ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7520.
Maandag 23 October 1933.
63e Jaargang.
BEKENDMAKING.
BINNENLAHD.
FEUILI.KTON.
BUITENLAND.
heeft goedgevonden
VLOOTWET.
Omtrent de behandeling der Vlootwet in
de Tweede Kamer ontleenen wij het volgen-
de aan het overziicht van het Hbld.:
En de heer Van Schaik za! ook wel
tegenstemmen. Of althans niet voor. Want
de vrij korte maar veel aandacht trekkende
reden van dezen Katholieken afgevaardigde
was zoo vol bezwaren en culmineerde in
zul'ke ernstige bezwaren, dat voorstemmen
van hem kwalijk kan worden verwacht.
Naast financieele bedenkingen gold voor
den heer Van Schaik vooral het groote be-
zwaar, dat men zich voor zes jaren vast-
legt, voor zes jaren feitelijk afstand doet
van het budgetreeht der Kamer en zich over-
geeft aan den Marinestaf. Tooh kan het
marine-aspect thans telkens veranderen, zoo
door wijziging van den internationa'en toe- j
stand als door veranderingen van tech- j
misahen aard. Spreker wilde daarom, dat
men wel een plan zou opimaken doch dit niet
zou vastleggen in een wet. Hetgeen dus
eigenlijik zou neerkomen op een terugkeeren
tot de oude praktijken en een opgeven van
de Vlootwet.
0 Ook de heeren Oud en Dresselhuys spra-
ken daarna nog tegen het vastleggen van
een plan in een wet. Eerstgenoemde merkte
daanbij op dat men, zoodra biijkt, dat er ver-
gissingen in de ramingen zijn begaan, de i
annuiiteit toch weer zal moeten veranderen.
En laatstgenoemde wees op het telkens ver- j
anderende technisdhe aspect (luchtjvloot
enz.). Wat heeft men aan een wettelijk vast-
gelegd plan, zoo vroegen zij, wanneer het j
toch herhaaldelijk moet worden gewijziigd?
En als men het niet naar de wisselende om- i
standigheden wijzigt, dan is het schadelijk.
Wij moeten toch even opmerken, dat men
een dergelijken toestand nu al jaren lang
kent ten aanzien van het vestingstelsel. Door
de „vestingbegrooting" is wij ihebben er 1
reeds aan herinnerd het onmiskenbare
voordeel verkregen, dat men niet elk jaar
alles weder op losse schroeven zet. Onge-
twijfeld zal men nu en dan wat hebben te
veranderen maar, dat zal alleen ten aanzien
van zeer ingrijpende wijzigingen behoeven
te gesohieden, want de Vlootwet noemt al
leen het aantal en de soort der schepen en
laat overigens alle vrijiheid van uitvoering
(ib.v. zelfs wat de grootte der schepen aan-
gaat). Het zal dus onmogelijk wezen, dat
een Minister, zonder dat een daartoe expres-
selijke ingediende wet is aangenomen en
die wordt heel anders behandeld dan een
begrootingspost de koers van zijn voor-
ganger weer verandert. Dat er althans voor
zes jaren een lijn wordt getroklken en dat
men slechts bij speciale wet daarvan za'
kunnen afwijken, achten wij het groote
voordeel van een Vlootwet.
Meer gevoelen wij voor de bedenkingen
die werden aangevoerd (door den hee.'Dres-
Roman van Nederland gedurende
den oorlog,
door
CHARLES HUYGENS.
54)
Ik was er op gesleld papa, dat u van
alles op de hoogie waart. Ik zal er met
Carla over spreken nog heden. Er meet
een oplossing komen. Ook voor de kin-
deren is het noodig. Bob, die niet gauw
klaagt, had faatstj zoo'n bitter verdrieti,
omdat vader en mceder zoo hi el anders
waren als vroeger. En Hetty, u wiet hoe
wijs ze voor haar leeftijd is zat laafet
met een vriendinnetje in de zijkamer te
philosofeeren over de noodzakelijkheid, dat
groote menschen hun leed en hun zorgen
zoo weten te verbergen, dat de kinderen
er zelfs niets van merken. Het is dwaas,
want Carla is een gcede moeder voor
haar kinderen. Zij houdt rnins'.etis evenv®el
van ze als ik doe, maar toch, wilt u ge-
tooven papa, dat ik het denkbeeld dat hun
opvoeding aan haar is toevertrouwd, in
deze omstandigheden niet prettig vind.
Mijn, ons geluk offert zij op aan haar
Duitsche gevoelens; wat staat mij in Gods-
naam borg, dat zij zich niet verplicht zai
fevoelen het op ten oogenblik ook dc
inderen te doen.
Frank zat in alle haast in een restaurant
Hij wilde niet mede naar huis; hij had
zijn vader verzocht er met zijn moeder over
seihuys) op andere punten en die in ons oog
argumenten zijn voor uitstel. De heer Dres
selhuys wees op de noodzakelijkheid, eener
koppeling van het vlootplan aan een finan
cial plan, obk voor Indie. Hij merkte op,
dat het plan, sinds de laatste rede van
Minister Colijn, een geheel ander karakter
had gekregen, aangezien het nu biijkt, dat
we voorloopig slechts met een neutraliteits-
vloot te doen hebben. En hij herinnerde
aan de beschouwingen over het luchtwapen
en over een artillerievloot (van den heer
MedembaCh) die verdienen te worden over-
wogen. Dat lijkt ons juist en dat pleit, naast
bet voor ons alles beheerschende financieele-
argument, zeker voor uitstel.
Op't stuk der kosten werd overigens nog
door den heer Dresselhuys de pertinente
vraag gesteld aan den Minister van Marine,
of deze kan verklaren, dat er, na zes jaren,
niet meer te betalen zal zijn dan de annui
teit van 17,3 millioen. Wij vermoeden, dat
de heer Westerveld zal antwoorden: Zeker
als we na die zes jaar niet voortgaan
met bouwen.
En de heer Oud, het curieuse verschil in
het financieele resultaat voor Nederland be-
sprekend tusschen de Commissie-Patijn en
Minister Colijn, bleek te hebben uitgevon-
den, dat het lag aan het verschil in vendee-
ling van de uitgaven over buitengewoon en
gewoon. Deze afgevaardigde voegde hier
nog aan toe, dat geheel ten onrechte, het
overlbrengen van den pensioenlast naar
j Indie wordt voorgesteld als een voordeel
van de Vlootwet. Als dat overlbrengen bil-
fijk is, dan zou het nafuurlijk ook moeten
j gesohieden zonder Vlootwet en dus mag
mcn deze bate voor Nederland niet aanmer-
ken als een voordeel van de Vlootwet in
vergelijking met den toestand zonder Vloot-
wet. Sehrapt men die bate dan levert een
j vergelijlking, overigens opgamaakt up den
grondslag van de Commissie-Patijn, een
i meerdere uitgaaf onder het Vlootwetregime
j van bijna 5 millioen.
Waartegenover echter dan voor Indie,
i dunikit ons, de balans ook met die pensioen-
lasten zou moeten worden outlast.
De vergadering begon met een spreker
tegen (de heer Van Ravesteyn) en eindigde
met een spreker voor (de katholiek Van de
Bilt). Maar van de ontzaglijk lange spre-
kerslijst kunnen wij niet iedereen behan-
delen.
De heeren maken het weer veel te moo'i.
De vele hernalingen maken her debat j
steeds minder interessant. Vandaag hebben
we bestrijding van het ontwerp te hooren
van de dames Westerman en BakkerNort
op grond van humanitair-pacifistische over-
wegingen, van den heer Albarda (van socia-
listisch standpunt), van den heer Braat, die
virudt dat de toekomst van Nederland en
Indie niet op het water ligt maar op het land
en in 't bijzonder op het p-latteland, en van
den heer Van Gijn, die vlootbouw geen zaak
vond van genoeg stabielen aard om haar in
fondsvorm te financieren. Hij sloot zich
overigens aan bij den heer Van Schaik.
Verdediging kwam er van den heer Ker-
sten en den heer Van Vuuren. Laatstge
noemde bleek vol vertrouwen in de Regee-
ring en vond alles goed; alleen meende hij,
dat het hulpmateriaal niet in de wet moest
zijn vastgelegd.
Van een anderen katholiek, den heer
Feiber, schijnt het besluit om voor te stem-
men nog niet zoo vast te staan. Hij pleitte
wel voor maritieime verdediging van Indie,
maar wilde weten of de Regeening daar-
ginds de meerdere uitgaven zou weten te
vinden door anderzijds de vele bezninigin-
gen op militaria toe te passen, die hij mo-
gelijk achtte en waarvan hij er verscheidene
aanwees. Ook wenschte hij te weten of d'e
steunpunten voor de vloot niet zouden leiden
tot meer uitgaven voor het leger. En ver-
der: of de wet zal aangepast kunnen worden
an wijzigingen in de techniek.
Maar men denke geen oogenblik, dat de
heer Feber zal tegenstemmen. Minister De
Graaff zal op deze drie vragen nafuurlijk
,,'geruststellend" antwoorden.
En dan is de heer Feber bevredigd.
Er zijn nu nog drie sprekers ingeschreven,
waarvan Dinsdag aflereerst de heer Nolens
aan 't woord komt.
HET KABINET EN DE VLOOTWET.
„Het Vaderland" van Zaterdagavond be-
vatte de volgende mededeeling:
Regeeringspressie inzake de Vlootwet.
Naar wij hedenmiddag vernemen, heeft
de Minister-President, Jihr. Mr. Ruys de
Beerenbrouck zich iOt de R. K. Kamerclub
gewend met de m-Vledeeling, dat Z. Exc.
zich, naar aanleiding van de in zekere krin-
gen uitgesproken wenschelijkiheid om de
Vlootwet te verwerpen, verplicht acht mede
te deelen, dat bij verwerping van de Vloot
wet door een meerderheid bestaande uit de
Linkerzijde en een zeker getal Roomsch-
Katholieken, het geheele Kabinet aftreedt.
De vertegenwoordigers der beide coali-
tie-partijen (anti-revolutionairen en Chris-
telijlk-Histonischen) hebben den premier
medegedeeld, dat zij in dit geval op geen
verdere samenwerking in coalitie prijs stel-
len. Op grond van de ten deze te zijner
btschikking gestelde gegevens is naar het
oordeel van minister Ruys de vorming van
een rechtsch kabinet, steunende op de drie
rechtsohe partijen, daarna absoluut uitge-
sloten.
Deze mededeeling heeft gisteren een on-
derwerp van beraadslaging uitgemaakt in
de vergadering van de R. K. Kamerclub.
Naar aan het Hbl. van gezaghebbende
zijde wordt verzekerd is het benefit van
„Het Vaderland", als zoude de minister-
president zich tot de R. K. KamercOb ge
wend hebben met een mededeeling in ver-
band met een eventueele verwerping van
de Vlootwet, geheel uit de lucht gegrepen.
De R. K. Kamerclub heeft Vrijdag zelfs
niet vergaderd.
POSTGIROCURIOSUM.
De administrate van de N. R. Crt. ont-
ving een duplicaat van een zoekgeraakt
strookje waarop ter nadere aanduiding
aan de achterzijde met po(lood geschreven
was:
„afkomstig van kantoor 's Graven-
hage Hoofdstuur Ned. Roode
Kruis".
..Wat dunkt u, vraSgt het blad, van de
intellectueele ontwikke.ing van dezen amb-
tenaar (of ambtenares)? Onnoodig. overi
gens erbij te vermclden dat het keuken-
meisjeshandje dat de notitie geschreven
had zich nog op den koop toe vergist
had in de vermelding van de afkomst
Enfin. de dienst zal zoo wel weer gauw
op orde geraken
Vrijdagavond is in Den Haag ien ver
gadering gehoue'en van het algemeen co-
mite ter behartiging van de belangen van
rekeninghouders bij den postcheque- en
girodienst. welke gepregiceerd wtrd doer
den heer P. M. Wrss<ling. diiecteur van
de Alg. Bank- en Hande'smaatschappij
aldaar.
Mr. Ankerman, oud-lid der Tv. e de Ka
mer heeft het do; 1 van de vereeniging uit-
eengezet. Het onderzoek is volgens spr.'s
inzicht eenzijdig. Ook van de zijde van
de rekeninghouders moest .er onderzoek
een accountant aangesfeld worden om te
voiorkomen ten eenzijdig onderzoek, dat
kans heeft met wejnig succes te werken.
Een accountant kosf eqh:er geld en geld
kan er allien komen als er 'eden zijn en
daarom is het noodig, aldus spr. dat gij
alien hier aanwezig lid wordtSpr. deelde
nog mede dat de thans reeds gemaakte
kosten geheel betaald zijn door kef voor
loopig comite.
Verschillende personen gatei zich. staan-
de de vergadering voor het lidmaaischap
der te vormen ver eniging op.
De vergadering w-ru bijgewoond doer
de Twiede Kamcr'eden Krijger en Boon.
te spreken en haar op alle mogelijkheden
voor te bereiden. Frank had g en hanger,
maar hij voelde, dat hij toch wat eten
moest. Eerst laat in den avond kwam hij
thuis; hij had het zoo gewild, dat e'e
kinderen naar ted zouden zijn en hij Carla
alleen zou vinden. De kindeien hadden
naar hem gevraagd. Hetty en Bob, zij
waren beide nog wakker. Hij wist, dat
zij niet zouden slapen voordat hij ze goe-
den nacht had gezegd. Op zijn tec; en ging
hij naar boven. Inderdaad de kinderen la°
gen als op hem te wachten. Ik heb je
vandaag nog heelemaaf niet gezien, vader,
zoo klaagde Bob. Zie ik je morgen ook
weer niet.
Frank gaf hem de verzekering dat hij
morgenmiddag vroe.g zou thuiskorren en
met hun bejden zou gaan wandelen.
En blijft moeder dan thuis, vrceg Hetty.
Het was Frank als kreeg hij een sieek
door den ziel. Kindervragen kunnen soms
zoo duidelijk een beeld van de toekomst
onthullen. Frank had het zich zelven nog
niet onder woorden durven brengen, maar
toch voelde hij, dat een scheiding tus
schen hem en Carla het tenige was wat
niu overblref.
Carla was het niet ontjgaan, dat Frank
gejaagd, opgewonden was. Zij had zich
tegen het plan van de Engelsche reis niet
willen verzetten; zij had het niet gekund,
omdat men haar van het Duitsche ge-
zantschap uit juist! had verzocht mede te
gaan. Maar in stilte ze had' wel eens
gehoord van den goeden Engelschen in-
lichtingendjenst had zij gevreesd naar
wat komen zou.
Ik ben iniet onze passen niet geslaagd,
DE TOESTAND.
Een dag tijds heeft een belangrijke wij
ziging gebracht in den stand van het drie-
hoeksgevecht BerlijnMunchen'Dresden,
want opeens is het belang van de botsing
tusschen de centrale en de Saksische regee-
ring geheel overschaduwd door een plotse-
ling oplaaien van de smeulende vonken in
het conflict tusschen Berlijn en Munchen.
Het iheeft niet aan de rijksregeering ge-
legen dat het daartoe ten slotte gekomen
is. Zij heeft lankmoedigheid en geduld ge-
had, gesust en geschipperd zoo lang het
mogelijk was uiterlijk de Duitsche rijks-
tucht te hand'haven. Zaterdag schreven wij
nog, schrijft de N. R. Crt., dat de regeering
van Stresemann het zwarte Beieren, in ver
gelijking met het roode Saksen, ontegen-
zeggelijk voortrok. Maar dit voortrekken
biijkt Beieren slechts verwend en gestijfd
te hebben in zijn oubolligheid en ni. is de
bom toch gebarsten door de rebellie van
generaal von Lossow, den bevelhebber van
de rijksweerbaarheid in Beieren en als zoo-
danig ui/tvoerder van de bevelen van dr.
Gessler, den verdedigingsminister, in wiens
handen hij de bekende proclamatie van den
rijksipresident de uitvoerende macht is ge-
legd. Gessler had von Lossow opgedragen,
de Volkische Beobachter, het extremistische
orgaan dat de onbekookte opvattingen van
Hitler en de Beiersche nationaal-sociolisten
verkondigt, te verbieden. Dit verbod is niet
nagekomen, omdat de Volkische Beobach
ter de hooge bescherming van den Beier-
schen dictator Von Kahr geniet. Het zou
nu de taak van generaal von Lossow ge-
weest zijn, het met geweld door te zetten,
maar hij denkt daar niet aan en heeft ten
slotte ronduit geweigerd, het be^-el van
Gessler uit te voeren, waaruit volgt, dat hij
als onderbevelhebber van de rijksweerbaar
heid onmogelijk is geworden en dus ont-
slagen moet worden. Bij het geval is ech
ter niet alleen een generaal betrokken,
maar ook de troepen die rechtstrecks on
der zijn bevelen staan en men kan er geens-
zins gerust op zijn, dat dezen ziah gedwee
zullen stellen onder het commando van een
nieuwen bevelhebber, als die hun uit Berlijn
wordt gezonden. Zoodoende rust opnieuw
de kwestie, of de rijksregeering zal iroeten
blijven gedoogen, dat Beieren zich aan het
rijksgezag onttrekt. Naarmate echter de
rijksregeering aldus genoopt wordt tegen
de Beiersche reactie van rechts partij te
kiezen, venbeteren de kansen op een bij-
legging van het conflict tusschen net rijk
en Saksen, want er is niets dat de men
schen dichter bijeenbrengt dan het bezit
van een gemeenschappelijken tegenstander.
Gessler krijgt gelegenheid zich anderinaal
den sterken man te toonen. Hij heeft reeds
vroeger een zware taak verricht tnen hij
tot verdedigingsminister werd benocmd als
opvolger van Gustav Noske. bij diens af-
treden na den Kapp-Putsch. Noske had de
ontbinding van de anti-republikeinsche
troepen aldoor uitgesteld, onder voorgeven,
dat hij niet op de rijksweerbaarheid kon
vertrouwen voor de ontwapening van haar
vroegere wapenmakkers. Gessler is toen
toch geslaagd. Hij liet niet alleen de on-
tevreden troepen ontwapenen, maar plaat-
ste ook een aantal officieren van het oude
regime op wachtgeld en verving hen door
mannen wier trouw jegens de republiek be-
proefd was. Nu echter is er alle reden om
aan te nemen, dat de rijksweerbaarheid in
Beieren reactionair sterk besmet is, en de
arm die Beieren tot rede brengt, moet niet
alleen lang, maar ook sterk zijn. Bovendien
is het vooruitzicht voor de rijksregeering
om tegen Beieren met geweld een succes
te behalen niet benijdenswaardig, want al
wat in Duifschland rechts staat, zal Je par
tij van Beieren kiezen en de innerlijke ont
binding van de eenheid, waarvan de rebel-
lie een verschijnsel is, zou door een onder-
werping van Beieren slechts bevorderd
worden. De oorspronkelijke scheidings-
lijnen tusschen de partijen worden rechts en
links hoe langer hoe meer scheuren in het
beeld van de Germania zelve, die men tot-
dusver nog met moeite dichtgesmeerd heeft.
Het zal moeten blijken, of de loop der ge-
beurtenissen nog toelaat, dat men ander
inaal met dit weinig afdoende precede de
proof neemt.
TER NEUZEN, 22 Oct. 1923.
DE BRUSSELSCHE BANK
Men schrijft ons uit Middelburg:
Zooals te begrijpen is, vormt de de
bacle van de Bruscelsdhe Bank en do aan-
houding van verschillende personen, bel-
trokken bij de directie hier het onderw up
van bijna alle gesprekken. Sedert ruim 2
jaar geleden de Brusselsche Bank alhier
haar kantoor opriehttp, waren er velen,
die de gesten van deze zaak met wantlrou-
w;en volgden, en zoowel de plaatselijke
piers als de bona bankiers waarschuw-
d|cn voor de handelingen van de directie
van de nieuwe instefling, maar wat de cou-
ranten schreven werd niet vol doen de ge-
loofd, terwijl vcelal de waarschuwingen
der bankiers als voortspruitend uit jalouzie
wierden beschouwd. Het resultaat van dit
alles was dat vrij velen ingingen op de
schitterende aanbiedingen hun gedaan,
speciaal door Witteveen, die \ergezeld van
v. Page, beide nu gedetincerd, speciaal
ook de boeren opzochten, om deze door
hun grooten woordenvloed te overieden
zaken met de bank te doen. Degenen die
daartoe werden overgehaald, kwamen na
eenige weken voor een groot deel bij hun
vroegeren bankier terug, 'gebnoken door
de geleden verliezen, en moesten dan er-
kiennen er in te zijn gevlogen. Onder hen
waren er, die op "het kantoor gingen om
hun groote ergenis te uiten over hetgeen
gebeurd was en er zijn heel wat harde,
maar wellicht ware, woorden naar het
hoofd van den direcieur van Pag egeslin-
gerd.
Waar laatstgenoemde een Middelburger
van geboorte is, en hij geparenteerd is
aan te goede naam en faam bekend
zijnde families alhier, had hij bij vele
personen een gemakkelijke introductie. 3
Wij hoorden verschillende voorbeelden
noemen, waarbij personen reusachtige
sommen zagen verzinken in de bodemlooze
pAut. Onder hen zijn er, die hun geb.ee]
opgespaard vermogen aan deze heeren
toevertrouwden.
ZAAMSLAG
Zaterdag hidd de schietvereeniging Wil-
lem Tell alhier haar jaarlijksche schjetv.ed-
strijd. Door het besuur waren 8 fraaie
prijzen aangfekocht. Door den eere-voor-
zitter, den Edelachtbaren hier Burg/emees-
ter was reh ruime gf ldsom hiervoor ge-
schonken.
De uitslag der schieting, met condours-
buks, was als volgjt:
le prijs C. J. van Vessem, 2ei pr. C. A.
de Vislser, 3e pr. J. de Putter, 4e pr. K.
Hamelink, 5e pr. J. P. van Fraeijenhove,
6e pr. W. Galle, 7e pr. A. J. de Visser, 8e
pr. M. de Vos, terwijl de poedelprijs ten
deel viel aan J. Bavekoo.
Loop der bevolklng van Ter Neuzen.
In de afgeloopen week 1 ebb en zich in
deze gemecn.e gevcstigd:
J. Paardekooper, koopman, O 13, van
Middelburg.
S. A. J. Stoffels, zonder, Q 214, v an
Sas van Gent.
J. van Cadsand, veldarbeider, P 77, van
Axel.
J. Tolienaar, bankwerker, Schoolplein 15,
van Roosendaal en Nisperi.
J. van Doeselaar, landbouwerskmcht, P
35, van Hoek.
Carla, zoo begon Frank, zoo rustig het
hem mogelijk was, toen zij samen zaten.
En dat is op zichzelf zoo erg niet. Ik
denk dat je het uitlstapje naar Engdand
er met genocgen aan gegeven zoudt heb
ben, als het alleen ten uitst)apje betrof.
Ik gdoof intusschen vandaag de ervaring
te hebben opgedaan, dat je naar Engeland
zoudt zijn medegegaan meer uit Duitsche
belangstelling dan om mijn gezelschap te
houden. Is dat waar, Carla?
Frank vroeg het met nadruk. Evenals
een vorige maal, toen ze er samen over
gesproken hadden, begriep en gevoelde
Carla, dat ontkennen niets zou baten. Zij
was er de vrouw niet naar om te liegen.
Zij deed wat zij haar plicht achttezij
deed het met jammer en ellende in haar
hart, omdat zij wist dat het haar dTken
dag vcrder van Frank en van haar kin
deren verwijderde. Maar zij was onmachtig
om tegenstand tie bieden aan de bevelen
van Von Wrede; de stem van haar vader
sprak te sterk in haar.
Misschien heb je gelijk Frank. Zonder
dat ik het zelf weetj zou ik! misschien
meer mede zijn gegaan om als Duitsche
te zien, wat in Engeland op het; oogenblik
omgaat. Maar wat zou ik hebben kunnen
zien, dat voor Engeland van nadeel zou
zijn en dat anderen, die vrij in Engeland
rond reizen niet zien?
Dat doet weinig ter zake, Carla. Het
voomaamste is dat het Engelsche gezant-
schap weigert jou een pas te geven, o,
dat je op hun zwarte IijstJ staat, omdat!
je als Duitsch spion bekend bent. Schrik
niet van dat harde woord, Carla, je weet}
beter dan iemand anders, dat hef'verdiend
is. Je wcet hoe of ik over die handelwijze
denkt. Jij hebt haar tegenover mij verde-
digd met een beroep op je vaderlandsche
gevoelens; ik heb je ronduit gezegd dat
ik ze niet begrijpen kon. Ik heb je niet
verzocht, maar ik heb je uitdrukkelijk be-
volen om elke relatie met het Duitsche
gezantschap te verbreken. Ik heb daartloe
het recht Carla, niet omdat ik de vrouw
ondergeschikt rekent aan den man, maar
omdat je mijn naam draagt, omdafl je de
moeder van mijn Nederlandsche kinderen
bent, en omdat ik het recht heb te verlan-
gen, dat je in de eerste plaatsr ziet naar
het Nederlandsche belang. Dat wordt niet
door spionnen noch tegenover Duitsch-
land, noch tegenover Engeland of Frank-
rijk gediend. Je hebt het niet nagelaten
Carla; je bent met Von Wrede of met
een ander, wie kan mij niet schelen, in
verbinding gebleven. Is dat waar?
Wat helpt het te ontkennen, Frank? Jij
kunt mij niet in mijn standpunt verplaatsen,
jij kunt niets gevoelens voor de onrust,
die ik al maanden ja eigenlijk jaren heb.
Toen; je mij zeide, dat ik t ike oonnectie met)
die Duitschers had te verbreken wist ik
dat het onmogelijk was. Jij weet niet met
welke middelen wordt gewerkt, Frank, niet
alleen van Duitsche zijde, maar in elk geval
als het om spionnendienst gaat. Ik wist
evengced als wat het je waard was om
mijn rol niet openbaar gemaakt te zien.
Denk jd soms dat Von Wrede dat niet
begrepen heeft? Toen ik een ernstige po-
ging deed mij' van hem los te maken,
heeft hij het mij rondweg gezegd. Wij
kunnen niet teestaan, mevrouw, dat U
onzen dienst verlaat; wij hebben U noodig,
want U verkeert in kringen als wij door
onze andere spionnen niet kunnen berei-
ken. En toen ik bleef aanhouden, gaf
hij mij niet onduidelijk te verstaan, dat
wanneer ik mij werkelijk van hem zou
willen losmaken, losrukken gelijk ik het
zelf noemde, hij mijn rol zou doen kenr.en
aan een ieder in onzen kring.
Hij zou toch geen couran'enberich1>'n
hebben gelancheerd
Neen Frank, maar je weet even goed
als ik, dat het zoo geinakkelijk is om in em
kring als de onze een dergelijke mededee
ling te doen. Een praatje aan mevrouw X
of mevrouw Y hoogst onschuldig zelfs mij
verdedigend, en binnen een week is het
een schandaaltje. Als dat gebeurde, dan
wist ik, dat wij voor altjijd van elkander
verwijderd zouden zijn, dan wist ik heel
goed, Frank, dat de scheiding voor de
deur stond. Dat kon ik niet \erdragen.
Goed, zeg dat ik het er op gewaagd heb,
dat ik hoog spel heb gespeHd. Misschien
heb je gelijk, maar wat had jij anders
kunnen doen.
Frank's innerlijke wcede zakte in hem.
Hij wist het Carla was nief slecht, Carla
hield van hem, zij dacht aan hem en de
kinderen, maar eenmaal dezen weg bewan-
delende, kon zij niet terug, Frank kon
haar innerlijk vergeven, maar dat nam niet
weg dat hij was de Van Oosterzee gelijk
hij was geboren. Hij vcelde Carla's aanwe-
zigheid naast hem als een smet op zijn
naam; elk oogenblik, letterlijk elke seoonde
fdat zij bij hem was; zou hij. vrcezen
voor een ontdekking, die hem naar zijn
oordeel zou blameeren.
rbieiering
De Burgemeester van TER NEUZEN, maakt het
navolgende bekend
De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw,
Gelet op artikel 38 der Veewet,
A. met ingang van 18 October 1923, het vervoeren
of doen vervoeren van herkauwende dieren en
varkens uit het everige gedeelte des Rijks te
verbieden naar een kring, omvattende de pro-
vincie Zeeland
B. te bepalen, dat, wanneer byzondere redenen
afwijking van het sub A bedoelde verbod nood-
zakelijk maken, zoodanige afwijking kan worden
toegestaan door den Commissaris der Koningin
in de provincie Zeeland, onder de door den
Inspeeteur van den Veeartsenijkundigen Dienst
te Middelburg aan te geven voorwaarden.
s-Gravenhage, 17 October 1923.
De Secretaris-Generaal,
(get.) H. v. SANTEN, L. S. G.
Ter Neuzen, den 22 October 1923.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
(Wordt vervolgd).
ntv tiiiiai i\
Liu I UICIJW*
coonsren
pluim\
■L'ld, zijn inti'ee
Naar aanleiding van d mededeeling
van Ged. Staten over he^on^^oei^iaar
yoorstel.