ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 8186
Woensdag 22 Februari 1928.
68e Jaargang
Sam en zijn schat
Aspirin-
ABON CEMENTSPRUS:
"EERSTE BLAD
BIHNENt K D,
FE0ILLBT ON.
BUITENLANQ.
III
voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f<6,60 per jaar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor "t buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Oil blad verschilnt lederen Maandag-, IVoensdag- en Vpijdagavond.
Algemeene Politieverordening voor
de gemeente Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat vanaf heden, gedurende drie
maanden op de gemeente-secretarie voor een ieder
is ter lezing nedergelegd, de door hen afgekondigde
wijiiging der Algemeene Politieverordening voor de
gemeente Ter Neuzen, vvelke wijziging tegen betaling
der kosten verkrijgbaar is gesteld.
Ter Neuzen, den 22 Febr. 1928.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. UUIZ1NGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
TWEBDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De heer Hiemstra (s.-d.) vraagt een
interpellatie aan over de opheffing van de
marinewerf te Hellevoetsluis. Op dit ver-
zoek zal nader worden beslist.
Voortgezet wordt de behandeling van
de begrooting van Curasao.
De heer )oekes (v.-d.) verdedigt het
amendement met het doel, nader overleg
te doen plaats hebben met den Kolonialen
Raad omtrent de reorganisatie van de
politic.
Minister Koningsberger is bereid, nader
overleg te plegen, ook zonder amende
ment. Tegenover den Kolonialen Raad
zal de grootste tegemoetkomendheid wor
den betracht.
Het amendement-Joekes wordt verwor-
pen met 50 tegen 26 stemmen. Voor stem-
den de sociaal-democraten, de vrijzinnig-
democraten en de katholieken Buiten,
Moller en Veraart.
De begrooting wordt aangenomen met
de stemmen der sociaal-democraten tegen.
Aan de orde is de begrooting van de
staatsmijnen.
De heer Drop (s.-d.) klaagt over de
tegenwerking van woningbouwvereeni-
gingen door de directie der staatsmijnen.
Spreker zou liever den woningbouw
zien bevorderd door gemeenten en rijk,
om te voorkomen, dat katholieke woning-
bouwvereenigingen een machtspositie in-
nemen.
Spreker beziet vervolgens de positie
van de kolenmarkt en ziet in de daling van
het verbruik en de stijging van de pro-
ductie hier te lande factoren voor een cri
sis. De oplossing ziet hij in een internatio-
nale regeling van de productie, waartoe
Nederland het initiatief zou kunnen
nemen.
HET ZEVENDE LEERJAAR.
De heer Albarda heeft den Minister van
Onderwijs verzocht mede te deelen, met
welk bedrag 's rijks uitgaven zouden
worden verhoogd, indien met de weder-
invoering van de leerverplichting voor het
zevende leerjaar het herstel gepaard zou
gaan van de leerlingenschaal; zooals deze
is vastgesteld bij de wet van 16 Februari
1923.
NIEUWE STOOMPONT VOOR
MOERDIJK.
De te waterlating wordt gemeld van
een nieuwe stoompont voor het veer te
Moerdijk, waarvan het hoofddek plaats
biedt voor 20 auto's; voorts is er vopr de
passagiers een promenadedek en twee ka-
juiten. Zij is ingericht voor koplading.
De overtocht tusschen Moerdijk en Wil-
lemsdorp (2 K.M.) kan zij in 15 minuten
volbrengen, met inbegrip van lading en
lossing.
Uit het Engelsch
door
P. G. WODEHOUSE.
12)
Vervolg.)
Een groote, vette hand legde zich alles-
behalve vriendschappelijk op zijn schouder
ep wekte Sam uit zijn droomen. De veld-
maarschalk staarde hem aan met een af-
schuw, dien hij niet meer trachtte te ver-
bergen.
,,Smeer zeide de veldmaarschalk.
,.Jouw soort molten we hier niet.
,,Maar ik hen met hem op school ge-
weest, stamelde Sam. Het was alles zoo
gauw gegaan, dat hij niet volkomen be-
seffen kon. dat. Wat eigenlijk zijn eigen
vleesch en bloed wqs, hem had genegeerd.
..Was je met hfem ook al op school?"
zeide de veldmaatschalk. ,,De eenige
school, waar jij ooit op was, zal wel een
klompenschool zijn. Smeer m nou maar
gauw, anders haal ik e*n agent."
Binnen de nachtkrotq 'bracht Claude
Bates zijn ontredderd z^miwgelsel weer
op orde met een whisky-Soda en vertelde
zijn vriend Tresidder, ho> hij door het
oog van een naald was geiropen.
,,Stond gewoon te loerenop de stoep!"
zeide Bates.
„Afgrijselijk," meende Tre-,idder.
DE MINISTER TEGEN TE
STRENGE KEURING VAN TREK-
HONDEN.
In een circulaire aan de gemeenten
heeft de Minister van Binnenl. Zaken er
de aandacht op gevestigd, dat in sommige
gemeenten het aantal afgekeurde honden
vt.: grpoter is dan in andere gemeenten.
Hij acht het mogelijk, dat dit te wijten
is aan een streven, in strijd met wet en
bedoeling, om de nieuwe voorschriften te
hanteeren teneinde zooveel mogelijk tot
afschaffing van den hond als trekdier te
geraken. Het valt toch niet aan te nemen,
dat zoo groote verschillen tusschen de
honden in onderscheidene gemeenten zou
den bestaan.
In verband met een en ander vraagt de
Minister of, indien in een gerrleente een
onevenredig aantal honden is afgekeurd
1 er weUicht termen gevonden kunnen wor
den om herkeuring te gelasten. In elk
geval zou het aanbeveling verdienen de
houders van afgekeurde dieren te wijzen
op hun bevoegdheid om binnen dertig
dagen in beroep te komen bij Ged. Staten.
HENRI POLAK.
Bij gelegenheid van zijn 60sten verjaar-
dag is Henri Polak, voorzitter van den
Diamantbewerkersbond, hartelijk gehul-
digd. Hij kreeg tai van geschenken.
NEDERLAND—BELGIe.
Dinsdag hield de Belgische minister van
buitenlandsche zaken, P. Hymans, bij de
opening van de algemeene bespfeking der
begrooting van zijn departement, in den
Senaat, een lange rede over de huidige
betrekkingen tot de naburige staten.
Minister-president Jaspar en verscheidene
andere leden van het kabinet, alsook plins
Leopold, waren daarbij aanwezig.
De minister ving zijne uiteenzetting
aan met eene hulde aan de gedachtenis
van lord Oxford and Asquith, dien hij
heette ,,een edele figuur, welke in de ge-
schiedenis van Belgie, dank zij de in 1924
door den Britschen staatsman aangenomen
edele houding, eeuwig zal blijven voort-
leven.'
De Nederlandsch-Belgische betrekkingen.
Onmiddellijk daarop kwam hij tot de
Nederlandsch-Belgische betrekkingen,
waarvan hij, volgens de officieele aan de
journalisten mepgedeelde Nederlandsche
vertaling, woordelijk het volgende zegde:
Zekere vraagstukken, sedert den oor-
log ontstaan, zijn nog hangende. Bij mijn
terugkeer aan het ministerie van buiten
landsche zaken vind ik kwesties terug, die
ik in 1919 heb zien ontstaan, die in 1924
heb bernomen en aan welker oplossing de
heer Jaspar, en de heer Vandervelde,
zoowel als ikzelf, bij beurten hunne zor-
gen hebben besteed.
De diplomatieke vraagstukken evoluee-
ren langzaam, soms is nauwelijks vooruit-
gang te bespeuren; slechts voet voor voet
schrijdt men vooruit; er zijn oogenblik-
ken van stilstand, uren voor de over-
denking, uren voor de daad. De tijd is
een groote meester. Eene kwestie, waar-
bij wij rechtstreeks betrokken zijn, heeft
nog geen definitieve oplossing gekregen;
de kwestie onzer betrekkingen met Ne
derland.
Wij koesterden den hoop, dat de Ne
derlandsch-Belgische kwestie zou gere-
geld geworden zijn door het verdraq, dat
ik op 3 April 1925 met den heer Van
Karnebeek te 's Gravenhaqe heb onder-
teekend. Dit verdraq was de uitslaq van
vriendschappelijke besprekinqen, die te
Geneve in September 1924 beqonnen wa
ren en die qeleid hadden tot eene moei-
HOOFDSTUK V.
Pijnlijke scene bij een koffiestalletje.
Londen was nu heel rustig. Er heersch-
te absolute stilte, die slechts nu en dan
verbroken werd door het voorbij ratelen
van een rijtuig of de snelle voetstappen
van een laten wandelaar op weg naar
huis. Het lantaarnlicht scheen op de glin-
sterende straten, op droomerige politie-
agenten, op zacht voortsluipende katten
en op een jongen man in een zeer sjofel
costuum, wiens vertrouwen in de mensch-
heid tot het nulpunt gedaald was.
Sam had nu geen bepaald-doel meer.
Hij. dwaalde rusteloos verder, alleen om
den tijd te dooden. Hij slenterde maar
voort en merkte op eens, dat hij uit het
mondaine gedeelte was geraakt en nu een
wat eenvoudiger omgeving aanschouwde.
De gebouwen waren veel vuiler, de zwer-
vende katten zagen er minder welgedaan
uit. Inderdaad was hij nu aangeland in
een wijk, die alle pogingen van de bewo-
ners om haar Beneden Belgravia te noe-
men ten spijt, nog steeds den naam Pim-
lico droeg. En hier werd hij uit zijn mij-
meringen gewekt bij den aanblik van een
koffiestalletje.
Hij bleef plotseling stok-stijf staan.
Voor de tweede maal werd hij zich hevig
bewust van dien knagenden honger, die
zich voor het eerst bij het oesterrestaurant
had doen gelden. Waarom hij nu opeens
honger moest hebben, nadat hij nog
slechts luttele uren geleden een vollen
maaltijd genoten had, zou hij niet kunnen
zeggen. Een psycholoog, als er een in de
buurt was geweest, zou hem verteld heb-
zame en nauwkeurige regeling van het
ontwerp van yerdrag opgemaakt in 1920.
kort na de Vredesconferentie. Het scheen,
dat de onderteekening Van het verdrag
van 1925 een gelukkige toenadering tus
schen beide landen tot gevolg moest heb
ben. De heer Van Karnebeek noodigde
mij uit het zelf in Den Haag te komen
teekenen, de Nederlandsche en de Bel
gische pers wissejden betuigingen van
sympathie. Ongeli. "kigerwijze verliep er
eeniigen tijd. Er ontstond oppositie in
Nederland en de atmosfeer werd vertroe-
beld. Het verdrag, door de Tweede
Kamer der Staten-'Generaal aangenomen,
werd door de Eerste verworpen.
Toen de heer Van Karnebeek viel, liet
de heer Beelaerts van Blockland ons we-
ten, dat hij de studie van het vraagstuk
zou hernemen en ons nieuwe voorsceiien
zou oniderwerpen. En verscheidene ma-
len hebben wij uit Den Haag de verzeke-
rtng ontvangen van den wensch der Ne
derlandsche regeering om tot een bevredi-
gende overeenkomst met Belgie te komen.
i ot nu toe hebben wij de voorstellen noch
niet ontvangen en wij drukken de hoop
uit, dat deze binnen afzienbaren tijd bij
ons aanhangig zullen gemaakt worden.
Yvij zullen ze onderzoeken met de be-
zorgdheid aan Belgie de verbindingen met
de zee en met den Rijn te verschatlen, die
voor de ontwikkeling van onzen rivier- en
zeenandei noodig zijn en met den wensch
tusschen beide landen hartelijke betrek
kingen en samenwerking te doen ontstaan.
De door ons gewenschte verstandtiou-
dmg beantwoordt niet alleen aan hun bei-
der belangen, maar in werkelijkheid aan
een Europeesch beiang.
Heel onlangs gaf een plechtigheid, die
aan de Universiteit te Nijmegen plaats
greep en waaraan de kardinaai-aartsbis-
schop van Mechelen deelnam, aanleiding
tot toespraken, waarin gelukkige gevoe-
lens van toenadering tot uiting kwamen.
De rector magniticus van de Universiteit
van JNijmegen sprak, na den kardinaal
welkom te hebben geheeten, de volgende
woorden uit:
„Z,eker, Belgie en Nederland, wij zijn
van elkander losgemaakt en na een kunst-
matige vereenigmg hebben wij ons defini-
tief gescheiden in 1830. Maar wij hebben
elkander, Belgie en Nederland aan beide
zijden der grens noodig."
Ik ben overtuigd, dat de Nederland
sche Regeering deze gevoelens deelt en
dat zij begrijpt, dat de kwestie, die wij
reeds sedert bijna acht jaar bespreken,
niet in een toestand van stagnatie kan
biqven en dat het van beiang is het onge-
duld der openbare meeninq te voorkomen.
Deze woorden werden door eenig ap-
plaus op de verschillende banken onder-
streept.
HET ZEEUWSCHE MOSSEL-
BEDR1JF.
Men meldt aan de „N. R. Crt.":
De eendracht in optreden door de leden
van den Bond van Zeeuwsche mossel-
kweekers heeft een gevoeligen knak ge
kregen door het zoogenaamde vrijgeven
in den hand el, waardoor de Zeeuwsche
mosselproducenten onmiddellijk gevoelig
in de beurs worden gestraft, want alge-
meen luidt het, dat de prijzen bijna gehal-
veerd zijn. Mossels, die nog per ton tot
f 1,75 golden, zijn thans verkocht voor
f 1,Er valt niet veel aan toe te voegen.
De vrees, dat die eenheid in optreden niet
zoo van langen duur zou zijn, is al spoe-
dig bewaarheid geworden en bevestigt
oude vermel din gen van Zeeuwsche mos-
ben, dat het scherpe hongergevoel, waar
aan hij meende te lijden, inbeelding was,
en dat slechts zijn onderbewustzijn rea-
geerde bij het zien van voedsel. Sam zelf
echter wist uit de beste bron, dat het droe-
ve werkelijkheid was. En hij bleef met
hongerige blikken naar het koffiestalletje
staren.
Er waren niet overmatig veel klanten.
Eigenlijk maar drie. Een man in uni
form, die blijkbaar de straten had geveegd
en nog twee heeren, die niets te doen
schenen te hebben. Ze leunden genoeg-
lijk tegen de toonbank en aten harde
eieren.
Sam keek hem minachtend aan. Dit
was nu weer een vorm van een zelfzuch-
tig epicuxisme, dat de kanker was, die
keizerrijken aanvrat. En toen de man in
uniform genoeg had van eieren en waar-
achtig nog zoo gulzig was om een stuk
koek met karwij te begeeren, had hij een
gevoel alsof hij de bacchanalien bijwoon-
de, die aan den val van Babylon vooraf-
glngen. Met glinsterende oogen kwam
hij een stap naderbij en werd zoo in staat
gesteld om het gesprek tusschen deze
Sybarieten af te luisteren.
Zooals alle klanten van koffiestalletjes
hadden ze het over de koninklijke familie,
en gedurende korten tijd scheen het, dat
er een absolute harmonie tusschen de gas-
ten zou blijven heerschen. Toen waagde
de man in uniform zich aan de bewering,
dat de Hertog van York een snor had en
de leegloopende heeren schaarden zich
eensnezind om de oppositie.
,,Hij had geen snor," zei de een.
selvisschers, toen nog heel andere toe-
standen op visscherijgebied heerschten en
de reglementen en verordeningen nog an
ders luidden, dat de concurrentiestrijd niet
zelden aanleiding gaf tot botsingen tus
schen de belanghebbende visschers onder-
ling, d.w.z. dat van dien ouden geest in
het eigenaardig visschersvolkje is blijven
voortleven. Jammer, dat het werk van
belangstellende voormannen, die feitelijk
buiten het bedrijf staan, op zoo wreede
wijze weer in duigen is gegooid. Er is
voor de oprichting van den Bond voor-
speld, dat, als er geen verandering kwam,
het Zeeuwsche mosselbedrijf in het doode
teeken zou komen te staan, en nu zullen
de leden zelf veroorzaken, dat opnieuw
de grondslag voor die vrees is gelegd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Brrrr
wat een nattigheid, echt weer voor
rheumatiek, neuralgiefin, jicht en
spit. Men vergete niet dat bij zulke
aanvallen niets zoo goed is als
Tabletten.
Zij verzachten de pijnen en be-
vorderen de alscheiding van
urine-zuur.
Men eische echter steeds de origineele
vevpakking "Soyet", ken-
baar aan den oranje band
en het Bayerkruis.
Prijs 75 cts.
Weiger namaak en let er op dat op elke
tablet het woord JBayer" staat.
ASQUITH EN DE OORLOG.
Nu Asquith, de liberale Engelsche
staatsman, dood is, kan men, schrijft de
N. R. Crt., qeen bioqrafie van hem
schrijven zonder er even aan te herinne-
ren dat hij begin Augustus 1914 als hoofd
van de regeering een beslissing heeft moe-
ten nemen, waarvan het gevolg is geweest
dat het Britsche rijk op zijn grondvesten
gedaverd heeft en het bijkans een millioen
mannen ten offer heeft moeten brengen.
Om die gevolgen is die beslissing de
zwaarwichtigste geweest, die ooit een En
gelsch eerste-minister genomen had. Maar
het objectief geschiedverhaal zegt dat hij
toen niet geaarzeld heeft, omdat de poli-
tiek van een militair samengaan met
Frankrijk reeds jaren lang te voren een
uitgeinaakte zaak was. De Duitsche inval
in B.elgie deed voor de overgroote meer-
derheid van zijn kabinet, dat daarvoor
nog verdeeld was, de deur dicht en be-
,,'t Lijkt er niet naar," meende de ander.
,,Hoe," informeerde de eerste leegloo
pende heer, ,,heb je het in je stommen
kop gekregen, dat hij een snor zou heb
ben?''
,,Hij heeft een tandenborstel-snor,"
zeide de man in uniform ferm.
,,Je zeqt, dat hij een tandenborstelsnor
Jieeft?"
,,Ja, een tandenborstelsnor."
„Nou," zeide de leider der oppositie,
met de houding van iemand, die bij een
kruisverhoor een getuige vernuftig in de
val heeft gelokt. ,,D'aar heb je het nou
mis. Want hij heeft geen tandenborstel
snor."
Het scheen Sam toe, dat een beetje
handige diplomatic nu zijn beiang zou zijn.
Hij had niet hef genoegen om den hertog
te kennen, en was dus niet in staat om als
deskundige op te treden/ maar hij besloot
toch den man in uniform te steunen. De
welwillendheid van iemand van diens
redenaarsgaven was niet te versmaden.
In een oogenblik van overdreven optimis-
me scheen het hem toe, dat een hard ge-
kookt ei en een kop koffie de geringste
belooning was, die een eerlijk supporter
kon verwachten. Hij trad naar voren in
het licht van een olielamp en sprak met
groote beslistheid.
,,Deze heer heeft.gelijk," zeide hij. „De
hertog van York heeft een kort geknipt
snorretje.
Deze interruptie viel te midden der drie
debaters als'een bom. Ze werkte op hen,
precies zooals de ongevraagde meening
van een jong en nieuw lid op een groep
hoedde het voor uiteenvallen, omdat het
atlijd een beginsel van de Engelsche poli-
tiek was geweest dat geen groote mogend^-
heid zich aan de Vlaamsche kust mocht
nestelen, om Engeland een pistool op de
borst te kunnen zetten. Maar ook eerder
was, zoo verzekeren betrouwbare bron-
nen, Asquith reeds besloten, dat het de
plicht en het belanq van zijn land was,
de overwinninq van de centralen te ver-
hinderen. Voor de qroote qebeurlijkheid
waren reeds voor den val van Balfour's
reqeering in 1905 militaire gedachtenwis-
selingen met Frankrijik gevoerd en daaruit
waren zekere afspraken voortgekomen.
Het Engelsche leger had daarom een bij-
zondere organisatie voor het geval het als
expeditie-leger naar het vasteland gezon-
den moest worden. De militaire politiek
had zoodoende een gewichtigen invloed
op de diplomatieke staatkunde gekregen
en deze laatste was niet vrij meer.
Men kan alle diplomatieke dossiers
voor het ontstaan van den oorlog open-
leggen en zal toch niet tot de. kern van de
zaak doordringen, indien ook de militaire
dossiers niet geopend worden. Dit geldt
niet alleen voor Engeland. De Duitsche
rijkskanselier Bethmann Hollweg maakte
als onderhandelaar in de Juli-dagen van
1914 evenmin den indruk. dat hij vrij was
in zijn bpslissingen. De Duitsche Keizer
was niet alleen de man die voor de politiek
het beslissende woord sprak, maar ook
de ,,oberste Krfegsherr". Prins Lich-
nowsky, toen gezant te Londen, heeft
dezer dagen nog in de Neue Freie Presse
in herinnering gebracht, dat de militaire
machthebbers te Berlijn en Weenen niet
voor den oorlog terugdeinsden, maar al
leen bang waren voor de mogelijkheid, dat
aan het ultimatum aan Servie ten voile
voldaan zou worden. Dit moge een dol-
driftige politiek lijken, maar hun taak was
het te zorgen voor beslissend militair
overwicht in geval van een gewapend
conflict, dat toch niet meer te verhoeden
leek, en men weet, dat zij vreesden, dat bit
i te lang uitstel Rusland te sterk zoo ge-
worden zijn, om Duitschland met kans
op succes een oorlog op twee fronten te
laten voeren. De uitrusting van het Duit-
j sche leger met het 42 c.M. geschut en
ander zware steilvuur-artillerie had dit
een voorsprong gegeven. Op dezelfde wij-
ze kan elke nieuwe oorlogsuitvinding of
de zekerheid van een nieuw militair bond-
genootschap op de algemeene politiek van
een land invloed oefenen. Een paar jaar
geleden vernam men, dat de generaals te
1 Berlijn krachtig ijverden voor orienteering
van de Duitsche politiek naar den kant
van Rusland, in plaats van naar het Wes-
ten, blijkbaar omdat zij dit in militair op~
zicht het voordeeliqst voor het rijk acht-
I ten.
Als aan den anderen kant de diploma-
j tieke staatkunde het verband met de mili
taire verliest, kan dit een land duur te
staan komen. D'e Fransche militaire lei-
ding hdfeft er haar jregeering in 1914 een
verwijt van gemaakt, dat zij den Duit-
schen inval uit het Oosten zooveel gemak-
kelijker gemaakt had, doordat zij zich in
de spannende dagen had laten vinden
voor het denkbeeld de Fransche dek-
kingstroepen een eind van de grens terug
te trekken, om haar vredelievende ge-
zindheid te bewijzen. Had Frankrijk
Rusland geen hulp geboden, dan weet
men, dat Duitschland een bezetting van
de vesting en in het Oosten van Franikrijk
als onderpand voor goed gedrag had ge-
eischt. Deze eisch was er natuurlijk ocxk
bisschoppen en generaals in de rooLkamer
Athenaneum Club. Een oogenblik
heerschte er een afkeurend stilzwijr
toen sprak de man in uniform.
,,Waar steek jij je leelijken vetten kop
in?" vroeg hij koeltjes.
Shakespeare, die te veel wist om zich
ooit te verbazen over des mensciie. on
dankbaarheid, zou deze laatste getuigenis
waarschijnlijk met groote kalmte geaccep-
teerd hebben. Het bracht Sam absotuut
van de wijs. Wat onvriendelijkheid van
de zijde der twee leegloopende heeren had
hij verwacht, maar dat zijn meegevoel en
steun op deze wijze door den man in uni
form zou ontvangen worden, was eenvou-
dig verbijsterend. Het scheen dezen
nacht wel zijn noodlot om het misnoegen
van menschen in uniform op te wekken.
,,Ja, stemde de leider der oppositie
toe. ,,Wie het je wat gevraagd?"
,,Steekt zijn smerigen neus er in!" min-
achtte de man in uniforrp.
Alle drie de deelnemers aan het soupei
keken hem met duidelijke afkeuring aan,
De eigenaar van het stalletje, een stille,
behaarde man, zeide niets: maar ook hif
wierp een killen blik in Sam's richting.
Er scheen iets te dreigen.
,,Ik zeide alleenbegon Sam.
„En wie vroeg je wat", gaf de man in
uniform terug.
De toestand werd moeilijk. Op dit
beslissende oogenblik echter klonk er een
geratel, een geluid van remmen en een
taxi hield stil bij den trottoirrand en de
heer Willoughby Braddock sprong er uit.
Een kopje koffie," merkte de heer
Braddock verklarend het alqemeeu op.
(W^ordt vervolgd.)
NEUZENSCHE
RANT