ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAAWPEREN.
attaiiEiEiiTspin: tevs337sttSK!3?Lzgr-'CAirrwsIFzssjsasar*1
KWATTA'ftf
Nr 3003 Maandag 13 December'1933, 36e Jaargang,
Een vervolging in Thibet.
Werving emigranten voor
Canada.
VOLLE-MELK-REEP
SeterdanGoed: DE BESTE
8INNENLAND.
8 U I T E N L AH D,
FEUILLETON.
Oit blad iederen Macstdai-, Woen§daS- en *'rJ?dagavond.
Waarschuwlng.
Parlementaire Kalender.
9 December: Bij de venders behande-
ling v.an de beg rooting van Minister De
Ge'er Financienkwam een belangrijke
quaestie aan d'e orde: De Regeerings-
§arantie aan de Algemeene Centrale
lankvereeniging voor den Middenstand.
In (het Voorloopig Verslag bestond oppo-
sitie, dat de Regeering eenige maanden
geleden de garantie aan de midden-
standsorganisatie met 10 millioen had
verhoogd. Uiteraard was de Kamer al-
lerminst enthousiast over dezen nood-
maatregel, doch de Minister deelde mede,
dat zonder deze steunverleening groot
gev aar bestond voor veriies van de reeds
gegarandeerde f 1J/2 millioen, terwijl
thans zeer groote waarschijnlijkheid be-
staat, dat geen veriies zal worden geleden
bij reorganlsatie onder een bekwamen
leider met een extra-garantie van S-taats-
wege voor een deel van het verhoogde
cre'diet, door de Nederlanidsche Bank
verleend. Dit antwoord had de oppositie
blijikbaar ©ntwapend, althans de Kamer
legde zich bij de zaak neer.
In de avondvergadering is bij de Wa-
ter staat sbegrooting natuurlijk de geheele
serie spoorwegongevallen van de laatste
maanden uitvoerig besproken. De Minis
ter had in den bekemden ambtelijiken stijl
ontkend, dat deze ongevallen een gevoel
van onveiligheid op de spoorwegen wet-
tigen, en verklaard, dat de zorg, aan weg
en materieel besteed, boven elken twijfel
verheven was, maar de heer Heemskerik
zag wel reden voor ongerustheid, en Mr.
Knottenbelt deed eens een boekje open
welke gerechtvaardigde klachten het rei-
zend publiek heeft tegen de tegenwoor-
dige exploitatie. 's Minister's optimisme
inzake de verkeersveiligheid bleek aan-
menkelijlk geluwd, al verklaarde hij eerst
de rapporten der com missies van onder
zoek te willen afwachten.
Een geweldig geschermutsel ontstond
over de quaestie van de Zondagsrust bij
de spoorwegen. Van staatkundiq-gere-
formeerde zij'de werden heftiqe verwijten
gericht tot de anti-revolutionaire groepen
inzake begii^selverzakimg op dat punt.
Minister Van de Vegte, zelf anti-revo-
lutionair, erkende ecihter het onmogelijke
van dergelijke desiderata inzake ophef-
fing" van verlaagd tarief voor Zondags-
vervoer en van pleiziertreinen.
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEK j
Vraagt KWATTA-SPECULAAS
10 December: Het beg on met een ver-
rassimg; terwijl de Minister van Water-
staat wilde afwachten de rappor.ten van
de commissies, die een onderzoek hdb-
ben ingesteld naar de jongste spoorweg
ongevallen, ging de Kamer verder en nam
zij een motie aan, waarin zij als haar
wensch te kennen geeft, dat los van een
bepaald ongeval, door een deskundige
commissie een grondig onderzoek zal
wonden ingesteld naar den algemeenen
veiJigheidstoestanid bij de Nederlandsche
spoorwegen. Moge deze commissie met
spoed worden samengesteld, opdat zij ons
volk zoo spoedig mogelijk zal kunnen
voorlichten omtrent de veiligheid op
onze spoorwegen.
Overigens is de geheele middag ver-
loopen met een scherpe discussie. Het
gold, bij de begrooting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, weder de
oude quaestie van de open'bare en bij-
zondere universiteiten, en Ds. Lingbeek
blies het vuur nog eens stevig aan. Prof.
Vissciher verklaarde zich voor bijzondere
universiteiten, doch Ds. Lingbeek is voor-
stander van theologische faculteiten aan
de Rijksuniversiteiiten. In deze discussie
mengde zicih drie Christ.-Hist, dieologen
en het bleek duidelijk, dat van eenige toe-
nadering tusschen de vroegere coalitie-
genooten miets te bespeuren valt.
Minister Waszinik was overigens uiterst
voorzichtig met zijn toezeggingen, en
heeft ziclh op bijizonder scherpe wijze ge-
keei'd tegen den heer Duymaer van Twist,
die een leerstoel voor de homoeopatie
opeischte, welke Minister De Visser
eenige jaren geleden in beginsel had toe-
gezegd. De Minister deelde mede, dat de
reeds ingekomen adviezen vernietigend
waren, zoodat vermoedelijik niets van den
hartewensoh van den generaal zou kun
nen komen. Waarop deze antwoordide,
dat hij dan voortaan ieder jaar de zaak
ODmieuw ter sprake zou brengen. De
Kamer schaterde over de boosheid van
den generaal, die 's avonds echter vol
doende was gekalmeerd om den geheelen
Haagschen gemeenteraad op bamketlet-
ters te onitihalen Besluiten wij ons over-
ziciht met de mededeeling, dat volgens
geruchten het Voorloopig Verslag van de
Eerste Kamer over het Belgisch tractaat
ongunstig moet zijn en dat de kansen op
verwerping zijn toegenomen
EEN ADRES VAN HONDERD ANTI-
REVOLUTIONAIREN AAN HUN
EERSTE KAMER-FRACTIE.
Honderd bekende anti-revolutionairen
hebben aan de a.-r. leden van de Eerste
Kamer het volgenide adres gericht.
Hoogedelgestrenge heeren- en partij-
vrienden, wij, ondergeteekenden. alien
leden van de Anti-Revolutionaire Partij,
zijn ten zeerste teleurgesteld door het
votum der Tweede Kamer der Staten-
Generaal van 11 November j.l., waarbij
het wetsontwerp tot goedkeuring van
het Nederlanidsch Belgisch Tractaat wend
a a nig en omen.
Wij' achten ons verplidht ons gevoel
van teleurstelling en droefheid onder
uwe aandacht te b,engen.
Uiteraard zuit gij naar uwe conscientie
moeten oordeelen, doch het kan voor u
van beteekenis zijn te weten hoe een
groot deel der anti-revolutionaire partij
over deze zaak denkt AI was het alleen
maar hiero.m, omdat als belangrijke fac
tor bij de beoordeeling van een zoo in-
grijpend tractaat moet gelden het ant
woord op de vraag, of een dergelijk
tractaat al of niet steun vindt in ide rechts-
overtuiging van het volk, waarbij gij al-
lereerst zult denken aan het anti-xevolu-
tionaire gedeelte des volks, dat Gij in de
Eerste Kamer der Staten-Generaal ver-
tegenwoordigt.
Ondergeteekeniden aarzelen niet te
constateeren, dat dit zoo ingrijpende
tractaat den steun, wat een belangrijk
deel van het ant-revolutionaire volk aan-
gaat, mist.
Afgedaclht nog van het verzet, dat bui-
ten de Staten-Generaal tegen het verdrag
leeft, is van groote beteekenis het felt,
dat het tractaat in de Tweede Kamer is
aangenomen met sledhts 50 tegen 47
stemmen. Wanneer men mu bedenkt, dat
onder de voorstemmers er, althans wat de
anti-revolutionaire fractie betreft, waren,
die met vele bezwaren voor stemden, dan
is ooik de meerderheid in onze Tweede
Kamer ten gunste van het Verdrag wel
een bujtengewoon zwakke, een zoo zwak-
ke, dat daarop geen Verdrag, dat voor de
eeuwen bindt, mag worden gebouwid.
Wij zijn overtuigd, dat onze bezwaren
tegen het tractaat u bekend zijn en willen
die fe dezer plaatse niet uitmeten.
Wij plei'ten dan ook niet voor eigen
materieel voor- of nadeel want de
meesten onzer zullcn de nadeelen van het
tractaat, althans in vollen omvang, niet
meer beleven doch wij zijn stelliq
overtuigid, dat de beslissing ten aanzien
van het tractaat een historisch oogenblik
vormt in onze gescihiedenis.
V7de thans een krachtige overtuiging
heeft, doch desniettegenstaanide zou zwij-
gen, zou ziclh scihuldig maken aan verzuim
van zijn eersten plicht als vaderlanider en
zou zich tereciht het verwijt der koimende
geslaclhten waardig maken.
Het is daarom, dat wij spreken ook tot
u, als onze senatoren, aan wie in het Par-
lement het laatste woord in deze zaak is.
Naar onze meening eischt het lands-
belang, dat het tractaat in zijn tegen-
woordigen vorm niet woride aangenomen.
Concessies, die, onder invloed van
vrees, uitgaan boven wat in gerechtig-
heid en billijkheiid van ons kan worden
gevorderd, verzwakken wel, doch bevrij-
den niet.
Trouwens, wie zou het Nederland
moeilijk maken, indien het zich eenerzijds
kan beroepen op zijn goed recht en an-
derzijids doet blijken van zijn bereidlheid
tot onderlhanidelen?
W;i gevoelen lhat ^ewicht van uw taak.
Wij bidden u vooral toe wijsheid van
Boven om zoo te beslissen, dat aan ons
volk miets worde opgelegd, wat in strijd
is met gerechtiiglheiid en billijkheid.
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
66) (Vervolg.)
Met een paar zwaarwichtige, echt-
Thibetaansche vloeken. liet Nima zijn met-
gezel lois en keerde zich half om, alsof hij
den vluchteling langs ihet smalle pad wilde
nazetten. „We mogen hem niet laten
gaan. Hij heeft gezondigd en blijft Ihij op
vrije voeten, dan zondigt ihij weer. Dus
dit met een liefkoozend beklappen van zijn
geweeir, „nemen we onze toevlucht tot de
wet van de bergen!"
Janet verstocmd geen woord van het Thi-
betaanisch, maar het veelbeteekenend ge-
baar begreep ze maar al te goed. ,,Laat
hem niet gaan, Nick", fluisterde ze smee-
kend. „Hij mag Husky niet doodscihieten."
,,Hou je er buiten, kind. Er zijn dlingen
dlie je niet weet, daarom begrijp je niet,
dat het noodig is. Door Craydon op vrije
voeten te laten, brengen we jouw leven in
gevaar
,,Dat kan me niets schelen, niets
heusch niet", betoogide ze ernstig. „Toe,
faat hem gaanin een land als dit is
hij in Gods hand, kun je Husky aan Hem
overlaiten
Dat was een dilemma. Ten einde raaid
keerde Sherrington zich tot Nima en legde
hem het qeval uit. De Thibetaan luisterde
met een ondoorgrondelijlk gezicht; toen
zijn metgezel uitgesproken had, lachte hij
met iets minachtends-ongeloovigs in zijn
manlier van kijken: ,,Een dwaas kan men
aan God overfatendat is ontegenzeg-
gelijk waar: Maar deze Craydon is geen
dwaas, hij is een vijand, een geslepen
vijand! En bovendien heeft hij een ge-
weer, dat zou gevaarlijik kunnen worden".
,,Kom, Nimade kerel is zoo bang
als een wezel, gevaar is er niet!"
,,Wie heeft u den afgrond ingeduwd,
broeder? Een wezel kan zich tot moed op-
winden als hij zich in een hoek gedreven
weet".
,,Maar de vent heeft geen verstand van
reizen, va.n kampeeren onder conidities
zooals hier in de bergen. Dat duurt hoog-
stens een paar dagen, dan is het uit met
hem. Laat hem loopen, Nimadenk
eraan, dat hij haar neef is."
De Thibetaan mompelde iets onver-
staanbaars. Met een bilk op Janet, ihief hij
zijn geweer op en schoot het in de richting
van het dal af.Dan begon hij smakelijk
te lachen, opeens weer in zijn humeur.
,,Mijn afscheidsgroet dat hij spoedig
zijn bestemiming, de hel, waar hij thuis-
hoort, moge bereiken. Kom, broader. Ik
verlang naar mijn thee en tsamba -wie
weet, zijn we voorgoed van den man af".
Zonder antwoord af te wachten, begon
hij verder te klimmen. Janet stak haar arm
door dien van Sherrington en vroea be-
zorgd:
,,Heb je je nergens bezeerd, Nick?"
,,Zoo ooed ben ik er niet afgekomen,
maar veel is bet niet. Ik zit waarschijnlijk
vol scihrammen en blauwe plek'ken en mijn
eene schouder doet me gemeen pijn. Die
was ontwxicht maar dat heeft Nima gauw
verbolpen. Maar het had weinig ge-
scheeld of de wolven hadden me bij wijize
van avondboterham opgegeten".
Janet rilde. „Daar ben ilk bang voor ge-
weest", vertelde ze hem fluisterend. ,,Ik
hoorde ze huilen, beneden me in het ravijn
en toen heb ik mijn geweer afgeschoten.
,,Ja, dat heeft ze op de vluclht ge-
jaagd", lachte Sherningtoin. .Daardoor
en zeker ook door het geluid van het sdhot
zelf want ik was ®uf, half bewusteloos
door mijn val, kreeg ik weer benul genoeg
om op te staan".
„Hoe is 't gegaan?" vroeg ze dringend.
,,Vertel 't metoen je viel".
,,Toen je over den kant geduwd werd,
badoel je". verbeterde hij haar ernstig.
,,Goedtoen ik .over den kant geduwd
werd danik voelde me vallen, toen
daelht ik: laat ik probeeren op mijn voeten
terecht te komen. Ik wiiist, dat ik door de
bovenste bevroren laag heen in zachte
te sneeuw terecht zou komen en dat ik
daar zou blijven steken. Maar door den
duw dien Craydon me gegeven had sloeg
ik onder het vallen om, kwam op mijn zij
terecht en voor ik wist wat er geibeurde,
schoot ik als een bbbslee, met mijn voeten
ge'lukkig! vooruit, de helling af. Door mijn
voeten en mijm handen in de sneeuw te
drukken, proibeerde ilk te remmen, veel gaf
dat nieten daarbij kon ik niets zien
en stikte ik half door de sneeuw van onder
mijn bielen't gang net als de voor-
steven van een boot door het water
door de geweldige vaart v'loog de sneeuw
met een boog naar weerskanten de hooig-
HET NEDERLANDSCH-BEL.GISCH
VERDRAG.
De afdeelingen van de Eerste Kamer
hebben Donderidagnamiddag het onder
zoek over het Nederlandsch-Belgisdh
Verdrag beeindigd.
HET VERDRAG MET BELGIe.
Hoogleeraren en oud-hoogleeraren
van de Landbouw Hoogeschool te Wa-
geningen hebben tot de Eerste Kamer een
request gericht, waarin zij, evenals hun
ambtgenooten te Utreciht en Groningen
aan dat college verzoeken te voorkomen,
dat het ontwerp-verdrag met Belgie onqe-
wijziigd worde bekrachtigd,
Van de 32 hoogleeraren en oilU-hoog-
leeraren plaatsten 27 hun naam omder het
verzoekschrift. Van de 5, die niet tee-
kenden, gaven 2 te kennen, dat zij als
voorstanders van het verdrag beschouwd
wenschen te worden. De redenen van het
niet onderteekenen door de andere 3 zijn
niet bekend.
ECONOMISCHE VOORLICHTINGS-
DIENST.
Bij resolutie van de Ministers van Bui-
tenlandsclhe Zaken, van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, van Financien, van
Aribei'd, Handel en Nijverheid en van
Kolomien is ingesteld een commissie tot
het instellen van een onderzoek naar de
meest w.enschelijke organisatie en in-
ricihting van den economischen voorlicih-
tingsdienst.
Benoemd is tot voorzitter dezer com
missie Dr. F. E. Postihu.ma, voorzitter
van den Nijverlheidsraad.
ROTTERDAMSCHE RAADSLEDEN.
Een der Rotterdamsche gemeenteraads-
leden, de heer Van Burink, werd Don-
derdagmiddag op den Coolsingel, juist
toen Ihij zich ter raadszitting zou begeven.
opgewaciht door twee rijksveldwacihters,
die hem verzochten mee te gaan.
De heer Van Burink was nog de beta-
ling versc'huldigd van een boete van f 3,
hem opgelegd wegens het rijden met een
kar met reclame op een verboden plaats.
Daar hij in gebreke gebleven was, die tij-
dig te voldoen, zou hij thans een dag
hedhtenis moeten ondergaan. De opge-
pakte gaf er echter de voorkeur aan als-
nog de boete te betalen, weshalve hij zich
zij het met eenige vertraging, toch nog ter
raadszaal kon spoeden.
Op het oogenblik, dat de heer Van
Burink werd opgepakt liepen er verschil-
lende raaidsleden op den Coolsingel.
Versolhillende van hen gaven uibing aan
hun out stemming, dat de rijkspolitie juist
dit oogenblik uitkoos om hem van zijn
vrijlheiid te berooven.
Een anlder lid van onze vroedschap, de
repaillaansc'he heer Coremans, mani-
festeeride Vrijidagimiiiddag op den Cool
singel met een bord, dat onder het op-
schrift: ,,in naam der Koningin" de mede-
leelinig behelsde, dat zijn inboedel we
gens belastingschuld zou worden ver-
kocht. Op last der politic moest Zijn
Edelachtbare het venten met dit bord
stakon.
24 UUR-TIJDREKENING BIJ DE
NEDERLANDSCHE
SPOORWEGEN.
Naar wordt gemeldt zal ten behoeve
van de 24 uur-tijdrekening, welke bij den
aanvang van den zomerdienst od 15 Mei
1927 door de spoorwegen zal worden
te in. En dan ik was doodsbang, idat de
helling op een zeker punt op zou houden,
dat dan een steilte of een afgron'd1 komen
zou en die gedachte porde me aan, om alle
krachten in te spannen. 't Lukte me mijn
hoofd wat op te lichten. 't Was zooals ik
gedaciht bad. Eerst kreeg je een soort van
sneeuwban'k en dat beteekende rotsen, dat
wist ik uit ondervinding en dan viel de
wanid steil, of in elk geval veel steiler weg.
Dus beslloot ik me op die sneeuwhank te
laten doodloopen. 't Was natuurlijk wel
gevaarlijik, ik had een geweldige vaart en.
rotsen onder die sneeuw maar dat moest
ik riskeren. 't Was mijn eenige kans, dus
deed ik het. Ik maakte mezelf zoo stijf
als een plank en zette me, of liever m'n
voeten schrap, om den scihok op te van-
gen. Maar hoe het gebeurde weet ik niet,
waarschijnlijk ging ik over een verheven-
heid over de sneeuw heen, waardoor m'n
richting veranderde, maar ik kwam op het
uiterste randje terecht, met mijn eenen
voetik kreeg een schok alsof ik uit
de zooveelste verdieping van het een of
andere huis gesprongen was en het vol-
giende oogenblik schoot ik over den rand
heen. Ik voelde me vallen... vallen ik
dacht, dat is het einde. In werkelijldheiid
moot ik maar een paar meter gevallen
zijnin zachte sneeuw met ijs eron-
dermaar het schijnt, dat ik mijn be-
wustzijn verloren heb, want na dat eene
oogenblik met die sensatie: vallen! weet ik
me niets meer te ihe tinner en
,,Toen ik bij kwam lag ik in de sneeuw
met uitgiespreide armen en beenen. Mijn
schouder deed me geweldig pijn. Ik kon
aan niets anders denken en juist was ik
ingevoerd, reeds spoedig een aanvam
worden "emaakt mef het overschilderen
der stationsklokken. Deze zullen dan bij
de mummers 1 tot en met 12 de nummers
13 tot en met 24 aangeven.
DE ONTWAPENING VAN
DUITSCHLAND.
Het besluit van den gezantenraad te
Parijs, volgens hetwelk deze Duitschland
geen kwijiting kan verleenen voor de uit-
voering van de ontwapeningsbepalingen
van het tractaat van Versailles, schept,
sclhrijft de N. R. Crt., voor den Volken-
bonidsraad te Geneve een neteligen toe-
stand. Deze raaid moest op grond van
het advies van de gezanten het besluit
nemen tot afschaffimg van het militaire
toezioht der geallieerden in Duitschland.
Het telegram waarin ihet besluit wordt
medegedeeld, eindigt met de veelbetee-
kemde woorden ,,Het staat thans aan de
ministers te Geneve, de consequenties te
trekiken uit den huidigen toe stand, ten
aanzien van het voortzetten van de on-
derhanidelingen met StresemannHet
driemanschap Briand, Chamberlain en
Stresemann dat pas met den Nobel-
viredesprijis bekroomd is, zal met andere
woorden misschien een of anderen uit-
weg kunnen bedenken. Wanneer de ont-
wapeningskwestie blijft voortkankeren,
doet dit afbreuik aan de verzoeningspoli-
tiek van Locarno en Thoiry en speelt men
in de kaart van de ,,unbelehrbare" mild-
taristische elementen in Duitschland, die
van deze politick niet gediend zijn.
De gezantenraad, waarin Frankrijlk,
Engelanid, Italie, Japan en Belgie ver-
tegenwoordigd zijn, heeft weer moeten
afgaan op de bevindingen van het mili
taire comite der geallieerden onder voor-
zitbing van maarschalk Foch. Dit heeft
generaal Pawels lang en breed ehoord
en zijn ophelderinoen onvoldoende qeacht
en dienvolgiens gerapporteerd. Ten slotte
waren slechts twee kwesties overgeble-
ven: idiie van de oostelijke Duitsc'he ves-
tingen, welke in zes jaar tijds zoo gemo-
dermiseerd zijn. dat Polen er een bedred-
ging in moet zien, in strijd met de letter
van het tractaat van Versailles, en de
uitvoer van Duitsche halffabrikaten, die
in het buitenland in oorlogsmateriieel ver-
amderd kunnen worden. Op het stuk van
die vestingen, waarvan men verklaart,
dat de rijksweerbaarheid er op eigen hand
en buiten de regeering te Berlijn om aan
het werk is geweest, was men, naar het
schijnt, een schikking genaderd. Er zo.u-
den eenioe veranderingen voorgeschreven
worden, om te maken, dat zij geen ,,offen-
sief" karakter hadden. Dit klinkt 'wqt
zonderliniQ, maar, als men zich niet in zul-
ke tecihnische problemen wil verdienen,
kan men aannemen, dat het ten slotte een
zaak van geven en nemen, van plooien en
schikken was geworden.
In de kwestie van den uitvoer van oor-
logstuig-in-staat-van-wording moet de
stenkste tegenstand van den kant van
Engeland nekomen zijn. Duitschland
heeft toegezegd een wet te mal&n om den
geallieerden hierin ter wille te zijn. De
tekst van het wetsontwerp is aan de mili
taire deskundigen der geallieerden voor-
gelegd, maar onvoldoende geaclht. De
Duitsche regeerinig weigerde, naar ver-
luidt, zekere voortbrengselen van de
Duitsche optische nijverheid met een ver-
met mijn suffe hoofd tot de conclusie ge-
komen, dat er iets gebroken was, toen ik
vlak bij mijn linkeroor wat hoorde snuf-
felen. En op hetzelfde oogenblik, voor-
dat ik me kon omkeeren of een andere
beweging maken, begon het dier te jam-
merklaohten."
,,0!..." steunde Janet, nog rillend bij
de herinneringO, ik heb 't gchoord
,,Van alle kanten kreeg het antwoord
en het begon juist tot me door te dringen,
dat ik wat moest doen, opstaan of zoo iets
dergelijks als ik niet als een ziek dier af-
gemaakt wilde worden, toen ik hoorde
schieten. Het dier dat me aan 't besnuf-
felen was, maakte van sChrik een lucht-
sprong en toen het me daarbij noq reoht-
op zag gaan zitten, blies het kwaadaardig
birommenid den aftoeht. Op de eene of an
dere manier lukte het me overeind te
komen. Juist toen ik stond hoorde ik weer
schieten en toen begreep ik, dlat iemand
aan het signalen geven was..."
,,Ja iik Ik had die wolven hooren ihui-
len en toen was ik zoo bang..."
Sherrington drukte haar arm tegen zich
aan. ,,Maar dat verdween zeker wel toen
je me hoorde amtwoorden, is t niet Voor
de wolven was dat schreeuwen een reden
om er vandoor te gaandaarna heb
iik nog eens geroepen, als ik me niet "ver-
gis en toen ik geen schoten meer 'hoorde,
ben ik aan het kruipen gegaan, langs de
helling, de richting van de hut uit. En na
een poosje zag ik een donkere figuur...
Nima Taslhi, de gelukkigste man in ge-
heel Azie, mezelf uitgezonderd natuur
lijk
(Wordt vervolgd.)
m NEUZENSCHE CO U RANT
De Burgemeester van Ter Neuzen,
brengt ter openbare kennis de navolgende waar-
schuwing van den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw.
t Verzocht wordt mede te deelen, dat op het oogen
blik bier te lande aanwezig is de heer Christian
Smith, die mededeelt aan het hoofd te staan van
een kolonisatiebureau te Saskatoen (Canada).
In het algemeen is Canada een land, dat gunstige
levensvoorwaarden biedt aan Nederlanders, die, aan
bepaalde voorwaarden voldoende, na juiste voorlich-
ting zich aldaar vestigen.
Het is echter uitermate gewenscht niet op de aan-
biedingen van den heer Smith in te gaan, alvorens
ook van andere zijde inlichtingen te hebben inge-
wonnen.
De Nederlandsche vereeniging voor Landverhumng,
gevestigd Bezuidenhoutsche weg te 's Gravenhage,
verstrekt deze, alsook de Directeur der Districts-
arbeidsbeurs te Ter Neuzen.
[j^Ter Neuzen, December 1926.
De Burgemeester voornoemd,
J. HDIZINGA.