A16EMEEN NSEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Denk
Aspirin-
Woensdag 27 Februari 1929.
69e Jaargang
Tabietfer*
No. 8342
ABONNEMENTSPRliS:
Een bedreiging voor den vrede
in West-Europa.
FKUILLXTOI.
aan
HINDERWET.
De ttekst van het Fransch-Belgisch
militair verdrag gepubliceerd.
INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN,
<A&> <j^uap dn&igt,
INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN.
Weiger namaak en ter
er op dat op elke tablet
het woord „BAYER"staaL
Prijs 75cts.
ttgaffaafflBgw mi ifii'JK
NEUZENSCHE COURANT
i if, gfcMM
Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige landen f 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
HINDERWET.
^Buigemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen, ter openbare kennis, dat ter Gemeente-
Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen
van tde Association Cooperative Zelandaise de
Carbonisation te Ter Neuzen, om vergunning tot
uitbreiding van de bestaande Cokesfabriek door
bijbouwing van een Kolensilo met twee electro-
motoren van G5 P. K. elk op het pereeel kadastraal
bekend in Sectie G, No. 1867.
Op Dinsdagl2 Maart a.s. desna niddags te drie uur
zal in het Gemeentehuis gelegenheid bestaanombe-
zwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te
brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben
kunnen gedurende drie dagen, voor het bovenge-
melde tijdstip, ter Secretarie dier gemeente kennis
nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
riiet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeen-
komstig art 7 der Uinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen ten
tinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten
Ter Neuzen, den 26 Febr. 1929.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter Gevneente-
Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen
van tde Bataafsche Import Mij" te 's Gravenhage,
om vergunning tot het oprichten en in werking
brengen van een Benzine-installatie met eetl onder-
grondsch reservoir en een bovengrondsche aftap-
inrichting op het pereeel kadastraal bekend in Sectie
L, No 2251.
Op Dinsdag 12 Maart a.s., des namiddjgs drie
uur, zal in het Gemeentehuis gelegenheid bestaan
om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek
in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe
te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, voor het bovenge-
melde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kesnis
nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet over-
eenkomstig artikel 7 der Hinderwet op den boven
bepaalden dag voor het Gemeentebestuur zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe
te lichten.
Ter Neuzen, den 26 Febr. 1929.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. 1. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Sedert de sluiting van het geheim militair
verdrag van 1920 tusschen Frankrijk en Bel
gie hebben jaarlijks, schrijft de H. Crt., ge-
heime samenkomsten piaats tusschen de ge-
nerale staven van die landen. In 1927 liepen
de besprekingen, zooals trouwens ook in de
vorige jaren, over de draagwijdte der ver-
schillende artikelen van het verdrag en over
de aanpassing der uitlegging daarvan aan de
nieuwe toestanden.
Door een zeer toevallige omstandighedd is
het ,,Utrechtsch Dagbl." in het bezit gekomen
van den tekst van het verdrag, alsmede van
de uitlegging, welke bij de besprekingen in
den zomer van 1927 door de beide genoemde
generate staven is opgemaakt.
Het blad schrijft:
„Wij hebben met de publicatie gewacht, tot
door
B. M. BOWER
o
37) Vervolq.
HOOFDSTUK XIV.
Paddestoelen te hulp qeroepen.
Bud verlanqde naar een kort vertrou-
welijk onderhoud met Marianne. Hij
hoopte, dat zij hem veel meer zou willen
vertellen dan er op een zijde van een si-
garettenpapiertje qeschreven kon worden
en hij was verlanqend te hooren, wat ze
hem te vertellen had. Maar hij verlanqde
er ook vuriq naar, haar te zeqqen, dat hij
haar, op alle manieren, helpen wilde. Zij
had hulp noodig, daarvan was hij volko-
men zeker.
Slecht qehumeurd keerde Lewis Dins
dag teruq, met rheumatiek in zijn linker-
schouder, zoodat hij niet werken kon; hij
bleef thuis en het was maar al te goed
merkbaar. dat hij zijn vrouw door zijn te-
genwoordigheid nog ongelukkiger maakte.
Woensdagmorgen droeg Marianne het
haar laag over de ooren, zooals men het
in den ouden tijd in de Kolonien droeg
maar het was haar niet gelukt, de diepe
schram op haar slaap voor Bud's opmerk-
zaam oog te verbergen. Ze was bleek en
haar lippen hield ze op elkaar geklemd,
alsof zij bang was, zich te laten gaan en
in tranen uit te barsten of heftig in op-
stand te komen. Bud durfde niet naar*
tAHvin. in\ doo*e*\954*65c6
wij voldoende waarborgen hadden om aan hun
authenticated te gelooven. Te meer aohtten
wij het onzen plicht om, voor onszelf van die
authemticiteit overtuigd te zijn, daar het de
vaste gewoonte der diplomatic is, in zulke
gevallen de authenticiteit van door de pers
in het licht gegeven officieuse bescheiden te
loochenen en aanstonds het werk van zulk
een publicatie te verlammen door een de
menti formel", zooals dat in de taal der diplo
matic heet. Het zou ons dan ook geenszins
verwonderen, indien een ,,formeel dementi"
van Belgische zijde volgde op deze voor den
Belgischen generalen staf zoo compromittee-
rende openbaarmaking.
,,Wij wachten, dat dementi echter rustig
af zonder daarvan maar in het minst onder
den indruk ite komen. Ieder kent het verschil
in vormenspraak tusschen de organen der
diplomatic en de organen der openbare mee-
ning. En de lezer zal uit den tekst en de
constructie van onderstaande publicatie zicn
een persoonlijk oordeel kunnen vormen, dat
met de stellige waarborgen, die wij omtrent
de echtheid van het document bezitten, over-
eenkomt.
,,Wij zden er daarom geenszins tegen op,
tot die openbaarmaking over te gaan, omdat
wij het een levensbelang achten, zoowel voor
Nederland als voor den intemationalen vrede,
dat de volken kennis kunnen nemen van de
gevaarlijke bedreiging, waarmede colleges
van beroepsmdlitairen als de generate staven
der verschillende mogendheden zijn, achter de
schermen eener schijnbaar vredelievende poli-
tiek tusschen de staten, het vredeswerk bezig
zijn te ondergraven.
Wij laten beide stukken hieronder in de
Nederlandsehe vertaling volgen:
Art. I. Indien Frankrijk in staat van oor-
log is met Duitsohland of met eenige andere
mogendheid, die op de een of andere wijze,
hoe dan ook, door Duitschland ondersteund
wordt, zal Belgie geheel zijn beschikbare
maoht ter beschikking van Frankrijk stellen.
Indien Belgie in staat van oorlog is met
Duitschland of met eenige andere mogend
heid, die op de een of andere wijze, hoe dan
ook, door Duitschland ondersteund wordt, zal
Frankrijk geheel zijn beschikbare macht ter
beschikking van Belgie stellen.
Art. II. Deze overeenkomst slaat niet al
leen op de Rijngrens, zij is toepasselijk op
iedere agressie, op welke grens deze zich ook
voordoet.
Art. III. Frankrijk en Belgie mobiliseeren
onmiddellijk en vanzelf, zonder dat vooraf
overleg dient te worden gepleegd, zoodra eeD
andere mogendheid, die op de een of andere
wijze, hoe dan ook, door Duitschland onder
steund wordt, zou gaan mobiliseeren.
Zij mobiliseeren tegen Duitschland, zoodra
het casus foederis" is geconstateerd zooals
dit bepaald is door de verdragen en de over-
eenkomsten, die thans de international be-
trekkingen tusschen Frankrijk en Belgie aan
de eene zijde en Duitschland aan de andere
zijde, regelen. De" mobilisatie brengt ipso
facto de concentratie met zich.
Art. IV. Belgie verbindt zich, een minimum
van 600.000 man te mobiliseeren, voor de eene
helft acbieve, voor de andere reservetroepen.
Aan zijn kant verbindt Frankrijk zich, Belgie
ter hulp te komen met een troepenmacbt van
minstens 1.200.000 man, werkende op Bel-
gisch gebied, voor de eene helft actieve, voor
de andere helft reservetroepen.
Art. V. De beschikbare troepen der beide
landen zullen tegelijkertrjd en met alien be-
kwamen spoed een krachtig offensief inzet-
ten en wel op zulke wijze, dat Duitschland
tegelijk moet strijden ten Noorden en ten
Zuiden van de gemeenschappelijke opstelling.
Art. VI. De staven der beide legers zullen
ten alien trjde het contact, dat noodig is ter
voorbereiding van de hierboven vermelde
maatregelen, handhaven. De onderhavige
overeenkomst zal ten minste eenmaal 's jaars
onderwerp van overleg tusschen de betrokken
staven zijn.
Art. VII. Deze overeenkomst wordt aan-
gegaan voor een tijdperk van 25 jaar. Elk
der twee contracteerende partijen zal ze kun
nen opzeggen een vol jaar v66r ze afloopt.
Het door beide partijen nalaten van het op
zeggen beteekent de handhaving der overeen
komst voor een nieuw tijdperk van 25 jaren.
ingaande onmiddellijk nadat het eerste afge-
loopen is. Beide partijen verbinden zich, geen
enkel militair accoord noch diplomatiek stuk
te onderteekenen, waarbij deze overeenkomst
te niet wordt gedaan; in geval van oorlog zul
len ze niet afzonderlijk vrede sluiten.
Art. VIII. De be<woordingen dezer overeen
komst zullen stipt geheirn gehouden worden.
Ook een Engelsch-Belgisch verdrag.
Aan de interpretatie der artikelen is het
volgende ontleend:
Bij art. I. De Engelsch-Belgische overeen
komst, gesloten den 7den Juli 1927, maakt
het mogelijk, naar alle waarschijnlijkheid de
eventueele tegenstanders van Belgie tot twee
te beperken, t.w. Duitschland en Nederland,
en die van Frankrijk tot drie, t.w. Duitsch
land, Italie en wellicht Spanje.
Frankrijk en Belgie hebben maar een ge-
1 meenschappelijk front. Deze principieele
grondslag van het accoord van 1920 blijft on-
j aangetast. Welke de tegenstander, tegen
j wien het een of andere land te strijden krijgt,
ook zij, de deelgenoot zal tusschenbeid2
komen.
j Het spreekt vanzelf, dat de verdediging van
het eigen grondgebied het voomaamste doel-
wit blijven moet. Frankrijk zal dan ook in
een conflict tusschen Nederland en Belgie
slechts tusschenbeide komen door het zenden
van een expeditiecorps, dat in 1922 op twee
j legerkorpsen is bepaald.
Op dezelfde wijze zal Belgie in geval van
oorlog tusschen Frankrijk en Italie, twee in-
1 fanterie-divisies ter beschikking van den
Franachen generalen staf stellen.
Nederland als „aanvaller" voorgesteld.
j Betreffende het conflict tusschen Neder
land en Belgie en de beteekenis van het woord
agressie", heet het:
Krachtens art. 1 van de Fransch-Belgische
militaire overeenkomst, genaamd Conven
tion de Bruxelles", is Belgie zeker van Frank-
rijks hulp tegen elken tegenstander ,,die op
de een of andere wijze hoe dan ook, door
Duitschland ondersteund wordt". Deze hulp
kan maar van tweeerlei aard zijn: een diplo-
matieke of een militaire. Aan den anderen
kant hebben de onderhandelingen sedert acht
jaren (1927) tusschen Nederland en Belgie
gevoerd, vanwege Nederland uitgelokt, en
zullen nog uitlokken, maatregelen op het ge-
bied der waterwegen, die eventueel als on-
vriendelijk en zelfs agressief kunnen worden
beschouwd.
Spoorlijnen in aanleg.
Bij art. III. Het Belgische leger maakt den
linkervleugel van de Fransche legeropstelling
uit en wordt zelf op zijn uitersten linkervleu
gel versterkt door de Britsche troepen.
Bij art. 3 van de Fransch-Belgische over
eenkomst behoort de strategische reorganisa-
tie van 's Belgische spoorwegnet. Te weten:
A. Spoorlijnen in aanleg:
1
2
3
4. De lijn Antwerpen-Esschen wordt
opgehoogd en op vier sporen gebracht; wordt
in dienst genomen einde 1929.
5. De lijn Antwerpen-Roermond wordt tot
Hamont op vier sporen gebracht.
6. De lijn AntwerpenHasselt wordt op
vier sporen gebracht en doorgetrokken aan
den eenen kant naar Maeseyck, aan den an
deren naar Lanaeken.
789
10. Aanleg van lijnen met dubbel spoor
HouthaelenZwartberg, WaterslagBilsen,
Tongeren naar Fexhe-le-haut-Clocher.
11 .
B. Ontworpen lijnen
1. De lijnen HasseltSt. Truiden, Tonge
renSt. Truiden en MicherouxPlombiferes
worden op vier sporen gebracht.
2. De lijnen HerenthalsAerschot, Hout
haelenNeerpelt, WaterscheiEysden en
MollLeopoldsburgDiest worden van dub
bel spoor voorzien.
3. Idem voor de lijnen BatticeVerviers,
SpaStaavelot, Weyerts naar TroisPonts,
Lommersweiler naar TroisVierges.
4. Omzetting der stoomtramlijnen Hasselt
Tongeren, TongerenToumebride, Luik
Pouron le Comte, LeopoldsburgMaeseyck,
Lanaeken—Maeseyck, BilsenBassenge en
LuikSt. Truiden in spoorwegen met dubbel
spoor.
5. Aanleg van lijnen met dubbel spoor
WychmaelRothem en LeopoldburgWater-
slagToumebride.
De lijn AntwerpenEsschen.
Wat betreft de ophooging en het brengen
op vier sporen van de lijn AntwerpenEs
schen bericht men ons op informatie uit Roo-
sendaal, dat men met de hier bedoelde werk-
zaamheden reeds geruimen tijd aan den
gang is.
Geschut-sterkte.
Bij art. TV. De Fransche troepenmacht, in
Belgie opereerende, zou volgens de gegevens
van den Franschen staf, in 1927, beschikken
over 2160 stukken veldgeschut, 2880 zwaar
geschut van alle kaliber, 10.650 machine-
geweren en 1800 tanks.
Het Belgische leger zou in geval van oor
log, beschikken over 576 stukken veldgeschut
en 1848 machinegeweren. Het zwaar geschut
maakt een onafhankelijke groep uit: 108
stukken, geconcentreerd te Antwerpen. Bel
gie kan slechts 76 vliegmachines en 49 tanks
met goed gevolg in de linie brengen (in 1927).
Bij art. V. De overeenkomst tusschen En-
geland en Belgie van 7 Juli 1927 verplichtte
tot het weer in studie nemen van 't Fransch-
Belgische offensief in de richting van de
Ruhr.
Het ontwerp van een Engelsch-Belgischen
zijdelingsehen aanval in Zeeuwsch-Vlaande-
ren, in Augustus 1927 door den militairen-
attache van Groot-Brittannie te Brussel voor
gesteld, heeft de instemming van geen der
drie belanghebbende staten verkregen; diens-
volgens is de meening aanvaard, dat men
zich, tot nader order, houden kan en moet
aan het ontwerp Maglinse van 1920, dit aan-
passend aan den nieuwen toestand, die uit de
Britsche deelneming is voortgesproten.
Dank zij het aanleggen van vier sporen op
de lijn Micherou-Plombieres en van dubbel
spoor op de lijn Battice-Verviers, zou een
eerste groep, bestaande uit Fransche en Bel
gische troepen onder Fransch bevel, de Ruhr
binnenrukken, langs den weg gevolgd in 1923.
De opmarsch door Limburg.
Een tweede groep, bestaande uit Belgische
en Britsche troepen, onder Belgisch bevel, zou
tot doelwit nemen Heinsberg en Geilen-
kirchen en Nederlamdsch Limburg doortrek-
ken, nl. langs:
1. IterenMeersenValkenburgBocholt.
2. Elsloo-Sittard-Wehr (variant: Obbicht-
Sittard-Hongen
3. Visserweert-Susteren-Havert.
Met het oog daarop werden zes nieuwe
j wegen aangelegd, om de samentrekking der
I Belgische troepen te vergemakkelijken, te
weten
A. Verlenging van den weg van Opoeteren
naar Dilsen, door het bosch van Dilsen en de
haar kijken, nocmnaar Lewis, die aan zijn
rechterhand dreiqend voor zich uit zat te
staren. Bud trachtte te eten, trachtte zijn
koffie te drinken, doch qaf ten laatste zijn
poginqen op en stond op van tafel. Daarbij
raakte hij met zijn ellebooq Lewis schou-
der aan en Lewis slaakte een kreet van
pijn, vloekte en booq zich van hem af, ter-
wijl hij zich met zijn rechterhand tegen
een tweede aanraking beschermde.
,,Neem me niet kwalijk. Ik dacht niet
zoo g-guw aan je rheumatiek," veront-
schulditjde Bud, uit oude gewoonte, maar
zijn gelaat kleurde zich donkerrood bij
Lewis' uitval Marianne kwam aanloopen
met een schaal met beschuiten, zag hem
recht in de oogen en liet toen haar blik
even rusten op den rug van haar man,
terwijl haar lippen zich tot den bittersten,
den meest verachten glimlach plooiden,
dien Bud ooit op het gezicht van een
vrouw had gezien. Ze sprak niet spre-
ken zou onmogelijk zijn geweest, in tegen-
woordigheid van zooveel menschen
doch Bud ging naar buiten. gevoelende,
dat zij hem had willen overtuigen, dat
haar verachting voor Lewis alle beschrij-
ving te boven ging en dat zij geen mede-
lijden had met zijn rheumatiek.
Woensdag ging voorbij; het werd Don-
derdag en nog was hij geen oogenblik in
de gelegenheid geweest een vertrouwelijk
woord met haar te wisselen. De keuken-
sloof was steeds omringd door luisterende
ooren en nieuwsgierige oogen, en behalve
aan de maaltijden, bleef zij onzichtbaar
voor de mannen, slechts een enkele maal
zagen zij haar vlugge gestalte voorbij de
keukendeur glijden.
Donderdag bracht een zware onweers-
bui en veel regen met zich mee en in den
fijnen motregen, die daarna begon en tot
Vrijdagmiddag aanhield. ging Bud naar
een oud afdak, dat vroeger voor kalveren
gediend had en dat hij achter in de wei
ontdekt had en vulde daar zijn halsdoek
met paddestoelen. Bud hield in het ge
heel niet van paddestoelen, doch hij
bracht ze naar de machinebergplaats en
wachtte daar, tot dat hij er zeker van was,
dat Honey in de huiskamer piano zat te
spelen, en er van tijd tot tijd, zooals Bud
cfat uitdrukte, leelijk naast sloea en
totdat hij er zich van overtuigd had, dat
Lewis en de andere mannen naar hun
slaapaelegenheid waren gegaan en dat
David en de oude Pap in Pap's heiligdom
verdwenen waren. Toen, maar ook niet
eerder, stapte Bud naar de keukendeur,
zijn paddestoelen zoo voorzichtig dragend
alsof het broedeieren waren.
Marianne stond met ontbloote armen
het brooddeeg te kneden. Honey roffelde
en hakkelde nog steeds op de ..Blaue
Donau" en Bud ging zoo staan, dat hij.
over de keukentafel heen, door het raam
met de witte gordijnen naar buiten kon
zien en zekerheid had dat niemand het
huis ongemerkt kon naderen.
,,Hier heb ik wat paddestoelenzeide
hij behoedzaam, uit vrees, dat zijn stem
door Honey gehoord zou worden. ,,Ik
breng ze alleen maar om een reden te
hebben, om hier te kunnen komen; wat
mij betreft, moogt u ze gerust aan de var-
kens opvoeren. Ik houd ervan dat de din-
gen zuiver en natuurlijk en gezond zijn.
Ik kwam alleen om te weten te komen,
wat er eigenlijk aan scheelt. Mrs. Morris.
Kan ik iets voor u doen Ik heb uw raad-
geving van Zondag ter harte genomen en
ik heb al heel gauw gemerkt, dat u wist
wat u zeide. Die geschiedenis in de Sinks
was een poging tot roof. Het kon niets
anders zijn. Maar ze zouden niets gevon-
den hebben. Ik had niet meer dan een
dollar op zak".
Marianne wendde het hoofd om. luis-
terde naar de piano en»zag hem toen aan.
,,Ik houd er ook van dat de dingen zui
ver en natuurlijk en gezond zijn, zeide
ze kalm: daarom heb ik u gewaar-
schuwd. U past geloof ik niet in deze
omgeving. Ik weet toevallig, dat de wed-
rennen, die hier elken Zondag gehouden
worden niets anders zijn, dan bedekte
pogmgen om de goedgeloovigen. tot hun
laatste cent af te zetten. Ik raad u aan,
mr. Birnie, om heel voorzichtig te zijn met
wedden.
,,Ik beloof het uzeide Bud glim-
lachend. ,,Pap gaf me ook al verschei-
denen goede raadgevingen voor de wed-
rennen. Hij zei .ieder speelt voor zich-
zelf en zonder genade voor anderen.
Nu, dat doe ik dan ook en Pap verwacht
er ook een paar dollars van. Hij zei dat
hij op mijn hand was.'
,,0, heeft hij dat gezegd Marianne s
stem bracht Bud in verwarring. Eenigen
tijd bleef ze uit al haar macht het brood
kneden.
..Vertrouw niet al te veel op Pap. Hi)
is... veranderlijk. En steek zelfs niet een
dollar in uw zak, tenzij t u niet kan sche-
len, hem weer kwijt te raken. Er zijn hier
menschen in deze streek, die met alle ple-
zier zonder de formaliteit van een wed-
ren uw geld in hun zak zouden steken."
„Ja, met een niet bepaald formeele ma-
nier heb ik al kennis gemaakt. Maar nu
zou ik zoo graag willen weten, hoe ik u
kan helpen.
,,Mij helpen hoe?" Weer keek
Marianne, als naar gewoonte, naar bui
ten.
heide van Mechelen, tot den weg van Suten-
dael naar Lanaeken, tusschen de grenspalen
6 en 7.
B. Van de redoute te Mechelen (op te wer-
pen bij den derden grenspaal van den weg
van Asch naar Mechelen) door de Groote
Heide tot Wimmismaal.
C. Daalgrimby-Molenberg grenspaal 5 van
den weg Sutendael naar Lanaeken.
D. Spauwen-Bassenge, in aanleg.
E. Van den Donderslag tot het Katte Ven
F. Van den Donderslag naar grenspaal 26
op den weg Bree-Bilsen.
De medewerking der Britsche troepen zou
het mogelijk maken, een ernstigen zijdeling
sehen aanval te ondememen op de spoorlijn
WeertDalheim of op de lijn Maasbracht
Posterholt.
Trouwens, de Nederlandsehe generale staf
zal slechts een gering cordon troepen ter ob-
servatie aan deze zijde van de waterlinie
laten. De 2de sectie van den Belgischen gene
ralen staf verklaart bij machte te zijn, dit
punt te waarborgen.
De Regeering doet inlichtingen vragen.
Aan Hr. Ms. gezanten te Brussel en te
Parijs is opgedragen, aan de regeeringen al-
daar te vragen, of de in het Utrechtsch Dag-
blad gepubliceerde tekst van een Belgisch
Fransch militaire eonventie authentiek is en
of de in dat blad weergegeven uittreksels uit
de interpretatie van de artikelen der eonven
tie juist zijn.
Vragen van het Tweede Kameriid Heemskerk.
Het Tweede Kameriid, de heer Heemskerk,
heeft aan, den Minister van Buitenlandsche
Zaken de volgende vragen gestel-d
1. Heeft de regeering kennis genomen van
de publicatie in het Utrechtsoh Dagblad
(Avondblad van Zaterdag 23 Februari 1929)
van den tekst van het geheim FranschBel
gisch Militair Verdrag van 1920, en uittrek
sels uit de interpretatie van 1927, die volgens
dat blad is opgemaakt door de Fransche en
Belgische generale staven
2. Meent de regeering te moeten aan-
nemen, dat die publicatie, ook wat den tekst
aangaat, juist is, ook wat betreft het in de
interpretatie van art. 5 vermelde omtrent een
BelgischEngelsche overeenkomst om in
zeker geval troepen te zenden door Neder-
landsch-Limburg
3. Moet, onverminderd den emst van den
verderen inhoud dezer stukken, met name
,.Ik weet 't niet. Ik wou dat ik 't wist.
Ik dacht, dat u misschien verdriet hadt.
Want mijn moeder had juist datzelfde
in haar oogen, als wij op de hoeve terug
kwamen nadat de Indianen er een over-
val hadden gedaan en wij alles op den
grond zelf na, verbrand en vernield terug-
vonden. Ze zei niet veel, maar ze begon
vader te helpen met plannen te maken
hoe alles te regelen, totdat we materiaal
zouden hebben om den boel op te bou-
wen en te zorgen dat onze voorraden het
tot zoolang zouden uithouden. Ze klaag-
de niet. Maar in haar oogen lag die zelf-
de uitdrukking, als in de uwe. mrs. Mor
ris. En daarom heb ik een gevoel of ik
u helpen moet, juist zooals ik moeder ge-
holpen zou hebben."
Toen Bud begon te spreken. was hij
verlegen geweest en had hij een kleur ge-
kregen, maar zijn ernst had al heel spoe-
dig dezen schroom verdreven. ,,U bent
zoo anders, als anderen, net zooals
moeder", vervolgde hij, toen Marianne
niet antwoordde. ,,Dat sloven hier in de
keuken is geen werk voor u. Ik heb nog
nooit gezien, dat men een vrouw mannen-
werk liet doen. Ze moesten hier een man
hebben, om voor al die lummels te koken."
,,0, wat de keuken betreft riep Ma
rianne met iets ongeduldigs in haar stem:
,,het kan mij niets schelen om te koken.
Dat is het minste
,,Het hoort toch niet. Maar ik weet wel
dat dat het niet is. Ik wil ook niet pro-
beeren, om uit te vinden, waar u verdriet
om hebt. Maar ik wil, dat u weet, dat ik
alles voor u wil doen, wat er in mijn
macht is. U zult dat niet verkeerd uit-
leggen, is het wel
(Wordt vervolgd.)