A4.6EMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. E £=£■-£. 8 - -,6'60 ia" ROSSEM" TABAK No, 8227. Vrijdag 1 funi 1828 68e Jaargang abunnementsprijis Eerste Biad. Matthias Claudius. PUROL !M PATiH?VEiR&sra£ BINNENLAND. BUITENLAND. Doorzitten Stukloopen INGEZONDEN MF.DEDEEL-N GF> BOBBY Lichie baai 25c/. TAB A n n 20 ZEEPAARD 15 Duitengewoon handig tA TER NEUZEN, 1 Juni 1928. •&an;3ww,-«w*siw«» ^eiwsw. ZENSCHE COURANT Dit blad. verschijnt icderen Maandaq-. Woensdaq- en Vrijdaqavond. Die ster is nu verdwenen, ik zoek en zoek al Mijn oog zoo moe [meer, vol tranen, vindt nooit die starre weer. Wat de bekende, kort qeleden ovei- leden Prof. Dr. Is. van Dijk ten opzichte van Dickens moet hebben beweerd. heeft de niet minder bekende Prof. Dr. J. J. van Oosterzee verklaard in betrekking tot den man, wiens naam boven dit artikel prijkt. Van Oosterzee beweerde, dat hij niet zou kunnen houden van iemand, die er ronu vooruit zou komen, dat hij niets ophad met Claudius. En Dr. A. W\ Bronsveld, de heengegane redacteur van het ook reeds opgeheven Tijdschrift: ..Stemmen voor Waarheid en Vrede heeft eens in dat maandblad geschreven, dat de brief van Matthias Claudius aan zijn zoon Johannes waard was, naast dien aan Filemon en de brieven aan Timotheiis een plaats te krij ^En toch hoe heeft deze man enkele, ook van zijn verder geestverwante vrien- den, niet geergerd, toen hij als titelprent voor zijn AVandsbecker Bote de bekende knekelfiguur met zijn zeis plaatste, met net onderschrift ,,Vriend Hein En in zi;n verklaring der prenten heet het: ,,De eerste prent is Vriend Hein, hem draag ik dit mijn boek op, en hij zal als bescherm-hei- liqe en als huisgod voor aan de huisdeur van het boek staan". Geen wonder, dat wie geen flauw begrip zelfs heeft van hu mor. zich al ergert, eer hij bij Claudius zelf qinq nalezen, waarom hij alzoo deeu Maar wie dit wel doet, begrijpt dat hier een man handelt, die weet, dat de dood is verslonderi tot overwinning, dat de laat ste vijand die zeker zal overwonnen wor den (naar des Apostels getuigenis) deze ..Vriend Hein" is, die al onze banden sia- ken zal en ons sterfelijk lichaam, vaak zoo vol smart, kwaal en moeite, zal veranderen in een onsterfelijk, onvergankelijk lichaam, om te leven daar, waar geen smart meer zijn zal, en waar alle tranen ons van de ooqen zullen worden afgewischt. In die zekerheid stond en schreef Claudius. Deze Matthias Claudius werd geboren in den jare 1740, te Reinfeld in Holstem, en hij studeerde van 1759 tot 1763 te Jena theoloqie en rechten. Zonder beroep uit te oefenen. bleef hij toen geruimen tijd in het ouderlijk huis, tot hij in 768 mede-redac teur werd van de Hamburger Nachrich ten" om daarna de leiding op zich te nemen onder den schuilnaam ..Asmus van de „Wandsbecker Bote Dank zeker zijn promotie als jurist, benoemde ae re- qeerinq hem tot Oberlands-commissaris te Darmstadt, maar het ambtenaarsleven be- viel hem heel slecht, en hij keerde weer teruq naar Wandsbeck' (vlak bij Ham burg) en tot zijn vroeger redactioneelen arbeid. Zijn beoordeelaars noemen hem een van de meest origineele schrijvers van zijn tijd. Zuivere humor paarde zich bij hem aan inniqe qodsvrucht. Vele van zijn gedich ten werden (en worden nog) als volkslie deren gezongen en niet weinig heeft Clau dius bijqedragen tot verheldering en ver- diepinq van het Duitsche volksbewustzijn Claudius heeft het groote geluk geno- ten een vrouw te hebben, niet alleen zoo als haar portret ons toont) met een be- koorlijk uiterlijk, maar bovenal met :en odel. vroom hart en een blijmoedigen geest om hem te steunen in zijn vaak niet weinig zware huiselijke moeilijkheden. als net ge zin maar steeds grooter werd^ en de op brengst van Claudius' pen, hoe welver sneden die ook mocht wezen, te gering was om in hun soms nijpende zorgen te voorzien. Een van de plaatjes in zijn wer ken toont ons Claudius, die al zijn kinde ren op een rij op den vloer van de kamer had gelegd, en die er met een ,,In Gods naam" met een stok dan over heen springt. Moeder Anna Rebecca (Behn) ziet het tooneeltje glimlachend aan. Deze Rebec ca werd weldra niet alleen aan de lezers zijner geschriften, maaT ook bij Claudius vele vrienden bekend, en zij werd een aan Claudius onafscheidelijk-verbonden figuur uit de Duitsche literatuur genoemd. Dat kon zeker niet anders, waar bij gelegen- heid van hun zilveren feest Claudius de^e dichtregelen haar in zijn blad wijdde 'k Heb U altoos bemind, en zal u blijven [minnen, Zoolang ons God in 't leven spaart, En zweven w'eens Zijn zaal'gen Hemel [binnen, in 't beetre Land... ik min u dan ook daar Claudius' gezin was een vroolijk en ge- lukkig gezin,'ondanks hun zorgen. Even- als bij Jean Paul, die bij den dood van zijn veelbelovenden zoon zich, zooals hij zijn medicus schreef, door het vele schreien een ernstige oogziekte op den hals haalde, en sinds ging kwijnen, zoo was ook de teer- gevoelige' Claudius diep bedroefd bij het sterven van een hunner kinderen, een lief meisje. Waar is nu mijn moed, mijn ae- loof en vertrouwen Zoo klaagde hij. En hij schreef in die dagen deze aandoenlijke dichtregels: Eens stond er aan mijn hemel een ster zoo [klaar en zacht, Haar schoone kleur en glanzen verkwikten [m'in den donkeren nacht, Toen zijn Rebecca ziek werd. zocht hij voor haar genezing in een van de bad- plaatsen aan den Rijn. ,,0 gij, klare bron- nen, k bid u, maak mijn liefste weer ge- zond Rebecca genas.^ maar toch heeft Matthias haar niet overleefd. Deze is 74 jaar oud geworden, en aan zijn sterfbed stonden zijn vrouw en vele zijner kinderen en kleinkinderen. Zijn laatste levensjaren, toen de Fransche soldaten in den Napo- leontischen tijd zijn huis bezetten, en hij met de zijnen moest vluchten en in den vreemde gebrek leed, waren zeker niet de rustigste zijns levens, maar het lijden heeft hem'niet verbitterd, doch gelouterd en in vrede ontsliep hij, nadat de meesten van zijn vrienden hem reeds waren voorge gaan. Deelen wij nu iets over zijn werken mede, dan is het natuurlijk moeilijk om in deze zoo veranderde tijden d^ar nog een keus uit te doem Wel is gepoogd zijn pro- za te vertalen, maar van menig gedicht bleef de vertaling ver beneden peil. Het is niet onze gewoonte hier Duitsche regels af te drukken, maar kon dat wel, dan zou het de moeite loonen om eens Duitsch en Hollandsch hier naast elkaar te plaatsen Claudius' verzamelde werken zijn in vier deeltjes te samen gevat en hij heeft niet, zooals Jean Paul, de zestig deelen zijner werken noq op het laatst van zijn leven moeten ordenen. i och bevatten die vier deeltjes een ware keur van proza en poe- zie. Kostelijk van humor zijn bijvoorbeeld zijn .brieven aan de maan en de beschrij- ving van zijn (gefingeerde) reis naar Ja pan, waarin hij een persiflage levert op de tyrannie der despoten. Zijn brieven aan Andreas doen den schrijver kennen als een man vol geloof. Bekend is aan velen zijn lijkrede op Anselmo, waarin deze woorden voorkomen: „Hij placht deze wereld een groot zie kenhuis te noemen, maar nu heeft hij zijn qasthuis-kiel uitgetrokken, en is hij gene- zen verklaard' Waarde Anselmo, met uw bleek gelaat 't Is alsof gij slaapt. Ach, wij kunnen u haast niet missen, en toch zijn wij niet ontmoedigd, want wij zullen elkander weerzien Geboren als hij was in een pastorie, was Claudius aan den bijbel en den godsdienst niet vreemd. Het leeraarsambt was in zijn familie als ingeburgerd. Zijn keus om zich aan de letteren te wijden was vooral ont- staan uit vrees om onwaar te zijn of te worden. En toen de Fransche revolutie ook over Noord-Duitschland een geest van twijfel en ontkenning bracht, keerde Claudius zich met al zijn kracht tegen dat- gene, wat hem voor zijn volk zoo verderfe- lijk scheen. Met een paar staaltjes van zijn proza en poezie wenschen wij dit artikel te beslui- ten. Men zal daar veel humor in vinden Wij noemden reeds de dichtregelen, ge- wijd aan zijn vrouw, doch het bekende verhaal uit Genesis 2 21 bezong hij, vol ironie, aldus: In 't Paradijs lag Adam eens te slapen Toen werd uit hem de vrouw geschapen. Hoe werd zich d'arme Adam gauw er van [bewust; Die eerste slaap was ook zijn laatste rust. Van zijn liederen, die volksliederen wer den, is wel het meest bekend, vooral in studenten-kringen, zijn Rijnwijn-lied Bekranst met loof den volgeschonken beker, en dringt hem leeg, den Rijn tot eer Mijn heeren, neen, in heel Euroop' voorzeker, groeit zulke wijn niet meer. Wij koopen die bij Polen noch Hongaren, noch bij een Franschen spring-in-'t veld; Wie aan den Rijn geen huis heeft noch altaren, bestee bij hen zijn geld ^Velk vroolijk lied dan zoo hart lijk ein- digt met deze zinnetjes: Komt laat ons vroolijk danken en dankbaar [vroolijk zijn, En wie van ons bedroefden kent of kranken, Hij schenk' hem dezen wijn Van zijn proza geven wij om de plaats- ruimte slechts de belangrijkste gedeelten uit zijn brief aan zijn zoon Johannes, onder het opschrift: „Zilver en goud heb ik niet, maar, wat ik heb, dat geef ik u." Li eve Johannes De tijd nadert, dat ik den weg moet gaan, waarvan men niet terugkeert, en ik laat u achter in een wereld, waarin goede raad niet overtollig is. Niemand is wijs van kindsbeen af; de tijd en ondervinding maken hier wijs en leeren ons, het kaf van het koren te scheiden. Al wat blinkt is geen goud, en ik heb menige staf, waarop men steunde, zien breken en veel sterren zien verschieten. Niets is«groot, dat niet goed is, en niets is waar, dat niet werkelijk bestaat. De mensch is hier niet thuis en wandelt maar niet zoo-maar, zonder doel, rond. Alle dingen met en om hem vergaan zon der het te weten; alleen de mensch is zich- zelf bewust, en als een hooge stevige muur, waar de schaduw langs gaat. Alle dingen zijn onderworpen aan een, hun on- bekende, macht; hij alleen is zichzelven toevertrouwd; en heeft (in zekeren zin) zijn leven in eigen hand. Dus is het voor hem ook lang niet onverschillig, of hij rechts of links gaat. Spaar u dus vergeefsche moeite en streef naar zelfkennis. Houdt u zelf voor te goed om kwaad te doen en hecht uw hart' niet aan vergankelijke dingen. De waarheid richt zich niet naar ons, maar wij moeten ons naar haar richten: Wat gij zien kunt, zie dat, en qebruik uw oogen goed, maar rich! u inzarc de onzienlijke dingen alleen naar het woord Gods en verfoei daarbij alle theologische tinnegie- Ontzie niemand zoozeer als uzelven. In ons woont de rechter, die niet bedriegt, en aan wiens oordeel ons meer gelegen is dan aan alle wijsheid en goedkeuring der ge- heele wereld. Handel nooit tegen zijn stem in, en vraag hem om raad eer gij iets onderneemt. Eerst spreekt hij zacht en stamelend, maar als gij toont eerbied voor hem te hebben, dan worcit zijn tong losser en zal hij u weldra zeer duidelijk doen weten, hoe gij hand.elen moet. Leer gaarne van anderen, maar wees niet al te lichtvaardig van vertrouwen; want niet alle wolken geven water en er zijn wijzen in eigen oog, die meenen er alles van te weten als zij er maar veel over praten, en vodral vlug. Bedenk dan maar, dat paarden, die een volbeladen wagen trekken, er ook niet zoo vlug van door gaan Kijk iemand, die u wat leeren wil, goed in de oogen, en zoo hij toont wijs te zijn in eigen oog, laat hem praten; niemand kan geven, wat hij zelf niet bezit. Denk dan liever veel na over de heilige dingen, die zullen u tot zegen zijn en als 't zuurdeeg, dat het geheel'e brood doorzuurt en voor bederf bewaart. Veracht geen enkelen godsdienst, gij weet niet wat onder schijnbaar onbetee- kende of onbegrepen dingen verborgen is; verachten is g'emakkelijker dan begrijpen. Onderwijs anderen nooit in wat ge zelf niet grondig weet Spring voor de waarheid in de bres, ai zou men er u om haten, maar vraag u ze'f vooral af of net om de waarheid of c n uzelf te doen is, want dan is elke troost weg Draaq zorg voor uw lichaam, maar niet zoo alsof het uw ziel gold. Doe het goecie vooral onopgemerkt en bekommer u dan niet om de gevolgen. Vlei niemand, en laat u niet vleien; maak geen schulden, maar wees zoo voorkomend, alsof alien uw schuldeischers waren. Eer ieder naar zijn stand en laat het den ander over zich te schamen, als hij zich die eer niet waardig toont te zijn. Tracht minder naar groot moedigheid dan naar rechtvaardigheid. Doe nooit een meisje eenig kwaad, en bedenk steeds, dat uw moeder ook een meisje is geweest. De spotters zijn de ellendigste van alle menschen, vermijd hun gezelschap, maar voeg u bij de vromen, die zijn als de zon, die koestert en leven wekt, al zegt ge ook niets Zeg niet al wat ge weet, maar weet wat ge zegt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN EEN HANDELSOMROEP. Te beginnen met 1 September a.s. zul len vanwege het Nederlandsch Inst'ituut voor Handelsrvoorlichting te Schevenin- qen elken morgen van 10.30 tot 10.45 (alleen Zaterdags van 9.30 tot 9.45) uit- zendingen gehouden worden over den Zakelijken Omroep Scheveningen-haven Deze uitzendingen zullen speciaal be trekking hebben op den handel, zooals aanvragen van firma's die vertegenwoor- digers zoeken, of vertegemwoordiginqen wenschen, offertes vragen of artikelen hebben aan te bieden, enE. Uit het feit, dat men door middel van deze uitzendingen een zeer groot aantal personen in binnen- en buitenland kan bereiken blijkt wel het groote nut van de zen handelsomroep. DE BELASTINGDRUK. De thesaurier-generaal aan het mini sterie van finanoien, Mr. Van Doorninck, schrijft in het jubile-nummer van de Ne- derlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, dat Nederland als belasting- heffer in de lijst der Staten op een na bovenaan staat. De klachten over den Nederlandschen belastingdruk zijn dus zeker niet onge- grond. Deze gevolgen van de financieele politiek tijdens den oorlog zijrr inderdaad zwaar te dragen. !Het Centrum" trekt uit de mededee- ling van Mr. Van Doorninck de conclusie, dat zij weer eens doet beseffen, dat be- lastingverlaging noodig blijkt en belasting herziening tevens. Met den eisch van bezuiniging, zonder meer, maakt men zich van de zaak niet af. Niet elke bezuiniging is noodig of ge- wenscht, al zal zeer zeker ook verder in de richting van bezuiniging te werken zijn. Vermindering van den te zwaren be lasting-druk houdt echter tevens in een algeheele herziening van het stelsel zelf, waarop reeds jaren geleden door den toenmaligen minister Colijn gewezen werd. Zooals de belastingen thans geregeld zijn, en in den loop der jaren werden aan- gevuld en gewij'zigd, vertoonen zij een beeld, waaraan veel ontbreekt, ook, om slechts dit eene te noemen, de eenvoud en de klaarheid, welke op dit gebied vooral tot de eerste vereischten behoort. Overigens beteekende maar al te dik- werf belasting-herziening belasting-ver- zwaring. Het omgekeerde is urgent voor een land, dat, zooals de heer Van Doorninck getuigt, zoozeer bovenaan staat als be- iastingheffer. VORDERING VAN EEN HALVE TON SCHADEVERGOEDING. Zooals men weet is bij de burgerlijke kamer der rechtbank te s Gravenhage aanhangig de vordering van de weduwe PI. van Meer, wier man in den nacht van 10 op 11 Januari 1927 in zijn cafe te Zun- dert door eenige marechaussees is dood- geschoten. Deze vordering is gericht te gen den Staat der Nederlaiiden en de beide marechaussees. De weduwe vraagt als schadevergoeding een uitkeering in- eens van 50.000 of een jaarlijksche uit keering van f 2000 voor haar en van f 500 voor elk harer kinderen. In deze zaak zijn thans de pleidooien bepaald op Donder- dag 20 September, des middags te half- drie, voor de tweede kamer der Haag- sche rechtbank. BESTRIJDING ALCOHOLISME. Het alcoholisme, met name de uitwas- sen daarvan, is een ernstig maatschaippe- lijk kwaad, en de combinatie van vereeni- gingen, welke daarop nogeens de aan- dacht heeft gevestigd, heeft daarmede ongetwijfeld een goed werk gedaan. Wij doen uit dit qeschriftje de volgen- de aanhalingen: Dr. F. B Banning, Nijmegen: ..Gedu- rende mijn jarenlange ervaring als poli- tiedokter en algemeen arts ben ik steeds meer bevestigd in mijn overtuiging, dat het alcoholisme voor ons volk en voor alle standen een ware pest is." Prof. Dr. H. T. de Graaf, Leiden Geloof, hoop en liefde willen nooit goed gedijen in den dampkring van den alco hol." Dr. W. G. Harrestein, Amsterdam ,,Als het alcoholisme ons volksleven be- dreigt, en de feiten spreken hier een ont- roerende taal, is nationaal verzet eisch. Dan mag niemand zich onttrekken. Mr. H. de Bie, Rotterdam: ,,Maar hij. die nog een ideaal boven deze wereld uitziet, wien het nog ter harte gaat, dat jonge levens en jonge gezinnen verwoest worden, terwijl dit voorkomen had kun nen worden, hij durft den alcohol die in tallooze ruwheidsdelicten, in zooveel misdrijven tegen leven en eer, tegenwoor- dig ook in een ongetelde menigte ver- keersongevallen met doodelijken afloop of althans ernstigen afloop, zijn macabere rol speelt, nog te bestrijden als een vloek voor onze natie. Dat hij de eenige vloek niet is, mag aan den ernst, waarmee wij hem te keer gaan, geen afbreuk doen." In het licht van deze uitspraken is on getwijfeld verheugend het bericht, dat alle organisaties die bij den handel in gedis- tilleerd zijn betrokken, in beginsel over- eengekomen zijn, een contract te sluiten, waaraan ten grondslag ligt alle misbrui- ken te keeren die in dezen handel voor komen. Dit wordt niet alleen geacht een belang te zijn van den handel in gedistii- leerd, maar bovendien en misschien nog meer de behartiging van het alge meen belang. Vooral indien eventueel accijnsverlaging tot stand zal komen. acht men deze samenwerking noodig. Men wil met alle kracht voorkomen. dat verlaging van den gedistilleerd-accijns tot drankmis- bruik zou leiden. Bovendien wil men den clandestienen verkoop van sterken drank door deze samenwerking bestrijden en allerlei andere misstanden, die op dit ge bied bestaan. Men hoopt uit eigen kracht dit doel te bereiken, maar zal zoo noodig hiervoor een beroep doen op Regeerinqs- hulp." per half ons verzocht zich terstond in verbinding te stellen met kapitein Eynar Larsen, den leider der Noorsche expeditie. Verschil- lende Zweedsche vliegofficie.ren hebben hun diensten aangeboden om de verbin ding met de expeditie te onderhouden en verkenningsvluchten te doen. Uit Lenin grad wordt gemeld, dat Dinsdag een Russische ijsbreker met 3 vliegtuigen van de Moermankust is vertrokken, om even- eens aan de nasporingen naar de ..Italia' deel te nemen. i De bekende Duitsche vliegtuigenfabriek Dornier te Friedrichshafen heeft 2 vlieg- booten aangeboden en het verluidt dat ook de Duitsche Lufthansa een water- vliegtuig ter beschikking zal stellen. DE ..ITALIA" BLIJFT ZOEK. Van de Italia" is noq steeds geen na- der nieuws ontvangen. Wel meldt thans weer een particulier radio-station nabij Manilla een verminkt draadloos bericht te hebben opgevangen, dat van Nobile af- komstig heet te zijn, maar de ervaring heeft geleerd, dat men met dergelijke be- richten uitest voorzichtig moet zijn. Het bedoelde telegram zou afkomstig zijn van het draadlooze station te Wladi- wostok en luiden Nobile heeft uw uitzending op golf- lengte 33 meter gehoord. Gaat door. De Zweedsche regeering heeft 2 water- vliegtuigen voor een hulpexpeditie ter be schikking gesteld, die onder leiding van Amundsen zal staan. Aan Amundsen is GESIGN ALEERDE. Woensdagmiddag jl. bevond de recher- chqur van politie alhier zich op de boot van Vlissingen naar Ter Neuzen. Onder- weg zag hij een kermisklant, die gesig- naleerd stond in het algemeen Politieblad omdat hij nog moest ondergaan de straf van f 30 boete of 30 dagen hechtenis we- gens diefstal. Bij het verlaten van de boot werd J. S. dan ook gearresteerd en later naar Middelburg op transport gesteld. BRITSCH-INDIeRS. W^oensdagavond jl. telefoneerde de heer v. S. alhier naar het politiebureau. dat twee donker uitziende mannen (een soort neqers) een gouden schakelringetje hadden gekocht en dat hij, na hun ver- trek, vermiste een dito ring van ongeveer 13 gulden. De politie stelde onmiddellijk een uit- gebreid onderzoek in en trof op de boot welke dien avond te 8.40 uur naar Hoe- dekenskerke zou vertrekken, aan een Britsch-Indisch gezelschap, bestaande uit drie mannen en twee vrouwen en een kind. Hierbij waren de beide vermoedelijke ver- dachten. Allen werden gearresteerd en naar het politiebureau overgebracht waar een verder onderzoek werd ingesteld. Den volgenden morgen zijn zij vertrok ken naar Hoedekenskerke, Te Goes hebben zij dien dag bij enkele winkeliers getracht een bankbiljet van 40 gulden te wisselen en, aangezien dit ner- gens gelukte, trokken zij door naai Breda. Naar wij vernomen hebben, behooren deze menschen vermoedelijk tot een 80tal, dat uit Brussel is gezet. Deze menschen zwerven nu in Belgie rond, wellicht in de richting van onze grens, althans bovenbe- doelde lieden zijn per trein van Gent in ons land gearriveerd. Zij beschikten over een flinke som gelds, terwijl hunne pa- pieren in orde waren. PAARD OP HOL. Gisterenavond ongeveer 6.30 uur draat- den twee gekoppelde paarden zonder ge- leider door de Tramstraat naar de Axel- schestraat. Gelukkig, waren zij niet wild en konden vrij gemakkelijk zonder schade aan te richten bij het ziekenhuis gegrepen wor den. De dieren waren van R.. wonende aldaar. Zij hadden zich losgerukt. TELEFOONDIENST MET BELGIe. Met ingang van heden is de gelegen- heid geopend om ook in het verkeer met Belgii door tusschenkomst van de tele- graafkantoren inlichtingen in te winnen of een bepaald persoon, met naam en vol- ledig adres aangeduid, een telefoonnum- mer bezit en voorts wie onder een opge- geven nummer van een bepaald telefoon- net is aangesloten. HENGSTDIJK. Door onbekende oorzaak brak verleden Zondag brand uit in een stroomijt bij den heer van E., dewelke in de onmiddellijke nabijheid stond van de schuur. Telefonisch werd de brandweer opgeroepen, die spoe- dig ter plaatse verscheen met de spuit, v^aardoor de schuur dan ook behouden bleef. In tegenstelling met enkele andere plaatsen was onze spuit best in orde.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1