ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTEHTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANBEREfi
EZOND
No. 7222
Vrijdag 11 November 1921.
69e Jaarg-ang.
Strandvonderij.
Uit het hooge Noorden.
STBIJD
FEUILLETON.
BINNENLAND.
"1 U I T E N L A S D,™
BJSBSTB BXjA-D-
De Burgemeester van TER NEUZEN,
verzoekt alien, die goederen opgevischt
of onder hunne berusting hebben, afkomstig
van het Engelsche schip „EXCHANTRESSE",
bij hem aan te brengen. "JM,:
f er Neuzen, 12 November 1921.
De Burgemeester-Strandvonder,
J. HUIZ1NGA.
IX.
Nu korn ik aan een teeder onderwerp:
prof. Holland. De lezers van ons blad heb
ben waarschijnlijk wel gehoord, dat prof.
Bolland een zeer geruchtmakende rede heeft
gehouden, waarin hij de „Teekenen der
Tijden" besprak, een aanval deed op den
geheelen gang van zaken in politiek, eco-
nomisch en maatschappelijk opzicht, waar
in hij fel de democratic aanviel en de schuld
van al wat verkeerd was voor een groot deel
toekende aan het internationaal Jodendom.
Het gevolg hiervan is geweest, dat vooral
in de groote dagbladen een reeks protesten
afgedrukt is, en alles wat Jood is heftlg
vertoornd is geworden. Voeg daarbij, dat
deze wijsgeer indertijd uiterst scherp tegen
de R. Katholieken geschreven heeit, zoodat
al zijn sinds ongeveer 25 jaren verloopen,
hij bij onze Katholieke landgenooten slecht
staat aangeschreven.
Thans is de rede, die te Leiden, Amster
dam, Den Haag en Rotterdam is uitgespro-
ken, in druk uitgegeven. Ik heb de rede in
haar geheel gelezen en moet dan allereerst
dit zeggen, dat men niet oordeelen moet
naar de betrekkelijk korte krantenversla-
gen, omdat die verslagen, waarin slechts een
aantal krasse uitingen staan, een scheef
beeld geven. Daartegenover staat, dat in
de rede de baldzijden aan Israel gewijd mij
voorkomen een alleronrechtvaardigste aan
val te zijn op een deel onzer natie, waar-
onder men naast groote kunstenaars talrijke
groote geleerden aantreft. Wat prof. Bolland
over de Joden gezegd heeft, betreur ik on-
voorwaardelijk.
Maar het eigenlijk optreden van dezen
Leidschen hoogleeraar is een merkwaardig
teeken des tijds. Ook al is men het geheel
oneens met hem, dan moet erkend, dat bij
een deel van ons volk zijn rede grooten
bijval heeft gevonden. Ik heb menigeen ge-
sproken, die het in menig opzicht toejuichte,
dat Bolland zoo in het openbaar geoordeeld
heeft. En men kan er wel van op aan, dat
vele menschen over de richting van ons
staatsbeleid, het met hem eens zijn en even-
zoo oordeelen, dat de vruchten van dat be-
leid verwerpelijk zijn.
Laat mij allereerst iets zeggen over den
persoon. Wie kennismenomen heeft van de
breede reeks geschriften van Bolland, za!
dit beamen: Op dit oogenblik is hij: onze
grootste wijsgeer en onze grootste geleerde.
Hij bezit een universeele kennis, die bewon-
dering afdwingt. Er is misschien niemand
te vinden, die over zoovele uiteenloopende
vakken zooveel heeft gelezen, die zoo'n sta-
len geheugen bezit en die zoovele talen
grondig kent. En tegelijk is er niemand, die
zoo ijdel en verwaand is als hij, die zoo bru-
taal het zeggen durft, die zooveel leven
maakt en zooveel gewaagde en bestrijdbare
conclusies trekt. Een genie, maar behept met
de zeer groote fout, dat hij in zelfverblin-
ding telkens doorslaat en dat hij steeds vat-
baar is voor opvattingen, die indruischen
tegen wat de groote menigte aanvaardt.
Want terwijl hij eenerzijds buitengewoon
gevoelig is voor de instemming van ande-
ren, is hij anderzijds behept met de neiging
om de groote menigte, boven welke hij zicli
hoog verheven gevoelt, diep te minachten.
Eigenlijk vindt hij, dat hij meer weet dan
iedere andere professor en dat ongeleerde
menschen onbekwaam zijn om zijn wijsheid,
die hij „zuivere rede" noemt, te begrijpen.
Dus als iemand iets leert, dat in strijd is
met het algemeen gevoelen, is hij spoedig
geneigd hem bij te vallen. Het schijnt, dat er
nog nooit een professor is geweest, die zijn
leerlingen zoo geregeld uitscheldt voor „zie-
iige sturnperds, domooren, enz." Maar tege
lijk heeft hij ook buiten de Leidsehe univer-
siteit onder de jongere beoefenaars der we
tenschap een grooten aanhang van men
schen, die hem als beoefenaar der wijsbe-
geerte bewonderen.
jaar op jaar vindt hij in andere plaatsen
een kring, die hem gaarne hoort in een cur-
sus, waar de moeilijkste denkproblemen
worden beliandeid.
Nu spieekt het van zelt, dat het ondoen-
lijk is in dezen brief ook slechts een kort
overzicht te geven van de door hem geleerae
vv'ijsbegeerte. Maar ook al was net mogelijk
iets daarover in een paar kolom te vertei-
len, dan zouden mijn lezers er toch niets
van begrijpen. Laat mij daarom volstaan
met te vertellen, dat hij zonder eer.ige op-
leiding te hebben genoten zichzeL bekwaam-
de vooronderwijzer, daarna taalstudie's (ook
in oude talenbegon en de akte Engelsch
middelbaar onderwijs behaalde, waarbij de
hoogleeraars die hem examineerden, zoo
verbaasd waren over zijn buitengewone
begaafdheid, dat zij hem voorthielpen. Te
Batavia werd hij leeraar, kwam door ge-
sprekken met anderen ertoe zich te verdie-
pen in wijsgeerige geschriften en kennis te
nemen van de zoogenaamde rnoderne bijbel-
critiek.
Om dit goed te kunnen doen, leert hij
zichzell grondig latijn, grieksch, he-
breeuwsch. Al spoedig verscheen van zijn
hand een popuiaire uiteenzetting van de re-
sultaten, waartoe de beroemde Leidsehe
hoogleeraar Kuenen op Oud Testarnentisch-
gebied was gekomen en schreef hij een
reeks artike'.en van wijsgeerigen aard, die
in Hollandsche geleerde kringen buitenge
woon opgang maakten. Toen te'Leiden een
vacature ontstond werd Bolland, die nooit
universitaire opleiding genoten had, voor-
gedragen voor een benoeming tot hoog
leeraar in wijsbegeerte en op advies van
Minister Van Houten benoemd.
Als jong hoogleeraar onderwees hij de
wijsbegeerte van den Duitscher Eduard von
Hartmann, wiens denkbeelden door hem
werden aanvaard, totdat hij kennis maakte
met de geschriften van een anderen Duit
scher: Hegel, van wien hij een geestdriftig
bewonderaar werd en wiens wijsgeerig stel-
sel door hem verder werd uitgewerkt en
waarover hij eenige dikke boeken uitgaf,
waarvan de bestudeering door gewone men
schen uiterst zwaar is.
Had Bolland nu zich daarbij bepaald, hij
zou slechts zijn gevreesd door velen zijner
leerlingen, maar ternauwernood in Holland
teruggekomen gaf hij eep brochure uit,
waarin hij op hettige wijze de R. Katholie
ke kerk en het Pausdom aanviel. Hierin gaf
hij op zijn rnanier weder de resultaten van
het onderzoek, waartoe een Duitsch histori-
cus Karl Hase reeds jaren geleden geko
men was, die natuurlijk allang door Katho
lieken was bestreden.
Niemand minder dan de beroemde Dr.
Schaepman ging hem te lijf in een tweede
brochure, waarin deze dichter-staatsman
Bolland op zoo harde wijze onder handen
nam, dat ik mij niet herinner ooit een stuk
gelezen te hebben, waarin iemand zoo werd
afgemaakt. Bolland antwoordde met enkele
lijvige historische studies, waaruit bleelc
hoe buitengewoon belezen hij was in de his
toric van het Christendom der eerste acht
eeuwen.
In dezen pennestrijd, waaraan door ver-
schiilende geleerden is deelgenomen, wero
Bolland voor de Katholieken de gehate man
wegens de buitengewone felheid, waarmee
hij schreef. Maar men moet het goed be
grijpen: wat hij zeide, was inderdaad nie:
nieuw, want de door hem geuite beweringen
kan men aantreffen in uitvoerige werken van
Duitsche Protestantsche theologen.
Niettegenstaande zijn groote geleerdheid
heeft hij op 't gebied van theologie en his
toric de wetenschap geen stap yerder ge-
bracht. Of hij dit heeft gedaan op het gebied
der wijsbegeerte (zijn eigenlijke vak) is,
hoewel hij grooten opgang bij een deel zijner
leerlingen heeft gemaakt, aan twijfel oncier-
hevig. Want hij propageert de wijsbegeerte
van een ander en het is niet een eigen zelf-
aoordacht stelsel, dat hij geeft. Dit laatsre
heeft de Franschman Henri Bergson ge-
geven.
Wat is nu het biizondere van zijn rede,
die zoo groot rumoer heeft gewekt? Niet
anders dan dit, dat hij in den brutalen stijl,
waarover hij beschikt, een hevigen aanval
heeft gedaan op den gang van zaken in ons
land en daarin naast een aantal zeer over-
dreven dingen een reeks'uitspraken heeft
gedaan over den tegenwo.ordigen toestand,
waarin hij uiting heeft gegeven aan de ge-
heime gedachten van .Al van menschen,
die behooren tot hen, die ontevreden zijn
over de sociale maatregelen der regeering.
Maar men zegt niet: ik ben het met hem
eens, d.och: „hij heeft in een heeleboel din
gen loch wel wat gelijk." En ik geloof, dat
de man, die het tegen mij opmerkte, niet mis
zag, toen deze oordeclde: Zet Bolland in de
Tweede Kamer en hij snoert Wijnkoop den
mond. Inderdaad is de rede van Bolland
koren op den tnolen van alles wat conser-
vatief denkt. Toch is dat routief, want wie
tusschen de regels weet door te lezen, beseft
dat die rede niet anders bedoelt te zijn dan:
een noodkreet, omdat bij ons tegenwoordig
regeeringsstelsel het intellect, de weten
schap dreigt te worden doodgedrukt, omdat
door de menigte personen zonder kennis of
wetenschap naar voren worden "geschoven.
Die rede is een mislukte poging om aan de j
natie voor te houden, dat noch arbeider,
noch kapitalist gezag en macht hebben
moet, maar dat dit gezag behoort te berus-
ten bij de mannen der wetenschap.
T. g. T.
77)
VIII.
De buurman van de Pinchards
In Je laatste dagen gunde Milloc zich
geen oogenblik rust meer.
Met zijn doel steeds voor oogen, de
aanhouding van Galgenaas en zijn geheele
bende, werkte hij in koortsachtigen ijver
voort, om dit resultaat te bereiken, maar
ditmaal wilde hij zeker zijn van het suc-
ces.
Daarom legde hij, bij de vervolging van
de misdadigers een onvermoeibare werk-
zaamheid aan den dag.
Als een generaal, die voorzichtig zijn
veldtochtplan ontwerpt, alvorens tot den
aanval over te gaan, w^ilde hij al zijn ver-
spreide vijanden op een punt bjjeendrijven J
en hen van alle kanten insluiten, teneinde i
hen met een slag te verpletteren.
Denzelfden dag waarop hij Micaud gear-
resteerd had en nauwelijks een uur na het
eerste verhoor van Lesage door den rech-
ter van instructie, begaf hij zich naar de
rue du Jardinet, waar hij aanbelde op de
eerste verdieping van het door de familie
Pinchard bewoonde huis.
Daar woonde Robinet, de eigenaar van
%tvtpm ^uis, die zijn brood verdiende met het
MI so A A 0 vervaardigen van portemonnaies.
Milloc gaf zich tegenover hem uit voor
gemeente-arnbtenaar die inlichtingen kwam
inwinnen betreffende zijn huurders voor
de piaatselijke belasting.
Het spreekt vanzelf dat hij niet het
minste belang stelde in hetgeen de huis-
heer hem meedeelde aangaande de bewo-
ners der eerste, tweede en derde verdie
ping, fatsoenlijke menschen, zooals hij al
dadelijk had gedacht.
En dan, zeide Robinet, heb ik op de
vierde en bovenste verdieping nog 2 huur
ders.
Dat waren juist de menschen die Milloc
hebben moest, maar op onverschilligen
toon vroeg hij:
Wie zijn dat?
Links wonen de Pinchards.
Links, herhaalde de detectieve in gedach
ten, daar ben ik geweest.
En hardop:
Hoeveel?
Drie personen, moeder, zoon en dochter.
Beroep?
Stoelenmatters.
Fatsoenlijke menschen?
Rapalje
Milloc deed, alsof dit forsche antwoord
hem verschrikte en hij vroeg verwonderd:
TWEEDE KAMER.
Grondwetsherziening.
In de vergadering van Woensdag kwam
aan de orde het inkomen der Kroon, het-
welk de regeering heeft voorgesteld te
verdubbelen, van f 600.000 op f 1.200.000.
Oorspronkelijk deed zij dit niet, maar na
aandrang uit de Kamer nam zij het denk-
beeld der Staatscommissie tot verdubbe-
ling over.
Onmiddelijk vroeg de Minister van Bin-
nenl. Zaken het woord, om mede te dee-
ien, dat het Hare Majesteit de Koningin
gebleken is, dat het de wensch van het
kabinet en van het volk is, om bij de ont-
vangst van vreemde Staatshoofden volledig
den koninklijken staat op te houden. Dan
echter, kan Hare Majesteit de ujtgaven
niet houden binnen de perken, waarbinnen
Zij ze in de laatste iaren gehouden heeft.
Voor die meerdere uitgaven zai Hare Ma
jesteit dan putten uit het bedrag, waar
mee haar inkomen wordt verhoogd. Ziji
zal dat bedrag in geen geval overschreiden
en streven naar de grootst mogelijke zui-
nigheid.
In de vergadering van gisteren werd de
behandeling voortgezet.
De heer Bijleveld (v.-d.) verklaart voor
zichzelf, niet namens den Vrijheidsbohd
te spreken. Srp. kan niet meegaan met het
regeeringsvoorstel betreffende het inko
men van de Kroon, zulks met het oog op
den toestand van de schatkist.
De heer Troelstra (s.-d.) betoogt, dat
het Kroondomein staatseigendom is, in ge-
bruik afgestaan aan de Kroon als deel van
het inkomen des Konings, en eischt van
de regeering cijfers omtrent de opbrengst
Spr. uit zijn verbazing over de Woensdag
door den Minister afgelegde verklaring.
Geen enkel belang vordert grooter luister
van het koningschap.
De heer de Kanter (v.-b.) verklaart, dat
de Vrijheidsbond, op den heer Bijleveld na,
zal stemmen voor het regeeringsvoorstel.
Spr. maakt zich los van de verklaring van
den Minister.
De heer Beumer (a.-r.) vraagt van
den Minister de erkenning, dat diens ver
klaring de Koningin niet bindt voor de toe-
komst of Haar den plicht toti rekening en
verantwoording oplegt.
Spr. is voor de voorgeatelde verhooging
van het inkomen van de Kroon.
Hoe zoo?
Werken doen ze weinig of in 't geheel
niet, maar drinken des te meer.
Waar leven zij dan van?
Dat mag Joost weten, maar ik wou dat
ik hen kwijt was.
Zijn ze misschien van dat?
En Milloc maakte een handbeweging om
stelen aan te duiden.
Best mogelijk.
Als werktuigelijk vroeg hij verder:
En de huurder rechts?
Ook niet veel soeps.
Hoe heet hij?
Jacques Belami.
Getrouwd
Ja-
De detectieve daeht even na.
Die naam Jacques Belami kende hij niet
maar na het weinige, wat de huisheer al
gezegd had wilde hij er meer van weten,
dus vroeg hij:
Hoe oud is de man?
Omstreeks 40 jaar.
En de vrouw
Ook zoo wat.
Wat is zij voor een mensch?
Een arme stakker, die een waar honden-
leven heeft, "want zij krijgt meer slaag
dan eten. Zij wordt altijd met haar bij-
naam genoemd.
Hoe luidt die?
Bicherelle.
De heer Kolthek (C.-P.) is tegen de ver
hooging, voorai, omdat velen georek lijden.
De heer Marchant (v.-d) keurt de verkla
ring van den Minister af. Spreker zal niet
medewerken tot de voorgestelde verhooging
van het inkomen, zoolang de regeering niet
mededeelt, hoeveei inkomen de Kroon ge-
niet uit de domeinen.
De heer Kolkman (r.-k.) verklaart, dat
de katholieken voor de verhooging zulien
stemmen, doch zich geheel losmaken van de
verklaring van de regeering.
De heer Schokking (c.-h.) legt een gelijke
verklaring af namens de christelijk-histo-
rischen.
De heer Van der Laar (c. s. p.) noemt
de regeeringsverklaring inconstitutioneel en
is tegen de verhooging.
De Minister van Binnenlandsche zaken,
de heer Ruys de Beerenbrouck wijst er op,
dat het hoofd van den staat alleen kan oor
deelen over de noodzakeliikheid van een ver
hoogd inkomen. Daarom ziet spreker in zijn
mededeeling, die geen regeeringsdaad was,
niets bijzonders. Het verhoogde inkomen is
maximum. De Koningin zal niets meer
toucheeren dan noodig is in verband met de
relaties met vreemde staatshoofden. De Mi
nister blijft weigeren mede te deelen, hoe
veel het kroondomein opbrengt.
EEN ONTPLOFFING AAN BOORD
VAN DE K. 4.
Uit Colombo wordt geseind, dat er een
ontploffing heeft plaats gehad aan boord
van de Nederlandsche onderzeeboot K IV,
onder bevel van luitenant ter zee lste klasse
W. K. Maurits, Maandag op haar reis van
Vlissingen naar Nederl. Oost-Indie aldaar
aangekomen. Een matroos is gedood, en
twee matrozen werden gewond. Men denkt,
dat de ontploffing te wijten is aan ophoo-
ping van gas in den accumulator.
Een nader telegram meldt, dat ook een
der twee gewonde matrozen overleden is.
Aan het ministerie van Marine, was gls-
termorgen nog niets van het ongeluk bekend.
BEPERKING VAN DEN VACINE-
DWANG.
Naar aanleiding van het, dezer dagen
aan het Volk ontleende, bericht omtrent
beperking van den vacineawang, is aan
het departement van arbeid aan de Tel.
meegedeeld, dat een herziening van de
wet op de besmettelijke ziektlen in voor-
ontwerp gereed is. Daarbij zal vanzelf
ook het vaccine-vraagstuk onder de oogen
gezien moeten worden. Er is echter nog
geen enkele beslissing van welkeh aard
dan ook genomen. De herzienig >ver-
keert nog in het stadium van voorberei-
ding.
SUIKERBIETMISERE!
De lage suikerprijs en de sterke neiging
tot rotting bij de suikerbieten van den
oogst 1921 hebben de directie van een der
fabrieken in het Noorden ertoe gebracht
om den verbouwers in overweging te ge
ven het nog niet afgeleverde deel van den
oogst geheel of gedeeltelijk tot veevoeder
te bestemmen. Wenschen de boeren ech
ter toch met levering aan de fabriek door
te gaan, dan moeten ze het geoogste pro-
op een bepaalde wijze bewaren, op'dat de
neigingen tot bederf zoo veel mogelijk
worden beperkt. Hbld.
DE N1EUWE M1L1TIEWET EN DE
LEGER-KAMPEN.
Naar het Dgbl. van N.-Br. meidt, wordt
druk gewerkt aan de ontwerpen en samen-
stelling der legerkampen l'ngevolge de ge-
wijzigde Militiewet-Van Dijk.
Het licht in de bedoeling vier leger
kampen op te richten, waarvan een komt in
de nabijheid van Breda.
Elk legerkamp zal o.a. bevatten gebou-
wen voor godsdienstoefeningen, kampge-
bouwen voor 4000 man, militaire tehuizen
enz. Deze gebouwen zijn berekend voor
den tijd van dertig jaar en kosten voor
de vier kampen te zamen nauwelijks meer
dan de nieuwbouw van een flinke rnoderne
kazerne zou bedragen.
Het betreffende ontwerp kan binnehkort
worden tegemoet gezien.
Aha, dacht de detectieve, ook een oude
kennis.
En hij vervolgde:
Die Jacques Belami schijnt dus alles
behalve een net mensch te zijn.
Het is een ruwe kerel en daarbij zoo
sterk als een stier, waar hij wel wat op
lijkt ook, met zijn breede schouders en zijn
zwaren nek.
Wat is zijn beroep?
Werkman.
Wat werkt hij?
Hij sjouwt aan de kade van Bersy, ten
minste zooals hij zegt.
Maar u gelooft er niet veel van?
Hij is zeer bevriend met de Pinchards en
dat zegt mij genoeg. Ik geloof dat hij
vroeger zeeman is geweest.
Waarom gelooft u dat?
Aan zijn manier van spreken, waarbij
hij allerlei zeemanstermen gebruikt als:
bakboord, stuurboord, loeverij, kielzog en
meer van dien aard.
J a, dat kan wel.
Milloc wist genoeg.
Hij bedankte Robinet voor zijn inlichtin
gen en ging heen.
Met haastige schreden keerde hij naar
de prefectuur terug.
|Hij wilde nog e»ens de registers nazien,
teneinde de nu verkregen inlichtingen te
vergelijken met hetgeen daar was opge-
teekend.
INGEZO.NDEN MEDEDEELINGEN
wordt men gemakkelijk wan-
neer men bij een verkoudheid
in de adgmhalingsorganen
enkeleLakerol-Pa?tiiles in den
mond laat smelten. Zij zijn verfrissrhend
en weldadig. Overal verkrijo' bij
apothekers en de meeste hand..a. a
FI. 0.50 per doos. 22.
HERZIENING PACHTCONTRACT.
Naar het Ned. Corr.--bureau ons meklt,
is bij den Raad van State de overweging
aanhangig gemaakt van een ontwerp van
wet tot vaststelling, op nieuw„ der artikelen
1628 tot en met 1632 van het Burgerlijk
Wetboek (herziening pachtcontract).
EEN INCIDENT.
Toen de koning en ko'nigin Zondagmid-
dag te I.onden de St. Martin-in-the Fields'
Kerk verlieten, waar zij het tweehonderdja-
rig bestaan van dat bedehuis hadden me-
de-gevierd, Hep een vrouw uit de menigte
op hen toe met het doel de koningin een
pakje over te reiken. Zij slaagde daarin
niet dadelijk want de koningin was reeds
in den auto gegaan en toen de vrouw het
pakje wilde overreiken werd zij daarin
verhinderd door een lakei en den vicaris
der kerk. De koning, die alles gezien had.
sprak de vrouw toe. Hij zeide haar het
pakje aan zijn stain:eester te geven en dan,
zoo verzekerde hij haar, zou de koningin.
ten paleize teruggekeerd, zeker de petibe
lezen.
DE DALING DER DUITSCHE
VALUTA.
Ongerustheid te Parijs.
De Parijsche pers geeft blijk van onge
rustheid over de daiing van den markkoers
en de geyolgen, welke daaruiit kunnen
voortvloeien, met name wat betreft het
vraagstuk der schadeloostelling. Men
wijst er op, dat de Duitsche regeering den
uitvoer van het kapitaal der Duitsche nij-
verheid aanmoedigt en vergemakkerijkt,
welk kapitaal dagelijks in buitenlandsche
waarde wordt omgezet. Dit is in strijd
met de beloften van de Duitsche regeeriug,
die jegens de waarborgcommissie de ver-
plichting op zich nam, de vordering der
geallieerden te waarborgen. In verband
hiermedc dringen de bladen er op aan,
dat Frankrijk spoedig de noodige maatre-
gelen za! nemen om Duitschland te nood-
zaken, zijn verplichtingen te eerbiedigen.
De „Echo de -Paris" meidt; dat Mille-
rand Dinsdag geruimen tijd heeft gecon-
fereerd met de Ministers die rechtstfeeks
bij het vraagstuk der schadeioosstelli(ng
zijn betrokken.
Naar verluidt, zouden er ernstige maat-
regelen overwogen worden.
TER NEUZEN, 11 NOVEMBER 1921.
BOND VOOR STAATS-
PENSIONNEER1NG.
De afdeeling Ter Neuzen van den Bond
voor Staatspensionneering kan met welge-
vallen op het deze week door haar geteverd
werk terugzien. Zooals bekend word! door
deze afdeeling sedert de invoering der in-
validiteits- en ouderdomsverzekering ge-
tracht aan ouden van dagen, wie het niet
mogelijk is de premie te betaien voor het te
verkrijgen ouderdomspensioen daarbij steun
verleend. Eenige jaren heeft men daarvoor
een fonds weten bijeen te krijgen door het
geven eener propaganda-uitvoering.
Ook deze week hebben deze op Dinsdag
en Woensdag plaats gehad. Zij hadden ve<;
bijval. Op de Ljsten die te voren circuleer-
den was bevredigend geteekend en leverde
ook een goed bezette zaal op Dinsdagavond
een goede bijdrage voor het welslagen van
Toen hij op zijn kantoor kwam, zaten
2 speurders daar op hem te wachten, agen-
ten die ook bij de expeditie Van de bar-
riere crltalic waren geweest:
Pierre, die daar als timmennan was ver-
momd en Buquet, die er voor coco «t-
speeld had.
Hij had hen beiden op onderzoek uitor-
brengen kwamen hun raPPort uit-
loc^3* JU"'e ontdekt? vroeg Mil-
JJiefstalien, antwoordde Pierre
Hoeveel?
Twee.
Waar?
In de buitenwijken.
Alweer?
Er schijnt een bende aan het werk te
zijn buiten de barriSres.
Ja, ik geloof wel dat ik die bende ken.
Hij wendde zich daarop tot Bucuet en
vroeg:
Waar ben jij geweest?
Ook in de buitenwijken.
Lees je rapport voor, Pierre.
(Wordt vervolgd).
l^fygW mFPS^V'
'•^7.