AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
No 8274
Woensdag 19 September 1928.
68e Jaargang,
Eerste Blad.
ASONNEMEirSPftUS:
BINNENLAND.
FETFILLETOH.
BUITENLAND.
De innemende Landlooper
ammi
Binnen Ter Neuzen f 1.40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige landen /2.60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dit blad verscliijnt iecleren Maandag ocnsdag- ca rijdaqavond.
VERSNELD TEMPO VAN WEGEN-
VERBETERING.
De Algem. Neder). Wielrijders Bond
-schrijft:
Meermaien is aangedrongen op ver-
snelling van het tempo, waarin de wegen-
verbetering geschiedt, vooral nu de finan-
cieele bezwaren na het tot stand komen
van het Wegenfonds, niet meer zoo zwaar
behoeven te wegen. In sommige gevallen
wordt uitvoering der verbeteringswerken
vertraagd door moeilijkheden van techni-
schen en anderen aard. Dit is echter niet
het geval ten aanzien van den drukken
verkeersweg van Leiden over Alphen
naar Bodegraven, waarlangs nog gedu-
rende vele jaren het verkee* tusschen 's
Gravenhage en het Oosten des lands zal
moeten worden geleid, zoolang de op het
Rijkswegenplan ontworpen verbinding
van Den Haag over Gouda en Bodegra
ven naar Utrecht nog niet is tot stand
gekomen.
Volgens het 5-jarig werkplan van Wa-
terstaat zal daarmee eerst einde 1931 nog
slechts een begin zijn gemaakt. De vei-
ligheid van het verkeer op den weg Lei
denBodegraven eischt een spoedige ver-
betering van dien weg, die in zijn tegen-
woordigen toestand geheel onvoldoende
is geworden voor het steeds drukker ver
keer. Wei is met de verbetering al een
aanvang gemaakt, maar slechts op enkele
plaatsen en met geringe kracht, zoodat. in-
dien het tegenwoordig tempo voor de ver
betering wordt gehandhaafd, het nog lang
zal duren voordat de weg van Leiden tot
Bodegraven zal zijn voltooid en de verbe-
teringen volledig tot haar recht zullen
komen.
Een verbeteringswerk als dit, zich uit-
sirekkend over een groote lengte, leent
er zich bij uitstek toe, in een versneld
tempo te worden uitgevoerd, indien het
op een groot aantal punten gelijktijdig en
krachtig wordt aangevat en te meer is dit
het geval, omdat de te maken verbeterin-
gen van zeer eenvoudigen aard zijn.
Op grond van deze |*verwegingen heb-
ben de A.N.W.B. Toeristenbond voor
Nederland en de Kon. Automobielenclub
zich tot den Minister van Waterstaat ge-
richt met een verzoekschrift, waarin wordt
aangedrongen op bespoediging van het
werk tot verbetering van den weg van
Leiden over Alphen en Bodegraven.
Een tweede adres van deze beide ver-
keers-organisaties betreft een militaire
b:ug bij Gorichem, gelegen in den weg
Oier den zuidelijke Lingedijk naar Geider-
malsem. Deze brug dicht bij een scherpe
bocht, is tusschen de leuningen slechts 3
meter breed en is bovendien door een
hoogen muur moeilijk waar te nemen
voor het uit de richting Spijk komende
verkeer, zoodat ze voor dit toenemend
venkeer gevaar oplevert.
Het hoogheem raadschap, dat den weg
beheert, zal dezen in den bocht laten ver-
breeden, als ook de brug zooveel breeder
zal worden gemaakt, dat twee voertui-
gen elkaar daar kunnen passeeren.
Aangezien deze op eenvoudige en wei-
nig kostbare wijze ongeveer 2x/> meter
breeder kan worden gemaakt. is thans
aan den Minister van Oorlog het adres
gericht, met verzoek deze militaire brug,
welke bij het Departement van Oorlog in
beheer is, in het belang van de veiligheid
van het verkeer te laten verbreeden. Met
inwilliging van deze beide verzoeken zou
het verkeer in hooge mate gebaat zijn.
RIJKSCOMMISSIE WERK-
VERRUIMING.
Dezer siagen yergaderae de Riiksppm-
miss'e Werkverruiming onder voorzitter-
schap van prof. dr. W. H. Nolens,
Ingekomen was een brief van een Ne-
derlandsche onderneming. waarin mede-
deeling werd gedaan van haar samenwer-
king met een buitenlandsche onderneming
en voor deze samenwerking dezelfde steun
werd verzocht, welke de commissie tot
dusverre aan de Nederlandsche onderne
ming had verstrekt. De commissie besloot
dien steun te verleenen in al die gevallen,
waarin die samenwerking aan de Neder
landsche nijverheid ten goede kon komen.
Uit een ingekomen verzoek om benrd-
deling bleek, dat de verzoeker zich ook
reeds in verbinding had gesteld met de af-
deeling handel van het ministerie van Ar-
beid, Handel en Nijverheid. Ter voor-
koming van dubbel werk besloot de com
missi aan den verzoeker te berichten, dat
het niet op haar weg ligt, op het verzoek
in le gaan.
Door een Nederlandschen ondernemer
was de aandacht van de commissie erop
gevestigd, dat hij zijn product tegen min
der gunstige prijzen kon leveren dan bui
tenlandsche soortgelijke ondernemers, om
dat deze. ondanks bestaande internatio
nal bepalingen, onder andere omstandig-
heden konden produceeren dan hij. Het
onderzoek van het bureau had aan het
licht gebracht, dat aan deze aangelegen-
heid vele kanten zaten. Aan het bureau
werd opgedragen, deze aangelegenheid
verder te onderzoeken.
Op het verzoek van een onderneming
om gunstig te adviseeren omtrent kapi-
taalverstrekking door het rijk ter voorko-
ming van werkloosheid, werd afwijzend
beschikt, omdat de commissie van oordeel
was, dat in de betrokken indusirie vol-
doende werkgelegenheid bestaat.
Verder werd mededeeling gedaan van
een groot aantal gevallen. waarin men
zich tot de commissie had gewend om
haar bemiddeling te verkrijgen tot behoud
van orders voor de Ned. industrie. In
vele gevallen had de tusschenkomst der
commissie het gewenschte succes.
Vervolgens vernam de commissie tot
haar genoegen. dat haar vroegere pogin-
gen om een zeer belangrijke order van een
gemeente, voor de Ned. nijverheid te be-
houden, mede tot het gewenschte resultaat
hadden gevoerd.
t De commissie had destijds geadviseerd
op welke wijze bepaalde artikelen hier te
lande zouden kunnen worden voortge-
bracht. Uit mededeelingen van het bureau
bleek. dat de door de commissie aangege-
ven wijze het gewenschte gevolg had ge-
had.
Tenslotte werd mededeeling gedaan
omtrent een aantal gevallen, waarvan de
bemiddeling van de commissie nog niet
is geeindigd.
door
E. I. RATH.
30)
Vervolg.
,,Maar, mijnheer Rawlins," begon het
meisje Harlan, „hoe slaagde u er in het
aan den prefect uit te leggen?"
Rawlins glimlachte vergenoegd en keek
eens naar den heer Kilbourne, die aan het
hoofd van de tafel zat. Deze knipoogde
geheimzimnig.
„En wat is een prefect?" vroeg Marian,
die het niet ontgaan was.
,/Dat is zoo iets als het hoofd van de
politie", zei Rawlins. ..Dat kan Hilda je
wel vertellen. Die zal er wel been zijn
moeten gaan om een identiteitsbewijs te
halen."
Hilda knikte, maar er kwam een stroeve
trek om haar mond, dien haar glimlach
niet geheel verborg.
Ze hadden het niet over namen gehad
voor het diner. Er was geen tijd voor ge-
weest. Hij kwam laat thuis met den two-
seater en had tenauwernood tijd om zich
te scheren en te kleeden vooraat de gas-
ten kwamen. Aangezien hij de veelgepre-
zen vriend uit de stad was, trad Rawlins
op als vriend van den huize.
Hilda had begrepen dat hij opgang zou
maken, zoodra ze hem zag. Zijn uiterlijk
was buitengewoon geslaagd. Als een
kleermaker een week lang voor hem be-
zig was geweest, zou hij het, haars in-
ziens, niet beter hebben kunnen doen.
DE BELGISCHE LEGERWETTEN
AANGENOMEN.
De Belgische Kamer heeft Vrijdag de
Marian vond hem een beeld. Voor den
heer Kilbourne en zijn vrouw onder-
scheidde hij zich in niets van de andere
jongelui in rok.
Maar de gasten kwamen en de gelegen-
heid om krijgsraad te houden ging voor-
bij. Alleen Marian had tijd hem toe te
fluisteren:
,,Als je me na tafel niet ten dans vraagt,
zal het je berouwen."
Zoo werd dus „mijnheer Rawlins
voorgesteld aan het meisje Harlan en juf-
frouw McCumber en de Shinns en andere
gasten, die langzamerhand verschenen.
Toon hij Minnie Harlan naar de tafel leid-
de, was hij al een persoon van gewicht.
Heel in het begin had zich de moeilijk-
heid van de namen al voorgedaan en
Rawlins had haar op de eenig mogelijke
manier opgelost. Marian keek hem strak
aan over de tafel.
,,Wade", zei ze, ,,ik had vanmiddag met
je willen tennissen, maar je was nergens
te vinden. Waar zat je?
Marian hield van gewaagde experimen-
ten. Het was een gewoonte van haar. De
Kilbournes schrikten zich dood. Ze wisten
maar al te goed waar Rawlins geweest
was en hoopten van ganscher harte, dat
zij de eenigen waren.
,,Ik heb de buurt verkend", antwoordde
hij. Hilda had me haar auto geleend."
Hiermee hakte hij meteen den knoop
door. Hilda keek op haar bord en kreeg
een kleur, maar niemand merkte het. Het
was ten slotte het eenige mogelijke. Hij
was een vriend uit de stad en zijn aanwe-
ziaheid bracht een zekere intimiteit mee.
Na dit voorval noemden alle Kilbour
nes, zelfs Hilda, hem ,,Wade want er
zat niet anders op. De gebeurtenis was
onmiddellijk door Grosvenor bekend ge
maakt in de provisiekamer, maar Rosa en
behandeling geeindigd van de militaire
taalwet en de eindstemming over deze
wet, alsmede over de nieuwe militiewet
gehouden. De hoofdschotel der discussie
was art. 9 van de taalwet, dat bepaalt. dat
de volledige opleiding van den soldaat in
zijne moedertaal dienr te geschieden. Te
dien einde zullen dc soldaten in taal-
eenheden worden ingedeeld, weike niet
minder groot mogen zijn dan een com-
pagnie of een daarmede overeenkomende
eenheid. Deze eenheden worden dan in het
bataljonskader van ecnzelfde taalregime
vereenigd, zoo dikv/ijls hun aantal zulks
tcelfat. Verder zegt het zelfde ar-
tikel nog, dat de moedertaal van den sol
daat verondersteld wordt te zijn die der
gemeente, waar hij voor de militie is in-
geschreven, behoudens het recht van den
i belanghebbende, die verklaart, dat zijn
moedertaal niet die van deze gemeente is,
om garnizoen of eenheid van een ander
taalregime te vragen. De miliciens uit ge-
meenten der Brusselsche agglomeratie zul
len op het oogenblik hunner inlijving ver-
klaren, welke hunne moedertaal is. Over
dit artikel en amendementen door de
Vlaamsche nationale groep en socialisti-
sche leden ingediend. ontstond een lang-
durig en vinnig debat, waarna echter art.
9 ongewijzigd werd aangenomen. Ook de
artt. 10, 1 Obis en 11. bepalend dat de be-
trekkingen tusschen officieren en minderen
in de taal dezer laatsten dienen plaats te
hebben en dat alle geschreven mededee
lingen in de twee groote landstalen dienen
gedaan te worden. werden zonder toevoe-
ging van amendementen goedgekeurd.
Bij art 12 stelde Vos voor om sanctie-
bepalingen toe te voegen, waardoor alle
stukken, die worden opgemaakt .in strijd
met de voorschriften dezer wet. ongeldig
zouden geacht worden en de autoriteiten
die de wet overtreden, tegenover den
staat aansprakelijk zouden gesteld worden
voor de daaruit voortvioeiende schade en
verder ook nog tuchtme.atregelen en straf-
fen zouden kunnen worden voorzien.
Ook dit amendeme'.^ werd verworpen
met 95 egen 56 stemmen en 1 onthouding.
Toen de eindstemming bij naamafroe-
ping over de militiewet ging aanvangen.
verliet de heele oppositie de vergaderzaal
order applaus van katholieken en libe-
ralen.
Het regeeringsvoorstel werd aange io-
men met 97 stemmen tegen 1. die van den
tot het bureau der Kamer behoorenden
Vlaamschen socialist Bouchery. Nadat de
zes Vlaamsch-nationale afgevaardigden
weer binnengetreden waren, werd de taal
wet aangenomen met 92 tegen 7 stemmen
en 5 onthoudingen van de Waalsche libe-
ralen. Ook bij de bekendmakinq van dit
resultaat klonk applaus.
Vos vroeg daarop, wanneer het aan-
gekondigde regeeringsvoorstel over de
amnest e zou worden ingediend, maar daar
in den schoot der regeering weer verschil
van meening omtrent het vraagstuk bleek
te zijn ontstaan, waren faspar en de mi
nister van justitie, Janson, trots het aan-
dringen van Wauters, Huysmans en an
dere leden der oppositie er niet toe te be-
wegen ook maar de 'geringste mededee
ling omtrent den inhoud van het voorstel
te doen. Jaspar wilde van de Kamer zien
te verkrijgen, dat zij eerst de voorloopige
credieten zou goedkeuren en eerst daarna
de amnestie aan de orde doen komen, wat
tot een verwarde discussie en verscheide-
ne iricidenten aanleiding gaf. Ten slotte
Etta vonden er niets vernederends in.
De buren der Kilbournes. die ook tot de
gasten behoorden, namen den nieuweling
nieuwsgierig op. Ze begrepen dat hij een
plaatsvervanger was voor iemand, die
hoog aangeschreven stond bij de qast-
vrouw en ze waren vriendelijk gestemd.
Ze vonden het zelfs een beetje zielig, want
het was niet te verwachten, dat de Kil
bournes meer dan een zoo'n wonder on
der hun vrienden telden; maar hun mede-
lijden was geheel overbodig en weldra
genoot mevrouw Kilbourne van haar
succes.
De onbekende was charmant. Zelfs Ma
rian en Hilda, die hem van geheel ver-
schillende standpunten beschouwden en
hem beter kenden dan iemand anders, ont-
dekten eigenschappen, waar ze zich in
stilte over verbaasden. Minnie Harlan,
wier tafelheer hij was. was in de wolken.
Rawlins sneed niet op. Marian deed
eenige poqingen om hem gelegenheid te
geven zijn wijsheid te luchiten, maar een
enkele blik van hem beduidde haar. dat
hij niet gediend was van haar welgemeend
enthousiasme. Hij was gewoon een heer,
die dineerde te midden van zijn gelijken.
Als hij bovendien interessant bleek te zijn.
was dat geheel toevallig.
Hij was voorzichtig en beleefd. Hij ver-
gat niet, dat juffrouw Harlan zijn tafel-
dame was. Hilda vond zelfs, dat hij het
wat overdreef. Rechts van juffrouw Har
lan zat ook nog iemand, die wel eens iets
had kunnen zeggen, maar daarvoor was
Rawlins te nauwgezet. Het scheen hem
geheel te ontgaan, dat er oogenblikken
waren, dat Hilda vond, dat hij wel wat
meer aandacht kon besteden aan de fami-
lie Kilbourne.
,,Hij is de ziel van het heele gezelschap,
verklaarde Etta, toen ze weer uit de eet-
werd gestemd over een voorstelvan
Cauwelaert tot sluiting van de discussie.
maar slechts 49 van de 187 leden bleken
aanwezig, waarop de Kamer niet meer in
getal zijnde, de vergadering moest worden
opgeheven.
Verwacht wordt, dat het amnestievoor-
stel deze week zal worden ingediend,
maar niet meer voor het reces zal bespro-
ken worden.
Naar verluidt zouden, volqens het Hbl.,
verjaard worden verklaard alle terzake
van politieke misdrijven opgeloopen straf-
fen, die minder dan tien jaar hechtenis of
dwangarbeid bedragen, terwijl bij zwaar-
dere straffen de Kamer van Inbesohuldi-
gingstelling de zaak opnieuw zou onder
zoeken. De politieke rechten zouden niet
voetstoots worden teruggegeven.
Borms, die ter dood werd veroordeeld
en wiens straf in twintig jaar dwangar
beid werd omgezet, zou dus niet onder de
to°passing der amnestiewet vallen. Daar
hij binnenkort tien jaar gevangenisstraf
heeft uitgezeten, valt hij evenwel onder de
toepassing van de wet op de voorwaar-
delijke imvrijheidstelling, met het gevolq,
dat hij, naar verluidt, voor het van kracht
worden der amnestiewet reeds zou wor
den ontslagen.
DE ONDERHANDELINGEN OVER
HET RIJNLAND.
Elken dag blijkt duidelijker, schrijft de
N. R. Crt dat degenen die, in zwartgal-
lioheid, van meening waren, dat de rede
van Briand te Geneve de deur voor verdere
toenadering tusschen Frankrijk en
Duitschland dicht had gedaan, te haastig
en te onbezonnen in hun oordeel zijn ge
weest. Door de nog steeds open gebleven
deur zijn de ..mogendheden van Locarno'
de conferentiekamer binnengegaan en het
Zwitsersche Telegraafagentschap is ons
Donderdagavond komen vertellen. dat men
de totdusver bereikte uitkomsten ..bevredi-
gend" acht. Preciseerend, deelt het dan
verder mede, dat uit Fransche bron bekend
is geworden, dat Duitschland ..eventueel"
bereid zou zijn, vergoedingen aan te bieden
voor een tegemoetkoming van Frankrijk in
zake de ontruiming. Voorts blijkt de En-
gelsche minister Cushendum. de in dit ge
val voor de hand liggende rol van be-
middelaar tusschen beiden te spelen.
Of het „vrij groote optimisme" dat, naar
luid van een anaer bericht uit Geneve, zoo-
wel in Duitsche als in Fransche kringen
zou heerschen, echter nu reeds op goede
gronden kan berusten, moet aan den ande
ren kant ook weer in twijfel getrokken
worden. Daarvoor zijn de onderhandelin-
gen stellig nog te zeer in het voorloopige
stadium en moet nog te veel ruggespraak
met Parijs en Berlijn gehouden worden.
De Intransigeant doelt op een con
ference van deskundigen te Parijs. die
in October zich met het zoeken naar een
oplossing van ..alle Duitsche kwesties zou
bezighouden, een mogelijkheid die tegelijk
door de Vossische Zta. wordt aangeroerd.
Bestaat aan Duitschen kant thans wer-
kelijk geneigdheid tot vergoeding of tegen-
praestaties tegenover tegemoetkoming van
Fransche zijde dan zou natuurlijk een at-
mosfeer geschapen zijn, waarin de zeer
moeilijke onderhandelingen ten slotte tot
een bevredigende uitkomst kunnen leiden.
Totdusver had men nog steeds uit offi-
cieele en officieuze Duitsche kokers ver-
nomen. dat er geen kijk op was, dat
Duitschland gezind zou zijn de obligaties
kamer in de provsiekamer kwam. ..Hij is
geweldig!"
„Je kon zoo wel zien, dat hij een heer
is," zuchtte Rosa. ,,Ik wou, dat Grosvenor
mij eens iets naar binnen liet brengen.
,,Geen kans!" zei Etta. ,.Hij vindt het
al erg genoeg, dat ik af en toe binnen
kom; maar ze zijn met zestien en hij heeft
me dus wel noodig. Rosa, hij eet net als
de anderen. En praten!"
Rosa verging van jaloezie.
Wacht maar, tot we hem morgen te
pakken krijqen," zuchtte ze.
,,Ik denk zoo, dat je hem nooit weer
zult zien, tenminste niet onder ons zei
E*:ta eveneens met een zucht.
Grosvenor stapte de provisiekamer bin
nen met zulke stijve beenen, alsof zijn
knieen heelemaal niet meer werkten.
..Hij doet alsof hij mijn meerdere is,
zei hij blijkbaar in zichzelf ,,De land
looper! Ik zeg ongetwijfeld den dienst op.
Het is een schandaal, de manier, waarop
hij haar ..Hilda" noemt."
Luid lachen klonk van uit de eetkamer.
Grosvenor kromp ineen en veepde zich
het voorhoofd af met een servet. Etta trek
een veelbeteekenend gezicht tegen Rosa
en knipoogde.
Het diner verliep uitstekend. Mevrouw
Kilbourne was er zeker van, dat het een
onvermengd succes was. toen ze mevrouw
Shinn tot haar buurman hoorde fluiste-
ren:
..Wie is hij toch? Hij heeft natuurlgK
geld, maar wie is hij?"
Wat dat aangaat, gedroeg Rawlins zich
keurig tegenover de Kilbournes. Hij ver-
telde aan de buren niets meer, dan hij aan
henzelf verteld had. Hij stelde hen in de
gelegenheid alle mogelijke gevolgtrekkin-
gen te maken, maar hij was vaag en hulde
zich in een bescheiden geheimzinnigheid,
van de her-stelschuld te mobiliseeren; dat
het geen toezicht in de Rijn-zones na de
ontruiming zou gedoogen enz. Het voorop-
stellen van weigeringen is geen goede tak-
tiek, als men van een andere partij een
tegemoetkoming wil, tenzij men haar uit
het stelsel van ,,overvragen" wil verklaren,
wat in dit verband dan zou beteekenen, dat
van de andere partij eerst te veel gevergd
werd.
Nu komen er echter voorzichtige zinspe-
lingen op de mogelijkheid dat Duitschland
toch te vinden zou zijn voor mobilisatie
van obligaties, indien Amerika (waarbij de
Duitschers zeker bot zouden vanaen indien
zij ervoor gespannen werden om Washing
ton te polsenerbuiten gelaten kon worden
en Europa aan de operatie mee zou helpen.
Voorts is er sprake van een mogelijke con-
trole in den vorm van een ,,Feststellungs-
verfahren", een procedure dus om vast te
stellen, dat er geen verontrustende mili
taire maatregelen in de richting of de buurt
van het Rijnland genomen worden. Wij
kunnen rustig afwachten wat uit dit nog
eenigszins troebele mengsel van aanduidin-
gen en geruchten ten slotte kristalliseert.
Aan andere geruchten, volgens welke
Frankrijk en Belgie voor de ontruiming van
het bezette gebied een som van driekwart
milliard gulden van Duitschland zouden
eischen om daarmee van Antwerpen tot
vlak bij Bazel een reeks van moderne ves-
tingwerken tegen een onverhoedschen
Duitschen aanval te bouwen, zal men voor-
loopig nog wel niet ernstig aandacht willen
scheriken, omdat met den aanleg van zulk
een vestinggordel eerst nog zoovele jaren
gemoeid zouden zijn, dat van een ver-
vroegde ontruiming tenauwernood meer
sprake kan zijn.
HET EERSTE LUSTRUM VAN DE
SPAANSCHE DICTATUUR.
Prima de Rivera, de Spaansc'ne dicta
tor, is bij de vier.ing van het vijfjarig be-
s aan van het nieuwe regime, het middel-
p,unt van een grootsche huldiging door de
bevolking van de hoofdstad en de uit alle
oorden daarheen gestroomde Spanjaaiden
geweest. Tot uit Afrika, schrijft de N. R
Crt., waren afgevaardigden van Mooren
en Joden gekomen. Eindelooze stoeten en
groot feestgedruisch konden echter den
indruk niet wegnemen die twee feiten
maakten: dat vlak voor het feest een groo
te samenzwering tegen de Rivera s dicta-
tuur was gesmoord en dat de koning er
verre van bleef. omdat hij door een bezoek
dat hij aan het Zweedsche hof brachi,
buitenaf vertoefde. Monarchen houden
zich in dictatoriaal geregeerde landen op
den achtergrond, daar zij z:ch in n kiesche
pos tie moeten gevoelen vanwege de door
hen bezworen grondwet. Ook in Italic
valt de schaduw van Mussolini over den
Koning, die van nature al klein van ge~
stalte is.
In het buitenland zal men zich afvragen
of de afwezigheid van den koning bij dit
luisterrijke nationale feest geheel toeval
lig of opzettelijk was. Constitutioneele ka-
ningen kunnen zich al niet over de staat-
kunde uitlaten. hoeveel moeilijker echter
souvereinen, die bij de qenade van een
dictator op hun troon zijn gebleven?
Met afwezigheid kan iemand intusschen
welsprekender zijn en meer zeggen dan
met een lanpe rede. De verleden jaar inge-
stelde ..volksvertegenwoordiging" heeft
slechts raadgevende bevoeqdheden en han
dle op hen een even prikkelende uitwer-
king had, als gewoonlijk op Hilda.
Na het eten dansten ze op het terras,
waar het koeler was dan binnen. Minnie
Harlan had den eersten dans met Raw
lins. Hilda besloot even naar boven te
gaan om andere schoenen aan te trekken.
Toen ze terugkwam. danste Marian met
hem en het was zoo duidelijk dat ze in den
zevenden hemel was, dat haar zuster cn-
willekeurig de wenkbrauwen fronste.
Maar hij vergat Hilda niet. Hij vergat
niets van alles wat hij behocrde te doe-1.
De derde dans was met haar. Ze begon
vriendelijker dan eigenlijk de bedoeling
was, waarschijnlijk omdat Minnie Harlan
naar hen keek. Toen ze aan het eind van
het terras kwamen, begon hij een gesprek.
,,Wie was die jonge man, die naast Ma
rian zat?" vroeg hij.
..Een jongen Merrill. Waarom?
..Ik heb hem op de golfclub gezien.
Ze keek hem verschrikt aan.
Heeft hij je herkend?" vroeg ze ont-
hutst.
„Ik geloof het niet. Hij kwam er iuist
aan, toen jij tusschen mij en Wheeler
kwam."
Stel je voor, dat hij je herkend heeft!
O!"
,,Dan zou het maatschappelijk bouw-
werk ineenstorten", veronderstelde hij.
Hij voelde. dat ze zich stijf terugtrok.
.Zulke kwasten zijn we niet". zei ze
koel, ..maar
Ze maakte een verkeerden pas, maar
Rawlins bracht haar handig weer op dreef.
Hij kon goed dansen en ze wist het.
..Pardon. Hilda", zei hij met onver-
schillige beleefdheid.
(Wordt vervolgd.)
COURA