ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENT1EBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 8251.
Vrij dag 2'' Juli 1928,
68e Jaargan
Eerste Blad.
fkuillkt git
ABONNEMENTSPRIJ S:
Voorstanders en tegenstanders van hat
Nieuw-Feminisme.
De innemende Landlouper
~B INN E N L A N D.'~"
n- t kt „W14(1 n,r 1 Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetalinp fr. per post 6.60 per jaar
VWBelqie en Amerika f 2,25, overipe landen 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bi, voormtbetalmp.
Dit blad verscliijnt iederen Maandap-, Wcensdag- en Vrijdagavcnd.
HINDERWET.
Burgerpeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat bet verzoek van ADRIA.AN
LOOF te Ter Neuzen, om in het perceel kadastraal
bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie L No. 1561.
een vleeschmolen ^met een electro-motor van 2 P.K.
in zijn bestaande slagerij te mogen plaatse.n en in
working brengen. door hen is ingewilligd.
Ter Neuzen. den 23 Juli 1928.
i
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
T. HUIZINGA, Burgemeester.
J. L. DREGMANS, Fd.-Secretaris.
Wij hebben in twee artikelen petracht
uiteen te zetten, wat de bekende Famke
met haar Nieuw-Feminisme bedoelt. In
het eerste stuk hebben wij er vooral op
pewezen, dat Famke proote, billijke en
door ons prootendeels qedeelde bezwa-
ren heeft tepen het ontwrichte pezinsle-
ven van den tepenwoordipen tijd, en in
een tweede artikel hebben wij meer in het
bijzonder er op pewezen, hoe Famke de
nop maar steeds toenemende onpehuwd-
heid van vele vrouwen als een proot euvel
beschouwt. terwijl wij aan die uiteenzet-
tinp ook hebben toepevoepd een oppave
van -de zoo verschillende middelen, die zij
aanbeveelt om tot verbeterinq van de ver-
keerde toestanden te komen.
Het zal niemand verbazen, en is ook on-
petwijfeJd slechts weiniqen peheel onbe-
icend pebleven, dat tepen deze bewerin-
pen van Famke van zeer verschillende
kanten vrij ernstip bezwaar is qerezen en
wij willen nu ook paarne enkele van die
bezwaren hier noemen, en ze tevens wat
nader nop onder het oop zien.
Naar aanleidinp van haar brochures
vertelt Famke eeniqe brieven te hebben
ontvanpen van vrijpezellen van middelba-
ren lee'ftijd. Hoop prijst zij den toon, die
uit die verschillende brieven haar is tepen-
qeklonken, al deze brieven waren (vol-
pens zeppen van Famke) buitenpewoon
eerlijk, zeer objectief en prettip om te
lezen. En enkele uitinpen vooral uit die
brieven acht Famke buitenpewoon de
moeite waard om ze eens nader te be-
schouwen, ja, zelfs acht zij het niet buiten-
gesloten, dat door nadere beschouwinp
van deze bezwaren en pevoel'ens de beide
sexen tot een beter wederzijdsch begrijpen
zouden kunnen komen en tot ,,mooiere
toenadering'
Famke's eerste correspondent meent,
dat de menschheid verder van de natuur
is afgeweken, en dat om het nu maar
wat korter te zeppen de man en de
vrouw te veel van elkander eischen. De
menschheid is te verstandelijk peworden
en komt minder dan vroeger onder den
ban eener sterke verliefdheid. Zulks mede
(wordt er gezegd), omdat door de eman
cipate der vrouw en door de lossere om-
pang van de beide peslachten de vrouw
veel van haar geheimzinnigheid voor den
man heeft verioren. Waar dan nop bij
komt, dat mannen, vrouwen en kinderen
veel meer eischen stellen aan het leven,
en dit alles het huwelijk dus tot een kost-
bare zaak maakt. Famke weet met deze
beide oorzaken: een psychologische en een
door
E.-J. RATH.
Vervolp.)
8)
.Moeder, heeft Kane pezepd of hij van-
middag ping tennissen?
,,Ik heb hem niet gezien, kindlief."
Niemand doet tegenwoordig iets, zei
het kind humeurig^ ,,Het is de vervelend-
ste zomer, dien ik ooit beleefd heb.
Kalm keek ze Wade Rawlins aan. De
zegepraal was aan haar. Hij zon juist op
een manoeuvre, om zich met eere terug
te trekken, toen mevrouw Kilbourne het
woord nam.
,,Het was heel belangwekkend," zei ze.
„Zou je praap een betrekking a'.'s chauf
feur hebben, Rawlins?'
„Waar is Oswald?" vroeg Marian.
,,Die is wep," antwoordde haar moeder.
„Het wordt poed betaald, Rawlins -
Marian
Marian, die opgestaan was, sloeg keu-
rip een rad. Met een vreugdekreet kwam
ze weer op haar voeten terecht.
„Wat heb ik u pezepd, moeder? Heb
ik niet dadelijk gezien, dat hij niet deug-
de? En nu is hij wep. O, moeder, ik sterf
ik sterf van geluk
Weer volgde een acrobatische toer.
Mevrouw Kilbourne bepreep, dat het
beter was geen notitie van haar dochter
te nemen. Ze wendde zich weer tot ^oen
zwerver.
economische peen raad, naar uit haar be-
handelinp daarvan blijkt. Zij ontziet noch
haar lezers noch zichzelf om te zeppen,
dat indien dit alles waar en juist was
het leiden zou tot het vrije huwelijk,
en dat (zept zij letterlijk) in een tijd, die
er nop in peen eeuwen rijp voor is. Van
heeler harte willen wij van een derpelijke
redenatie zeppen, dat zij ons niet alleen
uiterst pevaarlijk lijkt, maar dat Famke
door haar weinip diepgaande bespreking
van dit bezwaar petoond heeft, dat zij de
probl'emen niet baas kap. Bitterheid welt
er bij deze ..pewone huisvrouw" op (zoo-
als wij dat trouwens heel typisch vrou-
welijk oo". bij andere vrouwen kunnen
waarnemen, zoodra zij tot t inzicht komen
dat zij een of andere kwestie niet meester
kunnen worden), maar zij moest het toch
zelf voelen en anders zich in deze zaak
ook eens door haar man laten leiden: dat
een veranderinp als de door ons qeschet-
ste haar geheele zaak peen voordeel, maar
wel proote schade doet. Iemand, die op
een derpelijke wijze maar dadelijk gaat
dreipen en ,,bolsjewieken heeft niet het
recht zich er in een latere brochure over
te beklagen, dat het Bestuur van het Lees-
museum voor vrouwen in Den Haap be-
sloten heeft, haar Nieuw-Feministische
brochures niet onder haar lectuur op te
nemen, als zijnde ..onpeschikte lectuur
voor vrouwen", terwijl een recensent in
het Evangelisch Zondagsblad Famke's
brochures wel fatsoenlijk, maar niettemin
onzedelijk noemde!
Famke's tweede correspondent vraapt:
„Moet men, alvorens te kunnen trouwen.
bepaald dansen of tennissen V En hij
voept er nop aan toe: Dansen vind ik
een afschuwelijke bezipheid; tennissen,
daar heb ik peen lust of tijd voor. Het is
toch wel een dwaze wereld, dat men aller-
lei onnuttipe bewepinpen moet maken, om
meisjes uit den onpehuwden staat te trek
ken. Ze doen veel te weinip haar best,
die tienduizenden, (zept deze oude
vrijer"), ,,en verlanpen toch nop steeds,
dat de mannen zich warm voor haar ma
ken. De conventie hanpt nop zoover,
vooral over de z.p.n. betere standen.
Meisjes van „goede standing" vindt hij
vaak gemaakt, onnatuurlijk, geleerddoe-
nerig, kleurloos of stom. En hij voept er
nop aan toe, dat onder de mindere stan
den vaak meer pit en natuurlijkheid zit.
Famke meent, dat meisjes van poede
standing" met deze uiting haar voordeel
kunnen doen en er leering uit kunnen put-
ten, maar toch heeft zij dezen correspon
dent teruppeschreven, dat wanneer hij niet
de minste moeite wil doen om met meisjes
uit zijn eipen stand in kennis te komen,
de voile schuld ook bij hem lipt om zijn
gemakzucht. En ZQnder veel moeite zich
weer te maken over wat zij zept of aan-
raadt, vraapt Famke: Wanneer die mijn-
heer de meisjes uit den gegoeden stand
dan zoo kleurloos en stom vindt, waarom
hij dan niet een meisje trouwt uit den
minderen stand Overigens heeft Famke
onzes inziens wel weer pelijk als zij zept:
,,Laat een meisje eens een klein beetje
haar best doen tegenover den jonqeman, j
dien zij aardip vindt, hoe wordt zij dan j
onmiddellijk het voorwerp van onbarm-
hartipe critiek, en hoe heet het dan weer
onmiddellijk: Een man wil er voor vech-
ten, een man wil een vrouw veroveren'
Maar er zijn nop meer opponenten ge-
komen, en onder meer een, wien I amke
prif en volkomen pelijk paf. Deze schreef
haar: .Wanneer ik mijn armen om een
„}ie kunt honderd dollar in de maand
verdienen. Kost en inwoninp krijp je vrij
en we hebben nop wel een livrei voor je."
,.Dat, wat u voor den voorlaatste kocht,
moeder," zei Marian, knikkend. ,,Hij
stuurde ons het beleeninpsbriefje terup,
weet u nop wel. Dat heb ik netjes van
hem pevonden, zelfs al stal hij de post-
zegels er voor. Het zal dezen precies pas-
sen."
Het was half bedoeld als hateJijkheid,
maar Rawlins nepeerde haar. Het gewich-
tipe oogenblik was pekomen en dat was
heel wat belangrijker; toen hij sprak,
trachtte hij zoo onverschillig mogelijk te
doen.
,,Als u het met mij probeeren wilt, me
vrouw".
Mevrouw Ke.bourne knikte van ja.
,.Gced dan", zei hij; „ik zal zien, hoe
lanp ik het uithoud".
Beiden stonden op.
,,Ik zal je zooveel mogelijk helpen zei
mevrouw Kilbourne hartelijk. Marian,
wil je Grosvenor roepen en hem ^Raw
lins naar de parage laten brenpen?"
,,0, ik zal hem wel brenpen' zei Ma
rian. „Ga maar mee!"
Toen de Limousine wegreed, stond Ma
rian op de treeplank. Een pids was eigen-
lijk overbodig; men had eenvoudig de op-
rijlaan te volpen, die om het huis heen liep
en eindigde in de parage, een paar hon
derd meter verder. Maar Marian had iets
op het hart. Ze barstte los, toen de auto
stopte en Rawlins uitstapte.
,,Ik hoop niet, dat je hier iets denkt te
bereiken, zoolanp je mij wat wijs maakt
„Wat blieft u, juffrouw?
Je verstaat me best. Ik laat me niet af-
vrouw zal heenslaau, dan wil ik hebben
een vrouw, die zich kleedt als een vrouw,
die pevormd is als een vrouw, die haren
draapt als een vrouw. en wier kus niet
ruikt naar tabak!" Famke heeft pelijk,
vast en zeker: hier, ook hier is leering te
putten vooral die moderne jonge vrou
wen, die haar aantr- kkelijkheid denken te
verhoopen door all" "ei buitensporiqheden.
Een vierde uiting 1 nslotte, die Famke in
haar derde brochure (getiteld: ,,De
Nieuwe Taak van het Nieuw-Feminisme"
ter sprake heeft gebracht, was de mede-
deeJing van een ongehuwd man, die in een
keurig" en nog wel dichterlijk gestelden
brief opkwam tegen Je beschuldiging van
de schrijfster alsof slechts de onaehuwde
man zich zou ,,uitleven", terwijl hij er op
wees, hoe veel gehuwde mannen zich ook
aan allerlei excessen chuldig maken. Deze
schrijver was geeindigd met te zeggen:
,,In meerdere punten sta ik aan Uw ziide,
doch ik geloof, dat niet door strijd of door
nivelleering van elkanders belangen, doch
alleen door de liefde een oplossing te vin-
den is. Leer toch de vrouwen om natuur-
lijk, en niet gemaakt te zijn, en in het moe-
derschap een levensdoel te zien Men
ziet uit dit alles, dat Famke naast tegen-
stand en moeilijke v agen, toch ook van
mannen-kant veel bijval en instemming ge-
noot.
Wellicht is echter de beste tegenspraak
van Famke's beweringen door haar zelf
afgedrukt in haar vierde brochure, waar-
in onder haar stuk een overdruk is ge-
plaatst van de opmerkingen van den heer
D. L. Daalder, redacteur van het Paeda-
gogisch blad „Het K,nd". Deze redacteur
en wij zijn het met deze opmerkingen
volkomen eens heeft het allereerst in
Famke geprezen, da zij vol was van de
bewogenheid, die strijdt voor een dierbare
overturning, en dat zij, zich een geroepene
voelend in de wcestijn der moaerne
samenleVing, tot een werk is overgegaan,
dat meer treft door lyrische kracht dan
door de scherpe log'ca van haar betoog
(een zwakke ziide, d:; wii in het begin van
dit artikel ook reeds nebben aangetoond).
De heer Daalder merkt het zoo aardig, en
toch ook zoo scherp op. dat de bedacht-
zame lezer de wezenlijke bedoelina in haar
profetisch proza maar moeilijk zal kunnen
vinden. Toch is die bedoeling, of men ze
bewondert of verwerpt, in ieder geval
nobel en volmaakt eerlijk.
Famke's getuigenis is het vlammend ge-
tuigenis van het geluk, dat de vrouw-als-
moeder vinden kan in een harmonisch
huwelijk. Het is om haar innip bepeeren,
dit geluk het deel te zien van iedere
vrouw. Zij constateert in elk vrouwen-
leven de hunkering naar het bezit van
man en kinderen, en het schrijnend ver-
langen om van doellooze eenzaamheid te
worden verlost. En boven al haar werk
zou als motto kunnen staan, dat ontroe-
rend gedicht van Margot Vos:
Hoort ge mijn stem niet sidd'rend slaan
Ik kiaag de uitbundige aarde aan,
Grensloos van zilv'ren zomer.
Ied're plant dronken van levensbloei,
Ik dor en verschrompeld en zonder groei,
Met mijn simpel hart van droomer.
Wreed is het, wreed door de zon te gaan
1 Met koortsige Landen, die al al aan
Glanzende dingen grijpen;
Zorgend, dat korrel tot pracht ontplooit,
Doch 't eigen lijf in ontbering nooit
Tot zijn zomer te voelen rijpen!
Maar de heer Daalder zal wel gelijk
hebben. als hij het in twijfel trekt, of nu
werkelijk alle vrouwen zulke gevoelens
koesteren. Er zullen er toch ook zijn, van
die fijne, serene naturen, die chariteit en
religie verkiezen boven de liefde voor een,
en die Eros verwierpen om der wille van
Christus.
Voorts heeft Famke stellig gelijk, als zij
acht, dat het Feminisme te weinia tot de
vrouwen gesproken heeft over huwelijk
en moederschap, en te veel oyer arbeid en
maatschappij. Het is Famke s vaste over-
tuiging, dat de Feministen door haar pro
paganda voor vrijheid en dienst aan de
wereld, de jonge vrouwen hebben gesug-
gereerd, dat daar, in die wereld. de roe-
ping der vrouw zou liggen, eh niet langer
of vooral in de volkomen toewijding aan
de kleine, maar superieure taak in het ge-
zin. Zij meent, dat de vrouw toch trots al
les blijft haken naar de intimiteit en de
jemoedelijke sfeer van de rustige kamer in
let eigen huis, vervula van vreugde om de
kleine, dagelijksche dingen. die in het
groote verband van de wereld toch van
zoo ontzaglijke waarde zijn. Aan het
oudere Feminisme verwijt zij daarom, dat
dit de surrogaten heeft overschat, en noch
de heer Daalder, noch iemand onzer zal
durven of kunnen beweren, dat het Femi
nisme van vroeger niet werkelijk op dit
punt schuldig staat. Zoo wordt Famke de
propagandiste van het Nieuw-Feminisme,
dat als evangelie belooft en predikt: het
,,herstelde" huwelijk, en het ..herstelde
moederschap. En niet zal er worden ge-
rust voor en aleer iedere vrouw dien dub-
belen zegen zal hebben gevonden. Wij
staan dan ook gaarne aan Famke's zijde,
als zij pleit voor de absolute heiliging van
het huwelijk, en als zij strijdt tegen alle
dubbele moraal, die aan den man zou toe-
staan wat in de vrouw (terecht) wordt
verafschuwd.
Misschien zal er ook een enkele vrij-
aezel door haar bitter woord tot inkeer
worden gebracht. Toch zal dat niet meer
dan een enkele zijn. Bedacht dient te wor
den, dat er ook onder de mannen supe
rieure geesten zijn, die uit nobele motiev*
de eenzaamheid kiezen. Maar zal daar-
naast de grootere kudde van ego'istische
mannen zoo snel tot verandering zijn te
brengen En als deze ego'istische geesten
eens in het huwelijk vluchtten, zouden de
vrouwen, met wie zij trouwen, dan werke
lijk worden verlost van het leed, dat voor
haar huwelijk haar deel was
Wij zullen goed doen, om eenvoudig te
erkennen, dat voor de grootste groep een-
zame vrouwen het vraagstuk onoplosbaar
is. Voor ieder huwelijk en ook voor alle
goed, echt, gezegend moederschap is iets
noodig, waarvan Famke de volstrekte
noodzakelijkheid veel te weinig heeft voor-
opgesteld. n.l. het wonder, waarvan de
veeltijds gesmade dichters van alle eeuwen
hebben gezongen, en dat door duizenden
is ondervonden als het hoogste en beste.
Die liefde laat zich niet dwingen, noch
door boycot, noch door belasting. En wie
deze liefde aanvaardt als de onmisbare
factor voor huwelijk en moederschap, die
heeft eenvoudig hoe zeer het hem of haar
ook aan het hart gaat) te aanvaarden de
eenzaamheid van anderen, in wier hart de
liefde niet uit- en doorbrak, of die geen
weerklank vonden.
De heer Daalder heeft onzes inziens ge
lijk. als hij het (schijnbaar onbarmhartig
zegt: Het is grooter geluk: de waarheid
te zien en de smart te leeren dragen die
ieder menschenkind krijgt op zijn beurt,
dan zich te vleien met een hoop, waarvan
de verwezenlijking toch niet voor alien
schepen. Het maakt me alleen razend, dat
ik je niet gauwer in de paten heb gehad."
Hij krabde zich achter het oor en keek
haar verbaasd aan. Ze maakte een min-
achtend pebaar.
„E«n van de landloopers, die we verle-
den jaar hadden, bepon onpeveer net als
jij. Hij dacht, dat ik onnoozel was. maar
ik had hem gauw door!"
Rawlins bepon pl'ezier in haar te krij
gen.
„Ik zette hem zoo op zijn nummer, dat
hij wenschte, dat hij hier nooit een voet
over den drempel had gezet!
,,Hoe, juffrouw?"
Te laat beet hij zich op de lippen.
,,A1 wat ik kan zeppen". plaagde Ma
rian, „is dat ik het op een allermerkwaar-
digste en hoogst avontuurlijke wijze
deed".
Ze deed hem precies na. Zijn mondhoe-
ken trilden even en zelfs zijn baard van
drie dapen kon het niet verberpen.
,,Ik hoorde, dat moeder je Rawlins
noemde. Hoe heet je nop meer?"
,,Wade, juffrouw".
,,Nu dan, Wade Rawlins, waar bepon
je te liepen, daarnet op het terras?'
Hij moest werkelijk even nadenken.
Wanneer kwam u binnen? vroeg hij.
,,Ik kwam binnen, toen je van huis weg-
liep en naar de stad ping
„0 ja Hij keek haar eerlijk aan. ..Met
spijt me, dat u iets pemist hebt, maar ik
bepon al voor dien tijd
Ze knikte langzaam.
,Het verbaast me niets, Rawlins. |e
deed dus niet anders dan jokken, jokken
en nop eens jokken!
Juist," bekende hij.
Marian ping zitten op de treepank en
keek hem verpenoepd-lachend aan.
,,Ik denk, dat we beste vrienden zullen
worden," zei ze; ,,maar je moet voorzich-
tig zijn. Ik heb meer verstand van land
loopers, dan je denkt. Een heeleboel
meer; veel meer dan moeder!'
V.
Marian Kilbourne onderwierp hem aan
een nauwkeurip en critisch onderzoek met
bewonderenswaardip peduld en doorzet-
tingsvermopen. Rawlins kreep het pevoel.
alsof hij langzaam en stelselmatig ontdekt
werd; toch maakte het hem peenszins ver-
lepen.
Toen beiden even zwepen, maakte hij
van de pelepenheid pebruik de parage
eens rond te kijken, die met haar twee
verdiepingen poed paste bij het huis.
Jij woont boven, zei Marian, die zap,
wat zijn aandacht trok. ,,Er zijn twee
slaapkamers; een voor den chauffeur en
een voor een landlooper, als we er een
hebben; maar jij krijpt het rijk alleen. Os
wald's kamer is de beste. Jij bent de eerste
landlooper, dien we van den maand zien.
Het bepon moeder al te vervelen. Je hebt
haar echt opgevroolijkt. Je hebt zeker we!
gemerkt, dat ze een zwak heeft?"
,,Ik voel me heel gelukkig," antwoord
de hij voorzichtip.
„Ik zou niet al te veel vertrouwen heb
ben, als ik jou was. De anderen zullen alle-
maal tepen je zijn. Ik niet, tenminste...
Hilda zal razend zijn, denk ik. Van vader
kan je nooit vooruit weten. Hij zal het je
zoo zuur mogelijk maken of zoo tarn zijn,
als iets; maar ik denk niet, dat hij op ie
hand zal zijn. De bedienden zijn natuurlijk
mogelijk is. En wij zullen het dus ook
moeten dulden, dat er zijn, die noch het
geluk, noch de bijzondere moeiten van de
gehuwden uit eigen ervaring leeren ken-
nen. Wij zullen alien moeten vinden, wat
menige eerzame, sterke vrouw al lang voor
ons gevonden heeft; de aanvaarding van
wat niet door den wil van een mensch te
veranderen is. Er zijn zeeen van onrecht,
die door menschenhanden te dempen zijn.
Maar er is ook leed, dat niet is weg te
nemen. Dan moet er worden gezwegen.
En dan is er geen troost dan bij Hem, die
gezegd heeft, dat Hij gekomen was om te
genezen de ..gebrokenen van harte'
TOEWIJZING DER GOLFLENGTEN
VOOR DEN RADIO-OMROEP.
Het hoofdbestuur der posterijen en
telegrafie deelt mede
Naar aanleiding van verschillende pers-
berichten van den laatsten tijd aangaande
de verdeeling der aan Nederland toe te
wijzen golflengten schijnt het niet over
bodig er nog eens op te wijzen dat de
Union de Radiofonie, een niet-officieel
I'ichaam, in haar conferentie te Lausanne
slechts „voorstellen" heeft geformuleerd
betreffende de toewijzing van golflengten
aan de onderscheidene landen. Verder
reikt haar bevoepdheid niet.
In voorbereidinp is thans een confe
rentie van de vertegenwoordigers der be-
trokken landen ter definitieve behandeling
dezer voorstellen. De verdeeling der aan
elk land toepedachte golflengten peschiedt
uiteraard door de repeerinp van het be-
trokken land. Indien aan Nederland
slechts een lanpe golflengte mocht worden
toegewezen kan deze derhalve zoowel
voor Hilversum als voor Huizen worden
bestemd; of deze golflengte nop in be
schouwinp kan worden penomen voor toe
wijzing van den zakelijken omroep - wat
Nederland betreft dus aan Scheveninpen
zal mede afhanpen van de zienswijze
veiii ae hocjgei ^enoemae siaieu-^oiiie-
rentie. Omtrent de uiteindelijke repel'inp
dezer aanpelepenheid staat dus nop niets
vast.
AANSPRAKELIJKHEID VAN
GENEESKUNDIGEN.
Thans is afgekondigd Staatsblad no.
222, inhoudende de wet van 2 Juli jl. hou-
dende nadere voorschriften ten aanzien
van de uitoefeninp der peneeskunst.
In een zeventienial artikelen is o.a. be
paald dat een peneeskundipe, een tand-
arts of een vroedvrouw, die zich schuldig
maken aan handelinpen, die het vertrou
wen in den stand der peneeskundipen on-
dermijnen", of aan nalatigheid. waardoor
ernstipe schade ontstond voor een per-
soon, te wiens behoeve genees-, heel- of
verloskundige hulp of bijstand qevraapd
werd, oif aan wien die raad of bij
stand verleend werd, of die in de uitoefe
ninp van de peneeskunst blijk peven van
grove onkunde, onverminderd de aanspra-
kelijkheid ingevolge het Burperlijk Wet-
boek of het Wetboek van Strafrecht, on-
derworpen kunnen worden aan verschil
lende maatrepelen.
Deze maatrepelen zijn een waarschu-
winp, een berispinp, opleppinp van een
geldboete van ten hoopste f 2000, schor-
sinp in de uitoefeninp van peneeskunst
voor ten hoopste een jaar en onizegging
van de bevoepdheid peneeskunst uit te
oefenen.
het erpst. Die haten je. Grosvenor haat je
nu al. Dat is de butler. Vind je hem peen
vlegel'?"
,,Ik heb niet erp op hem pelet.
,Je zult het wel zien", verzekerde ze
Rawlins. „Hij is net, wat ik zep. Ze zullen
het je lastip maken aan de maaltijden,
want je moet met ze eten. Hecht je waarde
aan standsverschil?"
,,Ik peloof, dat het bestaatzei hij.
„0. met mij hoef je niet zoo voorzich
tip te zijn! Weest perust eerlijk. Het kan
me niet scheien, wat je van de bedienden
zegt, maar die letten vreeselijk op stand.
Dat zal je zien."
Ze sprak zoo vol vertrouwen en over-
tuiging, dat hij haar prif geloof de.
,,Ik voor mij heb niets tepen landloo
pers," voepde ze er aantoe.
,,Dat is een geluk voor me."
Misschien", paf ze toe.
De openhartigheid van het meisje trok
hem aan; maar hij voelde niet, dat er zelf-
zuchtige bedoelinpen achter scholen.
Ik kan een heeleboel' voor je doen, als
je eerlijk bent", zei Marian, kruiste de bee-
nen en sloep de armen er over heen. ,,Ik*
heb veel invloed thuis, vooral bij vader.
De meeste landloopers verdijenen, omdat
ze het niet merkten. maar je moet niet
denken, dat ik liefdadip aangelegd ben."
„Niet?"
,.Dan zou je je vreeselijk verpissen. Ik
heb heel peen meelijden met je. Te bent
veel gelukkiger dan vader en die is rijk.
Dat heb je zeker wel gemerkt.
,,Zoo een beetje", paf hij toe, met een
blik in de richting van het huis.
.Jedereen kan het zien zei ze. ,,Hij is
een O. W.-er." (Wordt vervolgd.)