ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN Uit het boose Noorden. Vrijdag 25 Mei 1923 63e Jaargaug. 7456 BLAD. SINNENLAND. BUITENLAND. XL1X. Gaat het u als mij, dan bestaat er bij u een zekere onvoldaanheid met het Pinkster- feest, ciat wij atge.oopen Zondag hebben gevierd. Het is mij, alsof de rechte Fmkster- stemming in den tegenwoordigen tiju ont- breeki. Uit teest toch is de herinnering aan de uitstorting van Gods heiligen Geest ovei de discipelen van Christus, zoodat zij onde* leiding van den apostel Petrus in den leruzalemschen tempel tot de yerzamelue schare zoo vurig spraken van Christus en van het koninkrijk Gods, dat daardoor eenige duizenden zich lieten doopen en lnei- mede de christelijke kerk werd gesticht. En nu kunnen wij sinds 1914 dit Pinkster- feest niet meer vieren, of ons bekruipt toch een gevoel van beschaming over het gebrek aan 'heilige geestdrift, dat de menschheid, vooral in Europa, vertoont. binds bijna negen jaren zijn de volkeren van Europa bezig elkaar te verscheuren. De muatschap- peliike ellende door de ontwrichting van het Internationale samenleven en het daardoor gedaalde moreele peil vraagt onze bekom- mernis. Wij zien duidelijk de onlzettende ,revolgen van het ontketenen van een oor- log Bij wat in de laatste maanden zich afspeelt in het Rhurgebied en bij de wraak- zuchtige gevoelens, die aan weerszijden hierdoor worden opgewekt, vinden wij net tegenovergestelde van Pinksterbezielmg, van Christenliefde, van aan God over- gegeven vroomheid. Hier woekert een kan- kergezwel van telle haat, dat straks mis- schien een omvang aanneemt, waardoor volkeren verloren gaan. Wij kunnen ons er niet aan onttrekken, dat het Christendom ook een wereldverant- woordelijkheid draagt. Al is de kerk in de eerste plaatsi heilsinstituut om de zielen in aanraking te brengen met den ievenden God, cfciarnaast heeft de kerk een roeping voor heel deze wereld. Wij alien ciragen in onze persoon iets van die wereldverant- woordelijkheid mee. Slechts een Kain vraagt: „Ben lk mijns breeders hoeder?" leder, die beset heeft, dat een meerdere dan menschen hem riep tot zijn persoonlijke taak, weet ook, dat tot die taak behoort mede te werken tot het geluk van andere menschen. Ook wij, ieder persoonlijk, hebben ons at te vragen: hoe zullen wij ons leven inrichten, zoodat wij daardoor ook voor anderen tot zegen zijn? Het Pinksterfeest geeft ons daarop een antwoord. Het komt er op aan, dat Gods Heilige Geest u en mij persoonlijk bezielt. Maar hoe?, wanneer?, waar? burners, dat zijn vragen. die dan onmiddellijk bij ons oprijzen. Toch is het antwoord op die drie vragen eenvoudig genoeg. Want gij moet niet denken, dat gij nooit bezielt zijt ge- weest. Wei moeten wij er aan gedachtig zijn, dat wij vroeger ons die bezieling wel eens gedacliteloos hebben laten ontsnappen. Telken male, wanneer uw hart u aandrong tot een goede daad, wanneer gij in vurigen ijver wildet meedoen aan iets, dat u goed of rechtvaardig toeleek, dan werkte die godde- liike geest in u. Gij hoordet het bericht, dat een vriend in nood was, en gij gingt naar hem toe en gij druktet zijn hand en spraakt vriendelijk opbeurend tot hem. Of gij ver- naamt, dat een ander verheugd was over een aan hem geschonken geluk, en gij ver- blijddet u met den blijde, maar gij zeidet het hem ook ronduit, dat hij nu moest trach- ten zijn geluk vast te houden. Bij rampen voeldet gij en leedt gij. Toen er een wonde was gestagen, waart gij een barmhartig helper. Toen oneenigheid twee vrienden van elkaar had verwijderd, hebt gij een ver- zoening tot stand weten te brengen en daar door den vrede gesticht. In uw huisgezin hebt gij de zon laten schijnen, zoodat alle huisgenooten eendrachtig en in liefde bijeen. waren. Er werd een schandelijke daad ge- pleegd en toen gij dat vemaamt, hebt gij luide uw verontwaardiging laten blijken. Toen door een vreemde het heilige werd bezoedeld en de reinheid werd geschonden, hebt gij u van zulk een gezelschap afge- wend, omdat het u ondragelijk werd. Zoo en zoo hebt gij telkens de bezieling van' Gods heiligen geest ondergaan en hopenliik niet zonder vrucht. Helaas, zulk een bezieling ontsnapt ons dikwijls al te spoedig. Wat moeten wij dan doen om te trachten haar te behouden. zoodat zij voortgaat zegenrijk te werken? Het komt er op aan, dat gij de gelegenheid aangrijpt. Juist dat te hebben gedaan, maakte menigen kleine tot een groot man. Wanneer uw plichts- besef spreekt, luister er naar, en zoo ntoge- lijk: doe! Wanneer uw geweten u niet los- laat, als de stem van uw beter ik u opwekt, dan is Gods geest in u bezig. Dan komt het er op aan, dat zulk een oogenblik niet vruchteloos.aan u voorbij- gaat. Daarom wil ik voor ditmaal u wijzen op een woord, door den apostel Paulus gesproken, toen hij verkeerde in een bittere zielsnood. Toen deed hij een vraag, die ook voor u en mij beteekenis heeft. Hij vroeg: ,,Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal" (Han- delingen 9 6). Wanneer werd dit door Paulus gevraagd? Toen hij nog een Christenvervolger zijnde naar Damaskus was gereisd om daar eenige broeders te vangen. Maar op weg naar die stad werd hij door God in zijn geweten ge- grepen. Tot op dat oogenblik was hij een man geweest, die veel had misdreven. Immers hij was een der felste vervolgers geweest. Reeds naar allerlei plaatsen was de farizeer gereisd om daar de Christenen te doen grijpen en hen te sleuren voor het gerecht. En als een slachtoffer werd te- rechtgesteld, had hij een groot welgevallen gehad. Denk maar aan de steeniging van Stefanus. En nu kwam plotseiing voor Paulus het oogenblik, waarin het beset levendig werd, dat hij op een dwaalweg was, en dat die vervolgde Christenen beter waren dan hij zelf. Hij begreep. dat God en Christus door hem waren miskend en dat hij groot onrecht had gepleegd. Op zijn aangezicht viel hij neder en wrong zich van smart de handen. In vertwijfeiing, maar tegelijk in vurig begeeren riep hij uit: ,,Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Paulus luisterde naar de stem van zijn hart, hij gehoorzaamde aan zijr plichts- besef. Door dit te doen werd de Christen vervolger verandert in den grootsten predi- ker van het Christendom en in den even- knie van Petrus. Hij werd de heidenaposte!. vele jaren lang rondzwervend, en alle ge- varen trotseerende, terwijl hij aan Grieken- land en Klein-Az'ie de blijde boodschap van Christus en van het Vaderhuis bracht. Hij ging voort, hoe hij ook werd mishandeld. Hij ging voort, ook toen hij te Rome een gevangen man was. En uit het huis zijner bewaring schreef hij zijn brieven aan de door hem gestichte gemeenten en aan ziin medehelpers. Zoo bleef hij voor velen tot een zegen, totdat voor hem onder keizer Nero het oogenbli-k kwam, dat hij zijn hoofd nederbuigen moest voor het zwaard van den beul. Die woorden van Paulus mogen ook voor ons zijn: een gebed, wanneer onze nood aanbreekt. Als het geschiedt, dat een mensch zich zelf moet beschuldigen, omdat hij weet, dat hij tegen God heeft misdreven. Of als hij van schaamte vervuld is, omdat hij weet, dat hij een klein en zondig mensch is. Of als die mensch in zich gevoelt eei. groote begeerte om zich geheel los te maken van alles wat hem het schaamrood naar de wangen joeg, dan is het voor hem de tijd om hetzelfde te vragen. Mits het eehter da ook wordt gevraagd met den ernst der ver twijfeiing en met een vurigen drang naar betering des harten: ,,Heer, wat wilt Gii, dat ik doen zal?" Of de dag is gekomen, dat iets anders eens menschenziel kwam beroeren. Laat het wezen, dat ditmaal gij aan u zelf mets hebt te verwijten, veeleer, dat gij eenig recht meent te hebben om te denken, dat gij ge- poogd hebt naar uw beste weten uw plicht te verrichten. Maar nu is er voor u een uur aangebroken, waarin helderder en klaarder dan' ooit van te voren het geval was, uw plicht voor u verschijnt, het uur, waarin een heilige stem uw hart doet opspringen om u zelf aan te gorden, om datgene te ver richten, wat u aanlokt te doen, omdat gij het goede van die handeling hebt leeren ver- staan, welnu dan ook is het wederom tijd om het in vollen ernst te bidden, in hope op een antwoord van boven, dat uw ziel mag verstaan: ,,Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" In die eene vraag ligt zoo rijkelijk veel opgesloten W a t wilt Gij? Welke bijzondere taak hebt Gij, o God, voor mij weggelegd? Een taak, die voor mij is, voor mij persoon- 1 ij k. Een taak, die, ik niet aan een ander mag overlaten, maar die juist door m ij worden volbracht? Wat wilt G ij? Een taak, die van God s- w e g e tot mij komt, die mij wordt opge- legd door een V a d e r, die daarin toont, dat Hij mij niet vergeet en mij niet loslaat. Ook mij leert, dat ik Zijn medearbeider heb te zijn. Wat wilt Gij, dat ik doen zal. Een taak, die ik ook heb te doen. Niet slechts iets, dat ik mooi en goed kan vinden. Niet iets, waarover ik stilletjes zit te mijmeren om mij met eenig welbehagen in die mooie gedachte te verdiepen, doch inderdaad iets. dat ook moet worden vervuld, dat moet worden gedaan. Gedaan, omdat God het wil: door m i;. Indien wij die bede in dit jaar herhnnlde- lijk bidden, allicht vieren wij een volgenc Pinksterfeest met grooter bezieling en met grooter vreugd. T. g. T. De heer de Wilde (a.r.) handhaaft zijn standpunt en voegt aan de conclusie toe, dat de commissie in elk geval in over leg met belanghebbenden moet zijn samenge- Mej. van Dorp (lib.) repliceert. De heer Lovink (c.h.) acht ien nieuw onderzoek beslist noodig, evenals de heer (jerhaid (s-*3.). Na repliek van den minister wordt de conclusie aangenoinon met 55 tegen 15 stem men. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De interpellatie-Marchant over de sala- risregeling vrm de leeraren iniddelbaar en voorbereidend hooger onderwijs word! toe- gestaan op een nader te bepalen aag. Het wetsontwerp tot deelneming van Nederland aan den wederopbouw van Oos- tenrijk wordt z. h. st. aangenomen, na toezegging van minister Van Karnebcek aan den heer Dresselhuys, dat met de toetre- ding tot de controle-cominissie voorzichtjg- heid zal worden betracht. Bij de conclusie betreffende de scha- devergoeding aan kweekers te Naarden, meent de heer Dresselhuys (V.B.), dat de Kamer aan den minister geen arbitrage kan opdringen. Die heer Dresselhuys wenscht een on- partijdig onderzoek. Die heer Duys (s.d.) is voor de conclu sie, die door minister van Dijk bestreden wordt. Deze betoogt, dat; minister Alting von Geusau met de toezegging bedoeld; de instelling van een adviescommissie. Cau- saal verband tusschen inundatie-maatrege- len en a en ad e is niet aangetoond. Als de belanghebbenden rechtskund'g sterk staan moeten wij den wettelijken weg volgen, zegt spr. Van arb;trage kan geen sprake zijn en b'llijkheidsoverwegingen voorscha- deloosstelling bestaan niet. CAND1DATUUR VOOR DE EERSTE KAMER. De heer-J. N^i'^nbaas, burgemeester en secretaris der Kmeente Kruimngen, oud-lid van Oedepu*erde Staten van Zee- land, heeft, naar de N. R. Crt. mel'dt, een hem door den Vrijheidsbond aange- boden candidatuur voor de Eerste Kamer voor de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, uit hoofde van zijn werkzaam- heden niet aangenomen. STAATSRAAD STRUYCKEN. Omtrent den toestand van stiaatsraad prof. StruyCken, die in het buitenland een operatic heeft ondergaan, luiden de jong- ste te 's Oravenhage ontvangen berichten veel minder gunstig. DE K.L.M. lngediend is een wetsontwerp tot toe- kennen van een renteloos voorschot van 1.400.000, van 1923 tot en met 1926, aan de Koninkl. Luchtvaart Mij. voor lucht- diensten met het buittenland. ONDERW1JZERS OEVRAAOD ZONDER BETAL1NQ. De Raad der gemeente Zuidbroek heeft overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten, nu het Rijk het vervolgonderwijs niet meer bekostigt, dat onderwijs in het vervolg niet meer te doen getven. Een der raadsleden sprak den wensch uit, dat de onderwiizers zooveel liefde voor het onderwijs en het kind gevoelen, dat ze den vervolgcursus gratis zullen geven, De geheek raad sloot zich hierbij gaarne aaik. DE EIND-DATUM VAN DEN ZOMER- TIJD. In zijn antwoord op de schriftelijke vra gen van den heer Braat betreffende den einddatum van den zomertijd dcelt de mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land- bouw het volgende mede: Bij het stellen van den einddatum van den zomertijd valt, evenals bij de bepa- ling van het aanvangstijdstip. in het bc- lang van het internationaal spoorwegver- keer, zooveel mogelijk rekening te houden met de inaatregelen, ter zake van zomer tijd getroffen in 't buiflenland, met name in Belgie. Voor zoover bekend, is in Belgie bedoel de einddatum voor dit jaar nog niet vast- gesteld. Uit dien hoofde bevat ook het Konink lijk besluit van 24 April 1923 (Staatsbladen no. 160) te dier zake geen bepahng. De minister heeft de vereischte sfappen gedaan om langs diplomatieken weg om trent den einddatum van den zomertijd, welke voor Belgie zal gelden, inlichtingen te verkrijgen. In afwachting van die gegevens meent hij, zich vooralsnog te mogen onthouden van het uitspreken van een meening om trent het tijdstSp dat als einde van den zo mertijd h'er te lande dit jaar ware in aan- rnerking te brengen. Wel kan hij de verzekerlng geven, dat, zoodra de noodige gegevens zullen zijn ontvangen, vaststelling van den einddatum zal worden bevorderd. RAADSVERK1EZINGEN VAN AMSTER D/vM EN ROTTERDAM. Bij de Woensdag gehouden verkiezinj voor den gemeenteraad van Amsterdam zijn gekozen: A. R. 3; S. D. A. P. 16; R. 3; c. i 4; V. D. 3; C.-H. 4; Middenstanasgroepen 3 en V. B. 4. De tegenwoordige raad bestond u:t R. K.; 4 A. R.; 4 C.-H.; 14 S. D. A. P.; 3 C. P.; 5 V. B. 2 V. D.; 1 Neutr. Midden- stander; 2 Rapalje; 1 Chr. Dem. en De Hertog. De uitslag der Woensdag gehouden ve/- kiezing van den gemeenteraad te Rotter dam is: S. D. A. P. 16 (19); C. P. 2 (1); Rapalje P. 1 (0); V. B. 4 (6); Chr.-H. 4 (4); V. L>. 3 O); K. 8 (8); A. R. 7 (6). De cijfers tusschen haakjes zijn die der oude samenstclling. dag van betaling (9 maanden later) reeds de gewijzigde toestand ingcireden. Ook andire geva'llen kunnen zich voordoen, waarin de toepassing van de letter der wet niet zou strooken met haar geest!. Het hierbij aangeboden ontwerp van wet strekt, om met 'net oog op al zooda- nige gevallen het gebied van het dispensa- tiirecht te verruimen. Soortgelijke bepahn gen, als die welke thans in artikel 1 wordt voorgcsteld, komen voor in artikel 99 der registratiewet 1917 en in artikel 91 der Zegelwet 1917. DE TOESTAND. De Sowjet is met hangende pootj.es voor Lord Curzon gaan opzitten, schrijft de N. R. Crt., en heeft zooveel toegegeyen van de eischen, die Engeland voor de bestendiging van de handelsovereenkomst gesteld had, dat een van de liberale En- gelsche bladen haar tegemoetkoming op 90 pet. schat. De Britsche visschers mogen. tot de kwest'e internationaal geregeld is, visschen tot aan de drie-mijls-grens; de Sowjetregeering Z'egt schadevergoeding toe voor de slechte behandeling van Britsche onderdanen; en zij neemt eindelijk de twee hoonende mededeelingen ierug, die Wein- stein, de ambtenaar van het departemenl van buitenlandsche zaken te Moskou, tot den Britschen vertegenwoordiger had ge- richtin antwoord op de vertoogen ten be- hoeve van den toch nog terechtgesteiden prclaat Boetkewitsj. 'Dit lijkt inderdaad alles heel veel, maar de kwestie van de bols- jewistische propaganda, welke voor de Britsche regeering in verband met de on- rust aan de Indische grens juist de voor- naamste is, wordt aangehouden voor een conferentie met de Engelsche regeering. Genua en den Haag hebben intusschen ge- leerd wat men dan te wachten heeft. Het zou nog iets anders zijn, indien de Brit sche ministerie van Buitenlandsche zaken, daar te maken kreeg met een man als Kras- sin, die ook vroeger getoond heeft, dat hij met zich liet praten en aan wiens tact het ook te danken is geweest, dat Lord Curzon aan Moskou een instel van den termijn van tien dagen had toegestaan. Nu kondigt Moskou editor voor zulk een con ferentie de komst van Tsjitsjerin aan, tegen wien men van Engelschen kant de beden- king kan hebben dat hij de verpersoonlij- king is van de tegensporrelige onverzoen- lijke en onoprechte buitenlandsche politick van de Sowjet, welke Lord Curzon ten slot- te het geduld had doen verliezen. Aan den anderen kant zou een rechtstreoksch gesprek met hem dit voordeel hebben dat men te Londen vermoedelijk zou weten waaraan men aan toe was, terwijl Krssin's mogelijke welineenendheid telkens door te genorders uit Moskou tegengewerkt zou worden. Mc Neill, de ondcr-minister van buitenlandsche zaken, heeft onlangs ver- klaard dat men conferences met de bols- jewiki beu was, maar men zou het toch om bovengenoemde reden nog eens kun nen probeeren. De tegenwoordige Britsche regeering laat zich weinig gelegen liggen aan het voortbestaan van de handelsotvereenkomst, maar alles aan de staking van de bolsje wieksche propaganda in Azie. De Sowjet regeering schijm, naar men uit haar tege moetkomedd antwoord moet beslustjen daarentegen juist groote waarde te hechten aan de overeenkomst, misschien niet zoo- zeer om de beteekenis van den handel dien zij mogelijk maakt, maar vanwege de;n offideuzen band met het Westen van Euro pa, dien de overeenkomst aangeknoopt D1SPENSATIE VAN SUCCESS1E RECHTEN. Een wetsontwerp tot uitbreiding van het recht van dispensatie van de rechten, die krachtens de Sussecdcwet worden geheven, is ingediend. In de me marie van toeliehting wordt opgemerkt, dat gevallen voorkomen, waarin overwegingen van billijkheid tot kwijtschelding zouden leiden, maar waar.il de wet tengevolge van haar beperkende be- woordingen de bevoegdheid tot zoodanige kwijtschelding niet toelaat. Gedacht wordt hierbij b.v. aan het geval, dat bij iemands ovcrlijden recht op een lijfrente ontstaat ten laste van een maatschappij, die kcrt daarna blijkt niet ten voile aan haar verplichtingen te voldoen. Wanneer die maatschappij op den dag van het sterven nog 100 pet. uiljkeerde, moet, volgens de bestaande bepalingen het recht over de voile gekapitaliseerde lijf rente worden betaald, ook al is voor den heeft. Oeeft Curzon Moskou de bons, dan kan hij er op rekenen, dat de Sowjet haar propaganda of die van de Derde Internatio nale in het Oosten verdubbelen zal, wat toch een zcer ongewenscht gevolg van de breuk zou zijn, en dat de twee landen gaandeweg steeds vijandiger tegenover el kaar komen te staan. Zekere radikale ele- menten insinueeren dat het hem ir eigen- lijk om te doen zou zijn, Sovvjct-Rusland voortaan als vijand te behandefen. Ook ter ontzenuwing van deze beschuldi'ging lijkt het dus verstandig, de proef met nieu- we onderhandelingen te nemen. Het gerucht dat Sir Robert Horite, het vroegere lid van Lloyd George's coalitie- regeering, kanselier der schatkist in het kabinet van Stanley Baldwin zou worden, I is door hemzelf weerlegd. Home heeft in een- rede voor zijn kiezers verklaard, dat hij zich gebonden achtte door zijn nieuvve positie in het beheer van groote handels- ondernemingen en er daarom niet dacht aan het aannemen van een nieuwe porte- feuille. Daarop is medegedeeld, dat er zoo min mogelijk veranderingen in de samen- stelling van het kabinet zouden komen. Curzon blijft aan als minister van buiten landsche zaken, en ook Lord Derby, de minister van oorlog, over wiens aftreden iets verluid had. Lord Robert Cecil, de verdienstelijke kampioen voor den Volken bond, wordt alleen genoemd als nieuw lid van het kabinet zonder portefeuilfe. De groote moeilijkheid is dan alleen, hoe men aan een geschikt kanselier voor de Schat kist moet komen. Te Parijs heeft men vriendelijke ver- wachtingen van het nieuwe kabinet, wat hieruit te verklaren zal zijn, dat de nieuwe eerste-minister tegen het einde van de coa- litie de man was, die het verzet tiegen Llovd George aanvoerde en de machtigste leden van de conservatieve partij overhand.', iiem ten val te brengen. DE ITAL1AANSCHE FASCISTeN. Te Napeis is een crisis .onder de fas- cistische partij uitgebmken. Wegens de toelating van Creco tot de partij welke toelating, ondanks hun verzet van hooger hand, ook door Mussolini werd goedge- keurd hebben daar de lei der Padovam en een aantal andere leden, onder wie le den der tascistische militje, de partij ver- laten. In het district Liri zijn D^vendien een veerdgduizend arbeiders uit de tascis tische partij getreden. Mussolini hecit thans een generaal der tascistische mili- tie naar Napeis gezcSnden om hex gesctiil te beslechten. Te Palermo hebben de tasdsien met an- ti-fascistische monarchistcn op verschillen- de plaatsen slag gefeverd met vuurvva- pens natuurlijk. ben persoon werd bij de vechtpartijen gedood, terwijl verscheidenen ernstige wonden opliepen. Te Vinzaco is bij een vechtpartij tusschen gewapende fascisten en popolari een de- zer laatsten gedood. DE DeBaCLE VAN DE MARK. Na de Pinksterdagen heeft de keidiring van den inarkkoers zich op onneilspellen- de wijze voortgezet, zoodat Dinsdag op de Amsterdamsche beurs aile bestaande taag- terecords met stukken werden geslagen en de noteering inzakte totti 0.004O. Zoo dat duizend mark niet meer dan 4,5 cent waard zijn en de mark vrijwel gelijk is gekomen met de kroon, die Dinsdag 0.0036 noteerde. De droeve gevolgen doen zich onmiddel lijk in Duitschland gevoelen. De graan- n broodprijzen zullen met ingang van 4 Juni iets meer dan verdubbeld worden Dit besluit der regeering is nu reeds aan- gekondigd om het bedrijfsleven in Jtaat te stellen. de loonen enz. naar den nieu- wen broodprijs te regelen. Voorts worden met ingang van 1 Juni de spoorwegtarieven voor het goederen- verkeer met 50, voor het reizigers,verkeer met 100 en voor de slaapwagens met 50 pet. verhoogd. Over de verhooging der buurttarieven worden nog voorstellen uit- gewerkt. Het reizen zal dan per K.M. in de 4e klasse 33 in plaats van 16, in de 3e klasse 50 in plaats van 24, in de 2e klasse 100 in plaats van 48 en in de eerste klasse 200 in plaats van 96 mark kosten. Te Berlijn zijn Tieden reeds de tarie- ven voor crams en ontnibussen verhoogd. Een tramrit zal dan 400 mark kosten. HET BRIEFKAARTeNVERKEER. Duitschland is het land, waar de meeste briefkaarten. worden verzonden. De Mor- genpost geeft een staatje. waaruit biijkt, dat in 1921 in het binnenlandsch verkeer niet minder dan 923.166.700 briefkaarten werden verzonden. Tezamen met het ver keer naar en van het buitenland, werden ongeveer een milliard briefkaarten door de posterijen verwerkt. EEN LEEL1JK PROCES. Het bestaan van een barbaarsch gebruik is, naar uit Kaapstad gemeld wordt, ont huld in een proces te Salisbury. In een af- gelegen deet van het district Mount Darwin werd in Januari een jonge inboorling ver- brand, teneinde de regengodin te behagen om aan een ernstige droogte een emde te maken, welke werd toegeschreven aan den toorn der godin. Onderzoekingen brachten aan het licht, dat de zoon van een stam- hoofd der godin geweld had aangedaan, waarop de vader van den zoon uit den stam werd gezet. De. regengodin, een jong ineisje, zal als getuige worden gehoord. De inboorlingen zijn overtuigd van de doeltreftendheid van een menscheiijk of fer, temeer daar kort na de verbranding regen viel. TER NEUZEN, 25 Mei 1923. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. In de Donderdag gehouden vergadering werd aangehouden tot de begnoofing een verzoek van het St. jozefspatronaat te Sluiskil om subsidie voor een winter- avondteekencursus. Een verzoek van den keuringsveearts, om aanstelling van een hulpkeurmeester, daar het hem met moge lijk is den dienst overeenkomstig de voor- schriften uit te voeren, word, gesteld in handen van Burg, en Weth. om advies. Het verzoek endervond reeds terstond be- strijding van den heer Colsen, die daar- voor sterk veihoogde uitgaven verwacht. Overeenkomstig het voorstel van Burg, en Weill, werd asngekocht van de erven van den heer P. de Feijter de Kerkhoflaan met de op de zijkanten staande boomen, zulks ter be'noud van het natuurschoon, dat die boomen bieden. Dit laatste onderv, nd eeni ge bestrijding van leden, die meenen, dat de boomen gevaar opleveren. Besloten werd voorloopig ten behoove van de bad- en zweminrichting een percee! domeingrond in erfpacht te nemen, welke erfpacht door de vereeniging zal worden overgenomen, zoodra zij reclitspersoonlijk- heid verkregen heeft. Aan Burg, en Weth. werd, in verband met eleetrificatie van Sluiskil en Driewegen en een schrijven van de P. Z. E. M. of de ge meente genegen is mede te werken aan een overdracht der concessie voor electrische stroomlevering van de lndustrieeie Maat schappij te Amsterdam aan haar mogelijk te maken een crediet toegestaan, om zich door een deskundige te doen voorlichten,. Door Ter Neuzens Mannenkoor is ge vraagd om teruggaaf van betaalde huur voor een lokaal der Kopschool voor gegeven volksconcerten. Burg, en Weth. stellen daaroo afv, i'zend te beschikken. NEUZENSCHE CO U RANT steld. i ycgcvci lien voor

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1