ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTEHTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANBEREfi EZOND No. 7222 Vrijdag 11 November 1921. 69e Jaarg-ang. Strandvonderij. Uit het hooge Noorden. STBIJD FEUILLETON. BINNENLAND. "1 U I T E N L A S D,™ BJSBSTB BXjA-D- De Burgemeester van TER NEUZEN, verzoekt alien, die goederen opgevischt of onder hunne berusting hebben, afkomstig van het Engelsche schip „EXCHANTRESSE", bij hem aan te brengen. "JM,: f er Neuzen, 12 November 1921. De Burgemeester-Strandvonder, J. HUIZ1NGA. IX. Nu korn ik aan een teeder onderwerp: prof. Holland. De lezers van ons blad heb ben waarschijnlijk wel gehoord, dat prof. Bolland een zeer geruchtmakende rede heeft gehouden, waarin hij de „Teekenen der Tijden" besprak, een aanval deed op den geheelen gang van zaken in politiek, eco- nomisch en maatschappelijk opzicht, waar in hij fel de democratic aanviel en de schuld van al wat verkeerd was voor een groot deel toekende aan het internationaal Jodendom. Het gevolg hiervan is geweest, dat vooral in de groote dagbladen een reeks protesten afgedrukt is, en alles wat Jood is heftlg vertoornd is geworden. Voeg daarbij, dat deze wijsgeer indertijd uiterst scherp tegen de R. Katholieken geschreven heeit, zoodat al zijn sinds ongeveer 25 jaren verloopen, hij bij onze Katholieke landgenooten slecht staat aangeschreven. Thans is de rede, die te Leiden, Amster dam, Den Haag en Rotterdam is uitgespro- ken, in druk uitgegeven. Ik heb de rede in haar geheel gelezen en moet dan allereerst dit zeggen, dat men niet oordeelen moet naar de betrekkelijk korte krantenversla- gen, omdat die verslagen, waarin slechts een aantal krasse uitingen staan, een scheef beeld geven. Daartegenover staat, dat in de rede de baldzijden aan Israel gewijd mij voorkomen een alleronrechtvaardigste aan val te zijn op een deel onzer natie, waar- onder men naast groote kunstenaars talrijke groote geleerden aantreft. Wat prof. Bolland over de Joden gezegd heeft, betreur ik on- voorwaardelijk. Maar het eigenlijk optreden van dezen Leidschen hoogleeraar is een merkwaardig teeken des tijds. Ook al is men het geheel oneens met hem, dan moet erkend, dat bij een deel van ons volk zijn rede grooten bijval heeft gevonden. Ik heb menigeen ge- sproken, die het in menig opzicht toejuichte, dat Bolland zoo in het openbaar geoordeeld heeft. En men kan er wel van op aan, dat vele menschen over de richting van ons staatsbeleid, het met hem eens zijn en even- zoo oordeelen, dat de vruchten van dat be- leid verwerpelijk zijn. Laat mij allereerst iets zeggen over den persoon. Wie kennismenomen heeft van de breede reeks geschriften van Bolland, za! dit beamen: Op dit oogenblik is hij: onze grootste wijsgeer en onze grootste geleerde. Hij bezit een universeele kennis, die bewon- dering afdwingt. Er is misschien niemand te vinden, die over zoovele uiteenloopende vakken zooveel heeft gelezen, die zoo'n sta- len geheugen bezit en die zoovele talen grondig kent. En tegelijk is er niemand, die zoo ijdel en verwaand is als hij, die zoo bru- taal het zeggen durft, die zooveel leven maakt en zooveel gewaagde en bestrijdbare conclusies trekt. Een genie, maar behept met de zeer groote fout, dat hij in zelfverblin- ding telkens doorslaat en dat hij steeds vat- baar is voor opvattingen, die indruischen tegen wat de groote menigte aanvaardt. Want terwijl hij eenerzijds buitengewoon gevoelig is voor de instemming van ande- ren, is hij anderzijds behept met de neiging om de groote menigte, boven welke hij zicli hoog verheven gevoelt, diep te minachten. Eigenlijk vindt hij, dat hij meer weet dan iedere andere professor en dat ongeleerde menschen onbekwaam zijn om zijn wijsheid, die hij „zuivere rede" noemt, te begrijpen. Dus als iemand iets leert, dat in strijd is met het algemeen gevoelen, is hij spoedig geneigd hem bij te vallen. Het schijnt, dat er nog nooit een professor is geweest, die zijn leerlingen zoo geregeld uitscheldt voor „zie- iige sturnperds, domooren, enz." Maar tege lijk heeft hij ook buiten de Leidsehe univer- siteit onder de jongere beoefenaars der we tenschap een grooten aanhang van men schen, die hem als beoefenaar der wijsbe- geerte bewonderen. jaar op jaar vindt hij in andere plaatsen een kring, die hem gaarne hoort in een cur- sus, waar de moeilijkste denkproblemen worden beliandeid. Nu spieekt het van zelt, dat het ondoen- lijk is in dezen brief ook slechts een kort overzicht te geven van de door hem geleerae vv'ijsbegeerte. Maar ook al was net mogelijk iets daarover in een paar kolom te vertei- len, dan zouden mijn lezers er toch niets van begrijpen. Laat mij daarom volstaan met te vertellen, dat hij zonder eer.ige op- leiding te hebben genoten zichzeL bekwaam- de vooronderwijzer, daarna taalstudie's (ook in oude talenbegon en de akte Engelsch middelbaar onderwijs behaalde, waarbij de hoogleeraars die hem examineerden, zoo verbaasd waren over zijn buitengewone begaafdheid, dat zij hem voorthielpen. Te Batavia werd hij leeraar, kwam door ge- sprekken met anderen ertoe zich te verdie- pen in wijsgeerige geschriften en kennis te nemen van de zoogenaamde rnoderne bijbel- critiek. Om dit goed te kunnen doen, leert hij zichzell grondig latijn, grieksch, he- breeuwsch. Al spoedig verscheen van zijn hand een popuiaire uiteenzetting van de re- sultaten, waartoe de beroemde Leidsehe hoogleeraar Kuenen op Oud Testarnentisch- gebied was gekomen en schreef hij een reeks artike'.en van wijsgeerigen aard, die in Hollandsche geleerde kringen buitenge woon opgang maakten. Toen te'Leiden een vacature ontstond werd Bolland, die nooit universitaire opleiding genoten had, voor- gedragen voor een benoeming tot hoog leeraar in wijsbegeerte en op advies van Minister Van Houten benoemd. Als jong hoogleeraar onderwees hij de wijsbegeerte van den Duitscher Eduard von Hartmann, wiens denkbeelden door hem werden aanvaard, totdat hij kennis maakte met de geschriften van een anderen Duit scher: Hegel, van wien hij een geestdriftig bewonderaar werd en wiens wijsgeerig stel- sel door hem verder werd uitgewerkt en waarover hij eenige dikke boeken uitgaf, waarvan de bestudeering door gewone men schen uiterst zwaar is. Had Bolland nu zich daarbij bepaald, hij zou slechts zijn gevreesd door velen zijner leerlingen, maar ternauwernood in Holland teruggekomen gaf hij eep brochure uit, waarin hij op hettige wijze de R. Katholie ke kerk en het Pausdom aanviel. Hierin gaf hij op zijn rnanier weder de resultaten van het onderzoek, waartoe een Duitsch histori- cus Karl Hase reeds jaren geleden geko men was, die natuurlijk allang door Katho lieken was bestreden. Niemand minder dan de beroemde Dr. Schaepman ging hem te lijf in een tweede brochure, waarin deze dichter-staatsman Bolland op zoo harde wijze onder handen nam, dat ik mij niet herinner ooit een stuk gelezen te hebben, waarin iemand zoo werd afgemaakt. Bolland antwoordde met enkele lijvige historische studies, waaruit bleelc hoe buitengewoon belezen hij was in de his toric van het Christendom der eerste acht eeuwen. In dezen pennestrijd, waaraan door ver- schiilende geleerden is deelgenomen, wero Bolland voor de Katholieken de gehate man wegens de buitengewone felheid, waarmee hij schreef. Maar men moet het goed be grijpen: wat hij zeide, was inderdaad nie: nieuw, want de door hem geuite beweringen kan men aantreffen in uitvoerige werken van Duitsche Protestantsche theologen. Niettegenstaande zijn groote geleerdheid heeft hij op 't gebied van theologie en his toric de wetenschap geen stap yerder ge- bracht. Of hij dit heeft gedaan op het gebied der wijsbegeerte (zijn eigenlijke vak) is, hoewel hij grooten opgang bij een deel zijner leerlingen heeft gemaakt, aan twijfel oncier- hevig. Want hij propageert de wijsbegeerte van een ander en het is niet een eigen zelf- aoordacht stelsel, dat hij geeft. Dit laatsre heeft de Franschman Henri Bergson ge- geven. Wat is nu het biizondere van zijn rede, die zoo groot rumoer heeft gewekt? Niet anders dan dit, dat hij in den brutalen stijl, waarover hij beschikt, een hevigen aanval heeft gedaan op den gang van zaken in ons land en daarin naast een aantal zeer over- dreven dingen een reeks'uitspraken heeft gedaan over den tegenwo.ordigen toestand, waarin hij uiting heeft gegeven aan de ge- heime gedachten van .Al van menschen, die behooren tot hen, die ontevreden zijn over de sociale maatregelen der regeering. Maar men zegt niet: ik ben het met hem eens, d.och: „hij heeft in een heeleboel din gen loch wel wat gelijk." En ik geloof, dat de man, die het tegen mij opmerkte, niet mis zag, toen deze oordeclde: Zet Bolland in de Tweede Kamer en hij snoert Wijnkoop den mond. Inderdaad is de rede van Bolland koren op den tnolen van alles wat conser- vatief denkt. Toch is dat routief, want wie tusschen de regels weet door te lezen, beseft dat die rede niet anders bedoelt te zijn dan: een noodkreet, omdat bij ons tegenwoordig regeeringsstelsel het intellect, de weten schap dreigt te worden doodgedrukt, omdat door de menigte personen zonder kennis of wetenschap naar voren worden "geschoven. Die rede is een mislukte poging om aan de j natie voor te houden, dat noch arbeider, noch kapitalist gezag en macht hebben moet, maar dat dit gezag behoort te berus- ten bij de mannen der wetenschap. T. g. T. 77) VIII. De buurman van de Pinchards In Je laatste dagen gunde Milloc zich geen oogenblik rust meer. Met zijn doel steeds voor oogen, de aanhouding van Galgenaas en zijn geheele bende, werkte hij in koortsachtigen ijver voort, om dit resultaat te bereiken, maar ditmaal wilde hij zeker zijn van het suc- ces. Daarom legde hij, bij de vervolging van de misdadigers een onvermoeibare werk- zaamheid aan den dag. Als een generaal, die voorzichtig zijn veldtochtplan ontwerpt, alvorens tot den aanval over te gaan, w^ilde hij al zijn ver- spreide vijanden op een punt bjjeendrijven J en hen van alle kanten insluiten, teneinde i hen met een slag te verpletteren. Denzelfden dag waarop hij Micaud gear- resteerd had en nauwelijks een uur na het eerste verhoor van Lesage door den rech- ter van instructie, begaf hij zich naar de rue du Jardinet, waar hij aanbelde op de eerste verdieping van het door de familie Pinchard bewoonde huis. Daar woonde Robinet, de eigenaar van %tvtpm ^uis, die zijn brood verdiende met het MI so A A 0 vervaardigen van portemonnaies. Milloc gaf zich tegenover hem uit voor gemeente-arnbtenaar die inlichtingen kwam inwinnen betreffende zijn huurders voor de piaatselijke belasting. Het spreekt vanzelf dat hij niet het minste belang stelde in hetgeen de huis- heer hem meedeelde aangaande de bewo- ners der eerste, tweede en derde verdie ping, fatsoenlijke menschen, zooals hij al dadelijk had gedacht. En dan, zeide Robinet, heb ik op de vierde en bovenste verdieping nog 2 huur ders. Dat waren juist de menschen die Milloc hebben moest, maar op onverschilligen toon vroeg hij: Wie zijn dat? Links wonen de Pinchards. Links, herhaalde de detectieve in gedach ten, daar ben ik geweest. En hardop: Hoeveel? Drie personen, moeder, zoon en dochter. Beroep? Stoelenmatters. Fatsoenlijke menschen? Rapalje Milloc deed, alsof dit forsche antwoord hem verschrikte en hij vroeg verwonderd: TWEEDE KAMER. Grondwetsherziening. In de vergadering van Woensdag kwam aan de orde het inkomen der Kroon, het- welk de regeering heeft voorgesteld te verdubbelen, van f 600.000 op f 1.200.000. Oorspronkelijk deed zij dit niet, maar na aandrang uit de Kamer nam zij het denk- beeld der Staatscommissie tot verdubbe- ling over. Onmiddelijk vroeg de Minister van Bin- nenl. Zaken het woord, om mede te dee- ien, dat het Hare Majesteit de Koningin gebleken is, dat het de wensch van het kabinet en van het volk is, om bij de ont- vangst van vreemde Staatshoofden volledig den koninklijken staat op te houden. Dan echter, kan Hare Majesteit de ujtgaven niet houden binnen de perken, waarbinnen Zij ze in de laatste iaren gehouden heeft. Voor die meerdere uitgaven zai Hare Ma jesteit dan putten uit het bedrag, waar mee haar inkomen wordt verhoogd. Ziji zal dat bedrag in geen geval overschreiden en streven naar de grootst mogelijke zui- nigheid. In de vergadering van gisteren werd de behandeling voortgezet. De heer Bijleveld (v.-d.) verklaart voor zichzelf, niet namens den Vrijheidsbohd te spreken. Srp. kan niet meegaan met het regeeringsvoorstel betreffende het inko men van de Kroon, zulks met het oog op den toestand van de schatkist. De heer Troelstra (s.-d.) betoogt, dat het Kroondomein staatseigendom is, in ge- bruik afgestaan aan de Kroon als deel van het inkomen des Konings, en eischt van de regeering cijfers omtrent de opbrengst Spr. uit zijn verbazing over de Woensdag door den Minister afgelegde verklaring. Geen enkel belang vordert grooter luister van het koningschap. De heer de Kanter (v.-b.) verklaart, dat de Vrijheidsbond, op den heer Bijleveld na, zal stemmen voor het regeeringsvoorstel. Spr. maakt zich los van de verklaring van den Minister. De heer Beumer (a.-r.) vraagt van den Minister de erkenning, dat diens ver klaring de Koningin niet bindt voor de toe- komst of Haar den plicht toti rekening en verantwoording oplegt. Spr. is voor de voorgeatelde verhooging van het inkomen van de Kroon. Hoe zoo? Werken doen ze weinig of in 't geheel niet, maar drinken des te meer. Waar leven zij dan van? Dat mag Joost weten, maar ik wou dat ik hen kwijt was. Zijn ze misschien van dat? En Milloc maakte een handbeweging om stelen aan te duiden. Best mogelijk. Als werktuigelijk vroeg hij verder: En de huurder rechts? Ook niet veel soeps. Hoe heet hij? Jacques Belami. Getrouwd Ja- De detectieve daeht even na. Die naam Jacques Belami kende hij niet maar na het weinige, wat de huisheer al gezegd had wilde hij er meer van weten, dus vroeg hij: Hoe oud is de man? Omstreeks 40 jaar. En de vrouw Ook zoo wat. Wat is zij voor een mensch? Een arme stakker, die een waar honden- leven heeft, "want zij krijgt meer slaag dan eten. Zij wordt altijd met haar bij- naam genoemd. Hoe luidt die? Bicherelle. De heer Kolthek (C.-P.) is tegen de ver hooging, voorai, omdat velen georek lijden. De heer Marchant (v.-d) keurt de verkla ring van den Minister af. Spreker zal niet medewerken tot de voorgestelde verhooging van het inkomen, zoolang de regeering niet mededeelt, hoeveei inkomen de Kroon ge- niet uit de domeinen. De heer Kolkman (r.-k.) verklaart, dat de katholieken voor de verhooging zulien stemmen, doch zich geheel losmaken van de verklaring van de regeering. De heer Schokking (c.-h.) legt een gelijke verklaring af namens de christelijk-histo- rischen. De heer Van der Laar (c. s. p.) noemt de regeeringsverklaring inconstitutioneel en is tegen de verhooging. De Minister van Binnenlandsche zaken, de heer Ruys de Beerenbrouck wijst er op, dat het hoofd van den staat alleen kan oor deelen over de noodzakeliikheid van een ver hoogd inkomen. Daarom ziet spreker in zijn mededeeling, die geen regeeringsdaad was, niets bijzonders. Het verhoogde inkomen is maximum. De Koningin zal niets meer toucheeren dan noodig is in verband met de relaties met vreemde staatshoofden. De Mi nister blijft weigeren mede te deelen, hoe veel het kroondomein opbrengt. EEN ONTPLOFFING AAN BOORD VAN DE K. 4. Uit Colombo wordt geseind, dat er een ontploffing heeft plaats gehad aan boord van de Nederlandsche onderzeeboot K IV, onder bevel van luitenant ter zee lste klasse W. K. Maurits, Maandag op haar reis van Vlissingen naar Nederl. Oost-Indie aldaar aangekomen. Een matroos is gedood, en twee matrozen werden gewond. Men denkt, dat de ontploffing te wijten is aan ophoo- ping van gas in den accumulator. Een nader telegram meldt, dat ook een der twee gewonde matrozen overleden is. Aan het ministerie van Marine, was gls- termorgen nog niets van het ongeluk bekend. BEPERKING VAN DEN VACINE- DWANG. Naar aanleiding van het, dezer dagen aan het Volk ontleende, bericht omtrent beperking van den vacineawang, is aan het departement van arbeid aan de Tel. meegedeeld, dat een herziening van de wet op de besmettelijke ziektlen in voor- ontwerp gereed is. Daarbij zal vanzelf ook het vaccine-vraagstuk onder de oogen gezien moeten worden. Er is echter nog geen enkele beslissing van welkeh aard dan ook genomen. De herzienig >ver- keert nog in het stadium van voorberei- ding. SUIKERBIETMISERE! De lage suikerprijs en de sterke neiging tot rotting bij de suikerbieten van den oogst 1921 hebben de directie van een der fabrieken in het Noorden ertoe gebracht om den verbouwers in overweging te ge ven het nog niet afgeleverde deel van den oogst geheel of gedeeltelijk tot veevoeder te bestemmen. Wenschen de boeren ech ter toch met levering aan de fabriek door te gaan, dan moeten ze het geoogste pro- op een bepaalde wijze bewaren, op'dat de neigingen tot bederf zoo veel mogelijk worden beperkt. Hbld. DE N1EUWE M1L1TIEWET EN DE LEGER-KAMPEN. Naar het Dgbl. van N.-Br. meidt, wordt druk gewerkt aan de ontwerpen en samen- stelling der legerkampen l'ngevolge de ge- wijzigde Militiewet-Van Dijk. Het licht in de bedoeling vier leger kampen op te richten, waarvan een komt in de nabijheid van Breda. Elk legerkamp zal o.a. bevatten gebou- wen voor godsdienstoefeningen, kampge- bouwen voor 4000 man, militaire tehuizen enz. Deze gebouwen zijn berekend voor den tijd van dertig jaar en kosten voor de vier kampen te zamen nauwelijks meer dan de nieuwbouw van een flinke rnoderne kazerne zou bedragen. Het betreffende ontwerp kan binnehkort worden tegemoet gezien. Aha, dacht de detectieve, ook een oude kennis. En hij vervolgde: Die Jacques Belami schijnt dus alles behalve een net mensch te zijn. Het is een ruwe kerel en daarbij zoo sterk als een stier, waar hij wel wat op lijkt ook, met zijn breede schouders en zijn zwaren nek. Wat is zijn beroep? Werkman. Wat werkt hij? Hij sjouwt aan de kade van Bersy, ten minste zooals hij zegt. Maar u gelooft er niet veel van? Hij is zeer bevriend met de Pinchards en dat zegt mij genoeg. Ik geloof dat hij vroeger zeeman is geweest. Waarom gelooft u dat? Aan zijn manier van spreken, waarbij hij allerlei zeemanstermen gebruikt als: bakboord, stuurboord, loeverij, kielzog en meer van dien aard. J a, dat kan wel. Milloc wist genoeg. Hij bedankte Robinet voor zijn inlichtin gen en ging heen. Met haastige schreden keerde hij naar de prefectuur terug. |Hij wilde nog e»ens de registers nazien, teneinde de nu verkregen inlichtingen te vergelijken met hetgeen daar was opge- teekend. INGEZO.NDEN MEDEDEELINGEN wordt men gemakkelijk wan- neer men bij een verkoudheid in de adgmhalingsorganen enkeleLakerol-Pa?tiiles in den mond laat smelten. Zij zijn verfrissrhend en weldadig. Overal verkrijo' bij apothekers en de meeste hand..a. a FI. 0.50 per doos. 22. HERZIENING PACHTCONTRACT. Naar het Ned. Corr.--bureau ons meklt, is bij den Raad van State de overweging aanhangig gemaakt van een ontwerp van wet tot vaststelling, op nieuw„ der artikelen 1628 tot en met 1632 van het Burgerlijk Wetboek (herziening pachtcontract). EEN INCIDENT. Toen de koning en ko'nigin Zondagmid- dag te I.onden de St. Martin-in-the Fields' Kerk verlieten, waar zij het tweehonderdja- rig bestaan van dat bedehuis hadden me- de-gevierd, Hep een vrouw uit de menigte op hen toe met het doel de koningin een pakje over te reiken. Zij slaagde daarin niet dadelijk want de koningin was reeds in den auto gegaan en toen de vrouw het pakje wilde overreiken werd zij daarin verhinderd door een lakei en den vicaris der kerk. De koning, die alles gezien had. sprak de vrouw toe. Hij zeide haar het pakje aan zijn stain:eester te geven en dan, zoo verzekerde hij haar, zou de koningin. ten paleize teruggekeerd, zeker de petibe lezen. DE DALING DER DUITSCHE VALUTA. Ongerustheid te Parijs. De Parijsche pers geeft blijk van onge rustheid over de daiing van den markkoers en de geyolgen, welke daaruiit kunnen voortvloeien, met name wat betreft het vraagstuk der schadeloostelling. Men wijst er op, dat de Duitsche regeering den uitvoer van het kapitaal der Duitsche nij- verheid aanmoedigt en vergemakkerijkt, welk kapitaal dagelijks in buitenlandsche waarde wordt omgezet. Dit is in strijd met de beloften van de Duitsche regeeriug, die jegens de waarborgcommissie de ver- plichting op zich nam, de vordering der geallieerden te waarborgen. In verband hiermedc dringen de bladen er op aan, dat Frankrijk spoedig de noodige maatre- gelen za! nemen om Duitschland te nood- zaken, zijn verplichtingen te eerbiedigen. De „Echo de -Paris" meidt; dat Mille- rand Dinsdag geruimen tijd heeft gecon- fereerd met de Ministers die rechtstfeeks bij het vraagstuk der schadeioosstelli(ng zijn betrokken. Naar verluidt, zouden er ernstige maat- regelen overwogen worden. TER NEUZEN, 11 NOVEMBER 1921. BOND VOOR STAATS- PENSIONNEER1NG. De afdeeling Ter Neuzen van den Bond voor Staatspensionneering kan met welge- vallen op het deze week door haar geteverd werk terugzien. Zooals bekend word! door deze afdeeling sedert de invoering der in- validiteits- en ouderdomsverzekering ge- tracht aan ouden van dagen, wie het niet mogelijk is de premie te betaien voor het te verkrijgen ouderdomspensioen daarbij steun verleend. Eenige jaren heeft men daarvoor een fonds weten bijeen te krijgen door het geven eener propaganda-uitvoering. Ook deze week hebben deze op Dinsdag en Woensdag plaats gehad. Zij hadden ve<; bijval. Op de Ljsten die te voren circuleer- den was bevredigend geteekend en leverde ook een goed bezette zaal op Dinsdagavond een goede bijdrage voor het welslagen van Toen hij op zijn kantoor kwam, zaten 2 speurders daar op hem te wachten, agen- ten die ook bij de expeditie Van de bar- riere crltalic waren geweest: Pierre, die daar als timmennan was ver- momd en Buquet, die er voor coco «t- speeld had. Hij had hen beiden op onderzoek uitor- brengen kwamen hun raPPort uit- loc^3* JU"'e ontdekt? vroeg Mil- JJiefstalien, antwoordde Pierre Hoeveel? Twee. Waar? In de buitenwijken. Alweer? Er schijnt een bende aan het werk te zijn buiten de barriSres. Ja, ik geloof wel dat ik die bende ken. Hij wendde zich daarop tot Bucuet en vroeg: Waar ben jij geweest? Ook in de buitenwijken. Lees je rapport voor, Pierre. (Wordt vervolgd). l^fygW mFPS^V' '•^7.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1