ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7874
Woensdag 10 Februari 1926.
66e Jaargang.
m
3? W3S3EIDE BXjA.X3
ABQNNEMENTSPRIJS: Voor KTlnS enTn^ikf/r/o'pSTmTanden Vow 't ^verig^Se^n'd"/Stt per^S vooruitbetaling.
Dit Iblad verschijnf lederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
GEMEENTEKAAD VAN TER NEUZEN.
Vergadering van Dondendag 28 Januari 1926,
des namiddags 2 uur.
de heer J. Huizinga, burge-
D.
L. J.
Voorzitter
meester.
Tegenrwoordig de ieden: J. J- de Jager,
van Aken, D. Scheele, P. van Cadsand,
Geelhoedt, R. Scheele, C. A. Verlinde, E.
riks, H. J. Golsen, N. A. Hamelink, L. J. van
Driel, B. N. van Dyke en J. van Riet.
Be VOORZITTER opent de vergadering. liy
wil in deze eerste vergadering in dit jaar den
Ieden van harte geluk, zegen en yoorspoed toe-
wenschen, en dankt voor de gelukwenschen die
Hem bij de wisseling des jaars zyn toegezon-
Hii wiist er vender op dat, indien men als
»aar gewoonte een terugblik werpt op de ge-
beuitenissen van het afgeloopen jaar, dit ge-
schiedt met een ontroerend gemoed, ziende wat
er gebeurd is. Op 10 Augustus werden name-
Hjk eenige plaatsen in het Oosten van ons
vaderland door een cycloon verwoest, op 2b
November bleven 13 menschen op zee tenge-
volge van den storm en de jongste gebeurte-
nissen de watervloeden die kwamen opzetten
blj den overgang van het oude in het meuwe
iaar die overstroomingen veroorzaakten, \raar-
door veel menschen in moeite en komrner zyn
gedompeld, daarover zal spreker wel met ver
ier behoeven uit te wijden, daar de dagbladen
sn wooed en beeld het lijden en de ellende die
er heerscht onder de aandacht hebben gebracht.
Ben gelukkig verschijnsel is het ook hierby
weer te kunnen constateeren, dat zoo velen
wcer bezig zijn am te trachten de getroffenen
te steunen en hun leed dragelijik te maken.
De omstandigheden der gemeente beschou-
wende, is het afgeloopen jaar met bijzonder
gunstig geweest, getuige de groote bediagen,
«iie vo6r werkloozensteun moesten worden uit-
aekeerd en waaruit ook blijkt, dat de werkvei-
raiming niet groot is geweest, en wanneer we
den blik vooruit werpen vragen we ons afwat
aal het in de toekomet zijn? Spreker zegt,
indien men de berichten in 'net algemeen na-
gaat, deze niet ongunstig- zijn, daar deze spre-
keri van een algemeene ontwaking van hanael
@r> nijverheid en de cijfers der staatsbegrooting
zijn in dit opzicht ook bemoedigend zoodat men
hopen kan, dat deze berichten zich zullen be-
vestigen.
Te hopen is het, dat dit ook beter toestanden
mag brengen voor de gemeente, aangezien er
hier nog zooveel te doen is, om in beteren doen
te komen. Het havenbedrijf wacht nog steeds
op betere outillage en met belangstelling wordt
door belangheibbenden uitgezien naar een rege-
iing ten deze. In het afgeloopen jaar is van de
zijde der arbeiders gedaan wat gedaan kon
worden om het alhier brengen van werk moge
lijk te maken. Thans heeft ook de landsregee-
ring in deze een taak te vervullen en spreker
koopt, dat deze die zoodanig zal opvatten, dat
hier een beteren toestand kan intreden.
Of de verbetering van toestand die naar men
hoopte zou verkregen worden bij de onderhan-
delingen nopens het Verdrag met Belgie dit
jaar zal tot stand kunnen komen, valt niet te
zeggen. Spreker hoopt, dat Ter Neuzen ver-
krijg^n zal, hetgeen liet in dit opzicht wachten
mag.
Omtrent den financieelen toestand der ge
meente is de stemming niet hoog; de malaise
die onder de burgerij heerschte is, dat kan niet
anders, ten slotte ook van invloed op de ge-
meentefinancien. Een oogenblik bestomd dezer
dagen de vrees, dat de vermenigvuldigin.gsfac-
tor zou rmoeten verhoogd worden tot 2, doch
spreker hoopt, dat burgemeester en wethouders
ket zullen kunnen terughouden tot 1,6 of 1,7.
Ondanks dit, acht hij den toestand volstrekt
niet hopeloos, i-ndien er geen andere moeilijk-
keclen zullen voorkomen. We leven nu toch in
een vooruitgaanden tijd, doch waar de raad
staat voor belangrijke beslissingen zal het voor
kem zaak zijn bij de behandeling van zaken een
aekere behoedzaamheid en lijdzaamheid in acht
ts nemen, met het oog op den geschetsten toe
stand.
Het zal noodig zijn, dat de raad de aangevan-
gen taak voortzet, lettende op de algemeene
belangen en zonder den tijd te verbruiken voor
Met uitvechten van onderlinge geschillen, ge-
dachtig, dat, als men met vlift samenwerkt.
men daarop zegen mag verwaohten en men dan
werkzaam is als goede bestuurders dezer ge
meente die aan aller zorgen is toevertrouwd.
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 12 Novem
ber 1.1. worden met algemeene stemmen onver-
anderd vastgesteld.
De heer VAN CADSAND merkt omtrent
de notulen der vergadering van 27 Dec. 1.1. op,
dat in de notulen met betrekking tot het ver-
plaatsen van een electrische straatlamp te
Sluiskil iets venmekl is, dat hij niet kan ge-
zegd hebben. Er staat n.l., dat hij zou ge-
vraagd hebben een lamp uit zijn tuin te ver-
plaatsen, hetgeen niet het geval is, doch wel
heeft hij dat gevraagd met betrekking tot de
lamp staande in den tuin van de brugwachters-
woning. De lamp in sprekers tuin staat daar
op z'n plaats.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Van Cadsand de drukproef van de notulen heeft
entvangen en dat, indien hij van dit abuis ken-
nis had gegeven, zulks had kunnen veranderd
worden, dan waren de notulen juist geweest.
De heer VAN CADSAND deelt mede dat hij
dit moedwillig heeft nagelaten, want dan zou
het alleen in de notulen veranderd zijn en dan
was daarvan niets naar buiten gebleken.
De heer HA ME I/INKU zegt het hier dus
voor de tribune!
De heer VAN CADSAND: Door die onjuiste
vermelding werd bij de betrokken bewoners
van Sluiskil een verkeerde meening gevestigd.
Er staat een lamp niet op z'n plaats en nu zou
ik volgens de lezing in de notulen ook nog ge
vraagd hebben om een lamp die staat op een
plaats waar die behoort, weg te nemen. Ten-
einde dien indruk weg te nemen heb ik dezen
weg gevolgd.
De VOORZITTER veronderstelt, dat er by
den raad wel geen bezwaar zal bestaan, die wij-
ziging alsnog op te nemen, maar meent, dat
alien het met hem zullen eens zijn, dat het voor
het verkrijgen van goede notulen toch meer
aartbeveling verdient, die zoo noodig te eorri-
geerenj
De notulen worden, belioudens bovenstaande
opmerking met algemeene stemmen vastge
steld.
2. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van den Ontvanger der
liegistratie en Domeinen te Hulst, waarin deze
in antwoord op een desbetreffend schrijven van
burgemeester en wethouders meeueelt gemach-
tigd te zijn de speelplaats aan de N. J. Harte-
straat aan de gemeente te verkoopen voor
2500.
Burgemeester en wetliouders stellen voor
niet tot den aankoop van dit speelterrein over
te gaan. Zij zijn van meening, dat een speel
terrein voor onze gemeente niet noodig is en
dus niet in eene behoefte zou voorzien. Het
groote bedrag, dat er voor gevraagd wordt ach-
ten zij dan ook niet gewettigd, in verband met
den financieelen toestand der gemeente.
De heer VAN RIET geeft te kennen, met
leedwezen kemtis te hebben genomen van het
voorstel van burgemeester en wethouders om
niet tot aankoop van het speelterrein over te
gaan. Het bedroeft hem, dat zij te kennen
geven een speelterrein niet noodig te achten,
niettegenstaande de stad geheel door water
omgeven en doorsneden is ende straten door het
toenemend snelverkeer voor speelplaats ook
niet veilig zijn. De ouders der kinderen waren
dankbaar, dat er nu een speelplaats was, waar
ze de kleine kleuters en schoolgaande kinderen
rustig konden laten spelen. Ze hebben dan uit
hun deur er maar eens een kijkje naar te ne
men en kunnen vender rustig zijn. Hij zou het
jammer achten indien de raad dit voorstel aan-
nam en het speelterrein weer zou verdwijnen.
Het bedrag, dat er voor gevraagd wordt kan
niet hoog genoemd worden indien men nagaat
dat er een 1200 M2. grond ligt, terwijl het in
orde gemaakt is met een bek op .gemetsekle
muu'r. Indien het aan anderen te koop geboden
wercl zou het zeker meer opbrengen, Hij hoopt,
dat meerdere Ieden het met hem eens zullen
zijn en er een voorstel zal komen om alsnog tot
aankoop over te gaan en dat burgemeester en
wethouders dan misschier ook wel van hun
voomemen zullen willen afstappen.
De heer D. SCHEELE moet terstond begin-
nen den heer Van Riet zijn illusie te ontnemen,
want de eerste spreker die op hem volgde staat
op het standpunt van burgemeester en wethou
ders, om het niet aan te koopen, daar ook hij
van meening is, dat de behoefte daaraan niet
zoo sterk is. Hij zal niet ontkemnen, dat het
een gemak is voor de omwonenden. De voor-
zitter heeft in zijne inleidingsrede te kennen
gegeven, dat de raad met betrekking tot de fi-
nancien zeer behoedzaam moet zijn en nu zou
de heer Van Riet aanstonds wenschen, dat er
een besluit genomen werd, dat naar sprekers
meening de uitgaven zou bezwaren met een
200 tot 300 's jaars. Er is hier zooveel open
terrein te vinden en er zijn bepaalde pun ten
waar de kinderen kunnen spelen, zoodat hij
betwjjfelt of dit wel zoo erg noodig is. Hij geeft
daarom burgemeester en wethouders in over-
weging niet in te gaan op den wenk van den
heer Van Riet en acht 2500 voor dat terrein
veel te veel.
De heer GEELHOEDT is het afgedacht van
de argumenten van den heer Van Riet, met
dezen eens, dat het de motiveering van burge
meester en wethouders bevreemdt. Hij is van
meening, dat het in plaatsen, die tot eenagen
omvang komen principieel gewenscht is, dat
men op verschillende punten over open plaat
sen beschikt en wanneer men maar voortgaat
met alles vol te bouwen blijft er ten laatste
geen licht en lucht meer over. Door burge
meester en wethouders wordt het niet-aankco-
pen ook nog gemotiveerd door den slechten
staat der financien, doch in verband daarmede
meent spreker dat het meer op den weg van
burgemeester en wethouders zou hebben ge-
legen clen raad nog wat hoop te geven door de
mededeeling, dat zij alsnog zouden trachten het
heel wat g'oedkooper te krijgen, in plaats van
den aankoop botweg geheel te willen afsnijden.
Hij meent, dat dit in de lijn ligt. Er wordt in
den tegenwoordigen tijd heel wat voor licha-
melijke oefeningen gevoeld. Spreker wijst op
't speelterrein ten gebruike voor de R. H. B. S.,
dat wel 20,000 heeft gekost. Indien burge
meester en wethouders bij den directeur wijzen
op het belang, dat de gemeente bij dit terrein
heeft, doch dat, in verband met de vroeger
verwekte verwachting f 2500 een te hoogen
prijs moet worden genoemd, is het misschien
wel mogelijk er wat van af te krijgen.
Spreker wijst er nog op, dat het terrein te
goeder trouw reeds als speelterrein in gebruik
is genomen. De. Woningbouwvereeniging heeft
daaraan naar" hij vemam ook reeds een kleine
f 400 besteed voor de inrichting en het gaat
nu z.i. te ver met te gaan zeggen: wij koopen
het niet! Hij stelt voor burgemeester en wet
houders uit te noodigen een onderzoek in te
stellen of er geen middenweg te vinden is,
door het terrein goedkooper te krijgen.
De heer HAMEL1NK is ook van oordeel, dat I gemeentewerkman moet er ook al eens heen,
burgemeester en wethouders hunne motiveering zoodat men die kosten er toch ook bij moet
veel te scherp hebben gesteld. Hij wijst verder rekenen. Wel gevoelt hij er voor om zooals de
op het punt der agenda waarbij zij voorstellen heer Geelhoedt zegt eens te informeeren of de
f 1000 uit te geven voor het laten maken van
een uitbreidingsplan der gemeente, nu de ge
meente even boven de 10.000 inwoners is ge-
komen, terwijl zij het speelterrein als niet
noodzakelijk en op grond van financieele over-
wegingen niet willen aankoopen. Door den ge-
meenteraad is destjjds een uitbreidingsplan
vastgesteld, dat van vvege de administratie der
Domeinen ter goedkeuring is ingezonden, en
daarin was opgenomen het speelterrein, waar-
van de gemeente grond had te verwachten, dat
het met de straten aar. haar zou worden over-
gegeven, aangezien het toch niet te verwachten
was, dat Domeinen ze'f een speelterrein zou
gaan exploiteeren. Toen Domeinen het uitbrei
dingsplan rondom Java ontwierp, zal daarvan
ook een begrootdng zijn opgemaakt met een
berekening van ontvangsten en uitgaven en
dus dat speelterrein ook in de kosten zijn ge-
converteerd, en er is dus als het ware een
rechtsgrond ontstaan waar de gemeente zich
op kan beroepen om dat terrein op billijker
voorwaarden aan haar te zien overgegeven.
Dat de zaak er op het oogenblik zoo voor-
staat is naar hij meent ook een gevolg van de
mindere geneigdheid van burgemeester en wet
houders om zich hiervoor te interesseeren. De
raad heeft al eens meer moeten zeggen, dat
hij het met hare opvatting omtrent de nuttig-
heid en noodzakelijkheid niet eens was, en het
college toen opgedragen te onderhandelen om
het in koop te krijgen. Hoe heeft het college
nu onderhandeld Daarvan blijkt niets. Er is
alleen een brief van den Ontvanger te Hulst
over gel egd waaruit blijkt, dat deze gemachtigd
is het terrein aan de gemeente te verkoopen
voor f 2500. Maar was er dan geen aanleiding
om hierover eens op een andere plaats te on
derhandelen, n.l. bij de superieuren van dien
ontvanger, bij menschen met grootere bevoegd-
he.id
Het zou aan spreker spijten indien de ge-
meenteraad met burgemeester en wethouders
zou zeggen: dat speelterrein is er niet noodig
en heeft voor de gemeente geen waarde. Hij
meent, dat er iets moet gedaan worden voor
de jeugd. Zulke open plaatsen zijn noodig en
indien wordt overgegaan tot het maken van
een uitbreidingsplan voor de gemeente zullen
daarin ook wel open pleinen en speelplaatsen
voorkomen, dat is een eisch des tijds.
Hij meent in deze .*.n het op den weg van
burgemeester en wethouders ligt met meer
bevoegden te onderhandelen om te trachten te
verkrijgen dat het terrein overeehkomstig de
gerechtigde verwaohtingen op meer billijke
voorwaarden aan de gemeente zal worden
Naar aanleiding dezer bespreking mee
nen wij te moeten opmerken dat, indien eenig
lid een verbetering van de notulen wenscht, wij
nog nimmer hebben nagelaten die verbetering
ook in de courant te publiceeren, ifidien dit
althans onjuistheden betrof, die een verkeerde
voorstelling van feiten of zaken geven. Ook
een verslaggever staat bloot aan het maken
van abuizen. In dit geval is de oorzaak onvol-
ledigheid van spreker, welke den voorzitter
vroeg of „die" lantaam nog niet kon verplaatst
worden, zondeir nadere aanduiding. Dit was
wellicht, duidelijk genocg voor snreker en bur
gemeester en wethouders, doch niet voor de
lezers van een raadsverslag", waarom de ver
slaggever er de aaruvulling moP?t bii-faufasee
ren en dit uit zijn geheugen deed op grond van
hpim voor den geest staande vroegere bespre
kingen.
overgegeven.
De heer DE JAGER wil de kwestie van de
nuttigheid en wenschelijkheid erkennen, doch
wijst er op, dat het er met de financieele toe
stand thans zoo voorstaat, dat het een eisch
is, ons te onthouden van niet noodzakelijke
uitgaven. Eenige jaren geleden. waren de in-
komsten veel hooger en kon alles, doch de
omstanidigiheden zijn inmiddels zeer ten on-
g-unste veranderd. In 1922 bedroeg het be-
lastbaar inkomen f 3.500.000 en werd bij een
factor van 1.15 aan inkomstembelasting geind
190.000, doch de toestand is zoodanig ver-
minderd, dat de opbrengst voor 1925/26
slechts zal bedragen f 118.000, waarvan nog
wegerus kwade posten moet afgetrokken wor
den 20.000, zoodat er rest f 98.000. Daaiwan
moet twee derden komen ten bate van den
dienst 1925, zoodat er voor 1926 rest onge-
veer f 32.500.
Er is voor den dienst 1926 geraamd
f 147.500. Met in aanmerkingneming van die
f 32.500, zoodat twee derden der opbrengst
over 1926/1927 zal moeten bedragen 115.000,
of in totaal over dat belastingjaar 3/2 maal
f 115.000, afgerond 172.000. Indien de kwade
posten op f 20.000 worden geraamd dan zal
de raming moeten zijn 192.00(1, opdat de re-
kening over 1926 met geen nadeelig slot zal
sluiten. Worden geen buitengewone uitgaven
gedaan en blijft het belastbaar inkomen gelijk,
dan zal de factor 1,62 kunnen bedragen. Indien
er in 1926 echter weer f 30.000 voor steun wor
den uitgegeven dan moet de belastingop-
brengst bedragen 220.000; komen er dan nog
bij de kosten eener te sluiten geldleening van
f 37.000 of 40.000 voor de waterloozing dan
wordt het wel 230.000 en als alles dan uit-
komt zou de factor in plaats van 1,6 of 1,7 wel
moeten worden opgevoerd tot 2%. Het is nu
maar de vraag of dat in de naaste toekomst
door de burgerij kan worden opgebracht, en
het bewijst voldoende, dat soberheid en zuinig-
heid behoort te worden betracht. We zijn ech
ter, vervoigt spreker, helaas slechts zuinig met
onzen mond, maar nog niet met daden. Wan
neer echter de raad zich in den door hem ge-
schetsten toestand indenkt, zal het toch duide
lijk worden, dat in de eerste 2, 3 jaar zoo wei-
nig mogelijk uitgaven zullen moeten worden
gedaan en voorzichtigheid geboden zal zijn.
Want de zaak staat er zoo voor dat, als a voor
zijn liefhebberijen opkomt, b voor de zijne en c
weer voor andere en op die manier geen sprake
kan zijn van bezuinigen, het dan zal worden:
zet je portemormaie dan maar open en
betalen Sientje
De VOORZITTER meent, dat men nu niet al
te pessimistisch moet worden.
De heer VAN RIET wijst er op, dat men niet
moet meenen, dat het speelterrein alleen ten
dienste is van de buurt waarin het gelegen is.
Uit geheel de stad kunnen daar kinderen onder
geledde van een grooter meisje gebracht wor
den om er te spelen. Het is niet alleen voor de
huurders van de Woningbouwvereeniging of
voor die van de overzijde van het kanaal, het
is ten dienste van geheel Ter Neuzen.
Een. zeker soort menschen is reeds met een
speelterrein zoowel voor zich als voor hun kin
deren gedekt op een door de gemeente aange-
legd speelterrein, laat nu de gemeente dit
speelterrein ovememen ten gerieve van de kin
deren van een ander soort menischen.
De heer VAN AKEN geeft te kennen, dat
hij, al was de toestand der financien rooskleuri-
ger, toch bezwaar zou hebben om het speelter
rein voor den thans gevraagden priis te koo
pen. Er komt dan nog onderhoud by en de
vroegere toezegging niet meer van kracht is.
Hij zou echter willen beginnen met op deze
vraag afwijzend te beschikken.
De heer VAN DIJKE is van oordeel, dat al
moge de financieele toestand ook droevig zijn,
dit toch nog geen reden zou behoeven te zijn
om van dien koop af te zien, indien de ge
meente later desgewenscht ook op andere wij ze
over het terrein zou mogen beschikken is dat
zijn geld altijd waard. Er is daar in de omge-
ving wel grond verkocht voor f 7 per M2. De
vraag kan dus zoo duur niet genoemd worden.
lets anders is, dat voor dezen in het vooruit-
zicht wend gesteld dat het zoo goed als gratis
zou worden overgegeven en dan is de vraag
wat hoog. Aan een poging om te trachten het
goedkooper te krijgen kan hij dus wel mee-
werken.
De heer D. SCHEELE wijst er op, dat de
heer Van Riet in tweede instantie er op wees
dat het speelterrein voor geheel Ter Neuzen
zou zijn, maar dan klopt toch daarop niet zijn
beweren in eerste instantie, dat de moeders
maar even de deur hebben open te doen om een
oogje op hun kinderen te houden. Hij kan met
die meening dus niet instemmen en blijft het
alleen voorzien in een behoefte der buurt noe-
men. Hij acht het ook 't best, dat het voorstel
van burgemeester en wethouders wordt aan-
genomen en met betrekking tot dat speelter
rein gezegd wordt: daar willen we van af.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat, als
men den heer Van Aken hoort redeneeren, deze
het geheel met hem eens is. Hij zou zoo zeg
gen, laat burgemeester en wethouders dan hun
voorstel terugnemen en nog eens onderhande-
lingen aanknoopen met den directeur in Mid-
delburg. Door aanneming van het voorstel van
burgemeester en wethouders zouden de onder-
handelingen worden afgebroken en misschien
anderen aan het bod kunnen komen om er
bouwterrein van te maken. Indien burgemees
ter en wethouders voldoen aan den hier door
meerderen uitgedrukten wensoh om verder te
onderhandelen houdt men zelf de lijntjes in
handen.
De VOORZITTER meent, dat men het voor
stel moet losanaken van de financieele kwestie.
De geschiedenis van het speelterrein dateert
al van een jaar of 5 geleden, toen een plan van
Domein werd goedgekeurd, waarin een speel
terrein was ontworpen en we alien in den -waan
verkeerden, dat we dit speelterrein voor nie
mendal, voor f 500 of misschien voor 1000
krijgen zouden. Dat is nu wel in hoofdzaak
door wisseling van personen mislukt. Er werd
bericht, dat de gemeente alleen door aankoop
in het bezit daarvan kon komen. Toen hebben
burgemeester en wethouders in opdracht ran
den gemeenteraad zich tot den directeur van
Domeinen te Middelburg gewend en het gevolg
van dat schrijven is nu de kennisgeving van
den ontvanger te Hulst. Burgemeester en wet
houders hebben zich dus bereids tot den direc
teur gewend, doch hij is ook van oordeel, dat,
indien men nog eens verder ging, met de vraag
het voor een lageren prijs te krijgen, met het
oog op de geschiedenis dezer zaak, men niets
iets verkeerds zou doen
De heer VAN AKEN heeft geen bezwaar
om verder te onderhandelen, doch meent, dat
men dan toch niet eerst kan uitspreken dat
men, het gaat koopen.
De VOORZITTER acht dit laatste ook niet
noodig. Men kan eerst onderhandelen en het
resultaat aan den raad voorleggen, die dan
heeft te beslissen wat gedaan moet worden.
Hij zal, als zijnde dit van de verste strekking
eerst het voorstel van den heer Geelhoedt in
omvraag brengen.
Dit wordt aangenomen met 9 tegen 4 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt, R.
Scheele, Verlinde, Freriks, Colsc-n, Hamelink,
Van Driel, Van Dijke en Van Riet; tegen stem-
men, de heeren Van Aken, D. Scheele. Van Cad
sand en De Jager.
b. Een schrijven van L. J. van Driel, waar
in deze bericht zijne herbenoeming tot lid van
het Burgerlijk Ai-mhestuur aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van H. J. Colsen, waarin
deze bericht zijne herbenoeming als lid van de
Oommissie van Toezicht op het lager onderwijs
voor Sluiskil en Driewegen aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van C. F. Kohler, waarin
deze bericht zijne herbenoeming als lid der
Comimissie van Toezicht op het lager onderwijs
voor de kom, aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van A. Dees Jacz., waarbij
deze bericht de benoeming tot lid der Schat-
tingscommissie bedoeld in artikel 57 der Wet
op de Inkomstembelasting aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Proces-verbaal van de op 23 December
1925 ten kantore van den g-emeente-ontvanger
g-ehouden kasopneming, waarbij is gebleken,
dat het restant gedeelte van het batig slot der
rekenimg over het dienstjaar 1923 bedraagt
16.337,69, dat de inkomsten over den dienst
1924 hebben bedragen f 543.418,1212 en over
den dienst 1925 f 309.557,72%, samen
f 869.313,54 en dat over 1924 was uitgegeven
f 518.776,78%, en die over den dienst 1925
f284/839,88%, samen 803.616,67, zoodat in kas
moest zijn f 65.696,87, overeenkomer.de met de
aanwezige gelden en geldswaardige papieren.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Een verklaring van de N. V. ,,De Hoop''
dat door haar de voorwaarden worden aan-
vaand, waaronder vergunning is verleend tot
het leggen van een riool in gemeentegrond.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Een schrijven. van gedeputeerde staten
van Zeeland, d.d. 29 December 1925, houdende
bericht, dat hunne beslissing op de gemeente
begrooting voor 1926 is verdaagd tot 1 April
1926.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Verslag van de commissie tot wering van
schoolverzuim in de kom der gemeenten over'
1925 luidende als volgt:
De commissie tot wering van schoolverzuim
in de kom onderging eenige verandering in
samenstellimg door het bedanken van de heeren
J. B. Galle en F. de Bakker, die vervangen
werden door de heeren C. Leunis en P. P. de
Bakker.
Behandeld werd een geval van volstrekt
schoolverzuim van een 12jarig meisje, dat
vroeger leerlinge was van de 7de klasse der
Ned. Herv. school. De ouders legden na de
waarschuwing eene doktersverklaring over, dat
het kind niet in staat was ter school te gaan.
Voor betrekkelijk schoolverzuim werd opge-
treden in 74 gevallen, waarvan 30 voor reke-
ning kwamen van de bijzondere school te Drie
wegen, 20 voor de openbare school C, 11 voor
de Ned. Herv. school, 7 voor de R. K. school,
voor de U. L. O.-school in de Grenulaan, "2
voor de bijzondere school te Zoutespui, Axel,
1 voor de openbare school A, en 1 voor de by-
zondere school te Othene, Zaamslag.
Het meest opvallend is het feit, dat het
grootste aantal verzuimen viel in den tijd van
het erwten trekken. Het werd in 30 gevallen
als reden opgegeven. Het liep uiteen van e6n
schooltijd tot 20 schooltijden. Het kwam veel
voor bij de leerlingen van de 7e klasse; blijk-
baar meenden de verantwoordelijke personen
dikwjjls, dat voor deze ouderen de leerplicht
wel niet meer zoo streng zou worden gehand-
haafd. Het erwtentrekken vond ook plaats bij
jongere kinderen, van, de 5de en van de 3de
klasse, eenmaal zelfs buiten, weten van den
vader bij een kind van de tweede klasse. Ter
verontschuldiging voerden sommige ouders aan
de kommervolle omstandigheden. Eene moeder
verlaten vrouw kon 't geld niet missen.
Een vader zat al lang werkeloos en had te zor
gen voor enkele kinders, waaronder een abnor-
maal. Een ander huisvader, met 4 kinders, was
3 maanden ziek geweest en had eene operatie
ondergaan. Weer een ander was onder dokters
behandeling, en had 10 kinders te zijnen laste.
De meeste ouders kwamen er eerlijk voor uit,
dat ze aangelokt waren door het vele geld, dat
de kinderen met dezen in hun oog niet te zwa-
ren arbeid konden verdiemen, en dat nog al eens
gebruikt werd voor aankoop van kleeren. Sterk
af te keuren viel de handelwijze van een paar
aansprakelijke personen, die uit anderen hoof-
de voldoende inkomsten genoten. Zoo in een
gezin, waar de vader geregeld werkte, en waar
van twee meisjes van 18 en een van 20 jaar
meeverdienden; eveneens bij een man, die een
vast weekloon had en van wien twee groote
jongens inkomsten hadden.
Hulp bij het poten van aardappels voor eigen
gebruik, weixl vier maal aangegeven als reden
van eenig schoolverzuim. Een kind verzuiir.de
eenige schooltijden om wat graan te rapen, een
ander om voor vader bieten te rooien.
Van een kind werd beweerd, dat het eten had
moeten zoeken voor de konijnen; twee bleven
een schooltijd weg om eene kar schelpen te
halen van de zee.
Kleeren halen,, in Gent of Selzaete, soms in
verband met het bijwonen der eerste coramu-
nie, was oorzaak van een dag schoolverzuim bij
een drietal andere kinderen. Een kind was
mee geweest voor het doen van een, bedervaart.
Opmerkenswaardig is, dat de maatregel om
van gemeentewege eenige schoolkleeding be-
schikbaar te stellen, flink meewerkt om het
schoolbezoek te bevorderen; slechts eenmaal
bleef een kind weg wegens gebrek aan Hem
pen.
Ziekte van niet te emstigen aard, hoofdpijn,
keelpijn, pijn in den buik, lichte ongesteldheid,
werd zeven maal aangevoerd. Was daarvan
tijdig behoorlijk op school kennis gegeven, dan
zouden de aansprakelijke personen zich allicht
een. gang naar de commissie bespaard hebben.
Bij werkelijke ziekten is er geeni sprake van
ongeoorloofd verzuim. Eene zeer enkele maal
bestond eenige twijfel aan de juistheid van de
gegeven reden en scheen de ziekte maar voor-
gewend.
Hulp in de buishouding, meestal orndat de
moeder het bijzonder druk had, of doordat deze
uit werken ging bij anderen,, deed zeven malen
dienst. Het leerplichtig kind moest dan op
huis, winkel of kleinere kinders passen, of het
deed boodsohappen.
Voor familiebezoek, meestal een een-daagsch
uitstapje, soms ook voor een verblijf van enkele
dagen, verzuimderi een zestal kinderen.
Een. paar kinderen bleven uit school weg
wegens familieomstandigheden.
Van zeer groot belang blijkt het te zijn, dat
tegenwoordig de overtredingen steeds spoedig
ter kennis van de commissie komen. Deze is
daar-door in staat vlug over te gaan tot het in-
stellen van een onderzoek en tot het uitbrengen
van een rapport, zoodat snel kan worden in-
gegrepen en uitbreiding van het schoolverzuim
moeilijker wordt.
De commissie blijft prijs stellen op een mon-
deling onderhoud met de opgeroepen aanspra
kelijke personen; komen zij niet opdagen, dan
worden ze meestal aan huis bezocht. Bij her-
haling van het feit wordt wel eens schriftelijk
dringenid gewaarschuwd.
Riep de commissie vroeger, en met goed ge
volg, somtijds hulp in van de politie, dit is in
het afgeloopen jaar heelemaal niet noodig ge
weest.
Aan medewerking en voorliehting van de
hoofden der scholen ontibrak het nimmer; meer-
malen werden reeds tevoren, zeer gewaardeer-
de aanwijzingen ongevraagd toegezonden.
De indruk van de commissieleden is, dat de
Leerpliohtwet hoe langer hoe meer begir.t in te
burgeren.
Moge het schoolbezoek in het komende jaar
wederom beter zijn dan in de voorafgaande
jaren!
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Het raadsbesluit van 17 December 1925
tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst
1925, voorzien van het bewijs der goedkeuring
door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
k. Verslag van de raads-commissie tot on
derzoek van de door den heer N. A. Hamelink
genoemde klachten
Hieromtrent worden overgelegd de volgende
stukken:
1°. Een schrijven namens den Commissie
d.d. 28 December 1925, aan den raad:
De Raadscommissie, ingesteld bij raadsbesluit
van 11 October 1925, tot onderzoek der door het
raadslid, den heer Hamelink, in de raadsverga-