c ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. KWATTAsfE Puro! bij Winterhanden en Wintervoeten. 30 No. 8009. Woensdag 29 December 1926. S6e Jaargang. a 60 cent. BERICHT. VOLLt-MELK-BEEP Een vervolging in Thibet. Hinderwei D@os ct. HBi^STE BLAD. Nienwjaars'advertentien BeHr dan Goed: DE BESTE le pnjs 20,-. 2e i) f 10,-. 3e f 5,-. FEUILLBT0N. BINNENLAND. BUITENLAND. Vnor Hjnnpn Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaai ABONNEMENTSPRliS: Voor *t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. OSt blad verschljnt iederen Masndag., Woenstjag en Vrndasiavond. voor het Nieuwjaarsnummer dat Zaterdagmorgen in plaats van Vrijdagavond zal verschijnen en in de kom dezer gemeente huis aan huis wordt bezorgd, worden weder geplaatst Voor Nieuwjaarswenschen grooter dan 20 regels, zal 60 cent meer worden gerekend voor elke 20 regels of gedeelte daarvan. De inzendingen kunnen geschieden tot uiterlijk Vrijdag 31 dezer, des voormiddags 11 uur. Ter Neuzen, 20 Dec. 1926. Firma P. J. VAN DE SANDE. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN Evenals andere jaren stellen wij, ter aanmoediqinq van hen, die voornemens zijn in ons Nieuwjaarsnummer een ge- dicht of vers te plaatsen, een drietal nrij- zen beschikbaar, n.l.: De beoordeelinq van deze gedichten of verzen zal geschieden door een commissie, lerwijl onzie lezers in de gelegenhaid wor den gesteld op een biljet in te vul'len welk gedicht of vers naar hun meening voor een prijs in aanmerking zal komen. Voor hen wier biljet het meest in over- eenstemming met den uitslag is, stellen wij een zestal boekwerken of een gratis abonnement op ons fylad, gedurende een half jaar, beschikbaar. Het desbetreffenid biljet zal in het blad van 3 Januari worden afgedrukt, en moet aan ons bureau uiterlij.k 12 Januari zijn ingeleverd, terwijl dan in ons blad van Vrijdag 14 Januari de uitslag zal worden medegedeeld. Versjes, die niet oorspronkelijk zijn, komen niet voor een prijs in aanmerking. Inzenders van een gedicht of vers, die buiten mededinging willen blijven, gelie-/ ven dit bij de inzending op te geven, dan kan dit tegelijk hieronder worden ver- meld. De gedichten of verzen moeten zijn in- gezonden Donderdag 30 December, voor 1 uur. Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 72) (Vervolg.) ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Een verschrikkelijke wraakneming. ,,Hebt ge 't gezien, broeder?" fluisterde Nima. ,,Ja". ,,De beilige van Mount Omei, die in Shanghai Hong Chu Lu genoemd wordt". ,,Ja, ik heb het gezien. 't Is hem dus toch gelukt eerder dan, wij hier te zijn, waarschijnlijk langs een veel korteren weg". ,,Dat is mogelijk De groote Thibetaan keerde zich nog eens om en keek naar de plaats waar de roode lama in zijn voile lengte in de sneeuw lag; dan, bij een ge- dachte die hem inviel, begon hij met een voldaan grimmigen trek om zijn mond te lachen: ,,maar aan dat vroeoer hier-zijn heeft hij niet veel als hij de eerste twee of drie .dagen kruipend in de sneeuw moet doorbrengen. Ahdaar hebben we de lama's, broeder. Nu oppassen met onze woorden. Geeft gij uw oogen den kost, terwijl ik woorden van wijsheid spreek". Nima had gelijk. Na even overleggen stak een twaalftal lama's het voorpiein over. Voor het meerendeel waren het jonge mannen, krachtiq-gebouwd, vrij groot en ondanks de afzondering waarin NIEUWJAARSRECEPTIES TEN HOVE. De Koningin zal op Maandag 3 Januari de gelegenheid bieden aan autoriteiten om gelukwenschen aan te bieden ter ge legenheid van de jaarswisseling. GERUCHTEN OMTRENT EEN VERLOVING VAN PRINSES JULIANA. Volgens ,,Extrabladet" te Stockholm, zou Prinses Juliana zich binnenkort ver- loven met prins Sigvad Oskar Fredrik, hertog van Uppland, tweeden zoon van den kroonprins van Zweden. Prins Sig vad is 7 Juiii 1907 qeboren. STAND VASTIGHEID. Voordat het Belgisch tractaat in de Tweede Kamer werd behandeld, heeft het aan veel critiek blootgestaan. Een der beste studies over het tractaat is zeker het rapport van de Algemeene R. K. Werkgeversvereendging van April 1925, waarin bekwame deskundigen inderdaad een vernietigend oordeel over het tractaat uitspreken. Men hoore slechts de con- clusie over het kanaal Antwerpen-Moer- dijk: ,,Onze Commissie meent, dat dit kanaal Rotterdam inderdaad grootendeels zal berooven van de natuurlijke voordeelen, t.o.v. de Rijiwaartverbiniding, welke deze stad boven Antwerpen heeft en dat ook Amsterdam noodweirdig den terugslag hiervan zal moeten ondervinden. Maar zelfs indien men van meening zou zijn, dat dit kanaal een dergelijk ver- regaand effect niet zou hebben, dan moet toch in elk geval worden .toegegeven, dat ontwijfelbaar vaststaat, dat Nederland zeer zeker geen voordeelen van dezen waterweg zal hebben te wachten. Niette- min zal Nederland voor den aanleg van dit kanaal groote oppervlakten van zijn grondgebied moeten opofferen, zal het eveneens aandeel in de kosten van onder- houd en aanleg moeten nemen, terwijl geen tollen of heffingen op dezen water weg ter compen.- ;tie van de onkosten zullen mogen worden geheven. Naar het oordeel onzer commissie zal ook tengevolge van toezeggmg der Ne- derlandsche Regeering Belgie alleen voor deelen, Nederland alleen nadeel kunnen ondervinden". Op grond van dit rapport gaf het be- stuur in zijn request te kenmen: ,,dat echter verschillende bepalingen van het Verdrag duidelijik de sporen drag en van de in die dagen bestaande minder gunstige oniderlinge verhouding tusschen Nederland en Belgie, daar uit den inhoud dier bepalingen blijkt, dat de Nederlandsche Regeering ten koste van offers op economisch gebied, de politieke verhouding tusschen de beide Ian den heeft willen zuiveren. Dat, nu de omstandigheden met betrek- king tot de politieke verhouding Neder- lanclBelgie belangrijk zijn gewijzigd, than.s met een verwijzing naar de toen- malige verhouding die verregaande toe- zeggingen geenszins voldoende kunnen worden gemotiveerd; dat ons bestuur U derhalve verzoekt aan dit Verdrag, althans in den vorm, waarin het 28 April 1925 door de Regee ring bij Uwe Kamer werd ingediend, Uwe goedkeuring te willen onthouden". De secretaris der vereeniging, de heer Kortenhorst, die tevens Kamerlid is, ver- tolkte in het Kamerdebat dit standpunt op uitnemende wijize. Maar de Minister sprak en velen sloegen op de vlucht. Ook de heer Kortenhorst, die zijn voorstem- men aldus in zijn vereeniging verdedigde: ,,Naar sprekars overtuiging kan Ant werpen op het gebied van de Rijnvaart nooit een ernstige Concurrent voor Rot terdam worden: Antwerpens ligging, ou- tillage en ontwikkelingsmogelijkheden zijn aangewezen op het vervoer van trein op schip en niet gelijk in Rotterdam van schip op schip. Doch gesteld al, dat men het kanaal als een bedreiging voor Rotterdam blijft zien, dan moet men toch tegen elkander opwegen de economische gevolgen der verwerping tegen die der aanneming. Als dit tractaat verworpen wordt, zal in lange jaren de goede sfeer on-tbreken om tot elkaar te komen". Na welke „verkla,ring" de R. K. Werk- geversvereeniging eveneens haar vroe- gere deskundige rapporten en adres ver- loochende en besloot, geen adres aan de Eerste Kamer te zenden om het Verdrag alsnog te verwerpen. Van standvastigheid gesproken! Maar wat in het vervolg te denken van den ernst, waarmede een dergelijke be- lagrijke vereeniging adiressen inzendt DE TOESTAND. Bij wijze van Kerstboodschap aan China, heeft het Foreign Office te Lon don thans het memorandum openbaar gemaakt, dat zijn zaakgelastigde te Pe king ruim een week geleden tot zijn diplo- matieke collega's daar gericht had. Te- zelfdertijd, schrijft de N. R. Crt., is een memorandum wereldkundig gemaakt, dat de Britsche vertegenwoordiger in China reeds in Mei aan zijn Amerikaanschen ambtgenoot had gezonden om het stand punt zijner regeering kenbaar te maken dat zij niet mee wilde doen aan een po- ging om den Chineezen een grootere mate van toczicht op hun douane-inkom- sten op te leg gen dan zij zelven vrijwillig v/ilden toelaten. Van -toen af blijkt dus de nieuwe politiek van Engeland gedag- teekend te nebben. welke, rekening hou- dende met de veranderde omstandigheden ook in China, den weg der verzoening op wilde, door aan de zoo sterk tot uiting komende nationale eischen der Chineezen toe te geven. Het memorandum van 18 December is heel iets anders dan alleen een Engelsch voorstel om de heffing van de Washing- tonsc.he surtaxes van 2J^ op de invoer- rechten onverwijld en onvoorwaardelijk toe te staan. Metterdaad is het een vrij- zinnig charter, dat voorgoed wil broken met de voogdij en dwang, die de mogend- heden alleen nog zoo lang tegenover China hebben kunnen toepassen, omdat het zwak, ontredderd en verdeeld was. Het zou al te idealistisch zijn, indien men den nieuwen koers van de Engelsche politiek uit ethische overwegingen wilde verklaren. De Britsche handel op het Verre Oosten heeft het zwaarste gelag te betalen gehad van den strijd tegen de ,,ongelijke" tractaten, en een voortgaan op den ouden weg zou leiden tot gewa- pende botsingen en steeds zwaarder ver- liezen. De Engelsche politiek moot voor alle tractaat-mogendheden in China een nieuw richtsnoer worden, want wie er niet mee gaat of haar contrarieert, stem- pelt zichzelf tot den tegenstander bij uit- nemendheid van de Chineesche natie. Van Engielschen kant zal de oude poli tiek met groote behoedzaamheid geliqui- deerd moeten worden, want op verschil lende plaatsen komen nog telkens scher- pe anti-Britsche incidenten voor. Zoo is er pas weer hoogst verontrustend nieuws gekomen uit Hankou, de tractaathaven aan den Jangtse, die de Kantonneezen in bezit hebben. Het is -daar nog water en vuur tusschen de Chineesche nationalis- ten en de Engelschen. De eersten zijn na- tuurlijk geneigdi, het nieuwe xoyale gebaar van Engeland als een teeken van zwak- heid uit te leggen. Maar wanneer de En gelsche politiek eenmaal een doel voor oogen heeft, mag men erop rekenen, dat zij veel over haar kant zal laten gaan, om dit ten slotte te bereiken. In elk geval aanvaardt zij het feit, dat ook in China de toestanden veranderd zijn en daarom zal het er op den duur toe komen, dat ook dit land een stel nieuwe tractaten krijgt in den qeiest van die, v/el- ke men aan Siam, een ander bondgenoot van de geallieerden in den grooten oor- log, heeft moeten toestaan, toen men tot het besef kwam, dat men het niet langer de wet kon stellen. Gelijk wij verwachtten, is er gratie af- gekomen voor de Duitschers die te Lan dau in de Palts door een Franschen krijgs- raad veroordeeld waren. Het onaange- name incident is daarmee, naar te hopen is, uit de wereld, want het zou van slech- ten 'Smaak getuigen, indien nu Duitschers vrijgelaten zijn, die in elk geval wel iets op hun kerfstok hadden, van Duitsche zijde tegen de vrijspraak van den tweede- luitenant Rouzier bleef ageeren. EEN GEHEIMZINNIG GEVAL. In verband met een geheimzinnig tele gram, waaruit een dreigende aanslag op de Westminster Abbey te Londen duide lijik viel op te maken, is in den Kerstnacht een speciale politiemacht voor deze kathe- draal geplaatst. Desniettemin gelooft de politie met een misplaatste grap te doen te hebben. Het telegram bevatte de volgende woorden: ..Dynamiet goed ontvangen, let op spionnen. Smokkelaars komen Kerstnacht noordelijken ingang Westmin ster Abbey bijeen". Het telegram werd in het postkantoor in Easteind te Londen ieenige dagen ge leden gevonden. Het droeg een Duitsche onderteekening. TER NEUZEN, 29 December 1926. OPERETTEGEZELSCHAP. rijdens de Kerstdagen werden de lief- hebbers in het Concert- en Bioscoop- ge'bouw weder vergast op operettevertoo- ningen door het bekende gezelschap van den heer Henri Caspeele te Gent. Zij bleken weer een groote attractie en wer den druk bezocht. Zaterdag werd gegeven ,,Het lustige weeuwtje" en Maandag ,,Een Wals- droom". Bij de opvoering bleek ten voile, dat deze reeds lang bestaande operettes nog steeds hunne bekoring hebben, waartoe niet weinig meewerkt de aangename muziek. Bij de eerste vertooning gaf mej. De Craene een mooie uitbeelding van de titelrol, al scheen het ons dat haar stem wel eenigszins leed onder de gevolgen van de wintersche weer-invloeden, ter wijl mej. Mortier een goede vertolkinq gaf van Valencienne, de vrouw van Ba ron Mirko. De heer Caspeele was in die rol weer eenig, terwijl de heer Achiel Wild't, met zijn fraaie tenorstem, weer veel te genieten gaf als Camilie de Rosil- lon, maar ook een woord van bijzondei'en lof toekomt aan den heer A. Beresolle als Danillo. De heer Maurits Walters had veel bij- val met zijn solo-dansen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ze leefden, levenslustig en, naar hun ma- nier van doen te beoordeelen, niet weinig nieuwsg.ierig. Maar achter hen aan kwa- men de oudeiren, sommige met magere, verstilde gezichten. Toen ze tot op eenige meters afatand genaderd waren, stak Nima bij wijze van begroeting zijn tong uit. Onmiddellijk gingen Eille momden tegenover hem open, gevolgd door een tentoonstellinq van een paar dozijn ton- gen. Daarna begon de karavaan-leider te spreken, een redevoering, die door een van de oudere lama's beantwoord werd. Toen de oude lama zweeg keerde Nima zich tot Sherrington. ,,Vooruit, broeder", zei hij met een on- bewogen gezicht, „we worden in genade aangenomen. Ik heb hum verteld dat ge blanke volgelingen van den grooten Boeddha zijt en daarbij bloedVerwanten van den witten lama, die hier woont. Op dat laatste heeft hij geen antwoord ge geven, maar daar zullen we, nadat we ge- offerd hebben, wel meer van hooren. Het eenigo-bezwaar is het meisje. Nog nooit, zoolang het bestaat, heeft een vrouw het klooster van Dze-chu betreden. Een zwarte tent op het voorpiein is het eenige, wat ze willen toestaan". ,,Dan zullen ze twee tenten moeten goedivinden, Nima. Als Miss Craydon buiten moet blijven, houd ik haar gezel schap". ,,Dat heb ik ook gedacht en gezegd. Ik heb dien ouden ram daar verteld, dat gij twee kinderen van een vader zijt en daarom vond hij het goed. Dat is wel een leugen, maar wat voor kwaad steekt er in een leugen als men er zijn doel mee be- reikt vooral als men een lama voor heeft? Ik voor mij slaap binnen dat is de eenige manier om te weten te komen wat er van den witten lama te weten te komen is en ook van dien buitenge- woon vromen man van Mount Omei, die op het oogenblik den tijd kort met buiten in de sneeuw te liggen. Dien vooral mo gen wij niet uit het oog verliezen". Van alle kanten omgeven door de groep lama's die hen omstuwdien en aanstaar- den, alsof ze geen gewone menschen, maar wezens van een andere planeet wa ren, ging het nu vooruit naar de poort, die toegang tot het voorpiein was. Vlak er voor ontstond er een gedrang eenige van de lama's vonden het blijikbaar noodig om juist op die plek een oneenigheid over het een of ander uit te vechten, waardoor ze een poos werden opgehouden. Sherring ton maakte van de gelegenheid gebruik om zich om te keeren en over de hoofden van de mannen om zich heen naar den lama te kijken, in wien hij Dr. Stargard herkend had. De heilige pelgrim van Mount Omei had zijn evoluties in de smeeuw, die hem ..verdiemste" moesten brengen en tegelijk zijn vroomheid de- monstreeren, gestaakt; met uitgestrekten hals stonid hij te kijken, alsof hij in het ge- drang bij de poort buitengewoon veel be- lang stelde. Bij het zien van die houding schoot Sherrington de gedachte door het hoofd wat er wel in den man omgaan mocht; of hij alleen maar eens wilde zien hoe de kleine strubbeling afliep of dat hij op een catastrophe voor de ldeine kara- vaan hoopte. Midden onder zijn over- peinzingen werd het dispuut beslecht en konden ze verder gaan, onder de poort door en zoo het voorpiein op. Het voorpiein was zooals gewoonlijk een groote vierkante ruimte. Hier bij het Dze-chu-klooster werden twee der zijden ingenomen door gaanderijen, .gesteund door steenen pilaren, de derde, die kant, welke zich reoht tegenover de poort be- vond, werd door een reusachtig gebouw, met een opvallend groote deur, ingeno men. Aan weerszijden van de deuren be- vonden zich twee nissen, bestemd voor de bewakers van den tempel, die met een groote gong naast zich, beiden op hun post waren; de een zat weg in meditatie, met de uitdrukking van een Boeddha- beeld voor zich uit te staren! de aruder draaide, prevelend, een zilveren gebeds- cylinder om en om. Telkens wanneer er een gebed ten einde was, verschoof hij een kraal van zijn rozekrans en begon aan het volgende. Geen van beiden nam eenige notitie van de vreemde gasten. Na een paar minuten wachten ver- scheen er op den drempel van de klooster- deur een oude man, naar zijn kleeding te oordeelen, de abt van het klooster. De lama die de verantwoordelijkheid van het binnenbrengen van de vreemdelingen op zich genomen had, begon onmiddellijk met irriteeremde breedsprakigheid uitleg te geven; 't werd eene lange redevoering, waarnaar de abt met een onbewogen ge zicht bleef staan luisteren. Eenmaal leek het Sherrington toe, keken de donkere oogen, vertroebeld door ouderdom, snel den kant van Janet Craydon uit, maar behalve dit misschien onbewuste reagee- ren op een mededeeling, toonde hij niet de minste belang stel ling. Toen de lama zweeg, boog de oude man het hoofd, on der het uitspreken van misschien een paar dozijn woorden, keerde zich om en ging weg. De lama die het woord gevoerd had, gaf met stentorstem eenige bevelen. Een half dozijn van de jonqere monniken liep snel over het voorpiein en verdween door een deur naast het klooster. Na een kwar- tier versehenen ze weer, joelend en schert- send met twee kleine zwarte tenten nomadententen d'ie ze midden op het voorpiein begonnen op te zetten. ,,Nu is het tijd, om met onze giften en gaven voor den dag te komen", ried Nima fluisterend: ,,Gij, broeder, en het meisje ook". Na een zwijgen voegde hij er met een cynisch lachen aan toe: Zil veren munten zijn gelukkig niet besmette- lijk". Sherrington vertelde Janet, die Nima oplettend had staan aankijken, wat de Thibetaan gezegd had. Samen gingen ze naar de mis met den mediteerenden lama en legden ieder een handvol zilveren ru pees op de gong. Met een gezicht waar het zelfbeklag boven op lag, legde Nima een tiende van het bedrag, dat ieder van hen gegeven had neer en de yakdrijver, die zoo mogelijk, nog sceptischer dan Nima was, stelde zich tevreden met het offeren van een klein muntstukje. De lama die de giften in ontvangst moest nemen, wist niet hoe hij het had; met groo te oogen staarde hij naar de zilveren mun ten. Zijn manier van doen onderging een groote verandering. Met iets serviels in zijn houding riep hij den mannen met de tenten toe zich wat te haasten. De vier reizigers gingen terug naar de plaats, waar hun yaks stonden en sloegen van daar het bedrijvige doen op het voor piein met belangstelling gade. (Wordt vervolgd.) V NEUZENSCHE CO U RANT Burgemeester en Wetliouders van TER NEUZEN brengen ingevolge artikel 8 laatste lid der Hinderwet ter openbars kermis dat door Burgemeester en Wet- houders van Sas van Gent het verzoek van LIVINUS LEONCIUS VAN BRACKEN, broodbakker te Sas van Gent, om in het perceel kadastraal bekend in sectie B, No. 82t, door p'aatsing van een electromotor zijne bakkerij te mogen uitbreiden is INGEWILLIGD. Ter Neuzen, den 27 December 1926. Burgemeester en Wetliouders voornoemd, De Burgemeester, J. HUIZINGA. De wnd. Secretaris, J. L DREGMANS. SO, 80 621

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1