ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No 8186 Woensdag 22 Februari 1928. 68e Jaargang Sam en zijn schat Aspirin- ABON CEMENTSPRUS: "EERSTE BLAD BIHNENt K D, FE0ILLBT ON. BUITENLANQ. III voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f<6,60 per jaar Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor "t buitenland alleen bij vooruitbetaling. Oil blad verschilnt lederen Maandag-, IVoensdag- en Vpijdagavond. Algemeene Politieverordening voor de gemeente Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat vanaf heden, gedurende drie maanden op de gemeente-secretarie voor een ieder is ter lezing nedergelegd, de door hen afgekondigde wijiiging der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Ter Neuzen, vvelke wijziging tegen betaling der kosten verkrijgbaar is gesteld. Ter Neuzen, den 22 Febr. 1928. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. UUIZ1NGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. TWEBDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De heer Hiemstra (s.-d.) vraagt een interpellatie aan over de opheffing van de marinewerf te Hellevoetsluis. Op dit ver- zoek zal nader worden beslist. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van Curasao. De heer )oekes (v.-d.) verdedigt het amendement met het doel, nader overleg te doen plaats hebben met den Kolonialen Raad omtrent de reorganisatie van de politic. Minister Koningsberger is bereid, nader overleg te plegen, ook zonder amende ment. Tegenover den Kolonialen Raad zal de grootste tegemoetkomendheid wor den betracht. Het amendement-Joekes wordt verwor- pen met 50 tegen 26 stemmen. Voor stem- den de sociaal-democraten, de vrijzinnig- democraten en de katholieken Buiten, Moller en Veraart. De begrooting wordt aangenomen met de stemmen der sociaal-democraten tegen. Aan de orde is de begrooting van de staatsmijnen. De heer Drop (s.-d.) klaagt over de tegenwerking van woningbouwvereeni- gingen door de directie der staatsmijnen. Spreker zou liever den woningbouw zien bevorderd door gemeenten en rijk, om te voorkomen, dat katholieke woning- bouwvereenigingen een machtspositie in- nemen. Spreker beziet vervolgens de positie van de kolenmarkt en ziet in de daling van het verbruik en de stijging van de pro- ductie hier te lande factoren voor een cri sis. De oplossing ziet hij in een internatio- nale regeling van de productie, waartoe Nederland het initiatief zou kunnen nemen. HET ZEVENDE LEERJAAR. De heer Albarda heeft den Minister van Onderwijs verzocht mede te deelen, met welk bedrag 's rijks uitgaven zouden worden verhoogd, indien met de weder- invoering van de leerverplichting voor het zevende leerjaar het herstel gepaard zou gaan van de leerlingenschaal; zooals deze is vastgesteld bij de wet van 16 Februari 1923. NIEUWE STOOMPONT VOOR MOERDIJK. De te waterlating wordt gemeld van een nieuwe stoompont voor het veer te Moerdijk, waarvan het hoofddek plaats biedt voor 20 auto's; voorts is er vopr de passagiers een promenadedek en twee ka- juiten. Zij is ingericht voor koplading. De overtocht tusschen Moerdijk en Wil- lemsdorp (2 K.M.) kan zij in 15 minuten volbrengen, met inbegrip van lading en lossing. Uit het Engelsch door P. G. WODEHOUSE. 12) Vervolg.) Een groote, vette hand legde zich alles- behalve vriendschappelijk op zijn schouder ep wekte Sam uit zijn droomen. De veld- maarschalk staarde hem aan met een af- schuw, dien hij niet meer trachtte te ver- bergen. ,,Smeer zeide de veldmaarschalk. ,.Jouw soort molten we hier niet. ,,Maar ik hen met hem op school ge- weest, stamelde Sam. Het was alles zoo gauw gegaan, dat hij niet volkomen be- seffen kon. dat. Wat eigenlijk zijn eigen vleesch en bloed wqs, hem had genegeerd. ..Was je met hfem ook al op school?" zeide de veldmaatschalk. ,,De eenige school, waar jij ooit op was, zal wel een klompenschool zijn. Smeer m nou maar gauw, anders haal ik e*n agent." Binnen de nachtkrotq 'bracht Claude Bates zijn ontredderd z^miwgelsel weer op orde met een whisky-Soda en vertelde zijn vriend Tresidder, ho> hij door het oog van een naald was geiropen. ,,Stond gewoon te loerenop de stoep!" zeide Bates. „Afgrijselijk," meende Tre-,idder. DE MINISTER TEGEN TE STRENGE KEURING VAN TREK- HONDEN. In een circulaire aan de gemeenten heeft de Minister van Binnenl. Zaken er de aandacht op gevestigd, dat in sommige gemeenten het aantal afgekeurde honden vt.: grpoter is dan in andere gemeenten. Hij acht het mogelijk, dat dit te wijten is aan een streven, in strijd met wet en bedoeling, om de nieuwe voorschriften te hanteeren teneinde zooveel mogelijk tot afschaffing van den hond als trekdier te geraken. Het valt toch niet aan te nemen, dat zoo groote verschillen tusschen de honden in onderscheidene gemeenten zou den bestaan. In verband met een en ander vraagt de Minister of, indien in een gerrleente een onevenredig aantal honden is afgekeurd 1 er weUicht termen gevonden kunnen wor den om herkeuring te gelasten. In elk geval zou het aanbeveling verdienen de houders van afgekeurde dieren te wijzen op hun bevoegdheid om binnen dertig dagen in beroep te komen bij Ged. Staten. HENRI POLAK. Bij gelegenheid van zijn 60sten verjaar- dag is Henri Polak, voorzitter van den Diamantbewerkersbond, hartelijk gehul- digd. Hij kreeg tai van geschenken. NEDERLAND—BELGIe. Dinsdag hield de Belgische minister van buitenlandsche zaken, P. Hymans, bij de opening van de algemeene bespfeking der begrooting van zijn departement, in den Senaat, een lange rede over de huidige betrekkingen tot de naburige staten. Minister-president Jaspar en verscheidene andere leden van het kabinet, alsook plins Leopold, waren daarbij aanwezig. De minister ving zijne uiteenzetting aan met eene hulde aan de gedachtenis van lord Oxford and Asquith, dien hij heette ,,een edele figuur, welke in de ge- schiedenis van Belgie, dank zij de in 1924 door den Britschen staatsman aangenomen edele houding, eeuwig zal blijven voort- leven.' De Nederlandsch-Belgische betrekkingen. Onmiddellijk daarop kwam hij tot de Nederlandsch-Belgische betrekkingen, waarvan hij, volgens de officieele aan de journalisten mepgedeelde Nederlandsche vertaling, woordelijk het volgende zegde: Zekere vraagstukken, sedert den oor- log ontstaan, zijn nog hangende. Bij mijn terugkeer aan het ministerie van buiten landsche zaken vind ik kwesties terug, die ik in 1919 heb zien ontstaan, die in 1924 heb bernomen en aan welker oplossing de heer Jaspar, en de heer Vandervelde, zoowel als ikzelf, bij beurten hunne zor- gen hebben besteed. De diplomatieke vraagstukken evoluee- ren langzaam, soms is nauwelijks vooruit- gang te bespeuren; slechts voet voor voet schrijdt men vooruit; er zijn oogenblik- ken van stilstand, uren voor de over- denking, uren voor de daad. De tijd is een groote meester. Eene kwestie, waar- bij wij rechtstreeks betrokken zijn, heeft nog geen definitieve oplossing gekregen; de kwestie onzer betrekkingen met Ne derland. Wij koesterden den hoop, dat de Ne derlandsch-Belgische kwestie zou gere- geld geworden zijn door het verdraq, dat ik op 3 April 1925 met den heer Van Karnebeek te 's Gravenhaqe heb onder- teekend. Dit verdraq was de uitslaq van vriendschappelijke besprekinqen, die te Geneve in September 1924 beqonnen wa ren en die qeleid hadden tot eene moei- HOOFDSTUK V. Pijnlijke scene bij een koffiestalletje. Londen was nu heel rustig. Er heersch- te absolute stilte, die slechts nu en dan verbroken werd door het voorbij ratelen van een rijtuig of de snelle voetstappen van een laten wandelaar op weg naar huis. Het lantaarnlicht scheen op de glin- sterende straten, op droomerige politie- agenten, op zacht voortsluipende katten en op een jongen man in een zeer sjofel costuum, wiens vertrouwen in de mensch- heid tot het nulpunt gedaald was. Sam had nu geen bepaald-doel meer. Hij. dwaalde rusteloos verder, alleen om den tijd te dooden. Hij slenterde maar voort en merkte op eens, dat hij uit het mondaine gedeelte was geraakt en nu een wat eenvoudiger omgeving aanschouwde. De gebouwen waren veel vuiler, de zwer- vende katten zagen er minder welgedaan uit. Inderdaad was hij nu aangeland in een wijk, die alle pogingen van de bewo- ners om haar Beneden Belgravia te noe- men ten spijt, nog steeds den naam Pim- lico droeg. En hier werd hij uit zijn mij- meringen gewekt bij den aanblik van een koffiestalletje. Hij bleef plotseling stok-stijf staan. Voor de tweede maal werd hij zich hevig bewust van dien knagenden honger, die zich voor het eerst bij het oesterrestaurant had doen gelden. Waarom hij nu opeens honger moest hebben, nadat hij nog slechts luttele uren geleden een vollen maaltijd genoten had, zou hij niet kunnen zeggen. Een psycholoog, als er een in de buurt was geweest, zou hem verteld heb- zame en nauwkeurige regeling van het ontwerp van yerdrag opgemaakt in 1920. kort na de Vredesconferentie. Het scheen, dat de onderteekening Van het verdrag van 1925 een gelukkige toenadering tus schen beide landen tot gevolg moest heb ben. De heer Van Karnebeek noodigde mij uit het zelf in Den Haag te komen teekenen, de Nederlandsche en de Bel gische pers wissejden betuigingen van sympathie. Ongeli. "kigerwijze verliep er eeniigen tijd. Er ontstond oppositie in Nederland en de atmosfeer werd vertroe- beld. Het verdrag, door de Tweede Kamer der Staten-'Generaal aangenomen, werd door de Eerste verworpen. Toen de heer Van Karnebeek viel, liet de heer Beelaerts van Blockland ons we- ten, dat hij de studie van het vraagstuk zou hernemen en ons nieuwe voorsceiien zou oniderwerpen. En verscheidene ma- len hebben wij uit Den Haag de verzeke- rtng ontvangen van den wensch der Ne derlandsche regeering om tot een bevredi- gende overeenkomst met Belgie te komen. i ot nu toe hebben wij de voorstellen noch niet ontvangen en wij drukken de hoop uit, dat deze binnen afzienbaren tijd bij ons aanhangig zullen gemaakt worden. Yvij zullen ze onderzoeken met de be- zorgdheid aan Belgie de verbindingen met de zee en met den Rijn te verschatlen, die voor de ontwikkeling van onzen rivier- en zeenandei noodig zijn en met den wensch tusschen beide landen hartelijke betrek kingen en samenwerking te doen ontstaan. De door ons gewenschte verstandtiou- dmg beantwoordt niet alleen aan hun bei- der belangen, maar in werkelijkheid aan een Europeesch beiang. Heel onlangs gaf een plechtigheid, die aan de Universiteit te Nijmegen plaats greep en waaraan de kardinaai-aartsbis- schop van Mechelen deelnam, aanleiding tot toespraken, waarin gelukkige gevoe- lens van toenadering tot uiting kwamen. De rector magniticus van de Universiteit van JNijmegen sprak, na den kardinaal welkom te hebben geheeten, de volgende woorden uit: „Z,eker, Belgie en Nederland, wij zijn van elkander losgemaakt en na een kunst- matige vereenigmg hebben wij ons defini- tief gescheiden in 1830. Maar wij hebben elkander, Belgie en Nederland aan beide zijden der grens noodig." Ik ben overtuigd, dat de Nederland sche Regeering deze gevoelens deelt en dat zij begrijpt, dat de kwestie, die wij reeds sedert bijna acht jaar bespreken, niet in een toestand van stagnatie kan biqven en dat het van beiang is het onge- duld der openbare meeninq te voorkomen. Deze woorden werden door eenig ap- plaus op de verschillende banken onder- streept. HET ZEEUWSCHE MOSSEL- BEDR1JF. Men meldt aan de „N. R. Crt.": De eendracht in optreden door de leden van den Bond van Zeeuwsche mossel- kweekers heeft een gevoeligen knak ge kregen door het zoogenaamde vrijgeven in den hand el, waardoor de Zeeuwsche mosselproducenten onmiddellijk gevoelig in de beurs worden gestraft, want alge- meen luidt het, dat de prijzen bijna gehal- veerd zijn. Mossels, die nog per ton tot f 1,75 golden, zijn thans verkocht voor f 1,Er valt niet veel aan toe te voegen. De vrees, dat die eenheid in optreden niet zoo van langen duur zou zijn, is al spoe- dig bewaarheid geworden en bevestigt oude vermel din gen van Zeeuwsche mos- ben, dat het scherpe hongergevoel, waar aan hij meende te lijden, inbeelding was, en dat slechts zijn onderbewustzijn rea- geerde bij het zien van voedsel. Sam zelf echter wist uit de beste bron, dat het droe- ve werkelijkheid was. En hij bleef met hongerige blikken naar het koffiestalletje staren. Er waren niet overmatig veel klanten. Eigenlijk maar drie. Een man in uni form, die blijkbaar de straten had geveegd en nog twee heeren, die niets te doen schenen te hebben. Ze leunden genoeg- lijk tegen de toonbank en aten harde eieren. Sam keek hem minachtend aan. Dit was nu weer een vorm van een zelfzuch- tig epicuxisme, dat de kanker was, die keizerrijken aanvrat. En toen de man in uniform genoeg had van eieren en waar- achtig nog zoo gulzig was om een stuk koek met karwij te begeeren, had hij een gevoel alsof hij de bacchanalien bijwoon- de, die aan den val van Babylon vooraf- glngen. Met glinsterende oogen kwam hij een stap naderbij en werd zoo in staat gesteld om het gesprek tusschen deze Sybarieten af te luisteren. Zooals alle klanten van koffiestalletjes hadden ze het over de koninklijke familie, en gedurende korten tijd scheen het, dat er een absolute harmonie tusschen de gas- ten zou blijven heerschen. Toen waagde de man in uniform zich aan de bewering, dat de Hertog van York een snor had en de leegloopende heeren schaarden zich eensnezind om de oppositie. ,,Hij had geen snor," zei de een. selvisschers, toen nog heel andere toe- standen op visscherijgebied heerschten en de reglementen en verordeningen nog an ders luidden, dat de concurrentiestrijd niet zelden aanleiding gaf tot botsingen tus schen de belanghebbende visschers onder- ling, d.w.z. dat van dien ouden geest in het eigenaardig visschersvolkje is blijven voortleven. Jammer, dat het werk van belangstellende voormannen, die feitelijk buiten het bedrijf staan, op zoo wreede wijze weer in duigen is gegooid. Er is voor de oprichting van den Bond voor- speld, dat, als er geen verandering kwam, het Zeeuwsche mosselbedrijf in het doode teeken zou komen te staan, en nu zullen de leden zelf veroorzaken, dat opnieuw de grondslag voor die vrees is gelegd. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Brrrr wat een nattigheid, echt weer voor rheumatiek, neuralgiefin, jicht en spit. Men vergete niet dat bij zulke aanvallen niets zoo goed is als Tabletten. Zij verzachten de pijnen en be- vorderen de alscheiding van urine-zuur. Men eische echter steeds de origineele vevpakking "Soyet", ken- baar aan den oranje band en het Bayerkruis. Prijs 75 cts. Weiger namaak en let er op dat op elke tablet het woord JBayer" staat. ASQUITH EN DE OORLOG. Nu Asquith, de liberale Engelsche staatsman, dood is, kan men, schrijft de N. R. Crt., qeen bioqrafie van hem schrijven zonder er even aan te herinne- ren dat hij begin Augustus 1914 als hoofd van de regeering een beslissing heeft moe- ten nemen, waarvan het gevolg is geweest dat het Britsche rijk op zijn grondvesten gedaverd heeft en het bijkans een millioen mannen ten offer heeft moeten brengen. Om die gevolgen is die beslissing de zwaarwichtigste geweest, die ooit een En gelsch eerste-minister genomen had. Maar het objectief geschiedverhaal zegt dat hij toen niet geaarzeld heeft, omdat de poli- tiek van een militair samengaan met Frankrijk reeds jaren lang te voren een uitgeinaakte zaak was. De Duitsche inval in B.elgie deed voor de overgroote meer- derheid van zijn kabinet, dat daarvoor nog verdeeld was, de deur dicht en be- ,,'t Lijkt er niet naar," meende de ander. ,,Hoe," informeerde de eerste leegloo pende heer, ,,heb je het in je stommen kop gekregen, dat hij een snor zou heb ben?'' ,,Hij heeft een tandenborstel-snor," zeide de man in uniform ferm. ,,Je zeqt, dat hij een tandenborstelsnor Jieeft?" ,,Ja, een tandenborstelsnor." „Nou," zeide de leider der oppositie, met de houding van iemand, die bij een kruisverhoor een getuige vernuftig in de val heeft gelokt. ,,D'aar heb je het nou mis. Want hij heeft geen tandenborstel snor." Het scheen Sam toe, dat een beetje handige diplomatic nu zijn beiang zou zijn. Hij had niet hef genoegen om den hertog te kennen, en was dus niet in staat om als deskundige op te treden/ maar hij besloot toch den man in uniform te steunen. De welwillendheid van iemand van diens redenaarsgaven was niet te versmaden. In een oogenblik van overdreven optimis- me scheen het hem toe, dat een hard ge- kookt ei en een kop koffie de geringste belooning was, die een eerlijk supporter kon verwachten. Hij trad naar voren in het licht van een olielamp en sprak met groote beslistheid. ,,Deze heer heeft.gelijk," zeide hij. „De hertog van York heeft een kort geknipt snorretje. Deze interruptie viel te midden der drie debaters als'een bom. Ze werkte op hen, precies zooals de ongevraagde meening van een jong en nieuw lid op een groep hoedde het voor uiteenvallen, omdat het atlijd een beginsel van de Engelsche poli- tiek was geweest dat geen groote mogend^- heid zich aan de Vlaamsche kust mocht nestelen, om Engeland een pistool op de borst te kunnen zetten. Maar ook eerder was, zoo verzekeren betrouwbare bron- nen, Asquith reeds besloten, dat het de plicht en het belanq van zijn land was, de overwinninq van de centralen te ver- hinderen. Voor de qroote qebeurlijkheid waren reeds voor den val van Balfour's reqeering in 1905 militaire gedachtenwis- selingen met Frankrijik gevoerd en daaruit waren zekere afspraken voortgekomen. Het Engelsche leger had daarom een bij- zondere organisatie voor het geval het als expeditie-leger naar het vasteland gezon- den moest worden. De militaire politiek had zoodoende een gewichtigen invloed op de diplomatieke staatkunde gekregen en deze laatste was niet vrij meer. Men kan alle diplomatieke dossiers voor het ontstaan van den oorlog open- leggen en zal toch niet tot de. kern van de zaak doordringen, indien ook de militaire dossiers niet geopend worden. Dit geldt niet alleen voor Engeland. De Duitsche rijkskanselier Bethmann Hollweg maakte als onderhandelaar in de Juli-dagen van 1914 evenmin den indruk. dat hij vrij was in zijn bpslissingen. De Duitsche Keizer was niet alleen de man die voor de politiek het beslissende woord sprak, maar ook de ,,oberste Krfegsherr". Prins Lich- nowsky, toen gezant te Londen, heeft dezer dagen nog in de Neue Freie Presse in herinnering gebracht, dat de militaire machthebbers te Berlijn en Weenen niet voor den oorlog terugdeinsden, maar al leen bang waren voor de mogelijkheid, dat aan het ultimatum aan Servie ten voile voldaan zou worden. Dit moge een dol- driftige politiek lijken, maar hun taak was het te zorgen voor beslissend militair overwicht in geval van een gewapend conflict, dat toch niet meer te verhoeden leek, en men weet, dat zij vreesden, dat bit i te lang uitstel Rusland te sterk zoo ge- worden zijn, om Duitschland met kans op succes een oorlog op twee fronten te laten voeren. De uitrusting van het Duit- j sche leger met het 42 c.M. geschut en ander zware steilvuur-artillerie had dit een voorsprong gegeven. Op dezelfde wij- ze kan elke nieuwe oorlogsuitvinding of de zekerheid van een nieuw militair bond- genootschap op de algemeene politiek van een land invloed oefenen. Een paar jaar geleden vernam men, dat de generaals te 1 Berlijn krachtig ijverden voor orienteering van de Duitsche politiek naar den kant van Rusland, in plaats van naar het Wes- ten, blijkbaar omdat zij dit in militair op~ zicht het voordeeliqst voor het rijk acht- I ten. Als aan den anderen kant de diploma- j tieke staatkunde het verband met de mili taire verliest, kan dit een land duur te staan komen. D'e Fransche militaire lei- ding hdfeft er haar jregeering in 1914 een verwijt van gemaakt, dat zij den Duit- schen inval uit het Oosten zooveel gemak- kelijker gemaakt had, doordat zij zich in de spannende dagen had laten vinden voor het denkbeeld de Fransche dek- kingstroepen een eind van de grens terug te trekken, om haar vredelievende ge- zindheid te bewijzen. Had Frankrijk Rusland geen hulp geboden, dan weet men, dat Duitschland een bezetting van de vesting en in het Oosten van Franikrijk als onderpand voor goed gedrag had ge- eischt. Deze eisch was er natuurlijk ocxk bisschoppen en generaals in de rooLkamer Athenaneum Club. Een oogenblik heerschte er een afkeurend stilzwijr toen sprak de man in uniform. ,,Waar steek jij je leelijken vetten kop in?" vroeg hij koeltjes. Shakespeare, die te veel wist om zich ooit te verbazen over des mensciie. on dankbaarheid, zou deze laatste getuigenis waarschijnlijk met groote kalmte geaccep- teerd hebben. Het bracht Sam absotuut van de wijs. Wat onvriendelijkheid van de zijde der twee leegloopende heeren had hij verwacht, maar dat zijn meegevoel en steun op deze wijze door den man in uni form zou ontvangen worden, was eenvou- dig verbijsterend. Het scheen dezen nacht wel zijn noodlot om het misnoegen van menschen in uniform op te wekken. ,,Ja, stemde de leider der oppositie toe. ,,Wie het je wat gevraagd?" ,,Steekt zijn smerigen neus er in!" min- achtte de man in uniforrp. Alle drie de deelnemers aan het soupei keken hem met duidelijke afkeuring aan, De eigenaar van het stalletje, een stille, behaarde man, zeide niets: maar ook hif wierp een killen blik in Sam's richting. Er scheen iets te dreigen. ,,Ik zeide alleenbegon Sam. „En wie vroeg je wat", gaf de man in uniform terug. De toestand werd moeilijk. Op dit beslissende oogenblik echter klonk er een geratel, een geluid van remmen en een taxi hield stil bij den trottoirrand en de heer Willoughby Braddock sprong er uit. Een kopje koffie," merkte de heer Braddock verklarend het alqemeeu op. (W^ordt vervolgd.) NEUZENSCHE RANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1