ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
lenst
Qp xeM
Veryeefniet
No. 8092.
Vrydag 15 JuU 1927.
67e Jaargang.
Hammoerabi en Mozes.
ABONNEMENTSPRIJS;
P EERSTE BLAD.
BINNENLAWD.
BUITENLA N D.
Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post I.80 Per 3 maanden Bij vooruitbetaiing fr. per post '6,60 per jaar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dlt blad verschijnt iederen Maandag-, WoenadaS en Vrtjdagavond.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, d tt de
De ingeschrevenen, die aan de loting
mneten deelnemen, worden uitgenoodigd om
tijdig. op de aangegeven plaats aanwezig
te zijn.
Wijze van loting.
Men lieeft zeker niet overdreven, als
men beweende, dat ide heteekenis van de
wetten van Hammoerabi, wier belangrijk-
sten inlhoud wij in een vorig artikel vrij
uitvioeriq hebben medepedeeld, niet hoop
genoeg kan worden aangeslaqen. Ook a!
bestoniden er reeds allerlei wetten en
regels voor fret redht voor de dagen van
Hammoeralbi, zijn bijzon'Aere beteekenis
bestonid hierin, dat hij een soort stelsel
heeft geschapen, en dat zijn systeem vrij-
wel alle terreinen des lev.ens omvatte,
waardoor het mogelijk werd, dat in dat
qansche, zoo uitgerekte wereldrij.k in
bijna alle belangrijke aangelegeniheden
een weloverwogen beslissing kon worden
genomen, die zoo rechtvaardiq en billijk
mogelijk was. Men mag dan ook gerust
Hammoerabi's werk een idaad van een
groot genie noemen, en het zal wel juist
zijn wat een van zijn beste kenners en
1 evensbeschrijversBruno Meissner, heeft
ondersteld, dat wij yooral daarora zoo
weinig weten van Hammoerabi's persoon-
iijk famdlieleven, omdat hij zoo zwaar in
be slag werd genomen door regeerings-
zorgen, en deiihalve voor de vreugden en
genoegens des levens slechts weinig tijd
kon vinlden Hij stierf na een lange regee-
rimg van 43 jaren, en werd toen door een
zoon opgevolgd, die ook weer 37 jaar
lang aan het Rewind is gelbleven. Deze
zoon sclhijnt edhter noch de wijsheid, noch
den voorspoed zijns vaders te hebben
beizeten.
Natuurlijk kleven Hammoerabi's wet-
boek wel onvolkomenheden aan. Deze
hebben echter niet kunnen verhinderen,
dat zijn rechts-systeem herhaalde malen
is gecopieerd en dan ook in verschillende
gebieden buiten zijn groote rijk verbreid
is geworden.
Wij hebben ook reeds aangetoond, dat,
ook al was Egyptische invloed hier niet
weinig merkbaar, vooral (het Noordelijk
deel van Palestina van otidsher onder
Babylonische hegemonie heeft gestaan.
Wij weten niet volstrekt zeker of dit ook
reeds onder Hammoerabi zelf het geval
is geweest, maar dit is wel waarschijnlijlk,
want in ieder geval staat vast, dat het
land reeds vroeg onder invloed van de
cultuur van Babel stonld, en dat deze in
vloed in heel Syrie en dus ook in het
Noorden van Kanaan nog eeuwen heeft
voortgeduurd. Zoo is het dus wel verre
van onwaarschijnlijik, dat in Hammoe
rabi's dagen ook in dit gebied recht is ge
sproken volgens h-et wetboek van dien
gebieder.
Evengoeid als, eenige eeuwen later, toen
Palestina en Syrie, meer in naam dan in
werikelijkheid, onderworpen waren aan
de hegemonie van Egypte, wij toch in dat
land Babylonisch schrift en Babylonische
goden aantreffen, mitsgaders waarschijn-
iijk ook Babylonische myfihen evengoed,
en zelfs nog eerder, mogen wij in dien-
zelfden tijkl ook in die streken bekend-
heid onderstellen met en zelfs het gebruik
van de wetten van Babel, die daar, het-
zij door mondelinge overlevering, hetzij
door afschriften bekend waren.
In hoeverre er nu inderdaad sprake
kan geweest zijn van het overnemen van
wetten door de bewoners dier landen in
hun eigen meer plaatselijke wetboeken,
kan niet alleen blijken uit de wetten in
het (Dude Testament, maar ook uit onder-
scheiden verhalen, die wij daar misschien
bij het gewone huiselijke en kerkelijke
gebruik nooit nog op hadden aangezien.
Om hier slechts een voorbeeld te noemen:
als men eens naast elkander plaatst de
zoo bekende geschiedenis van Hagar,
en een paragraaf uit Hammoerabi's wet
boek (No. 146), dan zien wij 'n merk-
waardige overeenstemming.
Daar lezen wij: ,,Als iemand
een vrouw neemt en deze vrouw geeft
haren man een dienares tot bijvrouw, en
die dienares brengt kimderen voor de
ecihtgenoote ter wereld, maar gedraagt
zich dan als gelijke van hare meesteres,
omdat zij kilideren gebaard heeft, dan mag
haar meesteres haar niet voor geld ver-
koopen, maar moet zij haar bij de slaven
voegen, en haar tot de slawinnen reke
nen". Uit die vexgelijking blijkt dan
aanstonds en zeker, dat men ook in Israel
in den tijd, waarin de geschiedenis van
Abraham is ontstaan, Babylonische
rechtsregels of althans regels, die daar-
mede verwant waren, kende.
Wij vexgeleken daacin een geschied-
verhaal met een der paragrafen ui't Ham
moerabi's wet, het ligt natuurlijk nog meer
voor de hand om de Mozaische wetten
daarnaast te plaatsen. Doet men dat,
dan valt er een verrassende overeenkomst
ons op, die redds bij het eerste gezicht niet
valt te loochenen. Deze overeenkomst
betreft in de eexste plaats den uitwendiqen
vorrn der wetten, die ongeveer altijd in
dezen trant loopt: „Wanneer iemand dit
of dat doet, (dan moet men zus of zoo met
hem doen".
In het mooie boek van Kittel, dat kort-
geleden verscihenen is, wordt een verge-
iijiking gemaakt tusschen enkele gedeelten
van Hammoexabi's wet en stuk'ken uit
Exodus of Deuteronomium, waaxvan wij
er hier enkele als illustratie willen laten
volgen.
Zoo wordt er in Exodus 21 2 28 be-
paald: „Als een rund een man of een
vrouw stoot, dan moet de eigenaar van
het rund vrij .uitgaan". En Hammoerabi
geeft deze verordening: ,,Als een rund,
dat over den weg gaat, iemand stoot en
daar door den dood veroorzaakt, dan mag
een gerechtelijke aanvrage om schadever-
goeding niet worden toegestaanMaar
in Exodois volgt dan onmiddelijlk: ,,Als
dat rund echter reeds eerder stootig is
geweest, en men dit aan den eigenaar
heeft medegedeeld, maar deze heeft er
niet zorgvuldig v.oor gewaakt, dan moet
het rund, als het een man of vrouw stoot,
worden gesieenigd, maar ook de eigenaar
moet met den dood worden gestraft
Terwijl Hammoerabi verordent: „Als het
rund echter reeds eerder blijk gegeven
heeft aan zijn eigeaaar, stootig te zijn,
doch deze heeft de horens niet omwonden,
noch dat rund vastgebonden, en het stoot
dan een vrijgeiboreae met doodelijken af-
loop, dan moet hij (eigenaar) een halve
mine in zdlver betalen, maar zegt Ham
moerabi (in 252) stoot het iemands
slaaf, dan moet hij een derde deel van een
mine betalen, terwijl Exodus 21 32 in
onze Statenvertaling luidt: ,,Indien de os
een knecht of dienstmaagd stoot, hij zal
zijnen heer dertig zilverliingen geven, en
de os zal gesteenigd worden".
Bij Hammoeralbi 125) heette het:
,,Als iemand zijn bezit in bewaring geeft,
en het gaat daar, waar hij het gegeven
heeft, verloren, dan moet de eigenaar van
dat huis zien uit te vinden, wat verloren
geraakt is, en het van den dief weerom
nemen. Terwijl Exodus 22 6 bepaalt:
,,Als iemand aan een ander geld of kost-
foaarheden ter bewaring gegeven heeft en
deze worden uit het huis van dien man
gestolen. dan moet de dief, indien hij ont-
dekt wordt, het dubbele weergeven".
En in 124 heette het bij Hammoerabi:
,,Ais iemand ten overstaan van getuigen
aan een ander zilver of goud of iets
anders heeft ter hand gesteld, maar deze
weigert dat te erkennen, dan moet hij dien
man voor het gerecht brengen en deze
moet het dubbele vergoeden van wat hij
niet erkennen wilde", terwijl er in Exodus
staat (22 9): ,,Over alle zaak van on-
recht, over een os, over een ezel, over
klein vee, over kleeding, over al het ver-
lorene, hetwelk iemand zegt, dat het zijne
is, beider zaak zal voor de goden komen;
welken de goden verwijzen, die zal het
zijnen naaste dubbel weergeven". Staten
vertaling).
Kortom, men ziet: er is onloochenbare
overeenkomst of gelijkenis tusschen deze
beide wetboeiken, en de vraag kan alleen
nog maar wezen, hoe die gelijkenis moet
worden verklaard, en wat zij beteekent
voor de totstandkoming van de wetten,
diie wij in den bijbel vinden opgeteekend.
Zeker is dan al dadelijk dit heel merk-
waardig, dat door de vonldst en nadere
bestudeerinig van Hammoerabi's wetboek
eens en voorgoed naar het rijk der dwaas-
heden is verwezen de bewering dat wij in
de wetten van Mozes te doen zouden heb
ben met bijbelgedeelten, die uit een zeer
late periode afkomstig zouden zijn. Nu
opgravingen en andere onderzoekingen
onzen horizont hebben uitgebreid en ons
geleerd hebben grootere en geheele tijd-
ruimten te overzien, is het inzicht over
deze dingen totaal gewijzigd. Men weet
nu, dat er reeds eeuwen voor Mozes in
een cultuurland, dat op allerlei wijzen
nauw met Palestina in verbindiug stond,
INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN
ZONNEBRAN&
Oeen Goud
zoo goed.
AKKiR's
KLOOSTERBALSEM
een wetboek was, dat allerlei punten van
aanxaking vertbondemet de oudste gedeel
ten van Exodus bijvoorbeeld; men weet
ook, dat Palestina reeds voor Mozes en
in diens dagen onder geestelijiken invloed
stond van Babel, en wij weten ook, dat in
dien tijd allerlei overleveringen daar be
kend werden. En dus is er alle reden om
te veronderstellen, dat, toen Mazes naar
een redhtssysteem zocht, dat zijn volk
eenmaal in Kanaan gezeteld, zou kunnen
gebruiken, of toen Israel, daar reeds ge-
zeten, naar rechtsbepalinqen omzag, die
daar zijn omstandigheden konden rege-
len, natuurlijkerwijze het uitnemende
Babylonische voorbeeld wend geraad
pleegd.
Dan valt het ook aanstonds op, dat in
het zoogenaamde ..Bondsboek", zooals
men de hoofdstukken Exodus 2023
noemt heel eenvouduge toestanden en
verhoudingen worden onderstel.d. Er
worldt daar gesproken van landbouw en
veeteelt, over tuin- en wijnbouw, van
huwelijks- en slavenregelingen; pxecies
op de wijze, waarop wij ons, ook am nog
andere redenen, de verhoudingen onder
het Joodsche volk in den eersten tijd na
zijn vestiging in Kanaan het liefst voor-
stellen. Nerigens woridt nog gesproken
van een koning, nergens ook zelfs maar
van een centrale regeering. Er is slechts
een stamhoofd (nasi), en wij hebben hier
dus ongetwijfelld te maken met de eenvou-
digste toestanden uit den tijd van voor de
Koningea.
Een van de meest primdtieve en eigen-
aardigste sporen wordt aangetroffen in de
altaarwet (Exodus 20 25), waar gezegd
wordt, dat de steenen, waarmede een al-
taar gebouwd wordt, niet mogen worden
gebouwd van gelhouwen steen, waarover
het houwijzer is verheven. LetterJijik
staat er ecihter: die steenen mogen niet
worden behouwen ,,met een zwaard".
Deze zeldzame uitdrukking is alleen maar
te begrijpen, als men aanneemt, dat zij is
neergeschreven in een tijd. waarin men
het onderscheiid nog niet kende tusschen
zwaard, mes en beitel, en dus in het vroe-
ger stee'ntijdperk. Met andere woorden:
het wetboek van Hammoerabi heeft eens
en voorgoed bewezen de oudheid van de
wetten van Mozes, hun afhankelijkheid
en hun zelfstamdiglheid, en deze vondst
behoeft in geen en deele onzen eerbied
voor de bijbelsche traditie te schaden.
INDONESISCHE STUDENTEN EN HET
COMMUN1SME.
De commissie van deskundigeD, die tot
taak had, de bij Indonesische stulenten in
beslag genomen papieren en documenten
te onderzorken, heeft haar rapport aan de
justitie verzonden. Naar verluidt, zou uit
dit rapport du'delijk blijken, dat er een
geregelde verbinding bestond tusschen de
sowjet-regeering te Moskou en enkele voor-
aa: staande fi^uren u t de nat onalisti?ch-
Indonesische studentenkringen hier te lar de.
Ook de fiuatcirele relatie zou voldoende
bevestigd zpn.
TELEFOONVERKEER MET DE
VEREEN1GDE STATEN.
Dadelgk na de totstandkoming van de
transaflantische radio'elefonische verbinding
tmsch n Engeland en de Vercenigde Staten
heeft de N dedandsche posta-iministratie
pogirgen in het werk gesteld om ook
Nederland in dit verkeer te betrekken. De
Engelsche administrate deelde toermaals
evenwel mee, dat zij het tijdstip daartoe
nog niet gekomen achtte, omdat het verkeer
Engeland Amerika zelf cog het karakter
van een p oefdienst droeg.
Thans is van de Engelsche administrate
bericht ontvacgen, dat zij bere d is, mee
te werken tot een onderzo- k naar de tech-
niscbe m igelijkbeid der opening van den
bedoelden dienst. Zoodanig onderzeek is
thans gaande.
DE PROEFPOLDER BIJ ANDIJK.
De dijk om den proefpolder 'bij Andijk
is Donderdag na elf maaniden arbeids,
voltooid. De eerste zij het nog kleine
- Zuiderzee polder is hiermee ingedijkt.
Op 21 December 1926 sloeg een groot
gedeelte van het reeds gemaakte werk
weg en tijdens de uitvoering is het weer
zeer sleciht geweest. Hevige wind was
soms oorzaak dat werktuigen ndet op hun
plaats konden blijven.
De eerste 40 H.A. zijn dus van de Zui-
der zee afgesloten en zullen spoedig tot
land zijn herschapen. Een paar pompen
die te zamen ongeveer 100 M3. water per
minuut uit den polder malen, hebben een
goede week noodig om de ruim 1.25 mil-
lioen M3. er uit te malen.
Het werk aan den dijk is echter nog
ndet klaar; daarvoor is nog wel een maand
of drie noodig. (Hbld.
INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN.
DE BUITENLANDSCHE POLITIEK
VAN HET KABINET JASPAR.
Bij de opening der algemeene beschou
wingen over de begrooting van buiten
landsche zaken, heeft minister Vander-
velde Diinsdagmdddag in de Kamer een
lang a re'de gehou'den, waarin hij de bui-
tenlandsche poldtiek van het kabinet Jas-
par ten aanzien van de belangrijkste in-
ternationale vraagstukken weike, in het
afgeloopen jaar, de aandacht hadden van
de regeerdng, uitvoerig toelichtte.
De minister van buitenlandsche zaken
stelde met voldoening vast, dat het ver-
slag der Commissie van Buitenlandsche
Zaken van de eensgezindheid getuigt die
tusschen haar en de regeering bestaat in
zake de buitenlandsche politdek. Deze
eensgezindheid. zeide hij, ds in de eerste
plaats hieraan toe te sahrijven, dat de
groote riehtlijnen onzer politiek door de
voorwaarden zelf van ons bestaan be-
paald worden. Wij zijn een der kleinste
landen van Eunopa. Wij zijn, terzelfder
tijd, een der zes grootste industrieele mo-
genldhe'den der wereld. Onze binnen-
landsche markt is beperkt. Wij moeten
wel het grootste deel onzer voortbrengst
uitvoeren, en deze nioodzakelijk'heid van
uitvoer bestaat niet enkel voor de eigen-
lijke nijverheid. Zooals de heer Tibbaut
het ter conference te Geneve uitstekend
aantoonde, doet zij zich hoe lanoer hoe
meer gevoelen op het gebied van den
landbouw die, ten gevolge zijner uitbrei-
ding, een nijverheid wordt als een andere.
Belgie heeft dan ook, om aicih op nor-
male wiize te ontwiklkelen, twee zaken
dringend noo'dig; vrade op politiek gc...
en vrede op oeconomisch gebied.
De Minister zeide het volgende over
de betrekkingen met Nederland:
Wat de Nederlandsch-Belgische be-
trekkinnen aangaat spijt het mij evenzeer
als de commissie van buitenlandsche za
ken, dat de verwerping van het verdrag
van 3 April 1925 door de Eerste Kamer
der Staten-Generaal de pogingen is komen
verijdelen, die sedert jaren door de regee-
ringen van 's Gravenhape en van Brus-
sel aangewend werden om het vooroor-
logsche regiem te vereffenen en aan de
betrekkingen van goede buurschap tus
schen beide volken een stevigen en recht-
mabigen grondslag te geven.
De verklaringen, die onlangs door den
nieuwen minister van buitenlandsche za
ken van Nederland afgelegd werden,
wettigen eveniwel de hoop dat de moge-
lijk'heid, tot overeenstemming te komen,
niet verdwenen is. Ik ga geheel accoord
met den heer Beelaerts van Blokland wan-
neer hij zegt: Nederland en Belgie zijn
op elkaar aangewezen. Het is het weder-
zijdsch belang van beide landen en een
Europeesch belang, dat beide landen in
goede verstandhouding met elkaar leven".
Ik heb anderzijds nota genomen van de
gewidhtige verklaring volgens welke Ne
derland in beginsel niet afwijzend zal
staan tegenover Belgiische verlangens op
HEERENBAAI
economisch gebied, die verband houden
met de ligging van Belgie.
Inderdaad is deze geografische ligging
op ziidh zelf voldoende om de essentieele
eischen van Belgie in zake de verbin-
d.ingswenen te rechtvaardigen. Deze op-
vatting bezielde de conferentie te Londen
bij de bestudeering van de vraagstukken.
waarin zij bijzonder belangstelde, namelijk
aan Belgie goede verbindingen met het
buitenland te verzekeren en aan dit land
vrije uitwegen naar zee en naar den Rijn
te geven. Ook heeft zij er voor -ezorgd
in het verdrag van 1839 verplichtingen
vast te stellen, die te dien einde op Ne
derland rusten. Maar zekere bepalingen
van dit verdrag hebben woorde nwis'seTir
gen en gesc'hilien over haar uitlegging te
weeggebracht, waarvan een herhaling,
wegens de groote uitbreiiding van het
verkeer beslist'dient te worden vermeden,
opdat de goede betrekkingen tusschen
beide landen in de toekomst zouden ge-
vrijwaard zijn. Indien men in Nederland
daarvan evenzeer overtuigd is als bij ons,
indiien men aangaande deze twee essen
tieele punten: toegang tot de zee en toe-
gang tot den Rijn, bereid is rekening te.
houden met belangen die niet enkel Bel-
gisclhe maar ook Europeesche belangen
zijn, dan zullen de vraagstukken van on-
dergesohikt belang gemakikelijk opgelost
worden en zal Nederland ons eveneens-.
bereid vinden, in een geest van vriend-
schaippelijike samerrwerking met zijne wet
tige verlangens rekening te houden.
Om zich een oordeel te vormen over de
geestesgesteldheiddie in Belgie te hun-
nen opziohte heerscht, zullen onze buren
goed .doen, niet meer belang te hechten
aan activistische dan aan tegenoverge-
stelde betoogingen van minderheden zon
der belang en zonder verantwoordelijk-
heid. Voorzeker heeft, bij de verneming
van de verwerping van het verdrag, de
openbare meening in Belgie algemeen
pijnlijke gevoelens ondergaan, maar onze
gezdndheid is tlhans dezelfde als voorheen,
zij is ingegeven door dezelfde verheven
geidachte, die de afgevaardigde van Ne
derland, ide heer de Marees van Sw'inde-
ren reeds ter conferentie te Parijs uit-
drukte: Hoe langer hoe meer van onze
beide volken ..understanding souls" ma
ken, zielen die elkaar begrijpen en die
door haar goede verstandhouding, haar
doelmatige samenwerking zullen bijdra-
gen tot het bevestigen van den vrede
Na den minister kwam het lid van de
Frontipartij, de heer Vos, aan het woord.
Hij betoogde, dat de Belgen de ont-
goocheling over de verwerping van het
verdrag aan zichzelf hebben te wijten.
Hijzelf had slechts getracht, het verdrag
te zuiveren van aditerbaksche politieke
pretenties.
De doorslag bij de verwerping is ge
geven door gebrek aan politieke open-
hartiglheid over de terugneming van de
Scheide-reserve. Men heeft dat niet ge-
wlild, en aldus kon het vi'tium originis,
waaraan het verdrag mank ging, niet meer
worden goed gemaakt. En welke is de
houding en de taktiek van de regeering
geweest na de verwerping Verzuim en
nalatigheid aan den kant van de regee
ring om de onderhandeliingen weer terug
aan te knoopen, ofschoon men wist dat
men daartoe vroeg of laat zou moeten
overgaan.
Voor de Belgiische regeeringskringen is
het een ontgoocheling geweest te moe
ten vaststellen, dat de internationale hulp
uitbleef. Engeland en Frankrijik toonen
zich weinig geneigd om zelfs maar zede-
lijiken steun aan Belgie te verleenen.
In verband met nieuwe onderhandelin-
gen wees de heer Vos op de verklaring
van den oud-minister Colijn in de Eerste
Kamer. De politiek van Hijmans heeft
loting voor de lichting van 1928
voor deie gemeente zal plaats hebben in de voor-
malige school A op het Schoolplein op WOENaDAG,
den 17 AUGUSTUS 1927, des voorm. te 9,30 uur,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met A tot
en met M en om 10,30 uur voor hen wier geslachts-
ngmeu beginnen met N tot en met Z.
Wie aan de loting deelnemen.
Aan de loting nemen deel alle vuur de lichting
ingeschreven personen, met uitzondering van hen,
omtrent wie voor den dag van aanvang der loting
blijkt, dat zij
a bij onherroepelijk geworden uitspraak voorgoed
ongeschikt verklaard of uitgesloten zijn
b. zijn overleden;
c. hebben opgehouden Nederlander te wezen en
ook geen ingezetene zijn
d. als niet Nederlander hebben opgehouden inge
zetene te zijn
e. als ingezetene, niet-Nederlander, behooren tot
een Staat, waar de Nederlanders niet aan verplichten
krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien
van den dienstplicht het beginsel van wederkeerig-
heid is aangenomen;
f. terecht in een andere gemeente zijn inge
schreven.
De loting geschiedt ten overstaan van den Lotings-
commissaris. De ingeschrevenen worden in de volg-
orde van het alphabetisch register opgeroepeD, om
zelf een nummer te trekken. Blijkt niet, dat de
opgeroepen ingeschrevene aanwezig is, of is deze buiten
staat of enwillig een nummer te trekken, dan wordt
de wettige vertegenwoordiger opgeroepen. Blijkt
niet, dat de ingeschrevene of de wettige vertegenwoor
diger aanwezig is of zijn zij, voor zoover aanwezig
buiten staat of onwillig een nummer te trekken, of
acid de lotingscommissaris het nietaannemelijk.dat
de verschijnende persoon de opgeroepene is, dan ge
schiedt het trekken door den burgemeester. het lid van
den gemeenteraad of den ambtenaar der gemeente, bij
de loting tegenwoordig. Het lotingsbiljet wordt alsdan
bewaard ter secretarie van de gemeente, voor welke
geloot werd. Aldaar kan de loteling het biljet binnen
drie maanden na de trekking afhalen of doen afhalen
Bezwaren tegen de loting.
Door belanghebbende lotelingen of door hun
wettigen vertegenwoordiger kunnen tegen de wijze,
waarop de loting is geschied, bezwaren worden inge-
bracht. Het bezwaarschrift kan op ongezegeld papier
worden gesteld, het moet, met redenen omkleed
zijn en binnen tien digen, te rekenen van den
dag, waarop de loting is afgeloopen, tegen bewijs
van ontvangst warden ingeleverd bij den Burgemeester.
Deze zendt het ter beslissing aan den commissaris
der Koningin. Van de uitspraak van den Commissaris
der Koningin zal een afschrift ter gemeentesecretaiie
gedurende tien dagen ter inzage worden gelegd,
waarvan openbare kennisgeving zal geschieden. Het
ter inzage leggen van dat afschrift zal tevens bij
persoonlijke kennisgeving worden bekend gemaakt
aan hen, die de bezwaren inbrachten.
Bezwaren, niet ingericht of niet ingeleverd
op de hier aangegeven wijze, kunnen geen ge-
volg hebben,
Ter Neuzen, 14 Juli 1927.
De Burgemeester voornoemd,
i. HUIZINGA.
is een onaangename keer-
zijdc van het genoegcn
der warme zomerdagen
Akker's Kloosterbalsem
voorkotnt echter bij tijdig
gebruik het open g a der
huid, verkoelt, verzacht
de pijn en geneest. Geen
zomervacantie zonder
ECHTE FRIESCHE