ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN
Uit het boose Noorden.
Vrijdag 25 Mei 1923
63e Jaargaug.
7456
BLAD.
SINNENLAND.
BUITENLAND.
XL1X.
Gaat het u als mij, dan bestaat er bij u
een zekere onvoldaanheid met het Pinkster-
feest, ciat wij atge.oopen Zondag hebben
gevierd. Het is mij, alsof de rechte Fmkster-
stemming in den tegenwoordigen tiju ont-
breeki. Uit teest toch is de herinnering aan
de uitstorting van Gods heiligen Geest ovei
de discipelen van Christus, zoodat zij onde*
leiding van den apostel Petrus in den
leruzalemschen tempel tot de yerzamelue
schare zoo vurig spraken van Christus en
van het koninkrijk Gods, dat daardoor
eenige duizenden zich lieten doopen en lnei-
mede de christelijke kerk werd gesticht.
En nu kunnen wij sinds 1914 dit Pinkster-
feest niet meer vieren, of ons bekruipt toch
een gevoel van beschaming over het gebrek
aan 'heilige geestdrift, dat de menschheid,
vooral in Europa, vertoont. binds bijna
negen jaren zijn de volkeren van Europa
bezig elkaar te verscheuren. De muatschap-
peliike ellende door de ontwrichting van het
Internationale samenleven en het daardoor
gedaalde moreele peil vraagt onze bekom-
mernis. Wij zien duidelijk de onlzettende
,revolgen van het ontketenen van een oor-
log Bij wat in de laatste maanden zich
afspeelt in het Rhurgebied en bij de wraak-
zuchtige gevoelens, die aan weerszijden
hierdoor worden opgewekt, vinden wij net
tegenovergestelde van Pinksterbezielmg,
van Christenliefde, van aan God over-
gegeven vroomheid. Hier woekert een kan-
kergezwel van telle haat, dat straks mis-
schien een omvang aanneemt, waardoor
volkeren verloren gaan.
Wij kunnen ons er niet aan onttrekken,
dat het Christendom ook een wereldverant-
woordelijkheid draagt. Al is de kerk in de
eerste plaatsi heilsinstituut om de zielen
in aanraking te brengen met den ievenden
God, cfciarnaast heeft de kerk een roeping
voor heel deze wereld. Wij alien ciragen in
onze persoon iets van die wereldverant-
woordelijkheid mee.
Slechts een Kain vraagt: „Ben lk mijns
breeders hoeder?" leder, die beset heeft,
dat een meerdere dan menschen hem riep
tot zijn persoonlijke taak, weet ook, dat tot
die taak behoort mede te werken tot het
geluk van andere menschen. Ook wij, ieder
persoonlijk, hebben ons at te vragen: hoe
zullen wij ons leven inrichten, zoodat wij
daardoor ook voor anderen tot zegen zijn?
Het Pinksterfeest geeft ons daarop een
antwoord. Het komt er op aan, dat Gods
Heilige Geest u en mij persoonlijk bezielt.
Maar hoe?, wanneer?, waar? burners, dat
zijn vragen. die dan onmiddellijk bij ons
oprijzen. Toch is het antwoord op die drie
vragen eenvoudig genoeg. Want gij moet
niet denken, dat gij nooit bezielt zijt ge-
weest. Wei moeten wij er aan gedachtig
zijn, dat wij vroeger ons die bezieling wel
eens gedacliteloos hebben laten ontsnappen.
Telken male, wanneer uw hart u aandrong
tot een goede daad, wanneer gij in vurigen
ijver wildet meedoen aan iets, dat u goed of
rechtvaardig toeleek, dan werkte die godde-
liike geest in u. Gij hoordet het bericht, dat
een vriend in nood was, en gij gingt naar
hem toe en gij druktet zijn hand en spraakt
vriendelijk opbeurend tot hem. Of gij ver-
naamt, dat een ander verheugd was over
een aan hem geschonken geluk, en gij ver-
blijddet u met den blijde, maar gij zeidet
het hem ook ronduit, dat hij nu moest trach-
ten zijn geluk vast te houden. Bij rampen
voeldet gij en leedt gij. Toen er een wonde
was gestagen, waart gij een barmhartig
helper. Toen oneenigheid twee vrienden
van elkaar had verwijderd, hebt gij een ver-
zoening tot stand weten te brengen en daar
door den vrede gesticht. In uw huisgezin
hebt gij de zon laten schijnen, zoodat alle
huisgenooten eendrachtig en in liefde bijeen.
waren. Er werd een schandelijke daad ge-
pleegd en toen gij dat vemaamt, hebt gij
luide uw verontwaardiging laten blijken.
Toen door een vreemde het heilige werd
bezoedeld en de reinheid werd geschonden,
hebt gij u van zulk een gezelschap afge-
wend, omdat het u ondragelijk werd.
Zoo en zoo hebt gij telkens de bezieling
van' Gods heiligen geest ondergaan en
hopenliik niet zonder vrucht.
Helaas, zulk een bezieling ontsnapt ons
dikwijls al te spoedig.
Wat moeten wij dan doen om te trachten
haar te behouden. zoodat zij voortgaat
zegenrijk te werken? Het komt er op aan,
dat gij de gelegenheid aangrijpt. Juist dat
te hebben gedaan, maakte menigen kleine
tot een groot man. Wanneer uw plichts-
besef spreekt, luister er naar, en zoo ntoge-
lijk: doe! Wanneer uw geweten u niet los-
laat, als de stem van uw beter ik u opwekt,
dan is Gods geest in u bezig.
Dan komt het er op aan, dat zulk een
oogenblik niet vruchteloos.aan u voorbij-
gaat. Daarom wil ik voor ditmaal u wijzen
op een woord, door den apostel Paulus
gesproken, toen hij verkeerde in een bittere
zielsnood. Toen deed hij een vraag, die ook
voor u en mij beteekenis heeft. Hij vroeg:
,,Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal" (Han-
delingen 9 6).
Wanneer werd dit door Paulus gevraagd?
Toen hij nog een Christenvervolger zijnde
naar Damaskus was gereisd om daar eenige
broeders te vangen. Maar op weg naar die
stad werd hij door God in zijn geweten ge-
grepen. Tot op dat oogenblik was hij een
man geweest, die veel had misdreven.
Immers hij was een der felste vervolgers
geweest. Reeds naar allerlei plaatsen was
de farizeer gereisd om daar de Christenen
te doen grijpen en hen te sleuren voor het
gerecht. En als een slachtoffer werd te-
rechtgesteld, had hij een groot welgevallen
gehad. Denk maar aan de steeniging van
Stefanus. En nu kwam plotseiing voor
Paulus het oogenblik, waarin het beset
levendig werd, dat hij op een dwaalweg
was, en dat die vervolgde Christenen beter
waren dan hij zelf. Hij begreep. dat God en
Christus door hem waren miskend en dat
hij groot onrecht had gepleegd. Op zijn
aangezicht viel hij neder en wrong zich van
smart de handen. In vertwijfeiing, maar
tegelijk in vurig begeeren riep hij uit: ,,Heer,
wat wilt Gij, dat ik doen zal?"
Paulus luisterde naar de stem van zijn
hart, hij gehoorzaamde aan zijr plichts-
besef. Door dit te doen werd de Christen
vervolger verandert in den grootsten predi-
ker van het Christendom en in den even-
knie van Petrus. Hij werd de heidenaposte!.
vele jaren lang rondzwervend, en alle ge-
varen trotseerende, terwijl hij aan Grieken-
land en Klein-Az'ie de blijde boodschap van
Christus en van het Vaderhuis bracht. Hij
ging voort, hoe hij ook werd mishandeld.
Hij ging voort, ook toen hij te Rome een
gevangen man was. En uit het huis zijner
bewaring schreef hij zijn brieven aan de
door hem gestichte gemeenten en aan ziin
medehelpers. Zoo bleef hij voor velen tot
een zegen, totdat voor hem onder keizer
Nero het oogenbli-k kwam, dat hij zijn hoofd
nederbuigen moest voor het zwaard van
den beul.
Die woorden van Paulus mogen ook voor
ons zijn: een gebed, wanneer onze nood
aanbreekt. Als het geschiedt, dat een
mensch zich zelf moet beschuldigen, omdat
hij weet, dat hij tegen God heeft misdreven.
Of als hij van schaamte vervuld is, omdat
hij weet, dat hij een klein en zondig mensch
is. Of als die mensch in zich gevoelt eei.
groote begeerte om zich geheel los te maken
van alles wat hem het schaamrood naar de
wangen joeg, dan is het voor hem de tijd
om hetzelfde te vragen. Mits het eehter da
ook wordt gevraagd met den ernst der ver
twijfeiing en met een vurigen drang naar
betering des harten: ,,Heer, wat wilt Gii,
dat ik doen zal?"
Of de dag is gekomen, dat iets anders
eens menschenziel kwam beroeren. Laat het
wezen, dat ditmaal gij aan u zelf mets hebt
te verwijten, veeleer, dat gij eenig recht
meent te hebben om te denken, dat gij ge-
poogd hebt naar uw beste weten uw plicht
te verrichten. Maar nu is er voor u een uur
aangebroken, waarin helderder en klaarder
dan' ooit van te voren het geval was, uw
plicht voor u verschijnt, het uur, waarin een
heilige stem uw hart doet opspringen om
u zelf aan te gorden, om datgene te ver
richten, wat u aanlokt te doen, omdat gij het
goede van die handeling hebt leeren ver-
staan, welnu dan ook is het wederom tijd
om het in vollen ernst te bidden, in hope
op een antwoord van boven, dat uw ziel
mag verstaan: ,,Heer, wat wilt Gij, dat ik
doen zal?"
In die eene vraag ligt zoo rijkelijk veel
opgesloten
W a t wilt Gij? Welke bijzondere taak
hebt Gij, o God, voor mij weggelegd? Een
taak, die voor mij is, voor mij persoon-
1 ij k. Een taak, die, ik niet aan een ander
mag overlaten, maar die juist door m ij
worden volbracht?
Wat wilt G ij? Een taak, die van God s-
w e g e tot mij komt, die mij wordt opge-
legd door een V a d e r, die daarin toont,
dat Hij mij niet vergeet en mij niet loslaat.
Ook mij leert, dat ik Zijn medearbeider
heb te zijn.
Wat wilt Gij, dat ik doen zal. Een
taak, die ik ook heb te doen. Niet slechts
iets, dat ik mooi en goed kan vinden. Niet
iets, waarover ik stilletjes zit te mijmeren
om mij met eenig welbehagen in die mooie
gedachte te verdiepen, doch inderdaad iets.
dat ook moet worden vervuld, dat
moet worden gedaan.
Gedaan, omdat God het wil: door m i;.
Indien wij die bede in dit jaar herhnnlde-
lijk bidden, allicht vieren wij een volgenc
Pinksterfeest met grooter bezieling en met
grooter vreugd. T. g. T.
De heer de Wilde (a.r.) handhaaft zijn
standpunt en voegt aan de conclusie toe,
dat de commissie in elk geval in over leg
met belanghebbenden moet zijn samenge-
Mej. van Dorp (lib.) repliceert. De heer
Lovink (c.h.) acht ien nieuw onderzoek
beslist noodig, evenals de heer (jerhaid
(s-*3.).
Na repliek van den minister wordt de
conclusie aangenoinon met 55 tegen 15
stem men.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
De interpellatie-Marchant over de sala-
risregeling vrm de leeraren iniddelbaar en
voorbereidend hooger onderwijs word! toe-
gestaan op een nader te bepalen aag.
Het wetsontwerp tot deelneming van
Nederland aan den wederopbouw van Oos-
tenrijk wordt z. h. st. aangenomen, na
toezegging van minister Van Karnebcek aan
den heer Dresselhuys, dat met de toetre-
ding tot de controle-cominissie voorzichtjg-
heid zal worden betracht.
Bij de conclusie betreffende de scha-
devergoeding aan kweekers te Naarden,
meent de heer Dresselhuys (V.B.), dat de
Kamer aan den minister geen arbitrage
kan opdringen.
Die heer Dresselhuys wenscht een on-
partijdig onderzoek.
Die heer Duys (s.d.) is voor de conclu
sie, die door minister van Dijk bestreden
wordt. Deze betoogt, dat; minister Alting
von Geusau met de toezegging bedoeld;
de instelling van een adviescommissie. Cau-
saal verband tusschen inundatie-maatrege-
len en a en ad e is niet aangetoond. Als de
belanghebbenden rechtskund'g sterk staan
moeten wij den wettelijken weg volgen,
zegt spr. Van arb;trage kan geen sprake
zijn en b'llijkheidsoverwegingen voorscha-
deloosstelling bestaan niet.
CAND1DATUUR VOOR DE EERSTE
KAMER.
De heer-J. N^i'^nbaas, burgemeester
en secretaris der Kmeente Kruimngen,
oud-lid van Oedepu*erde Staten van Zee-
land, heeft, naar de N. R. Crt. mel'dt,
een hem door den Vrijheidsbond aange-
boden candidatuur voor de Eerste Kamer
voor de provincies Zeeland, Noord-Brabant
en Limburg, uit hoofde van zijn werkzaam-
heden niet aangenomen.
STAATSRAAD STRUYCKEN.
Omtrent den toestand van stiaatsraad
prof. StruyCken, die in het buitenland een
operatic heeft ondergaan, luiden de jong-
ste te 's Oravenhage ontvangen berichten
veel minder gunstig.
DE K.L.M.
lngediend is een wetsontwerp tot toe-
kennen van een renteloos voorschot van
1.400.000, van 1923 tot en met 1926, aan
de Koninkl. Luchtvaart Mij. voor lucht-
diensten met het buittenland.
ONDERW1JZERS OEVRAAOD ZONDER
BETAL1NQ.
De Raad der gemeente Zuidbroek heeft
overeenkomstig het voorstel van B. en W.
besloten, nu het Rijk het vervolgonderwijs
niet meer bekostigt, dat onderwijs in het
vervolg niet meer te doen getven.
Een der raadsleden sprak den wensch
uit, dat de onderwiizers zooveel liefde voor
het onderwijs en het kind gevoelen, dat
ze den vervolgcursus gratis zullen geven,
De geheek raad sloot zich hierbij gaarne
aaik.
DE EIND-DATUM VAN DEN ZOMER-
TIJD.
In zijn antwoord op de schriftelijke vra
gen van den heer Braat betreffende den
einddatum van den zomertijd dcelt de mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land-
bouw het volgende mede:
Bij het stellen van den einddatum van
den zomertijd valt, evenals bij de bepa-
ling van het aanvangstijdstip. in het bc-
lang van het internationaal spoorwegver-
keer, zooveel mogelijk rekening te houden
met de inaatregelen, ter zake van zomer
tijd getroffen in 't buiflenland, met name
in Belgie.
Voor zoover bekend, is in Belgie bedoel
de einddatum voor dit jaar nog niet vast-
gesteld.
Uit dien hoofde bevat ook het Konink
lijk besluit van 24 April 1923 (Staatsbladen
no. 160) te dier zake geen bepahng.
De minister heeft de vereischte sfappen
gedaan om langs diplomatieken weg om
trent den einddatum van den zomertijd,
welke voor Belgie zal gelden, inlichtingen
te verkrijgen.
In afwachting van die gegevens meent
hij, zich vooralsnog te mogen onthouden
van het uitspreken van een meening om
trent het tijdstSp dat als einde van den zo
mertijd h'er te lande dit jaar ware in aan-
rnerking te brengen.
Wel kan hij de verzekerlng geven, dat,
zoodra de noodige gegevens zullen zijn
ontvangen, vaststelling van den einddatum
zal worden bevorderd.
RAADSVERK1EZINGEN VAN AMSTER
D/vM EN ROTTERDAM.
Bij de Woensdag gehouden verkiezinj
voor den gemeenteraad van Amsterdam
zijn gekozen:
A. R. 3; S. D. A. P. 16; R. 3; c. i
4; V. D. 3; C.-H. 4; Middenstanasgroepen
3 en V. B. 4.
De tegenwoordige raad bestond u:t
R. K.; 4 A. R.; 4 C.-H.; 14 S. D. A. P.; 3
C. P.; 5 V. B. 2 V. D.; 1 Neutr. Midden-
stander; 2 Rapalje; 1 Chr. Dem. en De
Hertog.
De uitslag der Woensdag gehouden ve/-
kiezing van den gemeenteraad te Rotter
dam is:
S. D. A. P. 16 (19); C. P. 2 (1); Rapalje
P. 1 (0); V. B. 4 (6); Chr.-H. 4 (4); V. L>.
3 O); K. 8 (8); A. R. 7 (6).
De cijfers tusschen haakjes zijn die der
oude samenstclling.
dag van betaling (9 maanden later) reeds
de gewijzigde toestand ingcireden. Ook
andire geva'llen kunnen zich voordoen,
waarin de toepassing van de letter der
wet niet zou strooken met haar geest!.
Het hierbij aangeboden ontwerp van
wet strekt, om met 'net oog op al zooda-
nige gevallen het gebied van het dispensa-
tiirecht te verruimen. Soortgelijke bepahn
gen, als die welke thans in artikel 1 wordt
voorgcsteld, komen voor in artikel 99 der
registratiewet 1917 en in artikel 91 der
Zegelwet 1917.
DE TOESTAND.
De Sowjet is met hangende pootj.es voor
Lord Curzon gaan opzitten, schrijft de
N. R. Crt., en heeft zooveel toegegeyen
van de eischen, die Engeland voor de
bestendiging van de handelsovereenkomst
gesteld had, dat een van de liberale En-
gelsche bladen haar tegemoetkoming op
90 pet. schat. De Britsche visschers mogen.
tot de kwest'e internationaal geregeld is,
visschen tot aan de drie-mijls-grens; de
Sowjetregeering Z'egt schadevergoeding toe
voor de slechte behandeling van Britsche
onderdanen; en zij neemt eindelijk de twee
hoonende mededeelingen ierug, die Wein-
stein, de ambtenaar van het departemenl
van buitenlandsche zaken te Moskou, tot
den Britschen vertegenwoordiger had ge-
richtin antwoord op de vertoogen ten be-
hoeve van den toch nog terechtgesteiden
prclaat Boetkewitsj. 'Dit lijkt inderdaad alles
heel veel, maar de kwestie van de bols-
jewistische propaganda, welke voor de
Britsche regeering in verband met de on-
rust aan de Indische grens juist de voor-
naamste is, wordt aangehouden voor een
conferentie met de Engelsche regeering.
Genua en den Haag hebben intusschen ge-
leerd wat men dan te wachten heeft. Het
zou nog iets anders zijn, indien de Brit
sche ministerie van Buitenlandsche zaken,
daar te maken kreeg met een man als Kras-
sin, die ook vroeger getoond heeft, dat
hij met zich liet praten en aan wiens tact
het ook te danken is geweest, dat Lord
Curzon aan Moskou een instel van den
termijn van tien dagen had toegestaan. Nu
kondigt Moskou editor voor zulk een con
ferentie de komst van Tsjitsjerin aan, tegen
wien men van Engelschen kant de beden-
king kan hebben dat hij de verpersoonlij-
king is van de tegensporrelige onverzoen-
lijke en onoprechte buitenlandsche politick
van de Sowjet, welke Lord Curzon ten slot-
te het geduld had doen verliezen. Aan
den anderen kant zou een rechtstreoksch
gesprek met hem dit voordeel hebben dat
men te Londen vermoedelijk zou weten
waaraan men aan toe was, terwijl Krssin's
mogelijke welineenendheid telkens door te
genorders uit Moskou tegengewerkt zou
worden. Mc Neill, de ondcr-minister van
buitenlandsche zaken, heeft onlangs ver-
klaard dat men conferences met de bols-
jewiki beu was, maar men zou het toch
om bovengenoemde reden nog eens kun
nen probeeren.
De tegenwoordige Britsche regeering
laat zich weinig gelegen liggen aan het
voortbestaan van de handelsotvereenkomst,
maar alles aan de staking van de bolsje
wieksche propaganda in Azie. De Sowjet
regeering schijm, naar men uit haar tege
moetkomedd antwoord moet beslustjen
daarentegen juist groote waarde te hechten
aan de overeenkomst, misschien niet zoo-
zeer om de beteekenis van den handel dien
zij mogelijk maakt, maar vanwege de;n
offideuzen band met het Westen van Euro
pa, dien de overeenkomst aangeknoopt
D1SPENSATIE VAN SUCCESS1E
RECHTEN.
Een wetsontwerp tot uitbreiding van het
recht van dispensatie van de rechten, die
krachtens de Sussecdcwet worden geheven,
is ingediend. In de me marie van toeliehting
wordt opgemerkt, dat gevallen voorkomen,
waarin overwegingen van billijkheid tot
kwijtschelding zouden leiden, maar waar.il
de wet tengevolge van haar beperkende be-
woordingen de bevoegdheid tot zoodanige
kwijtschelding niet toelaat. Gedacht wordt
hierbij b.v. aan het geval, dat bij iemands
ovcrlijden recht op een lijfrente ontstaat ten
laste van een maatschappij, die kcrt daarna
blijkt niet ten voile aan haar verplichtingen
te voldoen.
Wanneer die maatschappij op den dag
van het sterven nog 100 pet. uiljkeerde,
moet, volgens de bestaande bepalingen het
recht over de voile gekapitaliseerde lijf
rente worden betaald, ook al is voor den
heeft. Oeeft Curzon Moskou de bons, dan
kan hij er op rekenen, dat de Sowjet haar
propaganda of die van de Derde Internatio
nale in het Oosten verdubbelen zal, wat
toch een zcer ongewenscht gevolg van
de breuk zou zijn, en dat de twee landen
gaandeweg steeds vijandiger tegenover el
kaar komen te staan. Zekere radikale ele-
menten insinueeren dat het hem ir eigen-
lijk om te doen zou zijn, Sovvjct-Rusland
voortaan als vijand te behandefen. Ook
ter ontzenuwing van deze beschuldi'ging
lijkt het dus verstandig, de proef met nieu-
we onderhandelingen te nemen.
Het gerucht dat Sir Robert Horite, het
vroegere lid van Lloyd George's coalitie-
regeering, kanselier der schatkist in het
kabinet van Stanley Baldwin zou worden,
I is door hemzelf weerlegd. Home heeft in
een- rede voor zijn kiezers verklaard, dat
hij zich gebonden achtte door zijn nieuvve
positie in het beheer van groote handels-
ondernemingen en er daarom niet dacht
aan het aannemen van een nieuwe porte-
feuille. Daarop is medegedeeld, dat er zoo
min mogelijk veranderingen in de samen-
stelling van het kabinet zouden komen.
Curzon blijft aan als minister van buiten
landsche zaken, en ook Lord Derby, de
minister van oorlog, over wiens aftreden
iets verluid had. Lord Robert Cecil, de
verdienstelijke kampioen voor den Volken
bond, wordt alleen genoemd als nieuw lid
van het kabinet zonder portefeuilfe. De
groote moeilijkheid is dan alleen, hoe men
aan een geschikt kanselier voor de Schat
kist moet komen.
Te Parijs heeft men vriendelijke ver-
wachtingen van het nieuwe kabinet, wat
hieruit te verklaren zal zijn, dat de nieuwe
eerste-minister tegen het einde van de coa-
litie de man was, die het verzet tiegen Llovd
George aanvoerde en de machtigste leden
van de conservatieve partij overhand.', iiem
ten val te brengen.
DE ITAL1AANSCHE FASCISTeN.
Te Napeis is een crisis .onder de fas-
cistische partij uitgebmken. Wegens de
toelating van Creco tot de partij welke
toelating, ondanks hun verzet van hooger
hand, ook door Mussolini werd goedge-
keurd hebben daar de lei der Padovam
en een aantal andere leden, onder wie le
den der tascistische militje, de partij ver-
laten. In het district Liri zijn D^vendien
een veerdgduizend arbeiders uit de tascis
tische partij getreden. Mussolini hecit
thans een generaal der tascistische mili-
tie naar Napeis gezcSnden om hex gesctiil te
beslechten.
Te Palermo hebben de tasdsien met an-
ti-fascistische monarchistcn op verschillen-
de plaatsen slag gefeverd met vuurvva-
pens natuurlijk. ben persoon werd bij de
vechtpartijen gedood, terwijl verscheidenen
ernstige wonden opliepen.
Te Vinzaco is bij een vechtpartij tusschen
gewapende fascisten en popolari een de-
zer laatsten gedood.
DE DeBaCLE VAN DE MARK.
Na de Pinksterdagen heeft de keidiring
van den inarkkoers zich op onneilspellen-
de wijze voortgezet, zoodat Dinsdag op de
Amsterdamsche beurs aile bestaande taag-
terecords met stukken werden geslagen
en de noteering inzakte totti 0.004O. Zoo
dat duizend mark niet meer dan 4,5
cent waard zijn en de mark vrijwel gelijk
is gekomen met de kroon, die Dinsdag
0.0036 noteerde.
De droeve gevolgen doen zich onmiddel
lijk in Duitschland gevoelen. De graan-
n broodprijzen zullen met ingang van 4
Juni iets meer dan verdubbeld worden
Dit besluit der regeering is nu reeds aan-
gekondigd om het bedrijfsleven in Jtaat
te stellen. de loonen enz. naar den nieu-
wen broodprijs te regelen.
Voorts worden met ingang van 1 Juni
de spoorwegtarieven voor het goederen-
verkeer met 50, voor het reizigers,verkeer
met 100 en voor de slaapwagens met
50 pet. verhoogd. Over de verhooging der
buurttarieven worden nog voorstellen uit-
gewerkt. Het reizen zal dan per K.M. in
de 4e klasse 33 in plaats van 16, in de 3e
klasse 50 in plaats van 24, in de 2e klasse
100 in plaats van 48 en in de eerste klasse
200 in plaats van 96 mark kosten.
Te Berlijn zijn Tieden reeds de tarie-
ven voor crams en ontnibussen verhoogd.
Een tramrit zal dan 400 mark kosten.
HET BRIEFKAARTeNVERKEER.
Duitschland is het land, waar de meeste
briefkaarten. worden verzonden. De Mor-
genpost geeft een staatje. waaruit biijkt,
dat in 1921 in het binnenlandsch verkeer
niet minder dan 923.166.700 briefkaarten
werden verzonden. Tezamen met het ver
keer naar en van het buitenland, werden
ongeveer een milliard briefkaarten door
de posterijen verwerkt.
EEN LEEL1JK PROCES.
Het bestaan van een barbaarsch gebruik
is, naar uit Kaapstad gemeld wordt, ont
huld in een proces te Salisbury. In een af-
gelegen deet van het district Mount Darwin
werd in Januari een jonge inboorling ver-
brand, teneinde de regengodin te behagen
om aan een ernstige droogte een emde te
maken, welke werd toegeschreven aan den
toorn der godin. Onderzoekingen brachten
aan het licht, dat de zoon van een stam-
hoofd der godin geweld had aangedaan,
waarop de vader van den zoon uit den
stam werd gezet. De. regengodin, een jong
ineisje, zal als getuige worden gehoord.
De inboorlingen zijn overtuigd van de
doeltreftendheid van een menscheiijk of
fer, temeer daar kort na de verbranding
regen viel.
TER NEUZEN, 25 Mei 1923.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
In de Donderdag gehouden vergadering
werd aangehouden tot de begnoofing een
verzoek van het St. jozefspatronaat te
Sluiskil om subsidie voor een winter-
avondteekencursus. Een verzoek van den
keuringsveearts, om aanstelling van een
hulpkeurmeester, daar het hem met moge
lijk is den dienst overeenkomstig de voor-
schriften uit te voeren, word, gesteld in
handen van Burg, en Weth. om advies.
Het verzoek endervond reeds terstond be-
strijding van den heer Colsen, die daar-
voor sterk veihoogde uitgaven verwacht.
Overeenkomstig het voorstel van Burg,
en Weill, werd asngekocht van de erven van
den heer P. de Feijter de Kerkhoflaan met
de op de zijkanten staande boomen, zulks
ter be'noud van het natuurschoon, dat die
boomen bieden. Dit laatste onderv, nd eeni
ge bestrijding van leden, die meenen, dat de
boomen gevaar opleveren.
Besloten werd voorloopig ten behoove
van de bad- en zweminrichting een percee!
domeingrond in erfpacht te nemen, welke
erfpacht door de vereeniging zal worden
overgenomen, zoodra zij reclitspersoonlijk-
heid verkregen heeft.
Aan Burg, en Weth. werd, in verband met
eleetrificatie van Sluiskil en Driewegen en
een schrijven van de P. Z. E. M. of de ge
meente genegen is mede te werken aan een
overdracht der concessie voor electrische
stroomlevering van de lndustrieeie Maat
schappij te Amsterdam aan haar mogelijk te
maken een crediet toegestaan, om zich door
een deskundige te doen voorlichten,.
Door Ter Neuzens Mannenkoor is ge
vraagd om teruggaaf van betaalde huur
voor een lokaal der Kopschool voor gegeven
volksconcerten. Burg, en Weth. stellen
daaroo afv, i'zend te beschikken.
NEUZENSCHE CO U RANT
steld. i
ycgcvci
lien voor