ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. lenst Qp xeM Veryeefniet No. 8092. Vrydag 15 JuU 1927. 67e Jaargang. Hammoerabi en Mozes. ABONNEMENTSPRIJS; P EERSTE BLAD. BINNENLAWD. BUITENLA N D. Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post I.80 Per 3 maanden Bij vooruitbetaiing fr. per post '6,60 per jaar Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dlt blad verschijnt iederen Maandag-, WoenadaS en Vrtjdagavond. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, d tt de De ingeschrevenen, die aan de loting mneten deelnemen, worden uitgenoodigd om tijdig. op de aangegeven plaats aanwezig te zijn. Wijze van loting. Men lieeft zeker niet overdreven, als men beweende, dat ide heteekenis van de wetten van Hammoerabi, wier belangrijk- sten inlhoud wij in een vorig artikel vrij uitvioeriq hebben medepedeeld, niet hoop genoeg kan worden aangeslaqen. Ook a! bestoniden er reeds allerlei wetten en regels voor fret redht voor de dagen van Hammoeralbi, zijn bijzon'Aere beteekenis bestonid hierin, dat hij een soort stelsel heeft geschapen, en dat zijn systeem vrij- wel alle terreinen des lev.ens omvatte, waardoor het mogelijk werd, dat in dat qansche, zoo uitgerekte wereldrij.k in bijna alle belangrijke aangelegeniheden een weloverwogen beslissing kon worden genomen, die zoo rechtvaardiq en billijk mogelijk was. Men mag dan ook gerust Hammoerabi's werk een idaad van een groot genie noemen, en het zal wel juist zijn wat een van zijn beste kenners en 1 evensbeschrijversBruno Meissner, heeft ondersteld, dat wij yooral daarora zoo weinig weten van Hammoerabi's persoon- iijk famdlieleven, omdat hij zoo zwaar in be slag werd genomen door regeerings- zorgen, en deiihalve voor de vreugden en genoegens des levens slechts weinig tijd kon vinlden Hij stierf na een lange regee- rimg van 43 jaren, en werd toen door een zoon opgevolgd, die ook weer 37 jaar lang aan het Rewind is gelbleven. Deze zoon sclhijnt edhter noch de wijsheid, noch den voorspoed zijns vaders te hebben beizeten. Natuurlijk kleven Hammoerabi's wet- boek wel onvolkomenheden aan. Deze hebben echter niet kunnen verhinderen, dat zijn rechts-systeem herhaalde malen is gecopieerd en dan ook in verschillende gebieden buiten zijn groote rijk verbreid is geworden. Wij hebben ook reeds aangetoond, dat, ook al was Egyptische invloed hier niet weinig merkbaar, vooral (het Noordelijk deel van Palestina van otidsher onder Babylonische hegemonie heeft gestaan. Wij weten niet volstrekt zeker of dit ook reeds onder Hammoerabi zelf het geval is geweest, maar dit is wel waarschijnlijlk, want in ieder geval staat vast, dat het land reeds vroeg onder invloed van de cultuur van Babel stonld, en dat deze in vloed in heel Syrie en dus ook in het Noorden van Kanaan nog eeuwen heeft voortgeduurd. Zoo is het dus wel verre van onwaarschijnlijik, dat in Hammoe rabi's dagen ook in dit gebied recht is ge sproken volgens h-et wetboek van dien gebieder. Evengoeid als, eenige eeuwen later, toen Palestina en Syrie, meer in naam dan in werikelijkheid, onderworpen waren aan de hegemonie van Egypte, wij toch in dat land Babylonisch schrift en Babylonische goden aantreffen, mitsgaders waarschijn- iijk ook Babylonische myfihen evengoed, en zelfs nog eerder, mogen wij in dien- zelfden tijkl ook in die streken bekend- heid onderstellen met en zelfs het gebruik van de wetten van Babel, die daar, het- zij door mondelinge overlevering, hetzij door afschriften bekend waren. In hoeverre er nu inderdaad sprake kan geweest zijn van het overnemen van wetten door de bewoners dier landen in hun eigen meer plaatselijke wetboeken, kan niet alleen blijken uit de wetten in het (Dude Testament, maar ook uit onder- scheiden verhalen, die wij daar misschien bij het gewone huiselijke en kerkelijke gebruik nooit nog op hadden aangezien. Om hier slechts een voorbeeld te noemen: als men eens naast elkander plaatst de zoo bekende geschiedenis van Hagar, en een paragraaf uit Hammoerabi's wet boek (No. 146), dan zien wij 'n merk- waardige overeenstemming. Daar lezen wij: ,,Als iemand een vrouw neemt en deze vrouw geeft haren man een dienares tot bijvrouw, en die dienares brengt kimderen voor de ecihtgenoote ter wereld, maar gedraagt zich dan als gelijke van hare meesteres, omdat zij kilideren gebaard heeft, dan mag haar meesteres haar niet voor geld ver- koopen, maar moet zij haar bij de slaven voegen, en haar tot de slawinnen reke nen". Uit die vexgelijking blijkt dan aanstonds en zeker, dat men ook in Israel in den tijd, waarin de geschiedenis van Abraham is ontstaan, Babylonische rechtsregels of althans regels, die daar- mede verwant waren, kende. Wij vexgeleken daacin een geschied- verhaal met een der paragrafen ui't Ham moerabi's wet, het ligt natuurlijk nog meer voor de hand om de Mozaische wetten daarnaast te plaatsen. Doet men dat, dan valt er een verrassende overeenkomst ons op, die redds bij het eerste gezicht niet valt te loochenen. Deze overeenkomst betreft in de eexste plaats den uitwendiqen vorrn der wetten, die ongeveer altijd in dezen trant loopt: „Wanneer iemand dit of dat doet, (dan moet men zus of zoo met hem doen". In het mooie boek van Kittel, dat kort- geleden verscihenen is, wordt een verge- iijiking gemaakt tusschen enkele gedeelten van Hammoexabi's wet en stuk'ken uit Exodus of Deuteronomium, waaxvan wij er hier enkele als illustratie willen laten volgen. Zoo wordt er in Exodus 21 2 28 be- paald: „Als een rund een man of een vrouw stoot, dan moet de eigenaar van het rund vrij .uitgaan". En Hammoerabi geeft deze verordening: ,,Als een rund, dat over den weg gaat, iemand stoot en daar door den dood veroorzaakt, dan mag een gerechtelijke aanvrage om schadever- goeding niet worden toegestaanMaar in Exodois volgt dan onmiddelijlk: ,,Als dat rund echter reeds eerder stootig is geweest, en men dit aan den eigenaar heeft medegedeeld, maar deze heeft er niet zorgvuldig v.oor gewaakt, dan moet het rund, als het een man of vrouw stoot, worden gesieenigd, maar ook de eigenaar moet met den dood worden gestraft Terwijl Hammoerabi verordent: „Als het rund echter reeds eerder blijk gegeven heeft aan zijn eigeaaar, stootig te zijn, doch deze heeft de horens niet omwonden, noch dat rund vastgebonden, en het stoot dan een vrijgeiboreae met doodelijken af- loop, dan moet hij (eigenaar) een halve mine in zdlver betalen, maar zegt Ham moerabi (in 252) stoot het iemands slaaf, dan moet hij een derde deel van een mine betalen, terwijl Exodus 21 32 in onze Statenvertaling luidt: ,,Indien de os een knecht of dienstmaagd stoot, hij zal zijnen heer dertig zilverliingen geven, en de os zal gesteenigd worden". Bij Hammoeralbi 125) heette het: ,,Als iemand zijn bezit in bewaring geeft, en het gaat daar, waar hij het gegeven heeft, verloren, dan moet de eigenaar van dat huis zien uit te vinden, wat verloren geraakt is, en het van den dief weerom nemen. Terwijl Exodus 22 6 bepaalt: ,,Als iemand aan een ander geld of kost- foaarheden ter bewaring gegeven heeft en deze worden uit het huis van dien man gestolen. dan moet de dief, indien hij ont- dekt wordt, het dubbele weergeven". En in 124 heette het bij Hammoerabi: ,,Ais iemand ten overstaan van getuigen aan een ander zilver of goud of iets anders heeft ter hand gesteld, maar deze weigert dat te erkennen, dan moet hij dien man voor het gerecht brengen en deze moet het dubbele vergoeden van wat hij niet erkennen wilde", terwijl er in Exodus staat (22 9): ,,Over alle zaak van on- recht, over een os, over een ezel, over klein vee, over kleeding, over al het ver- lorene, hetwelk iemand zegt, dat het zijne is, beider zaak zal voor de goden komen; welken de goden verwijzen, die zal het zijnen naaste dubbel weergeven". Staten vertaling). Kortom, men ziet: er is onloochenbare overeenkomst of gelijkenis tusschen deze beide wetboeiken, en de vraag kan alleen nog maar wezen, hoe die gelijkenis moet worden verklaard, en wat zij beteekent voor de totstandkoming van de wetten, diie wij in den bijbel vinden opgeteekend. Zeker is dan al dadelijk dit heel merk- waardig, dat door de vonldst en nadere bestudeerinig van Hammoerabi's wetboek eens en voorgoed naar het rijk der dwaas- heden is verwezen de bewering dat wij in de wetten van Mozes te doen zouden heb ben met bijbelgedeelten, die uit een zeer late periode afkomstig zouden zijn. Nu opgravingen en andere onderzoekingen onzen horizont hebben uitgebreid en ons geleerd hebben grootere en geheele tijd- ruimten te overzien, is het inzicht over deze dingen totaal gewijzigd. Men weet nu, dat er reeds eeuwen voor Mozes in een cultuurland, dat op allerlei wijzen nauw met Palestina in verbindiug stond, INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN ZONNEBRAN& Oeen Goud zoo goed. AKKiR's KLOOSTERBALSEM een wetboek was, dat allerlei punten van aanxaking vertbondemet de oudste gedeel ten van Exodus bijvoorbeeld; men weet ook, dat Palestina reeds voor Mozes en in diens dagen onder geestelijiken invloed stond van Babel, en wij weten ook, dat in dien tijd allerlei overleveringen daar be kend werden. En dus is er alle reden om te veronderstellen, dat, toen Mazes naar een redhtssysteem zocht, dat zijn volk eenmaal in Kanaan gezeteld, zou kunnen gebruiken, of toen Israel, daar reeds ge- zeten, naar rechtsbepalinqen omzag, die daar zijn omstandigheden konden rege- len, natuurlijkerwijze het uitnemende Babylonische voorbeeld wend geraad pleegd. Dan valt het ook aanstonds op, dat in het zoogenaamde ..Bondsboek", zooals men de hoofdstukken Exodus 2023 noemt heel eenvouduge toestanden en verhoudingen worden onderstel.d. Er worldt daar gesproken van landbouw en veeteelt, over tuin- en wijnbouw, van huwelijks- en slavenregelingen; pxecies op de wijze, waarop wij ons, ook am nog andere redenen, de verhoudingen onder het Joodsche volk in den eersten tijd na zijn vestiging in Kanaan het liefst voor- stellen. Nerigens woridt nog gesproken van een koning, nergens ook zelfs maar van een centrale regeering. Er is slechts een stamhoofd (nasi), en wij hebben hier dus ongetwijfelld te maken met de eenvou- digste toestanden uit den tijd van voor de Koningea. Een van de meest primdtieve en eigen- aardigste sporen wordt aangetroffen in de altaarwet (Exodus 20 25), waar gezegd wordt, dat de steenen, waarmede een al- taar gebouwd wordt, niet mogen worden gebouwd van gelhouwen steen, waarover het houwijzer is verheven. LetterJijik staat er ecihter: die steenen mogen niet worden behouwen ,,met een zwaard". Deze zeldzame uitdrukking is alleen maar te begrijpen, als men aanneemt, dat zij is neergeschreven in een tijd. waarin men het onderscheiid nog niet kende tusschen zwaard, mes en beitel, en dus in het vroe- ger stee'ntijdperk. Met andere woorden: het wetboek van Hammoerabi heeft eens en voorgoed bewezen de oudheid van de wetten van Mozes, hun afhankelijkheid en hun zelfstamdiglheid, en deze vondst behoeft in geen en deele onzen eerbied voor de bijbelsche traditie te schaden. INDONESISCHE STUDENTEN EN HET COMMUN1SME. De commissie van deskundigeD, die tot taak had, de bij Indonesische stulenten in beslag genomen papieren en documenten te onderzorken, heeft haar rapport aan de justitie verzonden. Naar verluidt, zou uit dit rapport du'delijk blijken, dat er een geregelde verbinding bestond tusschen de sowjet-regeering te Moskou en enkele voor- aa: staande fi^uren u t de nat onalisti?ch- Indonesische studentenkringen hier te lar de. Ook de fiuatcirele relatie zou voldoende bevestigd zpn. TELEFOONVERKEER MET DE VEREEN1GDE STATEN. Dadelgk na de totstandkoming van de transaflantische radio'elefonische verbinding tmsch n Engeland en de Vercenigde Staten heeft de N dedandsche posta-iministratie pogirgen in het werk gesteld om ook Nederland in dit verkeer te betrekken. De Engelsche administrate deelde toermaals evenwel mee, dat zij het tijdstip daartoe nog niet gekomen achtte, omdat het verkeer Engeland Amerika zelf cog het karakter van een p oefdienst droeg. Thans is van de Engelsche administrate bericht ontvacgen, dat zij bere d is, mee te werken tot een onderzo- k naar de tech- niscbe m igelijkbeid der opening van den bedoelden dienst. Zoodanig onderzeek is thans gaande. DE PROEFPOLDER BIJ ANDIJK. De dijk om den proefpolder 'bij Andijk is Donderdag na elf maaniden arbeids, voltooid. De eerste zij het nog kleine - Zuiderzee polder is hiermee ingedijkt. Op 21 December 1926 sloeg een groot gedeelte van het reeds gemaakte werk weg en tijdens de uitvoering is het weer zeer sleciht geweest. Hevige wind was soms oorzaak dat werktuigen ndet op hun plaats konden blijven. De eerste 40 H.A. zijn dus van de Zui- der zee afgesloten en zullen spoedig tot land zijn herschapen. Een paar pompen die te zamen ongeveer 100 M3. water per minuut uit den polder malen, hebben een goede week noodig om de ruim 1.25 mil- lioen M3. er uit te malen. Het werk aan den dijk is echter nog ndet klaar; daarvoor is nog wel een maand of drie noodig. (Hbld. INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN. DE BUITENLANDSCHE POLITIEK VAN HET KABINET JASPAR. Bij de opening der algemeene beschou wingen over de begrooting van buiten landsche zaken, heeft minister Vander- velde Diinsdagmdddag in de Kamer een lang a re'de gehou'den, waarin hij de bui- tenlandsche poldtiek van het kabinet Jas- par ten aanzien van de belangrijkste in- ternationale vraagstukken weike, in het afgeloopen jaar, de aandacht hadden van de regeerdng, uitvoerig toelichtte. De minister van buitenlandsche zaken stelde met voldoening vast, dat het ver- slag der Commissie van Buitenlandsche Zaken van de eensgezindheid getuigt die tusschen haar en de regeering bestaat in zake de buitenlandsche politdek. Deze eensgezindheid. zeide hij, ds in de eerste plaats hieraan toe te sahrijven, dat de groote riehtlijnen onzer politiek door de voorwaarden zelf van ons bestaan be- paald worden. Wij zijn een der kleinste landen van Eunopa. Wij zijn, terzelfder tijd, een der zes grootste industrieele mo- genldhe'den der wereld. Onze binnen- landsche markt is beperkt. Wij moeten wel het grootste deel onzer voortbrengst uitvoeren, en deze nioodzakelijk'heid van uitvoer bestaat niet enkel voor de eigen- lijke nijverheid. Zooals de heer Tibbaut het ter conference te Geneve uitstekend aantoonde, doet zij zich hoe lanoer hoe meer gevoelen op het gebied van den landbouw die, ten gevolge zijner uitbrei- ding, een nijverheid wordt als een andere. Belgie heeft dan ook, om aicih op nor- male wiize te ontwiklkelen, twee zaken dringend noo'dig; vrade op politiek gc... en vrede op oeconomisch gebied. De Minister zeide het volgende over de betrekkingen met Nederland: Wat de Nederlandsch-Belgische be- trekkinnen aangaat spijt het mij evenzeer als de commissie van buitenlandsche za ken, dat de verwerping van het verdrag van 3 April 1925 door de Eerste Kamer der Staten-Generaal de pogingen is komen verijdelen, die sedert jaren door de regee- ringen van 's Gravenhape en van Brus- sel aangewend werden om het vooroor- logsche regiem te vereffenen en aan de betrekkingen van goede buurschap tus schen beide volken een stevigen en recht- mabigen grondslag te geven. De verklaringen, die onlangs door den nieuwen minister van buitenlandsche za ken van Nederland afgelegd werden, wettigen eveniwel de hoop dat de moge- lijk'heid, tot overeenstemming te komen, niet verdwenen is. Ik ga geheel accoord met den heer Beelaerts van Blokland wan- neer hij zegt: Nederland en Belgie zijn op elkaar aangewezen. Het is het weder- zijdsch belang van beide landen en een Europeesch belang, dat beide landen in goede verstandhouding met elkaar leven". Ik heb anderzijds nota genomen van de gewidhtige verklaring volgens welke Ne derland in beginsel niet afwijzend zal staan tegenover Belgiische verlangens op HEERENBAAI economisch gebied, die verband houden met de ligging van Belgie. Inderdaad is deze geografische ligging op ziidh zelf voldoende om de essentieele eischen van Belgie in zake de verbin- d.ingswenen te rechtvaardigen. Deze op- vatting bezielde de conferentie te Londen bij de bestudeering van de vraagstukken. waarin zij bijzonder belangstelde, namelijk aan Belgie goede verbindingen met het buitenland te verzekeren en aan dit land vrije uitwegen naar zee en naar den Rijn te geven. Ook heeft zij er voor -ezorgd in het verdrag van 1839 verplichtingen vast te stellen, die te dien einde op Ne derland rusten. Maar zekere bepalingen van dit verdrag hebben woorde nwis'seTir gen en gesc'hilien over haar uitlegging te weeggebracht, waarvan een herhaling, wegens de groote uitbreiiding van het verkeer beslist'dient te worden vermeden, opdat de goede betrekkingen tusschen beide landen in de toekomst zouden ge- vrijwaard zijn. Indien men in Nederland daarvan evenzeer overtuigd is als bij ons, indiien men aangaande deze twee essen tieele punten: toegang tot de zee en toe- gang tot den Rijn, bereid is rekening te. houden met belangen die niet enkel Bel- gisclhe maar ook Europeesche belangen zijn, dan zullen de vraagstukken van on- dergesohikt belang gemakikelijk opgelost worden en zal Nederland ons eveneens-. bereid vinden, in een geest van vriend- schaippelijike samerrwerking met zijne wet tige verlangens rekening te houden. Om zich een oordeel te vormen over de geestesgesteldheiddie in Belgie te hun- nen opziohte heerscht, zullen onze buren goed .doen, niet meer belang te hechten aan activistische dan aan tegenoverge- stelde betoogingen van minderheden zon der belang en zonder verantwoordelijk- heid. Voorzeker heeft, bij de verneming van de verwerping van het verdrag, de openbare meening in Belgie algemeen pijnlijke gevoelens ondergaan, maar onze gezdndheid is tlhans dezelfde als voorheen, zij is ingegeven door dezelfde verheven geidachte, die de afgevaardigde van Ne derland, ide heer de Marees van Sw'inde- ren reeds ter conferentie te Parijs uit- drukte: Hoe langer hoe meer van onze beide volken ..understanding souls" ma ken, zielen die elkaar begrijpen en die door haar goede verstandhouding, haar doelmatige samenwerking zullen bijdra- gen tot het bevestigen van den vrede Na den minister kwam het lid van de Frontipartij, de heer Vos, aan het woord. Hij betoogde, dat de Belgen de ont- goocheling over de verwerping van het verdrag aan zichzelf hebben te wijten. Hijzelf had slechts getracht, het verdrag te zuiveren van aditerbaksche politieke pretenties. De doorslag bij de verwerping is ge geven door gebrek aan politieke open- hartiglheid over de terugneming van de Scheide-reserve. Men heeft dat niet ge- wlild, en aldus kon het vi'tium originis, waaraan het verdrag mank ging, niet meer worden goed gemaakt. En welke is de houding en de taktiek van de regeering geweest na de verwerping Verzuim en nalatigheid aan den kant van de regee ring om de onderhandeliingen weer terug aan te knoopen, ofschoon men wist dat men daartoe vroeg of laat zou moeten overgaan. Voor de Belgiische regeeringskringen is het een ontgoocheling geweest te moe ten vaststellen, dat de internationale hulp uitbleef. Engeland en Frankrijik toonen zich weinig geneigd om zelfs maar zede- lijiken steun aan Belgie te verleenen. In verband met nieuwe onderhandelin- gen wees de heer Vos op de verklaring van den oud-minister Colijn in de Eerste Kamer. De politiek van Hijmans heeft loting voor de lichting van 1928 voor deie gemeente zal plaats hebben in de voor- malige school A op het Schoolplein op WOENaDAG, den 17 AUGUSTUS 1927, des voorm. te 9,30 uur, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met A tot en met M en om 10,30 uur voor hen wier geslachts- ngmeu beginnen met N tot en met Z. Wie aan de loting deelnemen. Aan de loting nemen deel alle vuur de lichting ingeschreven personen, met uitzondering van hen, omtrent wie voor den dag van aanvang der loting blijkt, dat zij a bij onherroepelijk geworden uitspraak voorgoed ongeschikt verklaard of uitgesloten zijn b. zijn overleden; c. hebben opgehouden Nederlander te wezen en ook geen ingezetene zijn d. als niet Nederlander hebben opgehouden inge zetene te zijn e. als ingezetene, niet-Nederlander, behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerig- heid is aangenomen; f. terecht in een andere gemeente zijn inge schreven. De loting geschiedt ten overstaan van den Lotings- commissaris. De ingeschrevenen worden in de volg- orde van het alphabetisch register opgeroepeD, om zelf een nummer te trekken. Blijkt niet, dat de opgeroepen ingeschrevene aanwezig is, of is deze buiten staat of enwillig een nummer te trekken, dan wordt de wettige vertegenwoordiger opgeroepen. Blijkt niet, dat de ingeschrevene of de wettige vertegenwoor diger aanwezig is of zijn zij, voor zoover aanwezig buiten staat of onwillig een nummer te trekken, of acid de lotingscommissaris het nietaannemelijk.dat de verschijnende persoon de opgeroepene is, dan ge schiedt het trekken door den burgemeester. het lid van den gemeenteraad of den ambtenaar der gemeente, bij de loting tegenwoordig. Het lotingsbiljet wordt alsdan bewaard ter secretarie van de gemeente, voor welke geloot werd. Aldaar kan de loteling het biljet binnen drie maanden na de trekking afhalen of doen afhalen Bezwaren tegen de loting. Door belanghebbende lotelingen of door hun wettigen vertegenwoordiger kunnen tegen de wijze, waarop de loting is geschied, bezwaren worden inge- bracht. Het bezwaarschrift kan op ongezegeld papier worden gesteld, het moet, met redenen omkleed zijn en binnen tien digen, te rekenen van den dag, waarop de loting is afgeloopen, tegen bewijs van ontvangst warden ingeleverd bij den Burgemeester. Deze zendt het ter beslissing aan den commissaris der Koningin. Van de uitspraak van den Commissaris der Koningin zal een afschrift ter gemeentesecretaiie gedurende tien dagen ter inzage worden gelegd, waarvan openbare kennisgeving zal geschieden. Het ter inzage leggen van dat afschrift zal tevens bij persoonlijke kennisgeving worden bekend gemaakt aan hen, die de bezwaren inbrachten. Bezwaren, niet ingericht of niet ingeleverd op de hier aangegeven wijze, kunnen geen ge- volg hebben, Ter Neuzen, 14 Juli 1927. De Burgemeester voornoemd, i. HUIZINGA. is een onaangename keer- zijdc van het genoegcn der warme zomerdagen Akker's Kloosterbalsem voorkotnt echter bij tijdig gebruik het open g a der huid, verkoelt, verzacht de pijn en geneest. Geen zomervacantie zonder ECHTE FRIESCHE

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1