ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEBEN.
8129.
Maandag 10 October 1927.
67e Jaargang.
Eea nieuwe neus
RAADSVERGADERING.
Motor- en Rijwielwet.
feuilletoh.
ABQNNEMENTSPRIJS;
BINNENLANB.
"iUtTEWLANP.
Voor binnen Ter Neozen 1.40 per 3 maandrn - Voor buiten T«r Neuzen Ir. per poet 1.80 per 3 maanden - Bij 'oo^ttaaling Ir. per poet J«.60 per |aa
Voo *t buitenland f 2.70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bi| vooruitbetal q.
Dit Mad varschiint lederen Maandaij-. Woen»da<. e» Vrlldagavond.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag 13
October 1927, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 10 October 1927.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt
het volgende ter kennis van de houders van
rijbewijzen, uitgereikt order de werking der
weldra te vervalden motor- en rijwielwet.
Ale voor 1 November 1925 afgegeven rij-
bewijzen vervallen op 1 November a.s. behou-
dens eetn overgangstermijin van aeht maanden.
Tat het verkrijgen van een niouw rijbewijs
moeten de houders zich vervoegen ter Ge-
meente-secretarie, op de Meronider genoemde
datums van negen tot twee uur, alwaar voor
de invulling en doorzending van een aanvraag-
formulier wordt gezorgd.
Jaren uitgifte
oude rijbewijzen.
1906 tot en met 1911
1912 en 1913
1914
1915
1916 en 1917
1918 en 1919
1920
Tijdvak aanvrage ter ge-
meente-secretarie nieuwe
rijbewijzen.
voor den 24 October 1927.
24—<31 October 1927.
31 Oct.—7 November 1927.
7- 14 November 1927.
14—21 November 1927.
21—28 November 1927.
28 Nov.—5 Dec. 1927.
In verb and met de vel e werkzaamheden op
de secretarie en ter Provinciale Griffie aan het
venstrekken van nieuwe rijbewijzen verbonden,
zal aan de bovengemelde datums strer.g de
hand worden gethouden. Wanneer de genoemde
datums niet in aoht genomen worden kan een
tijdige vemdeuwing niet gegarandeerd worden.
Bij die aanvrage moot worden overgelegd een
geneeskundige verklaring volgens bet hieronder
volgende model:,
„De ondergeteekende (naam en voorletters),
„a'rts te (woonplaats), verklaart bij een onder-
„zoek, mgesteld op (datum), hij (naam en
,,voomamen van den aanvrager) te (woon-
„plaats van den aanvrager), geen liohaams- of
„ziel:sgebreken te hebben waargenomen, welke
„dezen zouden kunnen beletten een motor-
'.rijtuig naar bdhooren te besturen".
Het in de verklaring vermelde onderzoek van
den geneeskundige mag niet vroeger dan. veer-
tien dagen voor de dagteekenimg der aanvrage
hebben plaats gehad. Een geneeslhieer aanvra
ger moet een verklaring van een ander ganees-
heer overleggem.
Vervolgens moeten bij de aanvrage twee
foto's, welgelijkend, groot ongeveer 4 c.M. bij
3 c.M. warden overgelegd. Wanneer bij een
aanvrage, twee rijbewijzen (een rijbewijs A en
een rijbewijs B) worden verzocfit, kan met drie
portretten worden volstaam.
Medegebraoht moet worden het oucte rijbe
wijs. Ieder, die voor 1 Mei 1924 een rijbewijs
verkreeg, is van het afleggen van een rijproef,
voorzoover de verkrijging aangaat van een rij
bewijs van een gelijksoortig motorrijtuig als
waarvoor het vroegere gold, vrijgesteld.
Is het oude rijbewijis afgegeven door den
Commissaris der Koningin in een andere pro-
vinoie voor den 1 Mei 1922, dan moet bij de
aanvrage een verklaring van den Commissaris
der Koningin in die andere provincie worden
overgelegd, waarbij de opgaven van den aan
vrager worden bevestigd, of het riibewijs zelf
worden overgelegd. Deze verklaringen kunnen
nu terston.d worden aangevraagd.
Wanneer wegens verloren raken of om
eenige andere redenen diestijds een nieuw rij
bewijs aan iemand is uitgereikt, b.v. na 1 Mei
1924 kan hij niettemin bij de aanvrage zich op
het oudere, eerst uitgegeven rijbewijs beroepen.
De afgifte van de rijibewijzen, geschiedt
door bemiddeling van de gemeente-secretarie.
Bij deze afgifte worden de op de uitgifte val-
lende leges welke voor ieder rijbewijs 1,50
bedragen, verrekend.
Tijdig zal worden bekend gemaakt, wanneer
de houders van de rijbewijzen, afgegeven tus
schen 1 Januari 1921 en 1 November 1925 een
rfeuiw bewijs moeten aanvragen.
D,e verwisseling van de rijbewijzen afge
geven in het tijdvak 1 November 1925 t"t 1
November 1927, zal nader worden geregeld.
De aanvragen van hen, die op of na 1 No
vember 1927 voor het eerst een rijbewijs ver-
langen, moeten als gewoonlijk rechtstreeks bij
den beer Commissaris der Koningin in Zeeland
te Middelburg worden ingezonden.
Bij deze aanvragen moet befhalve de reeds
hiervoren genoemde stukken nog worden over
gelegd een uittreksel uit het bevolkingsregis-
ter, kosteloos ter Gemeentesecretarie verkrijg-
baar en een rijvaardigheidisbewijs.
Ter Neuizen, den 10 October 1927.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
door
ARTHUR GASK.
13)
Vervolq.)
Toen qinq hij heel ernstiq vender:
,,Maar weet je wel, vriend Cups, dat we
dien avond door het ooq van een naald
zijn qekropen? Veel meer, dan we zelf
wisten. Die oude snuffelaar van een in-
specteur beweerde, dat hij maar opper-
vlakkifi het hiuiis wilde doorzoeken om de
autoriteiten teviredeh te stellen. Maar in-
derdaad koestende hij q root en arqwaan
teqen mij. Je weet, hoe ver het qeluid
draaqt, als de kamers leeq zijn, Nu ik
hoarde duidelijk, hoe hij, terwijl ik buiten
stond, zijn mannen aanspoor.de om een
qrondiq onderzoek in te stellen en qeen
steen op den andere te laten. Hij zeide,
dat het net iets voor mij was om zoo'n
vent te helpen ontVluohten. Hoe vindt je
nu zoo iets?"
Lk herinner mij, da.t ik lactate, al voelde
ik mij niet q eh eel op mijin qemak.
„Nu dokter", antwoordde ik. ,,Dan
had hij noq niet zoo'n sleetaten kij'k op z'n
mensctaen".
,,Nu", zeiide de dokter ba.rsch. ..Daarna
schoot hij in ieder qeval een bok, want
toen qinq hij zijn mannen voprspieqelen,
dat die heel dole hondenqeschiedenis
zooals hij het beliefde te noemen, maar
MINISTER BEELAERTS BIJ
DE PERS.
Dinisdaqmilddaq heef't in hotel Raulez te
's Gravenhaqe het noenmaal plaats qelhad,
dat het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkriniq aanibood aan den Minis
ter van BuitenlandsciHe Zaken, J;hr. Mr. F
Beelaeirts vain Blokland, verteqenwoor-
diiqer van Nederland in den Raad van
den Volikenbond.
Er was qroote belanqstelllinq voor deze
qelbeurtenis. Bladen van allerlei richtinq
uit het qansdhe land, correspondenten
van buitenlandsche couranten, persver-
eeniqinqen, ook de directeurenvereeni-
qinq, waren aanweziq of verteqenwoor-
diqd,
De Minister, vlot, eenvoudiq, blijkbaar
opqewekt qiestemd in dezen hem sympa-
tihieken krinq, heeft een nadere toelidhtinq
qeqeven op zijm bexoemd qeworden rede
te Geneve, die met qroote aanidacht werd
qevoliqd en aan het eind hartelij'k toeqe-
juiidhf.
In zijn openinqsreide herinnerde de
voorzitter van den Nederl. Journalisten-
krinq, de heer D. Hans, er aan, dat de
Krinq ten voniqen jare voor de eerste maal
aan :n bekend en qevierid landqenoot een
noenmaail had aanqeiboden. Thans deed
hij het wederom. Is het toeval zoo
vroeq d'e heer Hansdat .het nu weder
qe^chiedt aan een staatsman, die door zijn
optreden in en voor den Volkembond de
aandacht der .qe'heele wereld op zich ves-
tiqde, en daardoor ook de aandadht op
ons land, op ons volk, op onze vlaq? Toe-
val is dat zeker nieit, want de laatste jaren
zijn. daar om te bewijz.en, dat ons land zijn
aand'eel wil nemen in de ontwikkelinq der
internationale rechts^emeen schapin den
opbouw van een nieuwe en betere wereld.
Kernadhtiq teekiende de heer Hans de
verdienste van 's Ministers rede te Gene
ve: „het was de stem van Nederland,
steriker, het was de stem der kleine mo-
qendheden, neen, veel meer noq, het was
de stem van het dieoste en hartstochte-
lijikste verlanqen, dat lee ft in ons alien,
van welk ras'of volk wij ook zijn, om den
Vrede tusschen de volkeren te handhaven
en te versterken.
Naar die stem hebben talloozen, doch
hebben wij Hollanders vooral, met ontroe-
rinq q.eluisterd;\wij zijn er trotsdh op, dat
■muni niiiTWr
een toimeciic was, door mij c 'ezet om
hen op een dwaallspoor te breniCjcn, Oat
was toch al heel dom
Eindelijik modht ik dan de couranten
zden en die waren voor mij heel boeiend.
Daqenlanq was mijn zaaik het qesprek
van den daq, en naar den toon van de
verschillende artikelen te oordeelen, was
ik in het ooq van het oubliek meer een
romantiiscihe held dan ooit te voren.
Hadden ze qeqlimlaciht over de wijze,
waarop ik uit het Pallets van Justitie ont-
snapt was, ze schaterlacihten, toen ze
hoorden van mijn sejour in de Villa van
den reclhter.
Ze wisten niet, hoeveel ik aan het toe
val had overqelaten en meenden nu. dat
ik opizettelijlk naar het huis van reclhter
Cartriqiht was qesta.pt om er een tijdelijk
tieihuis te zoeken en de verreqaande bru-
taliteit daarvan amuseerde hen bijzonder.
„De beker (Cups) der vroolijikheid
zoo noemde een der bladen mij en zoo
dacht het publiek er in het alqemeen over.
Toen te zijner tijd de zooqenaamde brief
van den rechter over Zonda.qSheiliqinq
in de bladen versciheen, en nietteqenstaan-
de alle poqinqen tot qeheim'houdinq,
door de onbescheidenheid van een van de
bedaenden, de bron van dit epistel bekend
werldl, steeq de lachlust ten top.
Joumalisten voorspelden, dat dit qeval
noq eens .klassiek zou worden, de cabarets
maakten er qrapjes en versjes op en van
alle kanten vroeqen de menschen: „Wat
voor d'en drommel zal Gups nu weer qaan
uitvoeren?
Dokter Carmiohael lac'hte eens zuur-
zoet, als hij deze verhalen aan mij voorlas
en verscheidene keeren merkte hij veel
zij kwam uit het land Van Grotius, van
Bynckershoek, van Asser, en wij zijn qe-
lukkiq. dat het woord, door u qesproken
in de studio van Geneve, op millioenen
plaats'en is opqeva.n.qen door het fijne ra-
dio-toestel van het kloppende menschen-
hart".
De heer Hans sprak zijn rede voor den
aanvanq van den maa/tijd uit, de Minis
ter voende ouqeveer aan het eind daarvan
het woord.
Hij deed het qema'kkelijlk, eenvoudiq,
van aanteekenimqen, niet al te d'iep op de
kern der zaak inqaande, maar met telkens
flitsen van vemuft, waarnaar het aller-
aanqenaamst was te luisteren. De Minis
ter heeft zich widllen beperken tot de
qroote kwestie, die zoo veler hoofd en
hart beziffhoudt: de kwestie der ontwape-
ninq.
..Ontwapeninq" is een vertkorte en een
niet q eh eel juiste term. Wanneer men er
ondeir zou wilen verstaan het terzijde leq-
qen van alle bewapeninq, dan moet men
er zich rekenscihap van qeven, dat daar
aan de eerstvolqende qeneraties noq niet
zullen kunnen denken. Ontwapeninq
dient men te beqrijpen als beperkinq van
bewapeninq en als men iets verder wil
qaan als verminderinq van bewapeninq.
De kwestie is neerqeleqd in art. 8 van
het Volkenbondsverdraq, waarin de leden
erkennen, dat het behoud van den vrede
verminderiq der bewappninq eisdht tot
het minimum, dat is overeen te brenqen
mef de veiliqheid. Verminderinq der be-
wapinq is een levensikwestie voor den
Volkenlbond; wanneer hij nplatiq zou zijn
in het nastreven daarvan zou de Volken-
bond een qroot deel van zijn beteekenis
verliezen, wanneer wij teruqkeerden tot
den wedloop in bewapeninq, die van de
verminderinq 't onvermijidelijk alternatief
is, dan zou de Volkenbond ons niets te
zeqqen hebben.
De voorbereidend'e commissie voor de
ontwapeninq heeft dit jaar April, bij al te
qroot meeninqsverscihil niets kunnen uit-
richten, de conferentie over de verminde
rinq van de bewanenihq ter zee tussc'hen
Enqeland, Amerika en Japan is mislukt.
Onder den indruk van die dubbele
teleurstelliinq is de aohtste ver.qaderinq
van den Volkenbond bijeenqekomen. Tee-
kenend was het, dat, toen men de aqenda
in handen kreeq van de onderwerpen, die
ter verqadierimq aan de orde zouden ko-
men, er voor de derde commissie de ont-
wapeninqscommissie) alleen onderwerpen
van onderqeschikten aard op voorkwa-
men; de ontwapeninq zou niet besproken
worden. Onder die omstandiqlhed'en was
de Nederlandsche dele^atie van meeninq,
dat het ooqenblik qekomen was, om zoo
moqelijlk aan de ontwapeninq een stoot te
qeven en de verqaderinq te wijzen op de
qroote veTanitwoordelij'kiheid, die zij op
zicih nam door uiteen te qaan, zonder iets
qedaan te hebben om de conferentie zoo
kradhtiq moqielij'k te steunen.
Bescheiden ten slotte, alleen de beper
kinq van den wedlloop in de toeneminq*
der bewapeninq.
Maar noq niet alle moqendlheden zijn
lid van den Volkenbond, zoodat leden van
den Volkenbond zich bedreiqd' blijven
voelen door niet-leden en in de tweede
plaats moet men vraqen, of zelfs onder de
staten, die wel leden zijn van den Volken
bond', bereiikt is die atmosfeer van onder-
linq vertrouwen, waardoor qemakkelijik
kan worden over^.eqaan tot ontwapeninq.
Er heersc'ht noq teveel vrees en wantrou-
wen en zoolanq een staat verkeert %ider
cynisclh op, dat het mij wel spijten zou als
de haren op mijn hoofd, dat ik niet onder
vrienden was, om qezamenlijk van de
qrappen te qenieten.
Maar, sommiqe menschen hebben maar
een kort qebeuoien, en bun belanqstellinq
sterft al heel spoediq. Binnen een paar
weken qelbeurde Ihet onvermijdelijke, alles
omtrent mij was verqeten en mijn naam
kwam in de kolommen der nieuwsbladen
niet meer voor.
II.
Toen brak er een lanq tijidperk aan van
rustiq en vriendscihappelijik verkeer met
dokter Carmichael.
Na alles, wat er den eersten nacht na
mijn kornst in dit huis was voorqevallen,
hi,eld de dokter vol, dat er minstens weken
mee qemoeid waren, eer ik eeniqe kans
kreeq om veiliq weq te slippen. Ik mo est
bij hem dus maar wat thuis voelen, zeide
hij en dan konden we wederzijds van el-
kaars qezelscihap profiteeren.
Ik scbikte mij spoediq naar zijn levens-
wijze en nam al heel spoediq aandeel in
alles, wat hem betrof.
Des morqens deed ik het werk in huis
en arbeidde in den tuin, en qaf den dokter
zoodoende tijd voor zijn literaire studies
en scheikundiqe onderzoekinqen. In de
namiddaqen tuinierde ik noq wat en
aCleen's avonds waren we qewoonlijk wat
laniqer bijieen.
De muren waren zoo hooq en de boo-
men stonden zoo diclht, dat we nerqens
bespied konden worden. Maar om noq
zekerder te zijn, en om iederen moqelijken
spion te misleiden, droeq ik een pak van
den driuk daarvan is hij niet zeer ontvan-
kelij.k tot ontwapeninq, zoodat elke poqinq
tot onitwapeninq moet leiden tot teleur-
stellinq.
Ontwapeninq, veiliqbeid, arbitraqe,
deze drie bedoelinqen zijn al opqenomen
in het Vol'kenbon/dlsverdraq, en later bij
vernieuwinq in het protocol van Geneve
van 1924, dat sedert edhter practisch is
verdwienen.
Thans eohter leek er reden ze opnieuw
te stellen. Er waren alleriei dinqen qe-
beurd.
17 staten hadden de facultatieve clau-
sule van het Permanente Hof van Inter
nationale Justitie qeteeikend, waardoor qe-
scihillen tusschen d'e onderteekenaars val-
len ondier de jurisductiie van het Hof; het
aantal zaiken, dat voor het Hof belhandeld
werd, was veel qrooter qeworden dan
men aamvanikeh'k had durven denken. En
sinds 1924 waren bovendien de verdraqen
van Locarno qesloten.
Over de beteelkenis van zijn. rede te
Geneve, liet de Minister zich allerbe-
sclheidenst uit, niettemin toonde hij zich
verlheu^d over het succes en wat daar op
volqde, da lanqe resolutie met deze kern:
le. die uitspraak der verqaderinq,
waarbij, de leden worden aanqespoord tot
het sluiten van arbitraqeverdraqen tus
schen de leden onderlinq en ook met met-
leden;
2e. een stumulans voor den arbeid der
voorbereidenide commissie voor de ontwa-
peninqsconferentie;
3a. de benoeminq van een comite, an
nex aan de voorbereidende commissie, dat
zich beziq zal houden met die vraaqstuk-
ken van arbitraqe en veiliqheid.
Dit beteekent, dat niet meer alleen de
ontwapeninq zal worden belhandeld, maar
dat alle drie: ontwapeninq, arbitraqe en
veiliqhieid zullen worden besproken.
De Minister Ihoopte, dat de nieuwe
commissie ditmaa! qeen kapstok zal zijn.
Waar het op aankomt zoo eindiqde
hij is de moreele ontwapeninq. Het
rechtsbewustzijn moet worden aanqe-
kw.eekt; wij moeten de volken ervan door-
drinqen, dat elke aanval iets onbahoorlijks
is, een misd'aad. Dat is een punt, waarop
wij de aandacht moeten vestiqen.
Zooals Briartd het zeid'e: la paix, la
paix, dat is het, wat we telkens en telkens
weer moeten zeqqen.
Er volqde op de hartelijk toeqejuichte
rede van den heer Beelaerts eeniqe dis-
cussie, men stelde hem vraqen, die hij
welwillend beantwoordde. \Ve stippen
uit de tweede rede deze verklarinq en deze
meeninq aan:
,,Wat de kwestie der kleine moqend-
heden batreft, zeide spreker, dat er inder-
daad iets voor te zeqqen is, dat Neder-
land's verkiezinq ook is -eweeslt repre-
sentatief voor de kleine staten, die in den
oorloq neutraal zijn qebleven. Over de
resolutie is niet van te voren qesproken.
De Nederlandsche deleqatie heeft qe-
meend. dat er voordeel was in ihet doen
van haar voorsteil zonder overleq met an-
deren. Spreker zou voorts niet willen aan-
vaarden de teqenstellinq tusschen qroote
en kleine moqendlheden, daar alien in den
Bond qelijlklberechtiqd zijn. Wij moeten
ervan doordronnen zijn, dat d'e qroote
moqendlheden ook het qoede willen en het
zou niet de qoede weq zijn, een soort
phalanx van kleinen teqenover de qrooten
te vormen. Het qroote werk is: samen-
werkinq van alien tot versteviiqinq van
den Volkenbond.
De heer Hans danlkte aan het einld den
Minister vo.or zijn bereidwilliqheid om in
dezen krin- te komen en voor zijn belanq-
wekikenide rede.
Inderdaad zullen alle aanweziqen den
imdrulk hebben qe'had, 'dat voor het publie-
ke inzicht in de ontwikkelinq van de
vredesqiedaclhte deze bijeenlkomst van on-
qewone beteelkenis is qeweest.
BEDENKINGEN TEGEN
PLAATSELIJKE KEUZE.
Naar q,em eld wordt is een onqunstiq
voorloopiq verslaq der Twedde Kamer
teqemoe.t te zden inza'ke het draiikwet-
oiitwerp. Voomamelijlk ontmoetten de
voorqestelde benalinqien tot reqelinq van
de Plaatselijike Keuze bedenkinqen. Van
enlkele zij'den worden deze zelfs onaanne-
melijlk qeacht, indien niet aan de bezwa-
ren wordt teqemoet qekomen.
WRIJVING TUSSCHEN
ZUID-SLAVIe EN BULGARIJE.
De Balkan, bron van eeuwiqe onrust,
doet, scihrijft de N. R. Crt.. den laatsten
tijd opnieuw van zich sprelken door ern-
stiqe ,,qrens-in,oidenten waaraan Bul-
qaarsche komi.tadzji's weer, naar zij zel-
ven erkennen, de schuldliqen zijn. Men
heeft hen aan 't werk qezien in den herfst
van 1925 aan de Grieksdhe q.rens, wat
hardhandiqe teqenmaatreqel.en van Gr;i;k-
schen kant met overschrijidimq van de Bul-
qaarscihe qrens uitlokte, welke weer de
tusschenkomst van den Raad van den
Volkenbond ten qevolqe hadden. Met
veel diploma-tie moest toen de rust in de
q.rensstrook hersteld worden onder toe-
ziciht van buitenland'sche, door den Vol-
kenbond'sraad daarheen qiezonden officie-
ren die met een Zweedsch en een Neder-
landsc'h burqer samen een onderzoek in~
stelden. Den 28sten October 1925 werden
de Griekscihe troepen uit Bulqaarsch qe-
bied teruq.qetrolkken, een week na hun in-
val. In den zomer van 1926 moesten
Zuid-Slavie, Roemenie en Griekenland
opnieuw te Sofia een qiezamenlijken stap
ondernemen teqen de invallen van Bul-
qaarsche komitadzji's in het qebied van
alle drie. Kort qeleden heeft de Griek
sdhe reqeerinq andermaal vertooqen tot
de Bulqaarsche moeten ricihten over de
werlkzaamheid' van de Macedoniische
revolutiionaire orqanisatie die, vooral van
Saloniki uit, invallen in Grieksch qebied
op touw ze.tte. Athene toonde zich echter
ditmaal qemabiqd teqenover Sofia en
maakte het Bulqarije qemakkelijik een be-
vrediqend antwoord te qeven.
Veel ernstiqer zijn de incidenten, die
zich d'e laatste daqen op Servisch qe'bied
hebben voorqedaan: bomaanslaqen in
Zuid-Slavisohe plaatsen, de moord op den
Zuid-Slavischen qeneraal Kowatsjewitsj
te Isitip, daarna weer een bomaanslaq op
een Macedonisch dorp aan de overzijcie
van d'e Bulqaarsche qrens. Vandaar dat
thans via Weenen qemeld wordt, dat de
betrekkinqen tusschen Bulqarije en Zuid-
Slavie zeer qespannen zijn en de qezanten
van Enqeland en Franlkrijk te Belqrado
bedarend tusschenbeide qjekomen zouden
zij.n, om scherpe repressailles, in den vroe-
qeren Griekschen stijl, te voorkomen
Voorkomen is beter dan qenezen en de
staatslieden in den Volkenbonidsraad
hebben te veel aan hun hoofd .en te weiniq
tijd, om niet op te zien teqen een nieuwe
bijeenroepinq van dat lichaam tot besleoh-
den doikter en een ouden hoed van hem.
Wij qeleiken wel wat op elkaar, wat qe-
stalte betrof en met mijn hoed diep in mijn
ooqen, kon ik best vo.or den dokter qe-
houden worden.
De honden raakten aan mij qewend.
De eerste paar daqen bleven ze opqeslo-
ten, maar daar ik hun nu altijd hun voad-
sel bracht, werden we spoediq de beste
maatjes. Het was qrappiq, dat Diana een
bepaalde voorkeur voor mij aan den daq
leqde en als i'k in den tuin werlkte, was
ze bijna altijd bij mij. Ik denik eiqenlijik,
dat zij zich het paik ransel, dat .de dokter
haar qeqeven «had, herinnerde.
Alles in huis qesohiedde altijd met de
qrootste nauwlkeuriqlheid.
Om tien uur's morqens kwam de eeniqe
leverancier. Hij bracht alles, wat noodiq
was voor de huishoudinq. Hij belde aan
het hek om zijn komst te annoneeeren. Er
was een klein houten luikje in den muur,
en daarvan had hij den sleutel. Gewoon
lijk sloot hij dit open en plaatste alles,
wat den voriqen daq besteld was, op de
houten planlk aan den binnenkant. En
daarop vond hij dan ook de bestellinqen
voor den volqenden daq. De dokter zaq
hem maar zelden en er qinqen maanden
voorbij zonder dat ze een woord wissel-
den.
Ielderen ochtend en avond werden de
couranten over den muur qeworpen.
De postbode was de eeniqe, die noq
contact met het huis had, maar hij had ook
maar zelden, heel zelden, een brief af te
qeven.
Nu en dan, in strijd met het alqemeene
zeqqen, qinq de dokter uit, maar bijna al
leen op Vrijdaqavond, als de winkels laat
open waren. Een k®rte wandelinq en een
tramrit van tien minuten, brac'hten hem
naar de stad, waar niemand hem kende.
Hij liet zijn banikzaken loopen over de
Australische Bankvereeniqinq en reqe'lde
alles per post. Als hij qeid ncodiq had,
nam hij een cheque aan toonder en bocd
deze zelf aan, maar de kassier was zich
niet bewust, dat dokter Carmichael zelf
teqenover hem stond.
Achter al deze dinqen kwam ik al heel
spoadiiq en ik stond er verbaasd over, dat
de dokter zoo'n eenzaam leven zoo lanq
had voilqehoud'en.
,,1-k had er net zoo wat qenoeq van,
Cups", zeide-fhij eens, „en als jij niet qe
komen was, zou ik misscihien eens een
paar daqen in een hotel zijn qeqaan, om
eens te zien, hoe dat ook weer was. Maar
ilk denik wel, dat ik qauw zou zijn teruq-
qekomen."
Zooals ik reeds zeide, we brachten al
leen de avoniden samen door en het meest
qenoten we van onze partijen schaak.
Dokter Carmichael had mij verteld, dat hij
een qoed speler was en ik bleek dat ook
te zijn. We qaven elkaar qeen pion toe,
en we leverden vinniiq slaq op het schaak-
bord. Soms won ik soms hij, maar we
wisten het noait van te voren en daarin
laq juist de bekorinn van het spel.
Bovendien was de dokter buitenqe-
woon belezen en wij hadden allerprettiq-
ste twiistqiesprekken. Ik was ook volstrekt
niet slecht opqevoed en had veel naqe-
dacht over allerlei levensvraqen.
Wordt vervok