ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. .ROSSEM" TABAtt - rin nu,,eloMe sn" No. 8205. Vrijdag 6 April 1928, 68e Jaargang. Augustinus. fsttillxtoh. Aspirin- Sam en zijn schat *BONNEi*ENTSPRIJ S; EEKSTE BLAD. Wegens het Paaschfeest zal aT. Maandag GEEN nummer ran dit blad verschijnen. m PATgtiTYOIPAKKSWQ B I N N E N L A N D. •mm Einnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6.60 per jaar Voor 'net buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor net bmtenland alleen bi) vooruitbetaling. Dit Mad verschrjnf federen Maandar?-. Woensdaq- en Vrijdagavond. IV. (Slot.) Ken groote ramp (of wij mogen eigen- 1*4 wel zeggen: een heele verzameling ra«pen) barstte nu los over Noord- Afrika, Augustinus' geboorteland En hij zeif trok zich dat dubbel aan, omdat de veioorzaker van al dit leed een man was. dien hij vroeger terecht had genioemd ..de glome van het rijk, een vreugde van de Kerk, en den verdediger van Afrika, te w«ten>: Comes Bonifacius, de militaire gezaghebber over Afrika. Deze verhief over zijn land tengevolge van allerlei miriges de vaan van het oproer, en sfcbeurde Afrika van het rijk los. Augusti nus waarschuwde en vermaande; een bwef. dien hij naar aanledding van deze zaak aan Bonifacius schreef, behoort tot het allerschoonste wat wij van hem bezit- ten. Alles was echter vergeefsch. De wproermaker riep eindelijk zelfs de van- daien te hulp, en dezen kwamen in Mei van het jaar 428 onder hun koning Ge*- serich met vijftigduizend strijdbare man aea uit Spanje overgestoken. Nu was de maat der ellende vol. De barbaren hiel- dea erger huis dan roofdieren uit de Ly- biache woestijn; wat zij niet plunderden em roofden, verwoestten en verdelgden zij; zij versc'hoonden sexe noch ouderdom en keerden als de Arianen hun ruwe en fana- tieke woede in het oijzonder tegen aLes, wat samenhing met de Kerk; priesters en bisschoppen werden in grooten getale het siachtoffer van hun gruwelen. Zoo moest Augustinus datgene, waartegen hij zijn gansche leven met inspanning van alle krachten en met zoo gunstig resultaat ge- stneden had, nu aan den avond van zijn leven zien optreden, zonder dat hij er iets tegen vermocht uit te richten; de over win cing van de ketterij, die geschraagd werd door het ruwste geweld. ..Onze Godsman", zoo schrijft Posidius, <ue dit oniheil mee doorleven moest, en wel tea deele in Augustinus' eigen woning, ..onze Godsman dacht over deze voortdu- nende gruwelijke verwoesting door de vijanden niet zooals de overige menschen; mieen, hij bekeek dit alles vanuit een hoo- §fcr geziichtspunt, -en daarbij stonden hsm voornamelijk de gevaren voor den ondei- jang van zooveel zielen voor oogen, dag en nacht vergoot hij daaroin vele tranen en deze waren hem (zooals Psalm 42 het uitdrukt) tot spijze den ganschen dag. Misschien heeft wel nooit iemand zoo n deoevigen en rampvollen ouden dag gehad Wel verzoende Bonifacius zich wee» *et het Romeinsche hof, maar dat was nu Ie laat; ook hun vereenden krachten ge- Itskte het niet meer de vandalen weer kwijt »c raken, en in de lente van het jaar 430 waren nog maar drtie steden in het bezit van de Romeinen, waaronder ook Au- ertfstimis' bisschopstad Hippo. Ook deze stad werd nu belegerd. Zoo hem de last zijner jaren niet gehinderd had om nog onder meer in het jaar 427 een revisie van al zijn werken (een 93tal) te ondernemen, en om tegelijk den strijd, althans schriftelijk, tegen het Pelagianisme tot zijn dood toe, voort te zetten, zoo kon ook de angst voor een beleg zijn oogen niet dien helderen bUk benemen, noch zijn hart de deelnemincj in alles, dat het heil der zielen betrof. Pas in de derde maand van het beleg, dwong hem een hevige. aanhoudenden koorts om voor altijd op te houden met zijn preekwerk en ook met zijn schriftelijke werkzaamheid. Vroe ger had hij vaak gezegd, dat zelfs besliste Christenen en ook priesters niet zonder boete uit deze wereld mochten heengaan. In zijn ziiekte die nu begon, handelde hi) naar het beginsel. Hij liet de boetepsal- men van David voor zich afschrijven en die aan den muur bevestigen om ze ge- staag voor oogen te hebben en ze te kun- nen beschouwen onder tranen van rouw en liefde. Tien dagen ongeveer voor zijn dood vroeg hij om nu verder niemand bij hem toe te laten behalve den dokter, en zoo kon hij dan den geheelen tijd van zijn ziekte ongestoord aan meditatie en gebed wijden. Nog in het voile bezit van zijn gezicht en gehoor, als Mozes, van wien geschreven staat, dat zijn oog niet was donker geworden en dat zijn kracbt niet was vergaan, ontsliep hij 28 Augustus 430. Aurelius Augustinus is een van de grootste mannen aller eeuwen. Wel heeft ook hij zijn fouten gehad, maar zijn fouten hangen ten nauwste met zijn deugden samen. Hij is niet de meest geleerde van alle kerkvaders, Hieronymus en anderen hebben hem in dit opzicht overtroffen; Grieksch verstond hij slechts middelmatig en Hebreeuwsch heelemaal niet. Alleen is INGEZGNDEN MEDEDEELIN GEN Te veel gerookt en nu heb ik last van hoofdpijn, misselijkheid en voel mij onlekker. Dan neem ik Tabletten te baat, want zij bevrijden mij spoedig en zeker van al die narig- heid. Bovendien zijn zij volkomen onschadelijk. Men verlange echter steeds de origi- neele "&ayet" verpakking, kenbaar aan het Bayerkruis en den oranje band. het zeker, dat dit gebrek aan geleerdheid, waar men wel wat al :e veel nadruk op heeft gelegd, op de diepte van zijn ge- dachten en op zijn wijsgeerig onderzoek, op de scherpte van zijn verstand en van zijn dialektiek, op de warmte van zijn ge- voel en den adel van zijn gezindheid, op zijn onvermoeiden strijd voor de waarheid, op zijn ijver voor het L il der zielen en op zijn hartelijke lietde jegens God geen merkbaren invloed hee:t gehad. 1 erecht heeft men hem voorgesteld met een gloeiend hart in zijn handen. lets als Afrikaansche gloed vervulde zijn geheele wezen en maakte, dat hij in de eerste periode van zijn leven zich aan de wereld en het booze, en na zijn bekee- ring zich aan God en Diens rijk, men mag gerust zeggen: met een zekeren hartstocht, overgaf. Zijn wijsgeerige geest, die met Plato, Aristoteles en C'.cero niet vergeefs kennis had gemaakt, schrikte ook voor de zwaarste problemen van de christelijke wetenschap niet terug en vertoonde op het gebied van de speculatie een waarachtig scheppende begaafdheid. Daarbij was Augustinus nog grooter als systematicus, en terwijl hij het geopenbaarde geioot met het verstand en de wetenschap zocht te verzoenen, werd hij als vanzelf de vader der scholastiek. Bijna op alle gebied van de dogmatiek, heeft hij zijn oorspronke- lijikheid bewezen, en bij de leer van de Kerk en van de Triniteit heeft hij voor alle eeuwen den weg gebaand. Voor alledaag- sche uitdrukkingen en een zich in de ruim- 1 te verliezende gevoels-theologie bewaarde hem zijn bewonderenswaardige redeneer- en denkkunst, die, niet zelden verbonden I met een vleugje sarcasme, in staat was zijn tegenstanders vaak tot vertwijfeling te brengen. Maar toch werd hij niet slechts een theoreticus, of verJoor hij zich in lou- ter afgetrokkenheden. Verstand en hart, wetenschap en ervaring, theorie en leven gingen bij hem hand-aan-hand, en noch in zijn jongere, noch in zijn latere jaren gunde Augustinus zich rust voordat hij al die teg^npolen met eilynder had gecombi- neerd. En omdat Hij zoodoende een heel 1 mensch was, een theoloog uit-een-stuk met verstand en hart, zoo knoopten en de i scholastiek, en ook de mystiek der Mid- deleeuwen altijd weer bij Augustinus als 1 haar ukgangspunt aan. Daarmede is ook Augustinus' beteeke- nis aangewezen. Voor zijn tijd was hij het hart der Westersche Kerk, en daaruit 1 stroomde een axbeidzaam en warm leven; 1 alle groote mannen dier Kerk schaarden zich om hem als om hun middenpunt, en in alle dogmatische en kerkelijke vragen gold hij als orakel. Mogen al de Vandalen i en de Islam de sporen van zijn werkzaam- i heid in Afrika geheel hebben uitgewischt, de vruchten van zijn werk en strijd zijn de toekomst van de Kerk ten goede gekomen vorm en den inhoud daarvan beslissend moest zijn. Hij wist in verband met de omstandig- heden niet minder rekening-te houden met den vorm als met den inhoud, maar hij durfde ook wel eens tegen de taalregels der grammatici te zondigen, wanneer hij schreef voor den gemeenen man, zooals in zijn meer popuiaire voordrachten het geval was. Hij zegt ergens: ,,het is beter, dat de grammatici ons la ken dan dat het volk ons niet begrijpt, Als wij maar komen tot een zekere en vaste waarheid, zijn wij voor de knitiek der geleerden niet be- vreesd." Bij de groote hoeveelheid van wat hij geschreven heeft (Posidius telt, ongerekend datgene, wat hij zelf niet ken- de: 1030 verschillende schrifturen was natuurlijk geen sprake van een vaak rus- tiig laten liggen van het geschrevene voor dat het werd uitgegeven. Zoo is het dan ook wel te verklaren, hoe het komt, dat hij niet zelden heel breedsprakig is en daardoor bij de lezing vermoeit, soms ook erg ingewikkeld schrijft, en daardoor het geduld van zijn vertalers wel eens wat erg op de proef stelt. Daarbij houdt hij van beelden en woordspelingen meer dan ons lief is, en niet ten onrechte wordt hem ook verweten, dat hij wat al te veel aan rhe- toriek zich schuldig maakt; alleen is iets dergelijks bij een man, die zijn leven lang of 'redenaar of rhetor of beide tegelijk was, nauwelijks te verwachten. Maar terwijl Augustinus, overladen met allerlei zaken en in den heftigsten strijd met Do- natisme en Pelagianisme, in een overloop van volksverhuizingen en barbaren, en in een tijd, waarin alles ineen scheen te stor- ten, het durfde ondernemen, om op zoo qrootsche wijze als hij dat deed in zijn werk Over den Staat Gods (geschre ven tusschen 413 en 427 het Christendom te verdedigen en aan de wereld te geven een beeld van het Godsrijk in tegenstel- ling met het rijk dezer wereld, heeft hij het bewijs geleverd, dat hij niet alleen mooi wist te sohrijven, maar dat hij zelfs, als hij dat wenschte, een volmaakt auteur wist te zijii, j Men heeft de schrituren van Augustinus sedert Erasmus naar den inhoud in z£ven klassen verdeeld. Zij omvatten philo sophic, dogmatiek, moraal, ascese, exegese, (uitlegkunde)apologetiek (ver- dediging van de Christelijke leer) en pole- miek (strijdschriften)Daar komen dan bij honderdtallen preeken en homdieen. I Dit alles is natuurlijk vermengd met on- I echte en dubieuse stukken, die sommigen aan Augustinus gunnen of toeschrijven, anderen daarentegen hem ontzeggen; dan zijn er bovendien nog 270 brieven, waarin zich zijn heele verdere denken en willen 1 weerspiegelt. Augustinus hoofdwerk is het reeds genoemde werk: ,,De civitate Dei", welk boek, volgens Bohringer boven INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. BOBBY Lichte baa/ 25ct. TABA 20 tf ZEEPAARD 15 Buitengewoon handig toekomst van de JxerK ten goeae qcAomen uei weiK ooeK, vuihcus -f tot op onzen dag, waarbij het anderzijds a\\e andere apologetische geschriiten u,. u uAorliilr 7on 7t*in als ook ale lipf- VirvrvcTQeberote boven ne toch wel heel wonderlijk zou zijn, als ook i de ketterij zich niet op dezen grootste van alle kerkvaders had beroepen. Augustinus was een bijzonder vrucht- i baar "schrijver. Het was hem intusschen niet ex om te doen om veel te schrijven of om schrijversroem te oogsten, doch alleen om zoo veel mogelijk invloed uit te oefe- nen en zooveel mogelijk goed te doen: de praktijk had bij hem het overwicht, en hoe lanqer hij schreef, des te meer werd hi] in yAN SCHIETOEFENINGEN OP DE zijn geschriften een practicus. Het is dui- WESTER-SCHELDE. De Minister van Buitenlandsche Zaken steekt als het hooggebergte boven het laqere bergland. 'Sedert de vijfde eeuw zijn er uit Auqustinus' werken allerlei bloemlezmgen gemaakt. De beste Hollandsche vertaling van zijn Belijdenissen is die van Mr. rrans Erens. Uit het Engelsch door P. G. WODEHOUSE. y\Vervolg. hoofdstuk XV. Bezoekers op Mon Repos. Sam was juist gereed om naar het kan- loor te gaan, toen zijn bezoekster ver- •cheen. Hij deed eigenlijk net zelf de voor- deur open. ..Mijnheer Shotter?" ,,Ja' zeide Sam. Hij was verbaasd me- vrouw Molloy te zien. Zoo gauw en zoo vroeg, nadat hij hier was komen wonen. had hij geen bezoek verwacht. Hij veron- derstelde dus, dat dit in voorsteden onder buren zoo gebruik was, in tegenstelling met de zeden op de groote buitens. Onder den indruk van den hoed meende hij Dolly te moeten rangsohikken onder de nota- belen van Valley-Fields, en er was zoo iets uitdagends in haar houding, dat hij er niet aan dacht om haar als philanthrope die gelden inzamelt, te classificeeren. ,,Komt u bin nen." „Denk u. Denk u wal. De mekelaer keeft me uw naem gezagd." ..Cornelius?" ..Gossie, wat een witte baaxd. Zeg, iemand most dat jog^toch eens leexen, dat ex Gilettes bestaan.' Sam stemde toe, dat dit misschien een algemeen belang kon zijn, maar hij hexzag zijn classificatie ondex de notabelen. ,,U zult het hiex wel niet heel netjes vinden", zeide hij verontschuldigend, tex- wijl hij haax vooxging naar de zitkamer. ..Maar ik ben net gekomen. De bezoekster antwoordde, dat ze het integendeel fijn vond. ,,ik ken deze kast uit mijn hoofd' zeide ze. ,,De ouwe paai heeft me er zooveel van verteld." „Ik geloof niet. dat ik den heer Paai ken!" „Me pa bedoel ik. Hij heeft hier altijd gewoond, toen ie nog klein was. ,,Wexkelijk. Ik dacht dat u een Ame- xikaansche was." ,,Ik ben een Amerikaansche. En laat je nou niks anders wijs maken.' ,,Dat zal ik niet doen. ..Honderd procent dat ben ik. Zeg nou niet, dat jij ook een Amerikaan bent' ,,Mijn moeder was een Amerikaansche. „Dat is fijn. Dat zal Pa leuk vinden.' ..Komt uw vader dan ook hier. ,,Dat zou ik denken. U meent toch niet. dat ik zoo maar op bezoek ga bij vreemde manslui," zeide de dame schalks. ,,Maar luister eens, als u heusch een Amerikaan is, dan. schieten we op, want alleen Ame- rikanen hebben maar gevoel. Zeg nou zelf!" ,,Ik kan u niet heelemaal yolgen. vVaar- om moet ik gevoel hebben?" ,Dat zal Pa u wel uitleggen. Ik snap dat ie er nog niet is. Ik dacht niet, uat ik 'm voor zou zijn." Ze keek eens om zich heen. „Het lijkt zoo gek om aan Pa te denken als aan zoo'n drie turf hoog hiex in de kamex." .Was uw vader dan een Engelschman I delijk voor ieder, dat deze omstandigheid j lvlluldtti vaii niet alleen voox^et geheele karakter van antwoord op de desbetreffende I zijn geschriften/maar vooral ook voor den tieett in amwuu vragen van het Eerste Kamerlid Va« Embden medegedeeld, dat schietoefeni*- gen, waaxdoor de scheepvaart op de Wester-Schelde en op de reede van Vli» singen belet of gehinderd wordt. nooit en dus ook niet op 2 en eventueel 3 April a a. gehouden worden. W anneer aldaar schietoefeningen plaats hebben, houden de met de leiding van het vuur belaste com- mandanten rekening met de scheepvaart (die- der visschersvloot inbegrepen) en laten zij alleen vuren op oogenblikken en op deelen van het vaarwater, waaxop geen vaartuigen aanwezig zijn, een en an,- dex op grond van een uitdrukkelijke be- paling ter zake in het voorsohrift op het houden van schietoefeningen der kust- artillerie. De scheepvaart, hetzij van en naar Nederlandsche, hetzij van en naar Belgische havens, ondervindt dan ook van de oefeningen niet den minsten last. TER NEUZEN, 6 April 1928. INTERNATIONALE BAKKER1J TENT00NSTELLING TE MIDDELBURG (Bektem 11) De plannen voor de in 1929 op initiatief van den Zeeuvrschen Bakkersbond te houden tentoonstelling hebben thacs vastere vormen aangenomen en is allereerst eene commissu. uit bestuursleden en enkele ardere personen, die ervaring hebben op het gebied van tentoonsteliiDgsamengesteld. Zittir ghehbei geromen de heeren Cbr. J. de Caliouw Pzn, J. C. de Roster, B. Sukkel, A. G. van der Hooft, J. P. Pieters en J. P. Ph. Doorecbos, alien te Middelbnrg; J. W. van der Linde en C. D. 7an Noppen te Vlissingen, C. van Halst te W igfekerbe en J. de Jonge te Ellewoutsdijk. Deze commissie heeft thans besloten de tentoonstellicg te doen plaats hebben van Dinsdag 9 tot en met Donderdng 18 Juli 1929 in de zalen en den tuin van het Schuttershof te Middelburg, terwijl aan de tentoonstelling in zooveTre uitbreiding werd gegeven, dat daar ook voediDgs- en genot- middelen onder vallen. Als r.aam voor de tentoonstelling werd gekozen Bektem II, nemende, vriendelijke, eerlijke baas. ,,Mijn naam is Gunn, mijnheer Shotter Thomas G. Gunn." Mijnheer Molloy was van plan geweesi want hij was een artist en als hij iets deed, wenschte hij het goed te doen om voor deze gelegenheid het pseudoniem Felkin Haggenbakker te adopteeren, want voor zijn critischen zin scheen dat nu de juiste naam voor een sentimenteelen mil- oogenblik meende. dat er een maa^t heeft ennu"d^w^in^rij'ner'jeugd Lord Fauntleroy met zijn fluweelen pak en kt Maar dit vOorstel was I kanten kraag van achter de sofa opdook weer °PzoeKt- d beweerde geen hii een heer met maiestuet.ee houdine, op d.e door te bteafleu. El hem even binnenlaten," reide hij. Hij liet zijn bezoeket vooiqaan en vtoeg Woont u hier dan heelemaal alleen? zdeh maar steeds af, waar hi) den man toch „In Engeland geboren hier geboren hier in dit huis. Denk eens, pa, die al- lemaal spelletjes in deze kamer deed. Sam wilde dat ze maar ophield. Haar gesprek wekte een wonderlijk gevoel bij hem op. De kamer scheen ineens bezochf te worden door een zonderling wezen met een oud gelaat en een jeugdig kostuum En dat gevoel werd zoo sterk, dat toen ze „Daar is pal", hij een opeens uitniep: niet dat vroeg de jonge dame, en Sam vond, da: ze het wat heel gretig zeide. ,,0 neen. Ik heb een knecht. Maar die is ergens aan het werk. "„Zoo't zeide ze teleurgesteld. Sam had den nieuwen bezoeker maar heel even door het raam gezien, niet meer dan een glimp. Nu hij de deur opendeed, kreeg hij hem eerst goed in het vizier. En toen sohrok hij even. Het is altijd gek, als je een bekend gezicht ziet, wanneer je een straa den. heel vreemd verwacht. Dezen man had hij in het kroegje gezien den dag, dat hij Hash in Fleet Street tegenkwam. .Mijnheer Shotter." „Ja." Het scheen Sam toe, dat de man een hoop ouder was geworden, sinds hi] hem den laatsten keer had gezien. Dat kwam, het laatst gezien kon hebben. Hij vond het altijd v'ervelend, als hij geaichten niet meer herkende, vooral als hij vond. dat zoo'n uiterlijk de moeite waard was. Hij liet den heer Gunn in de zitkamer, aldoor tobbend. „Bent u daar, pa." zeide de jonge dame. „Zeg, pa, is dat niet leuk Mijnheer Shotter is een Amerikaan." De eerlijke oogen van den heer Gunn raaiden. Nu dan bent u een man met gevoel. I mijnheer Shotter. En u begrijpt. U zult het niet vreemd vinden, dat een man zijn i heele leven het verlangen koestert om de plaats, waar hij geboren is weer tezien .O heelemaal niet, zeide Sam beieetd en hij zou zijn bezoeker er aan hebben kunnen herinneren, dat dit gevoel, heel wat al te grijs had gemaakt. Maar al telde hij nog zooveel jaren, toch leek hij een in- meeste bekende Amerikaansche lyrici. ,,Nu, dat gevoel heb ik, mijnheer Shot ter," zeide de ander vol trots, ,,en ik schaam me niet het te bekennen. Dit huis is mij heel lief. Ik ben er geboren." ,,Dat vertelde juffrouw Gunn mij a)." 1 „0, heeft ze dat verteld |a mijnheer Shotter, ik ben iemand die menschen en steden kent. Ik heb gewoond in de krot- ten der armen, ik ben omhoog geworsteld. als ik het zoo zeggen mag, totdat ik een welkome gast was in de woningen der rijken. Maar nooit, arm of rijk, heb ik deze oude plaats verqeten en mijn kinder- herinneringen die haar heiligen." Hij zweeg. Zijn stem had gebeefd en was tot een gefluiister gedaald, en nu keerde hij zich ineens af en keerde zich naar het raam. Zijn schouders schokten een oogenblik en iets als een gesmoorde snik klonk door de kamer. Maar toen hij zich weer omdraaide, was hij zich zell weer de stoere, flinke ouwe Felkin Hag genbakker o neen, helaas Thomas G. Gunn die hoog in aanzien stond en mis schien zelfs wel gevreesd werd in de Ro tary Club in Pittsburgh. Maar laat ik u niet langer lastig val len. mijnheer Shotter. U doet natuurlijk ook zaken. Laat ik kort zijn. Mijnheer Shotter, ik wil dit huis hebben." „Wat wait u zeide Sam verbijsterd. Hij had er geen idee van gehad, dat hij in den maalstroom van een transactie ge- sleurd zou worden. ,,Ja mijnheer, dk wil dit huis hebben. En laat mij u allereerst zeggen. dat geld geen overweging is. Ik heb geld genoeg een gebaar, dat geld op zijde scheen te schui- ven. ,,Hoe veel voor dit huis, mijnheer Shotter Ik heb nu eenmaal grillen, maar ik kan er voor betalen." (Wordt vervolgd.) in—it i i ENSCHE COURANT d* hij Prijs 75 cts. Weiger namaak of losse tabletten. per half ons 1 1 _J a mm. rvt" o ri 1 /Y rl 01 fi V f m i zijn gesuuineii ecu pai.uv.uo. - ""j7i i nooei ujj iicii t

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1