1 I ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. m 8008 Vrijdag 24 December 1926. 65e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: ragER.BXVHI BXjA.33. LEDEN RAADS-COMMiSSIES. Bakkersnachtarbeid. Kersf mis. 5eter dan Goed: Dfc BEST 3SNNEKLAKD. BUITENLAND. nr. rfiwriTiMTTrrmrriT^^ 1 yi Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Voor ouiten 1 e; Neuzen fr. per post j i.wo pet 3 maanoen ttti vuoruiTDeialmg jr. pet post r b.ou pc, j.<^. Voor 't buitenland 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. Oit blad verschl|nt iederen Maandag-, Woensdag- en Vriidagavond. Moge het al met gemakkelijk zijn om **et een enkel woord weer te geven de groote beteekenis van Kerstmis, wij kun- aeaa en mo gen in ons artikel, dat juist op den feestdag verschijnt, toch zeker niet over dit ondexwerp zwijgen. Dan is het eerste wat hieromtrent moet wordem opgemerkt, wel dit, dat het Kerstgebeuren van algemeene beduidenis is. Men kan tegenwoordig nog al eens veak hooren zeggen aan allerlei kanten, dat niemand in deze wereld ommisbaar is, waar wij zouden toch wel heel beslist een uitzondering willen zien gemaakt voor he-t werk en den persoon van jezus Christus. Wie kan zich deze wereld zonder Hem denketn, wie is in staat (ook al beschikt hi) over de grootst mogelijke verbeel- chingskraciht) zich voor te stellen hoe deze geheele wereld er uit zou zien, indien Christus Jezus niet gekomen ware? Zou dan niet alles ex anders uit zien? is er wel ten terrein, waarop de invloed van het Christendom zich niet heeft doen gevoe- len en laten merken, is er wel een land of oord ter wereld, waar niet lets bespeurt van de omvormende en herscheppende macht van het Christelijk geloof? En is dit niet gewis hoe zeer men overiqens in opvatting, ook zelfs omtrent het Chris tendom moge uiteengaan dat het Christendom ondenkbaar is zonder zijn stichtex? Iemand heeft eens volkomen terecht de opmerkinq gemaakt: neem den persoon van Buddha uit het Buddhisme weg, en dan veranderen de leer van Kaema en Dhaema nog absoluut niet, wie echter zou het durven wagen, uit het Christendom weg te nemen den persoon en het werk van Jezus Christus, zonder op dat zelfde oogenblik reeds tot het in- zkJit te komen, dat hij het beste had ont- zield en van alle kracht en invloed ont- dean? En daarom is er zeker wel reden te over om Kerstfeest te vieren. Toen toch, door en b" de geboorte van Jezus, is het be- gomnen. Het mag dan waar zijn, dat er in die dagen van Keizer Augustus een alge meene verwachting aanwezig was en zich openbaarde van heil en verlossing, die heilsverwachting en verlossingsbehoefte zonder meer waren toch niet in staat om den grooten ommekeer te bewerken; zeker, wie naar heil verlangde en naar verlossing snakte, alleen die mensch kreeg steaks deel aan het heil en had iets. ja alles er nu ook voor over om den weg dier navolging te gaan en de smaadheid van Christus te dragen om dan daarna en daardoor ook deel te ontvangen aan Zijn heerlijkheid. Maar geen gedachten alleen zijn ooit in staat neweest op den dtrur den menschen moed en kracht te verleenen, daar moest nog iets bij komen, daar moest nog iemand bij komen; dit alles moest werkelijk'heid en vol leven worden in een persoon, in een, die zelf deed wat Hij van anderen verlanqde, die zelf het kruis op zich nam, dat Hij steaks ook an deren toevertrouwde, die Zelf wilde be- zrwiiken onder den zwaren last, om in- j middels den anderen te verzekeren, dat zijn juk zaoht en zijn last b>ht w" H-t kruis van Christus kon alleen Christus zoo draoen. En daarom vervult de gan- sc'he Christenheiid oo Kerstmis vreugde. waar wij het verstaan, dat Hij het heeft willen doen, en dat eerst Zijn iNGEZONDEN MEDEDEELINGEN komst de voile redding en verlossing ge- bracht heeft. Er is een tweede gedachte in het Kerst feest, die wij nooit over het hoofd zullen mogen zien, willen wij werkelijk iets van die voile beteekenis van het Kerstgebeu- ren verstaan. Het is niet alleen de alge- meenheid van >de Kerstgeschiedenis, het is ook en vooral de groote soberheid, de cui'orme eenvoud van deze zaak en ge- schiedenis, die ons altijd weer met de diepste verbazing en eerbied vervult. Wat is het toch een sober verhaal, die korte, eenvoudige mededeeling van den evangelist Lukas over wat daar gebeurd is in de stal te Betlehem. Zeker ook Mattheus deelt ons iets mede omtrent de geboorte van den Heiland; en ook Jo hannes geeft in zijn eerste hoofdstuk diepe, klassieke tonen, die ons zoo uit- nemend doen verstaan die groote waardij van de „vleeschwording" van het Woord. Maar wij zouden toch het echte Kerstver- haal wel heel erg missen, als wij het tweede hoofd:stuk van het Lukas-evan- gelie niet bezaten! Hoe somber en naief wordt het daar medegedeeld, hoe Jozef en Zijne onder- trouwde vrotiw Maria naar de stad Davids moesten opgaan om beschreven te worden, hoe er „voor henlieden" geen plaats was in de herberg, en hoe het kin- deke toen geboxen is in den stal en neer- gekgd in een kribbe. Zeker, ook hiex ontbreken de hemelsche tonen niet, maar dat alles is toch maar voor een oogen blik. steaks is dat alles weer voorbij, en keert de nachtelijke stilte op het veld terug, en verstommen weer Engelenbood- schap en Engelemlied. W^at achte.rblijft is: het sobere, dat juist door die enkele en weinigie en korte begeleiding vanuit den hemel, het echte en ware bleek te zijn. Het kindeke ligt in de doeken, Maria spreekt niet luide over wat er geschied is, zij be- waart al deze dingen te samen, overleg- gende' die in haar hart. Zou er nu echter wel een zijde van het Kerstverhaal en Kerstgebeuren zijn, die tegenwoordiig zoo te loor dreigt te gaan als juist deze soberheid en eenvoud De klacht is veel geslaakt en vaak gehoord, maar mag ook dit jaar niet achterwege blijven: wat is er weinig meer over van al dat echt kinderlijke en sobere, nu de heele wereld zich van het kerstfeest heeft meester gemaakt, en nu de kerstboomen tot in de etalages en kroegen staan, en de kers'tliederen op de grammofocms en uit de draadlooze im.stallaties alom schetteren en weergalmen, terwijl men wat sch ri ver dozes is overkomenhet Srille nacht. Heilige nacht" kan hooren brullen en lallen door dronken lieden, die den ..heiligen" nacht oo die wijze volkomen on-tluisteren en' bezoedelen Het zal wel moeilijik zijn om deze sober heid en eenvoud terug te krijgen. nu akra. juist door de algemeenheid van de viering in onzen echt wereldschen tijd soberheid en eenvoud zoek zijn geraakt. En toch wie deze soberheid niet hervindt en tot haar voile recht doet komen, mag rummer zicih verbeelden, dat hij of zij d.'eel heeft aan Kerstmis. We zullen, naar Jezus' •eigen en wondersprenkiq woord. moeten worden ,.als de kinderkens". willen wij het koninkrijk der hemelen kunnen bin- nengaan. En als onize geleerdheid ons in den weg staatdan is en wordt het voor ons geen Kerstmis; of als onze beslomme- ringen en drukten en veelzijdige be- moeiYmoen ons in den weg staan om een oogenblik heel stil neer te knielen bij het kindeke in de kribbe, dan gaat Kerstmis ons voorbij, zonder ons te hebben ge- zegend en verblijd. Nog een kant is er aan Kerstmis, die uit het reeds gezegde volgt, en die als 't ware het eerste (de algemeenheid) aan- vult, en het tweed'e (de soberheid) toe- past. Wij bedoelen dit, dat <wil Kerst feest voor ons echt Kerstfeest zijn. wij per- soonlijk deel zullen moeten hebben aan deze zaak. In zijm pracbtig boekje: ,,Het kindeke Jezus in Vlaanderen" verhaalt Felix Timmermans ,in het hoofdstuk over „Kerstmis" van een blinde, die eerst al maar met zijn ziel zat te spelen op zijn viool, heel eenzaam ergens boven op een dak van een schapenstal. Wat de ande ren zagen, zag hij niet, en als dlus de overigen geheel vervuld waren over de beteekenis van de „sterre met de steert" en zich in alle mogelijke gissingen daar- omtrent verdiepten, bleef hij nog maar zit- ten spelen. Eindelijik kwam ook hij naar beneden. en verving kort daaroo de voile j hemelsche muziek van Engelenkoren zijn j stille solo. Straks oaan dan de herders naar den stal van Betlehem om hef kin- deke te zoeken en te aanbidden. En de blinde gaat ook mee. Doch als zij dam alien verrukt zijn over het kindeke en hun geschenken aanbieden, die zij in grooten haast hebben meegenomen (,,en veel was niet genoeg hooren zij den blinde snikken, niet omdat hij niet zien kan, maar omdat bij niets vermag te goven. Want bin. Jen schijnen alleen maar te kunnen ontvangen. Een ding kan deze blinde echter wel doen, dat doet hij graag, en het wordt hem door Maria ook gaarne toegestaan. Hij wil voor het kindeke iets spelen op zijn viool. Hij doet het, en hij doet het met zijn heele hart, zoodat hij zelf ont- roert van zijn eigen spel, en het kindeke houdt op met scihreien, en begin! zelfs te lachen. En als deze blinde straks zijn spel beeindigt, rollen dikke teamen langs zijm kaken, en verzekert hij volmondig, dat hij het kindeke gezien heeft, en „het was zoo heerlijk en zoo schoone", zegt hij Nu, iets kan ieder onzer doen om het kindeke te verheerlijken. Dat behoeft niets groots te zijn. Als het maar iets is. dat wij zelf doen en relf betalen en zelf brengen. En het geldt ook hier: Veel is niet genoeg. Parlementaire Kalender. 21 December. Indische begrooting, een teeken dat de Staatsbegrooting ten einde loopt en Kerstmis in 't zicht is. Het viel te verwachtem, dat de jongste onlusten op Java de hoofdschotel van het debat zou den uitmaken. Van vele zijden ging medegevoel uit naar de slachtoffers, die warden opgeruid om aan deze dwaze on- derneming deel te nemen en die daarbij het leven hebben gelaten. Wie echter niet aan het debat deelnam, was de com munist zelf, die nog steeds in Moskou vertoeft. Men zou nu zoo gaarne van den heex De Visser, die onophoudelijk den opstand in Indie heeft gepredikt, ver- nemen of dit zijn ideaaS is; of hij voor zijn verantwoording neemt, dat de pogingen tot omverwerping van het gerag, die in een rechtsstaat niet kunnen warden ge- duld in het belang van alien, in bloed en ellende moesten worden gesmoord. De vraag, of de Indische Regeering in- derdaad op de gebeurtenissen was voor- bereid en steeds den toestand heeft be- heerscht, bracht menige spreker tot een vergelijking van de verschillende Gouver- neus-Generaal onderling. Algemeene er- kenning vond de groote verdienste van Mr. Foc'k, dat hij orde heeft weten te scheppen in den desolaten financieelen boedel, welken hij van zijn voorganger overnam, en dat onder zijn bewind de In dische financien zoodanig zijn gesaneerd, dat geiukxig weer een welvaartspolitiek ter hamd kon worden genomen. De wensch werd uitgesproken, dat zijn op- volger Jhr. De Graeff deze politick met kracht zal voortzetten, gelijk hij ook niet geaarzeld heeft de revolutionaire woelin- gen krachtdadig te onderdrukken. In de avondvergadermg voortzetting van de Oorlogsbegrootimg, waarbij de Minister zijn rede heeft kunnen aanvan- gen met een uitvoerige bestrijding van do on t w a.pe n i ng sd emk b e elde nen aan de hand van vele cijfers en citaten kon aan- toonen, hoe volkomen onjuist is de stel- ling, dat ons land volkomen weerloos zou zijn. In de korte avondvergadering van de Eerste Kamer, waarin mededeeling werd gedaan van het bericht der Regeering, dat zij de adviezen van Gedeputeerde Staten van Zeeland, inzake het Belgisch Verdrag ter besehikking van de Kamer stelde, om daarvan vertrouwelijk kennis te nemen, keerde de heer De Vos van j Steenwijk zich op scherpe wijze tegen het i feit, dat deze adviezen vertrouwelijk wer- den overgelegd, waardoor voedsel wordt gegeven aan de reeds bestaande achter- docht. Het felle speechje van den Sena tor, waarin hij Minister Van Karnebeek verweet, dat zijn houding jegens het Ne- derlandsche volk niet correct en conse quent is geweest, lokte zelfs een applausje uit. 22 December. In de middagzitting heeft de Minister van Kolonien in een uitvoerige rede de verschillende sprekers beantwoord. Veel nieuws kon de Minis ter uiteraard niet aanvoeren, waar hij nog slechts weinig maanden geleden een uit voerige uiteenzetting heeft gegeven van de door hem te volgen politiek. Ook de replieken waren van weinig beteekenis, zoodat inderdaad met Augur" kan wor den gezegd: A. dient B. van repliek, Wat zal hij hem nu zeggen! Ge kunt gerust Uw pen Een wijl ter zijde leggen. Hij zegt wis, stellig en bepaald 't Zelfde... wat hij straks al heeft herhaald! In de avondvergadering heeft de Mi nister van Oorlog zijn rede beeindigd. De Minister gaf een zoodanige uitvoerige technische verded'iging van zijm leger- plannen, dat hij een briefje van den ore- sidemt kreg met bevel zijn rede te staken, en in den loop van den avond meermalen werd blet sprekers bij de onderdeelen der begrooting te beantwoorden. Wie zeiden sprekers", maar eigenlijk bedoelen we den heer K. ter Laan, die telkens een hin- derpaal vormde om in snel tempo de be grooting af te doen. Zelfs een rantsoenee- ring van den spreektijd toteen mi- nuut kan dezen braven, maar koppigen afgevaardigde niet verhindren om aller nachtrust aan zijn welsprekendheid op te offeren! iVGEZONDEN MEDEDEELINGF%? VO GELB ESCH ERMIN G De Minister van Binnenlandsche Zaken heeit aan de burgemeesters de volgende cir- culaire gezonden: Het kan wel algemeen bekend geacht wor den, dat in den winter een buitengewone hoeveelheid roofvogels, vooral buizerden, torenvalken en uilen, in ons land een tijde- lijk verblijf vinden. Het is duidelijk, dat dit verblijf wijst op de aanwezigheid van voed- selbronnen, waaruit deze vogels zich vol- doende kunnen voeden; dat er gewoonlijk ruimschoots genoeg is, kan worden opge- maakt uit den welstand waarin bemachtigde exemplaren gewoonlijk worden aangetrof- fen. Het voedsel dezer vogels bestaat voor een zeer belangrijk deel uit muizen en mus- schen, die dus 's winters in wel zeer ruim aantal aanwezig moeten zijn. De aanwezigheid van een groot aantal dezer en andere vogels mag derhalve op zichzelf nooit een reden zijn om aan hun be- scherming minder zorg te wijden. Integen- deel behoort zij te kiden tot de overweging, dat deze vogels wel zeer noodig zouden kun nen zijn wegens een beginnende, door den mensch monelijk nog niet opgemerkte ver- meerdering van musschen, muizen, rupsen en dergelijke. I och wordt sedert lang op de bovenge- noemde vogelsoorten jacht uitgeoefend met allerlei middelen, zoowel met het geweer als met de klem en komen daarover van den kant van den landbouw talrijke en ernstige klachten in. Dat bij deze jacht geen onderscheid tus schen de doortrekkende vogels en de Neder- landsche standvogels kan worden gemaakt, behoeft geen betoog. Evenmin behoeft het nadere toelichting, dat daarbij de natuurlijke toestanden zeer ernstig uit hun evenwicht worden gebracht, zoodat speciaal de muizen zich meermalen tot een plaag kunnen ont- wikkeien, die dan met andere middelen tot staan moet worden gebracht. Bij een onder- zoek t.a.v. kerkuilen b.v. werd gevonden, dat zij zich gevoed hadden met: 9084 spits- muizen, 7764 veldmuizen, 1575 musschen, 41 spreeuwen, 72 ratten, 70 kleine vogels en andere dieren. Bij de tegenwoordige toestanden van de zich steeds uitbreidende cultiveering van onzen bodem sohijnt het in de meeste geval- len uitgesloten, dat domicilies (d.w.z. gebie- den, die de vaste of regelmatige woonplaats van bepaalde vogels zijn), die van hun groote vogels zijn beroofd, vooral van uilen en bui zerden, opnieuw kunnen worden bezet. Daartoe ontbreken de benoodigde over- schotten van jonge vogels. Want ook deze hebben in sterke mate van vernieling te lijden. In zeer vele gevallen zijm daarom de gevolgen van het wegnemen der oude vo gels voor de naaste omgeving onherstelbaar. Terwijl van verschillende beheerders van terreinen de medewerking wordt ingeroepen moge ik ook u dringend aanbevelen voor- zichtig te zijm in de uitreiking van vergun- ningen krachtens art. 9 der Voqelwet 1912, ook t.o.v. niet beschermde soorten, en deze uitsiuitend te verleenen voor bepaalde vogel soorten, voor dat bepaalde tijdvak waarin deze zoodanige schade aannichten, dat er tegen moet worden opgetreden en voor die bepaald omschrevem terreinen waar zulks het geval is. Alleen tot bestrijding van niet bescherm de soorten zou, indien deze als een plaag optreden, hiervan afgeweken en een vergum- ning tot het dooden van die vogels ook op naburige terreinen en voor lang er en tijd ge geven kunnen worden. Dan echter alleen aan bepaald betrouwbare personen en toch ook nooit langer dan met het oog op de schade noodig geacht moet worden en in geen geval langer dan een jaar. Bij het beoordeelen van de schade moet niet verzuimd worden zich rekenschap te ^even van het nut dat dezelfde vogelsoort z;: het wellicht in een ander jaargetijde, of voor andere grondgebruikers of voor nabu- rine gemeenten voor land-, tuin- of bosch- bouw heeft; inzonderheid geldt dit voor uilen, buizerden en torenvalken. Ik geef u in overweging te dezer zake overleg te plegen met uw ambtgenooten in naburige gemeenten, of voorlichting te vra- gen aan den Commissaris der Koningin in uwe provincie of aan den inspecteur, hoofd van den plantenziektenkundiqen dienst, te Wageningen, alwaar een ornithologische af- dieeling is gevestigd. Uwe krachtige en zorgvuldige medewer king in deze met toe zicht oo de nalevinq der wettelijke voorschriften, zal onqetwijfeld ten goede komen aan de welvaart in uwe ge meente en haar omgeving. .T id?- Ii EEN SYMBOLISCHE KERSTPUDDING. De Engclsche koninklijke familie zal met Kerstmis een plumpudding eten, ge- heel uit bestanddeeien samengesteld, welke uit het Britsche Rijk afkomstig zijn. j Dinsdag zijn schrijft de N. R. Crt.,, de ingredienten door een, in sneewwit ge- i waad gestoken, kok omder toezicht van Lord Meath, een bekende figuur uit het openbare leven, vermengd. Wij zouden bij deze beteekkelijk onbeteekenendie ge- beurtenis niet stilstaan, indien zij in zeke- I ren zin niet symbolisch was. j In de kringen der deskundigen breekt j men zich het hoofd over een goede defi- nitie van het Britsche rijk, vooral sedert de laatste rijksccnferentie. Het eenige waar men het over eens is, blijkt, dat het rijk gaande weg iets ontast'baars gewor- den is. Dr. E. van Raalte noemt in een i studie in de Opbouw de kwestie wat het Britsche rijk is, een prachtonderwero voor een prijsvraag en citeert Roxburgh's op vatting aldus: „Het Britsche rijk als ge- heel tart classificatie en heeft geen eigen- lij.ke gelijkenis met eenige andere politie- ke organisatie die thams bestaat of waar- mee ooit de proef is genomen". De ruime uitlegging die generaal Hertzog aan den nieuwen dominion-status geeft, is dat zijn natie, de Zuid-Afrikaansche Unie. thans ,,zoo vrij is als welke natie ter wereld ook". Voorts zeide hij: ,,Noch Enge- land noch eenig dominion erkent eenig gezag boven zichzelf dan eigen nationale vrije wil" en sprak hij van ,,de vorm waarin het rijk thans voor ons staat ont- daan van alle autoriteit over de domi nions". Daar, gelijk wij al vroeger hebben op- gemerkt, geen macht te Londen de domi nions zal willen dwingen tot beperkter I opvatting van hum eigen status dan zij er zelven van wenschen te hebben, moet men j zich bij de uitgemaabte zaken neerleggen j dat er voor de dominions geen enkele dfwingende band meer bestaat, die hen, aan het rijk bindt. Met Engelsch-Indie, dat dien status nog niet bereikt heeft. de kolonien en protectoraten is het natuurlijk I anders gesteld. Voor hen blijft het cen- trale gezag te Londen gevestigd. Het riik bestaat daarom uit heterogene bestand deeien even heterogeen als die van de plumpudding vooor den konanklijiken disch De basis van dien pudding vormde j Canadeesche bloem, waaraan toegevoegd j werden de krenten uit Zuid-Afrika, sul- tana-rozijnen uit Australie, rietsuiker uit Demerara. Twee Indiers in hun wiite j inlandsche kleeren mengden er de kruiden door uit hun warme geboorteland. Jamai ca zorgde voor de rum, Schotland voor i het niervet, enz. Toen de kok deze ingre dienten dooreengaroerd had, kwamen de vertegenwioordigers van de dominions en van Indie beurtelings naar voren en roerden eveneens met den lepel. En ten slotte werd' de toast op het wel smaken van 's konings Kerstpudding geslagen met Zui'd-Afrikaanschen en Australischen wijn. Zoo werd de geheele inrichting een sym'bool van de verscheidenheidi der rijks- deelen, die dank zij de eenheid harmonisch saamverbonden zijn onder de schuts van de Britsche kroon. Er is een Engelsch sprekwoord, dat lui-dt: ,.The proof of the i pudding is in the eating" of de pud- rV-ng goed is blijkt pas als men hem eet j of wel: ondervinding is de beste leer- meesteres. Er valt niet aan te twiif:!en, of het Britsche rijk zal, gelijk het zorg- vulddg ingelicht is over de bereidi^.q van j 's konings Kerstipudidb'nig ook na Krstmis te hooren krijgen, dat hij uitstekend ge- smaaikt heeft De riikeo'-did-'-.t -rin een -raste inzetting geworden zijn. Onver- 1 schillig wat er van het oude Britsche V TER ENSCH "vphi p ii n wiiij Bnrgemeesfer en Weth tiders van TER NEUZEN krengen ingevolge artikel 54 der Geineentewet ter •gentiare k.-nnis, dat de Geineenteraad in zijne ver- jadei tng van den 21 Decembe 9 6 heeft benoemd let leden van de Cornmissie van Rijstand in het Seheer en - onderhund der plaatselijke werkeu en eigendommcn, de heeren P. VAN CAUSAND, B. N. VAN DUKE en C. A. VIRLINDE. lot leden der Financieele Gommissie de heeren U J. TAN DKIEL, L. J GEELHOEUT en H. J. OOLSEN. T«r Nenzen, den 24 December 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HU1Z1NGA, Burgemeester J L. DREGM \NS, wrtd. Secretins. Do Burgemeester van PER NEUZEN maakt bekend, dat ter gemeente-secretarie ter inzage ligt een aan- vraag van HENDKIK VERUAUEoin v e rg u n n i n g tat het verriehten van bakkersnachtarbeid, tusschen t «ur des nauuddags en 6 uur des voormiddags in hat perceel Van BuvenUraat 22 Op Maandag 24 Jan. a s., des voormiddags 10 uor, zal in het raadhuis geleg>nbeid bestaan oin ten •verstaan van d«n Burgemeester bezwareu tegen da aanvraag in te brengen. Daarbij worded zoowel de aanvrager als zij, die hazwaren inbrengen, in de gelegenheid pesteld zieh uar aanleiding van de bezwareu mondeling en sehriftelijk te verkiaren. Zoawel de aanvrager als zij. die bezwaren inbrengen, hannen gedurende acht dagen voor bet boven- jamelde tydstip. ter seeretarie der gemeente, van de tarzake ingekomen schriftnren kennis nemen Ter Neuzen, den 24 December 1926. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. i I ■v'-j.-T'T i nL.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1