A4.6EMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN.
E £=£■-£. 8 - -,6'60 ia"
ROSSEM"
TABAK
No, 8227.
Vrijdag 1 funi 1828
68e Jaargang
abunnementsprijis
Eerste Biad.
Matthias Claudius.
PUROL
!M PATiH?VEiR&sra£
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Doorzitten
Stukloopen
INGEZONDEN MF.DEDEEL-N GF>
BOBBY Lichie baai 25c/.
TAB A n n 20
ZEEPAARD 15
Duitengewoon handig tA
TER NEUZEN, 1 Juni 1928.
•&an;3ww,-«w*siw«» ^eiwsw.
ZENSCHE COURANT
Dit blad. verschijnt icderen Maandaq-. Woensdaq- en Vrijdaqavond.
Die ster is nu verdwenen, ik zoek en zoek al
Mijn oog zoo moe
[meer,
vol tranen, vindt nooit
die starre weer.
Wat de bekende, kort qeleden ovei-
leden Prof. Dr. Is. van Dijk ten opzichte
van Dickens moet hebben beweerd. heeft
de niet minder bekende Prof. Dr. J. J. van
Oosterzee verklaard in betrekking tot den
man, wiens naam boven dit artikel prijkt.
Van Oosterzee beweerde, dat hij niet zou
kunnen houden van iemand, die er ronu
vooruit zou komen, dat hij niets ophad met
Claudius. En Dr. A. W\ Bronsveld, de
heengegane redacteur van het ook reeds
opgeheven Tijdschrift: ..Stemmen voor
Waarheid en Vrede heeft eens in dat
maandblad geschreven, dat de brief van
Matthias Claudius aan zijn zoon Johannes
waard was, naast dien aan Filemon en de
brieven aan Timotheiis een plaats te krij
^En toch hoe heeft deze man enkele,
ook van zijn verder geestverwante vrien-
den, niet geergerd, toen hij als titelprent
voor zijn AVandsbecker Bote de bekende
knekelfiguur met zijn zeis plaatste, met net
onderschrift ,,Vriend Hein En in zi;n
verklaring der prenten heet het: ,,De eerste
prent is Vriend Hein, hem draag ik dit
mijn boek op, en hij zal als bescherm-hei-
liqe en als huisgod voor aan de huisdeur
van het boek staan". Geen wonder, dat
wie geen flauw begrip zelfs heeft van hu
mor. zich al ergert, eer hij bij Claudius zelf
qinq nalezen, waarom hij alzoo deeu
Maar wie dit wel doet, begrijpt dat hier
een man handelt, die weet, dat de dood is
verslonderi tot overwinning, dat de laat
ste vijand die zeker zal overwonnen wor
den (naar des Apostels getuigenis) deze
..Vriend Hein" is, die al onze banden sia-
ken zal en ons sterfelijk lichaam, vaak zoo
vol smart, kwaal en moeite, zal veranderen
in een onsterfelijk, onvergankelijk lichaam,
om te leven daar, waar geen smart meer
zijn zal, en waar alle tranen ons van de
ooqen zullen worden afgewischt. In die
zekerheid stond en schreef Claudius.
Deze Matthias Claudius werd geboren
in den jare 1740, te Reinfeld in Holstem,
en hij studeerde van 1759 tot 1763 te Jena
theoloqie en rechten. Zonder beroep uit te
oefenen. bleef hij toen geruimen tijd in het
ouderlijk huis, tot hij in 768 mede-redac
teur werd van de Hamburger Nachrich
ten" om daarna de leiding op zich te
nemen onder den schuilnaam ..Asmus
van de „Wandsbecker Bote Dank zeker
zijn promotie als jurist, benoemde ae re-
qeerinq hem tot Oberlands-commissaris te
Darmstadt, maar het ambtenaarsleven be-
viel hem heel slecht, en hij keerde weer
teruq naar Wandsbeck' (vlak bij Ham
burg) en tot zijn vroeger redactioneelen
arbeid.
Zijn beoordeelaars noemen hem een van
de meest origineele schrijvers van zijn tijd.
Zuivere humor paarde zich bij hem aan
inniqe qodsvrucht. Vele van zijn gedich
ten werden (en worden nog) als volkslie
deren gezongen en niet weinig heeft Clau
dius bijqedragen tot verheldering en ver-
diepinq van het Duitsche volksbewustzijn
Claudius heeft het groote geluk geno-
ten een vrouw te hebben, niet alleen zoo
als haar portret ons toont) met een be-
koorlijk uiterlijk, maar bovenal met :en
odel. vroom hart en een blijmoedigen geest
om hem te steunen in zijn vaak niet weinig
zware huiselijke moeilijkheden. als net ge
zin maar steeds grooter werd^ en de op
brengst van Claudius' pen, hoe welver
sneden die ook mocht wezen, te gering
was om in hun soms nijpende zorgen te
voorzien. Een van de plaatjes in zijn wer
ken toont ons Claudius, die al zijn kinde
ren op een rij op den vloer van de kamer
had gelegd, en die er met een ,,In Gods
naam" met een stok dan over heen springt.
Moeder Anna Rebecca (Behn) ziet het
tooneeltje glimlachend aan. Deze Rebec
ca werd weldra niet alleen aan de lezers
zijner geschriften, maaT ook bij Claudius
vele vrienden bekend, en zij werd een aan
Claudius onafscheidelijk-verbonden figuur
uit de Duitsche literatuur genoemd. Dat
kon zeker niet anders, waar bij gelegen-
heid van hun zilveren feest Claudius de^e
dichtregelen haar in zijn blad wijdde
'k Heb U altoos bemind, en zal u blijven
[minnen,
Zoolang ons God in 't leven spaart,
En zweven w'eens Zijn zaal'gen Hemel
[binnen,
in 't beetre Land... ik min u dan ook daar
Claudius' gezin was een vroolijk en ge-
lukkig gezin,'ondanks hun zorgen. Even-
als bij Jean Paul, die bij den dood van zijn
veelbelovenden zoon zich, zooals hij zijn
medicus schreef, door het vele schreien een
ernstige oogziekte op den hals haalde, en
sinds ging kwijnen, zoo was ook de teer-
gevoelige' Claudius diep bedroefd bij het
sterven van een hunner kinderen, een lief
meisje. Waar is nu mijn moed, mijn ae-
loof en vertrouwen Zoo klaagde hij. En
hij schreef in die dagen deze aandoenlijke
dichtregels:
Eens stond er aan mijn hemel een ster zoo
[klaar en zacht,
Haar schoone kleur en glanzen verkwikten
[m'in den donkeren nacht,
Toen zijn Rebecca ziek werd. zocht hij
voor haar genezing in een van de bad-
plaatsen aan den Rijn. ,,0 gij, klare bron-
nen, k bid u, maak mijn liefste weer ge-
zond Rebecca genas.^ maar toch heeft
Matthias haar niet overleefd. Deze is 74
jaar oud geworden, en aan zijn sterfbed
stonden zijn vrouw en vele zijner kinderen
en kleinkinderen. Zijn laatste levensjaren,
toen de Fransche soldaten in den Napo-
leontischen tijd zijn huis bezetten, en hij
met de zijnen moest vluchten en in den
vreemde gebrek leed, waren zeker niet de
rustigste zijns levens, maar het lijden heeft
hem'niet verbitterd, doch gelouterd en in
vrede ontsliep hij, nadat de meesten van
zijn vrienden hem reeds waren voorge
gaan.
Deelen wij nu iets over zijn werken
mede, dan is het natuurlijk moeilijk om in
deze zoo veranderde tijden d^ar nog een
keus uit te doem Wel is gepoogd zijn pro-
za te vertalen, maar van menig gedicht
bleef de vertaling ver beneden peil. Het
is niet onze gewoonte hier Duitsche regels
af te drukken, maar kon dat wel, dan zou
het de moeite loonen om eens Duitsch en
Hollandsch hier naast elkaar te plaatsen
Claudius' verzamelde werken zijn in vier
deeltjes te samen gevat en hij heeft niet,
zooals Jean Paul, de zestig deelen zijner
werken noq op het laatst van zijn leven
moeten ordenen. i och bevatten die vier
deeltjes een ware keur van proza en poe-
zie. Kostelijk van humor zijn bijvoorbeeld
zijn .brieven aan de maan en de beschrij-
ving van zijn (gefingeerde) reis naar Ja
pan, waarin hij een persiflage levert op de
tyrannie der despoten. Zijn brieven aan
Andreas doen den schrijver kennen als een
man vol geloof. Bekend is aan velen zijn
lijkrede op Anselmo, waarin deze woorden
voorkomen:
„Hij placht deze wereld een groot zie
kenhuis te noemen, maar nu heeft hij zijn
qasthuis-kiel uitgetrokken, en is hij gene-
zen verklaard' Waarde Anselmo, met
uw bleek gelaat 't Is alsof gij slaapt.
Ach, wij kunnen u haast niet missen, en
toch zijn wij niet ontmoedigd, want wij
zullen elkander weerzien
Geboren als hij was in een pastorie, was
Claudius aan den bijbel en den godsdienst
niet vreemd. Het leeraarsambt was in zijn
familie als ingeburgerd. Zijn keus om zich
aan de letteren te wijden was vooral ont-
staan uit vrees om onwaar te zijn of te
worden. En toen de Fransche revolutie
ook over Noord-Duitschland een geest
van twijfel en ontkenning bracht, keerde
Claudius zich met al zijn kracht tegen dat-
gene, wat hem voor zijn volk zoo verderfe-
lijk scheen.
Met een paar staaltjes van zijn proza en
poezie wenschen wij dit artikel te beslui-
ten. Men zal daar veel humor in vinden
Wij noemden reeds de dichtregelen, ge-
wijd aan zijn vrouw, doch het bekende
verhaal uit Genesis 2 21 bezong hij, vol
ironie, aldus:
In 't Paradijs lag Adam eens te slapen
Toen werd uit hem de vrouw geschapen.
Hoe werd zich d'arme Adam gauw er van
[bewust;
Die eerste slaap was ook zijn laatste rust.
Van zijn liederen, die volksliederen wer
den, is wel het meest bekend, vooral in
studenten-kringen, zijn Rijnwijn-lied
Bekranst met loof den volgeschonken beker,
en dringt hem leeg, den Rijn tot eer
Mijn heeren, neen, in heel Euroop' voorzeker,
groeit zulke wijn niet meer.
Wij koopen die bij Polen noch Hongaren,
noch bij een Franschen spring-in-'t veld;
Wie aan den Rijn geen huis heeft noch altaren,
bestee bij hen zijn geld
^Velk vroolijk lied dan zoo hart lijk ein-
digt met deze zinnetjes:
Komt laat ons vroolijk danken en dankbaar
[vroolijk zijn,
En wie van ons bedroefden kent of kranken,
Hij schenk' hem dezen wijn
Van zijn proza geven wij om de plaats-
ruimte slechts de belangrijkste gedeelten
uit zijn brief aan zijn zoon Johannes, onder
het opschrift:
„Zilver en goud heb ik niet, maar,
wat ik heb, dat geef ik u."
Li eve Johannes
De tijd nadert, dat ik den weg moet
gaan, waarvan men niet terugkeert, en ik
laat u achter in een wereld, waarin goede
raad niet overtollig is. Niemand is wijs
van kindsbeen af; de tijd en ondervinding
maken hier wijs en leeren ons, het kaf van
het koren te scheiden.
Al wat blinkt is geen goud, en ik heb
menige staf, waarop men steunde, zien
breken en veel sterren zien verschieten.
Niets is«groot, dat niet goed is, en niets is
waar, dat niet werkelijk bestaat.
De mensch is hier niet thuis en wandelt
maar niet zoo-maar, zonder doel, rond.
Alle dingen met en om hem vergaan zon
der het te weten; alleen de mensch is zich-
zelf bewust, en als een hooge stevige
muur, waar de schaduw langs gaat. Alle
dingen zijn onderworpen aan een, hun on-
bekende, macht; hij alleen is zichzelven
toevertrouwd; en heeft (in zekeren zin)
zijn leven in eigen hand. Dus is het voor
hem ook lang niet onverschillig, of hij
rechts of links gaat.
Spaar u dus vergeefsche moeite en
streef naar zelfkennis. Houdt u zelf voor
te goed om kwaad te doen en hecht uw
hart' niet aan vergankelijke dingen. De
waarheid richt zich niet naar ons, maar wij
moeten ons naar haar richten: Wat gij
zien kunt, zie dat, en qebruik uw oogen
goed, maar rich! u inzarc de onzienlijke
dingen alleen naar het woord Gods en
verfoei daarbij alle theologische tinnegie-
Ontzie niemand zoozeer als uzelven. In
ons woont de rechter, die niet bedriegt, en
aan wiens oordeel ons meer gelegen is dan
aan alle wijsheid en goedkeuring der ge-
heele wereld. Handel nooit tegen zijn
stem in, en vraag hem om raad eer gij iets
onderneemt. Eerst spreekt hij zacht en
stamelend, maar als gij toont eerbied voor
hem te hebben, dan worcit zijn tong losser
en zal hij u weldra zeer duidelijk doen
weten, hoe gij hand.elen moet.
Leer gaarne van anderen, maar wees
niet al te lichtvaardig van vertrouwen;
want niet alle wolken geven water en er
zijn wijzen in eigen oog, die meenen er
alles van te weten als zij er maar veel over
praten, en vodral vlug. Bedenk dan maar,
dat paarden, die een volbeladen wagen
trekken, er ook niet zoo vlug van door
gaan
Kijk iemand, die u wat leeren wil, goed
in de oogen, en zoo hij toont wijs te zijn
in eigen oog, laat hem praten; niemand kan
geven, wat hij zelf niet bezit. Denk dan
liever veel na over de heilige dingen, die
zullen u tot zegen zijn en als 't zuurdeeg,
dat het geheel'e brood doorzuurt en voor
bederf bewaart.
Veracht geen enkelen godsdienst, gij
weet niet wat onder schijnbaar onbetee-
kende of onbegrepen dingen verborgen is;
verachten is g'emakkelijker dan begrijpen.
Onderwijs anderen nooit in wat ge zelf
niet grondig weet Spring voor de
waarheid in de bres, ai zou men er u om
haten, maar vraag u ze'f vooral af of net
om de waarheid of c n uzelf te doen is,
want dan is elke troost weg
Draaq zorg voor uw lichaam, maar niet
zoo alsof het uw ziel gold. Doe het goecie
vooral onopgemerkt en bekommer u dan
niet om de gevolgen. Vlei niemand, en
laat u niet vleien; maak geen schulden,
maar wees zoo voorkomend, alsof alien uw
schuldeischers waren. Eer ieder naar zijn
stand en laat het den ander over zich te
schamen, als hij zich die eer niet waardig
toont te zijn. Tracht minder naar groot
moedigheid dan naar rechtvaardigheid.
Doe nooit een meisje eenig kwaad, en
bedenk steeds, dat uw moeder ook een
meisje is geweest.
De spotters zijn de ellendigste van alle
menschen, vermijd hun gezelschap, maar
voeg u bij de vromen, die zijn als de zon,
die koestert en leven wekt, al zegt ge ook
niets Zeg niet al wat ge weet, maar weet
wat ge zegt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
EEN HANDELSOMROEP.
Te beginnen met 1 September a.s. zul
len vanwege het Nederlandsch Inst'ituut
voor Handelsrvoorlichting te Schevenin-
qen elken morgen van 10.30 tot 10.45
(alleen Zaterdags van 9.30 tot 9.45) uit-
zendingen gehouden worden over den
Zakelijken Omroep Scheveningen-haven
Deze uitzendingen zullen speciaal be
trekking hebben op den handel, zooals
aanvragen van firma's die vertegenwoor-
digers zoeken, of vertegemwoordiginqen
wenschen, offertes vragen of artikelen
hebben aan te bieden, enE.
Uit het feit, dat men door middel van
deze uitzendingen een zeer groot aantal
personen in binnen- en buitenland kan
bereiken blijkt wel het groote nut van de
zen handelsomroep.
DE BELASTINGDRUK.
De thesaurier-generaal aan het mini
sterie van finanoien, Mr. Van Doorninck,
schrijft in het jubile-nummer van de Ne-
derlandsche Maatschappij voor Nijverheid
en Handel, dat Nederland als belasting-
heffer in de lijst der Staten op een na
bovenaan staat.
De klachten over den Nederlandschen
belastingdruk zijn dus zeker niet onge-
grond. Deze gevolgen van de financieele
politiek tijdens den oorlog zijrr inderdaad
zwaar te dragen.
!Het Centrum" trekt uit de mededee-
ling van Mr. Van Doorninck de conclusie,
dat zij weer eens doet beseffen, dat be-
lastingverlaging noodig blijkt en belasting
herziening tevens.
Met den eisch van bezuiniging, zonder
meer, maakt men zich van de zaak niet af.
Niet elke bezuiniging is noodig of ge-
wenscht, al zal zeer zeker ook verder in
de richting van bezuiniging te werken zijn.
Vermindering van den te zwaren be
lasting-druk houdt echter tevens in een
algeheele herziening van het stelsel zelf,
waarop reeds jaren geleden door den
toenmaligen minister Colijn gewezen
werd.
Zooals de belastingen thans geregeld
zijn, en in den loop der jaren werden aan-
gevuld en gewij'zigd, vertoonen zij een
beeld, waaraan veel ontbreekt, ook, om
slechts dit eene te noemen, de eenvoud en
de klaarheid, welke op dit gebied vooral
tot de eerste vereischten behoort.
Overigens beteekende maar al te dik-
werf belasting-herziening belasting-ver-
zwaring.
Het omgekeerde is urgent voor een
land, dat, zooals de heer Van Doorninck
getuigt, zoozeer bovenaan staat als be-
iastingheffer.
VORDERING VAN EEN HALVE
TON SCHADEVERGOEDING.
Zooals men weet is bij de burgerlijke
kamer der rechtbank te s Gravenhage
aanhangig de vordering van de weduwe
PI. van Meer, wier man in den nacht van
10 op 11 Januari 1927 in zijn cafe te Zun-
dert door eenige marechaussees is dood-
geschoten. Deze vordering is gericht te
gen den Staat der Nederlaiiden en de
beide marechaussees. De weduwe vraagt
als schadevergoeding een uitkeering in-
eens van 50.000 of een jaarlijksche uit
keering van f 2000 voor haar en van f 500
voor elk harer kinderen. In deze zaak zijn
thans de pleidooien bepaald op Donder-
dag 20 September, des middags te half-
drie, voor de tweede kamer der Haag-
sche rechtbank.
BESTRIJDING ALCOHOLISME.
Het alcoholisme, met name de uitwas-
sen daarvan, is een ernstig maatschaippe-
lijk kwaad, en de combinatie van vereeni-
gingen, welke daarop nogeens de aan-
dacht heeft gevestigd, heeft daarmede
ongetwijfeld een goed werk gedaan.
Wij doen uit dit qeschriftje de volgen-
de aanhalingen:
Dr. F. B Banning, Nijmegen: ..Gedu-
rende mijn jarenlange ervaring als poli-
tiedokter en algemeen arts ben ik steeds
meer bevestigd in mijn overtuiging, dat
het alcoholisme voor ons volk en voor
alle standen een ware pest is."
Prof. Dr. H. T. de Graaf, Leiden
Geloof, hoop en liefde willen nooit goed
gedijen in den dampkring van den alco
hol."
Dr. W. G. Harrestein, Amsterdam
,,Als het alcoholisme ons volksleven be-
dreigt, en de feiten spreken hier een ont-
roerende taal, is nationaal verzet eisch.
Dan mag niemand zich onttrekken.
Mr. H. de Bie, Rotterdam: ,,Maar hij.
die nog een ideaal boven deze wereld
uitziet, wien het nog ter harte gaat, dat
jonge levens en jonge gezinnen verwoest
worden, terwijl dit voorkomen had kun
nen worden, hij durft den alcohol die in
tallooze ruwheidsdelicten, in zooveel
misdrijven tegen leven en eer, tegenwoor-
dig ook in een ongetelde menigte ver-
keersongevallen met doodelijken afloop of
althans ernstigen afloop, zijn macabere
rol speelt, nog te bestrijden als een vloek
voor onze natie. Dat hij de eenige vloek
niet is, mag aan den ernst, waarmee wij
hem te keer gaan, geen afbreuk doen."
In het licht van deze uitspraken is on
getwijfeld verheugend het bericht, dat alle
organisaties die bij den handel in gedis-
tilleerd zijn betrokken, in beginsel over-
eengekomen zijn, een contract te sluiten,
waaraan ten grondslag ligt alle misbrui-
ken te keeren die in dezen handel voor
komen. Dit wordt niet alleen geacht een
belang te zijn van den handel in gedistii-
leerd, maar bovendien en misschien
nog meer de behartiging van het alge
meen belang. Vooral indien eventueel
accijnsverlaging tot stand zal komen. acht
men deze samenwerking noodig. Men wil
met alle kracht voorkomen. dat verlaging
van den gedistilleerd-accijns tot drankmis-
bruik zou leiden. Bovendien wil men den
clandestienen verkoop van sterken drank
door deze samenwerking bestrijden en
allerlei andere misstanden, die op dit ge
bied bestaan. Men hoopt uit eigen kracht
dit doel te bereiken, maar zal zoo noodig
hiervoor een beroep doen op Regeerinqs-
hulp."
per half ons
verzocht zich terstond in verbinding te
stellen met kapitein Eynar Larsen, den
leider der Noorsche expeditie. Verschil-
lende Zweedsche vliegofficie.ren hebben
hun diensten aangeboden om de verbin
ding met de expeditie te onderhouden en
verkenningsvluchten te doen. Uit Lenin
grad wordt gemeld, dat Dinsdag een
Russische ijsbreker met 3 vliegtuigen van
de Moermankust is vertrokken, om even-
eens aan de nasporingen naar de ..Italia'
deel te nemen.
i De bekende Duitsche vliegtuigenfabriek
Dornier te Friedrichshafen heeft 2 vlieg-
booten aangeboden en het verluidt dat
ook de Duitsche Lufthansa een water-
vliegtuig ter beschikking zal stellen.
DE ..ITALIA" BLIJFT ZOEK.
Van de Italia" is noq steeds geen na-
der nieuws ontvangen. Wel meldt thans
weer een particulier radio-station nabij
Manilla een verminkt draadloos bericht
te hebben opgevangen, dat van Nobile af-
komstig heet te zijn, maar de ervaring
heeft geleerd, dat men met dergelijke be-
richten uitest voorzichtig moet zijn.
Het bedoelde telegram zou afkomstig
zijn van het draadlooze station te Wladi-
wostok en luiden
Nobile heeft uw uitzending op golf-
lengte 33 meter gehoord. Gaat door.
De Zweedsche regeering heeft 2 water-
vliegtuigen voor een hulpexpeditie ter be
schikking gesteld, die onder leiding van
Amundsen zal staan. Aan Amundsen is
GESIGN ALEERDE.
Woensdagmiddag jl. bevond de recher-
chqur van politie alhier zich op de boot
van Vlissingen naar Ter Neuzen. Onder-
weg zag hij een kermisklant, die gesig-
naleerd stond in het algemeen Politieblad
omdat hij nog moest ondergaan de straf
van f 30 boete of 30 dagen hechtenis we-
gens diefstal. Bij het verlaten van de boot
werd J. S. dan ook gearresteerd en later
naar Middelburg op transport gesteld.
BRITSCH-INDIeRS.
W^oensdagavond jl. telefoneerde de
heer v. S. alhier naar het politiebureau.
dat twee donker uitziende mannen (een
soort neqers) een gouden schakelringetje
hadden gekocht en dat hij, na hun ver-
trek, vermiste een dito ring van ongeveer
13 gulden.
De politie stelde onmiddellijk een uit-
gebreid onderzoek in en trof op de boot
welke dien avond te 8.40 uur naar Hoe-
dekenskerke zou vertrekken, aan een
Britsch-Indisch gezelschap, bestaande uit
drie mannen en twee vrouwen en een kind.
Hierbij waren de beide vermoedelijke ver-
dachten. Allen werden gearresteerd en
naar het politiebureau overgebracht waar
een verder onderzoek werd ingesteld.
Den volgenden morgen zijn zij vertrok
ken naar Hoedekenskerke,
Te Goes hebben zij dien dag bij enkele
winkeliers getracht een bankbiljet van 40
gulden te wisselen en, aangezien dit ner-
gens gelukte, trokken zij door naai Breda.
Naar wij vernomen hebben, behooren
deze menschen vermoedelijk tot een 80tal,
dat uit Brussel is gezet. Deze menschen
zwerven nu in Belgie rond, wellicht in de
richting van onze grens, althans bovenbe-
doelde lieden zijn per trein van Gent in
ons land gearriveerd. Zij beschikten over
een flinke som gelds, terwijl hunne pa-
pieren in orde waren.
PAARD OP HOL.
Gisterenavond ongeveer 6.30 uur draat-
den twee gekoppelde paarden zonder ge-
leider door de Tramstraat naar de Axel-
schestraat.
Gelukkig, waren zij niet wild en konden
vrij gemakkelijk zonder schade aan te
richten bij het ziekenhuis gegrepen wor
den. De dieren waren van R.. wonende
aldaar. Zij hadden zich losgerukt.
TELEFOONDIENST MET BELGIe.
Met ingang van heden is de gelegen-
heid geopend om ook in het verkeer met
Belgii door tusschenkomst van de tele-
graafkantoren inlichtingen in te winnen
of een bepaald persoon, met naam en vol-
ledig adres aangeduid, een telefoonnum-
mer bezit en voorts wie onder een opge-
geven nummer van een bepaald telefoon-
net is aangesloten.
HENGSTDIJK.
Door onbekende oorzaak brak verleden
Zondag brand uit in een stroomijt bij den
heer van E., dewelke in de onmiddellijke
nabijheid stond van de schuur. Telefonisch
werd de brandweer opgeroepen, die spoe-
dig ter plaatse verscheen met de spuit,
v^aardoor de schuur dan ook behouden
bleef. In tegenstelling met enkele andere
plaatsen was onze spuit best in orde.