Bud.
..Begin maar. met mij vast te binden.
Geen lood verknoeien op twee menschen.
als we met een kunnen volstaan. Vooruit
maar, ik vertrouw je, compagnon.
Eddie maakte een vreemde beweging
met zijn schouders. Hij ging recht op
staan, keek naar het licht en vatte Buds
hand. ,,Ik had gedacht, dat ze slapen
zouden, zij, die thuis zouden zijn," zeide
hij. ,,We moeten langs de hut rijden,
willen we door een andere onderaardsche
gang hier vandaan komen. Neem je jas
en omwoel de hoeven van je paard, dat
zal ik ook doen. Ik kan je niet binden,
Birnie we zullen het er samen op
wagen."
Bud zeide hier niets tegen. waarvoor
Eddie hem dankbaar scheen te zijn.
Buid en Eddie omwoelden acht paarden-
hoeven, reden door de diepte van de
bergkloof en kwamen zoo dicht langs de
hut, dat Bud het licht van een zwart be-
rookte lantaarn. die op de tafel stond,
duidelijk kon zien, alsook het ruig-
behaarde profiel van een man, die met
gekruiste armen, nijdig voor zich uit zat
te staren. Hij hoorde niets. Bud hield
Sun fish in en keek opnieuw naar binnen,
om zeker van zijn zaak te zijn, terwijl
Eddie hem angstig bleef wenken. Onge-
stoord konden zij hun weg vervolgen
de Cat-rockers hielden er geen honden
op na.
dan ook steeds minder onder den ban
van sterke verliefdheid. De vrouw mag
tegenwoordig bij haar moderne kleedij al
haar lic'haamsvormen toonen, en dit be-
werkt op den duur een zeker onverschil-
ligheid bij de mannen.
Eindelijk zijn er onafhankelijke vrou
wen, die om zuiver egoistische redenen
geen huwelijk meer begeeren, of die zich
dit hebben gesuggereerd onder den in-
vloed van den heerschenden tijdgeest. De
vorming en de ontplooiing der eigen per-
soonJijktieid schijnt haar zoowat de eenige,
of zeker de allerbelangrijkste plicht toe, en
dat een dergelijk streven tot geestelijke
onvruchtbaarheid leidt en tot verdorring
of verstarring, zien zij pas te laat of in
het geheel niet in. Het is zoo volkomen
waar en juist, wat hierbij wordt opge-
menkt,,Men presteert alleen iets in
dienst van een ander, en het ik ontplooit
zich tot het bereitkbare hoogtepunt slechts
door anderen te dienen."
Deze beschouwingen zouden niet volle-
dig zijn, of zeker ai te onvolledig mogen
worden genoemd, indien wij op voetspoor
van Prof. Kohlbrugge niet ook nog gewe-
zen hadden op de steeds toenemende luxe,
de zeer kostbare genoegens, het algemeen
verlangen om te reizen, de groote, steeds
klimmende uitgaven voor de opleiding der
kinderen op aherlei terrein. Vroeger b.v.
sprak het vanzelf, dat een meisje niet al
leen de huishouding kende, maar dat zoo'n
jongedochter ook volgaarne bereid was
om actief mede te werken. De intellec
tueele opleiding echter, die men haar gaf,
maakt haar steeds meer afkeerig van dit
werk de leuzeeigen ontwikkelinq"
drijft haar gedurende allerlei uren (en
werkelijk niet alleen 'savonds) naar vrou-
wenclubs, leeszalen en cursussen van
volksuniversiteiten. De dames werden
zoodoende ,,luxe diertjes". Dit maakt
echter het huishouden ontzaglijk duur, en
dat nog zooveel te meer sedert in en vooral
na den oorlog de duurte volgde en de
loonen van het personeel wel werden ver-
drievoudigd. Helaas zijn ook bij heel veel
meisjes de krachten niet toereikend om in-
gespannen huiswerk te kunnen verrich-
ten zij hebben door de ,,studie" geleden
en zijn bloedarm geworden.
Dan leden zij het is 'n medious die het
zegt en die het dus ook zeggen mag!
door den mode-eisch der ,,slanke lijn", die
of door onvoldoende voeding of door che-
mikalien of orgaanpreparaten werd ver-
kregen en in stand gehouden moest wor
den. Het huwelijk werd zoodoende te
duur voor vele jonge mannen uit intel
lectueele kringen, tenzij zij beneden hun
stand wilden of durfden trouwen.
Al dit aangevoerde verklaart goeddeels
de verminderde huwelijkskansen der meis
jes uit de meer ontwikkelde kringen, maar
toch kan dit alles moeilijk nog gelden als
de echte oorzaak der vrouwenbeweginq.
Veeleer moet er dan gewezen worden op
het feit, dat onze moderne cultuur aan de
vrouw haar werk voor een goed of althans
groot deel uit de handen heeft genomen,
waarom volwassen dochters in het ouder-
lijk huis geen voldoende bezigheden meer
vonden en dus als 't ware nood-gedwon-
gen overgingen naar de ,,studie' Water
immers behoeft er niet meer te worden ge-
haald, lampen behoeven niet meer te wor
den schoongemaaktspinnen en weven
zijn al lang verdwenen ook knippen en
naaien is haast niet meer noodig, en van
verstellen hebben de meeste vrouwen en
meisjes ook geen verstand meer, of er wel
,,twee zusjes" aan ,,dood", kachels behoe
ven niet meer te worden aangelegd: vegen
en kloppen doet de stofzuiger (al is het
Zij kwamen langs verscheiden om-
heiningen en reden over een opveerenden
grasbodem waar aan Bud kon zien, dat
daar kortgeleden gehooid was. Eddie
maakte een paar afsluitboomen open,
deed ze weer zorgvuldig dicht, toen zij
er door waren en toen kwamen zij weer
door een weiland. Bud vond, dat de
Cat-rockers zich goed verschanst hadden
in hun bergkloof met tenminste een flin-
ken voorraad voer voor de paarden.
Zij volgden nu een slingerend pad.
langs den wand van de bergkloof, gingen
opnieuw een donkere gang in en kwamen
uit op een zandige vlakte, die Bud eenigs
zins bekend voorkwam.
Ook deze vlakte doorkruisten ze, reden
vervolgens door dicht kreupelhout, een
onduidelijk spoor volgend en tien minuten
later bonsde Sunfish met zijn neus tegen
het paard van Eddie aan. Bud stond
rechtop in zijn stijgbeugels, de teugels
stevig in zijn linkerhand, in zijn rechter
de revolver met gespannen haan gereed
om te schieten.
Een lange gestalte kwam uit de rotsen
te voorschijn en bleef aan Buds zijde
stilstaan.
„Ik sta op Marianne te wachten,"
zeide hij botweg. ..Weet je iets van haar
af?"
,,Zij is gisternacht teruggecjaan, nadat
zij me den weg gewezen had." Bud kreeg
een droge keel. Hebben zij haar ge-
mist?"
,,Pas tegen het ontbijt, niet eerder. Ik
heb hier gewacht bijna den geheelen
nacht behalve toen jullie pas weg
waren. Ze werd niet gemist en ik heb
er vaak naar ook in de keuken hebben
hooikist, gas en electriciteit het werk aan-
merkelijk verminderd. De bouw van de
meeste woningen veroorlooft het aan-
huis-wasscihen niet meer, en de inmaak
wordt overgelaten aan de fabrieken. Ma-
chinaal wordt er geschild, geslepen, ge-
hakt, gepoetst. De boodschappen gaan
per telefoon, en de kok wil ook wel het
middageten koken.
Dit geldt niet alleen voor den midden-
stand, maar ook voor de arbeidersgezin-
nen reeds in belangrijke mate. Dienstbo-
den worden nog wel gebruikt, maar door
het afzonderlijtk bestaan, dat deze buiten
het gezin moeten lijden, wordt dit ge-
slacht steeds zeldzamer.
Zoo heeft het leven de studie van de
vrouw bevorderd, en de studie der vrouw
weer haar huwelijkskansen verminderd.
Dit staat onherroepelijk vast, en in deze
dingen heeft een vrouw als Famke dus
ook groot gelijk. Maar de maatschappij
en de vrouw zelf lijden intusschen onder
deze toestanden, en is er wel een uitweg
Prof. Kohlbrugge heeft ten deze weinig
hoop, en hij weet zoo goed als geen medi-
camenten, danlevensvernieuwing.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Bij de voortzetting van de behandeling van
de begTooting van waterstaat zet de beer
Moltmaker (s.-d.) zijn Dinsdag afgebroken
rede voort. Hij zegt, dat bij niet minder dan
26 tramwegondememingen een pensioenrege-
ling ontbreekt, dringt aan op spoed terzake,
eveneens bij de oplossing van het concentra-
tietievraagstuk, en steunt de motie-De Muralt
inzake de onbewaakte overwegen.
De heer Lindeijer (s.-d.) dringt aan op toe-
stemming voor de Zeeuwsche mosselkweekers
om mosselzaad te mogen halen aan Neder-
landsche paalhoofden; op doorgraving van
bet kanaal Axelsche SassingHulst en op
aanleg van een kanaal BreskensSluis. Hij
bespreekt verder de toestanden in den mrjn-
bouw en acht bet rapport over de ramp in
de mijn Hendrik zonderling en tegenstrijdig.
De directie schijnt rechter te zijn geweest in
eigen zaak.
Spreker hoopt, dat voortaan de arbeiders-
organisaties gekend zullen worden in het on-
derzoek en dringt verder aan op wettelrjke
regeling van de contactcommissie en spoedige
herziening van het mijnreglement.
De heer Gelderman (lib.) acht het bedrag
op de begrooting van 1 mUlioen gulden voor
aanleg van het kanaal TwenteRijn te go
ring. Voorts dringt hij aan op spoed bij de
indiening van de onteigeningsvoorstellen,
speciaal voor het gedeelte van de Geldersche
grens naar Enschede.
De heer Van der Lande (r.-k.) bestrijdt de
rede van den heer Segers in den Belgischen
Senaat ten opzichte van den vaarweg An.t-
werpenDordrecht. Hij vraagt, of het juist
is, dat drie mogendheden, betrokken bij het
verdrag van 1839, een onderzoek hebben in-
gesteld naar den vaarweg AntwerpenDordt.
De heer De Gijselaar (c.-h.) bespreekt de
polder-aangelegenheden en bepleit verbete-
ring van den spoorwegovergang te Leiden.
De heer Jansen (r.-k.) dringt aan op spoed
bij den aanleg van het kanaal Bosscheveld
Maastricht en den bouw van bruggen te
Maastricht.
De heer Koster (lib.) waarschuwt tegen de
verbinding Amsterdam met den Rijn door de
Geldersche Valei, die voor Utrecht nadeelig
zou worden.
H [TWELIJK DOOR EE A MINISTER
INGEZEGEND.
Woensdag deed zich te 's Gravenhage het
merkwaardige feit voor, dat de kerkelijke in-
zegening van het huwelijk van den Kamer-
ook geen teeken gegeven en toch is ze
nog niet teruggekomen." Bud zat ver-
stomd; hij trachtte zich voor te stellen,
wat er gebeurd kon zijn. Die donkere
bergpaden die steile afgrond,,Ed,
jij weet welken weg ze met mij heeft ge-
reden? Ze zou langs dienzelfden weg
teruggaan. Zou ze verdwaald kunnen
zijn
.Neen, Zus kan daar niet verdwalen.
Als haar paard geen stomme dingen
heeft aedaan welk paard reed ze?" Ed
wendde zich tot Jerry, om van hem op-
heldering te vragen. .Boise", zeide Bud
haastig, alsof iedere seconde een kost-
baarheid was. ..Zij zeide, dat hij den
weg kende."
,,Dat zou ik denken," zeide Eddie met
nadruk. Boise is het eigendom van
Zus. De merrie werd doodgeschoten en
David gaf Boise aan Zus, toen hij nog
heel jong was en zij bracht hem met koe,-
melk groot en heeft hem zelf afgericht.
Zij reed overal met hem heen. Toen
heeft Lewis hem voor haar weggenomen
en hem aan David verkocht; het geld
heeft hij verdobbeld, maar Zus heeft nooit
een koopcontract willen teekenen. Ze
konden het niet van haar gedaan krijgen.
Zus heeft moed, als 't er op aan komt,
Ze durft alles aanpakken. Zij heeft altijd
volgehouden, dat Boise haar eigendom
was. En Boise kent de Gap als zijn
eigen stal. Zus kan niet verdwaald zijn,
als ze met hem uit is."
,.Dan is er iets gebeurd," mompelde
Bud koppig. ,,Er kwamen vier mannen
achter ons aan en we hebben ons in het
donker verborgen gehouden, om hen door
bewaarder van den Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid geschiedde door den
Minister zelf, Ds. Slotemaker de Bruijne.
O.m. was in de Regentessekerk aamwezig
oud-Minister Aalberse.
KINDEREN VAN SCHOOL VERWI.IDERD
WEGENS HUN ItLEEDING.
Op de vragen van den heer Vliegen in ver-
band met de verwijdering van een aantal
kinderen wegens hun kleeding van een
Roomsch-Katholieke bijzondere school te
Gemert antwoordt de Minister van Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen, dat hem bij
onderzoek gebleken is, dat het hoofd der R.K.
•bijz. school voor meisjes te Gemert (Binders-
eind) zestien kinderen, wier ouders niet had
den voldaan aan de voor de school vastge-
stelde regelen in zake de kleeding van de
leerlingen, van de school heeft verwijderd.
De bedoeling was niet deze kinderen als
leerling af te schrijven, maar hen pas weder
tot de school toe te laten, wanneer het be-
ziwaar betreffende de kleeding zou zijn op-
geheven. Inmiddels zijn reeds spoedig dertien
kinderen op de school teruggekeerd, terwijl
dit na de Paaschvacantie ook met de overige
waaronder de beide in de vraag bedoelde kin
deren, het geval zal zijn.
In venband hiermede is een voorziening in
het onderwijs voor deze kinderen overbodig
geworden. De meening, dat in de gemeente
Gemert, noch in den omtrek, een openbare
school zou bestaan, is intusschen onjuist.
Zoowel in het tot de gemeente Gemert be-
hoorend Elsendorp, als te Helmond, waar-
mede Gemert een geregelde tramverbinding
heeft, zijn openbare scholen, zoodat, indien
noodig een dergelijke voorziening niet onmo-
gelljk zou zijn geweest.
Behoudens het geval, voorzien in art. 106
der L. O.-wet 1920 hetwelk in casu niet
van toepassing was is het bestuur eener
bijz. school volgens de wet vrij in zijn beslis-
sing omtrent de toelating van kinderen tot
die school.
De Minister acht zich dan ook niet be-
voegd omtrent de motieven voor niet-toela-
ting van kinderen aan besturen van bijzon
dere scholen een bepaalde gedragslijn voor te
schrijven.
DE UITVOERING DER SOCIALE
VERZEKERING.
De Hooge Raad van Arbeid heeft in zijn
onder leiding van Prof. Dr. W. H. Nolens ge
houden vergadering zrjn adviezen vastgesteld
omtrent de vereenvoudiging in de organisa-
tie van de openbare organen, belast met de
uitvoering der sociale verzekering en omtrent
het voorontwerp van een Landbouwarbeids-
wet, dat de Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid bij den Raad aanhangig had ge
maakt.
Het eerste advies heeft betrekking op het
rapport, dat de commissie van deskundigen
(izoogenaamde commissie-van IJsselsteyn) op
voorstel van de bezuinigingscommissie om
trent dit onderwerp heeft uitgebracht.
In dat advies heeft de Hooge Raad van
Arbeid in de eerste plaats stil gestaan bij de
vraag, of het gewenscht is, dat de Raden
van Arbeid min of meer hun zelfstandigheid
verliezen en vervangen worden door afdeelin-
gen van de Rijksverzekeringsbank.
Een meerderheid in den Raad beantwoordt
deze vraag bevestigend.
Bij het geven van dit bevestigende ant-
woord hebben eenige leden echter in drieer-
lei opzicht een voorbehoud gemaakt. In de
eerste plaats hebben zij bevestigend gestemd,
Regelmatige en franco afhaling en bezorglug.
Nette bedienlng.
v. 13
te laten gaan. Toen heeft ze mij door-
gestuurd langs de bedding van de beek
en zelf is ze teruggekeerd. Als ze haar
in handen gekregen hebben Hij liet
Sunfish op het nauwe pad omkeeren.
,,Zij is gewond of ze is in hun handen
gevallen ik ga terug!" zeide hij vast-
Sesloten.
,,Voor den duivel, je kunt alleen niets
beginnen, wierp Ed hierteaen in, en
kwam achter hem aan. ,,We zullen
teruggaan en haar zoeken, meneer Birnie.
maar we moeten licht meenemen om iets
te kunnen zien. Misschien kan Jerrv een
paar lantaarns bemachtigen."
,,Wacht jullie maar even. Ik kom
dadelijk terug," riep Jerry voorzichtig.
,,Ik zal jullie wel lantaarns bezorgen,"
De korte tijd, dien zij moesten wach
ten, was een pijniging voor Bud. Hij had
van af den tijd, dat hij nog maar pas kon
loopen, heel wat gevaar en tragedies
doorgemaakt en nooit nog had de vrees.
t prikkelende van een nieuwe gewaar-
wording overstemd. Maar steeds was hij
het zelf geweest, die in gevaar had ver-
keerd. Thans echter bracht de vrees
hem beelden voor oogen, die hem deden
sidderen. Meer dan vierentwintig uren
waren er verloopen sinds hij Marianne's
hand had gekust en haar van zich weg
had zien gaan waarheen? De zwarte
duisternis en de onderaardsche gangen in
de Gap kwamen hem steeds onheilspel-
lender voor. Hij kon er niet ovler spre-
ken hij durfde er niet aan denken
en toch moest hij het doen.
Wordt vervolgd.