ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Mo 7202 Maandag 26 September 1921. *3 M8WP si la a la te 69e Jaargang. Bekendmaking'. STRIJB RBH MISBMB. ISP §|S ip% an M I L I T I E. I L t T I E. BINNENLAND. BUITEN LAND. Smid-Bankwerkers en Hoefsmeden, FEUILLETOff. Opleiding yan letelingen der Militielichting 1922 tot tot Ziegenverpleger of tot Ziekendrager. ■xm>i la IM I^P Voorts zijn op desenen, die een derge- Ijjke verbintenis hebben aangegaan, nog van toepassiDg sommige voor dienstplichtige geldende brpaliDgen van de Militie- en de Landweerwet. Opleiding tot verzorger bij den Rijks postduivendienst. 68) Het was een verschrikkelijke, afgrijselijke gewaarwording, die de ongelukkige onder- vond, bij niets te vergelijken, want deze put was nu voor hem zooveel als een levend graf geworden. Wat zou hij er niet voor gegeven hebben, wanneer hij op dit oogenblik weer op den bovengrond was geweest, in de openlucht, beschenen door de zon, zelfs al had een leger van politieagenten hem op de hielen gezeten. Hij sidderde en mompelde met half ver- stikte stem: O, God! O, God! Ik ben verloren. Ik ben een man des doods! Daarbij deed hij nog een vreeselijke ont- dekking. De steen, waarop hij zat, de beenen af- hangend in de ledige ruimte, helde eenigs- zins af en was glad door den uitslag van de vochtigheid. En hij voelde dat hij afgleed. In hqj. verzoekschrift, (lienen te worden vermeld De dienstplichtige verbindt zich Hij gleed langzaam, zeer langzaam, schier onmerkbaar, maar hij behoefde slechts een paar decimeters te glijden om er af te vallen. En het was hem onmogelijk, zich vast te houden. Niets om hem heen dan die gladde, voeh- tige, glibberige muur. En hij kon zich niet verroeren, want de rninste beweging zou slechts zijn val ver- haast hebben. De ellendeling voelde zijn haren te berge rijzen. Door een instinctmatige beweging, die hij onwillekeurig maakte, bracht hij' zijn beide handen onder den steen, om daar een steunpunt te zoeken. Deze beweging, die hem noodlottig had kunnen worden, was juist zijn behoud. Hij begreep het onmiddellijk en her- ademde. Onder dezen steen hadden zijn handen een dikke laag mos gevoeld, die zich daar gevormd had. Zijn vingers drongen er diep in, klemden er zich aan vast en zoodoende had hij een steunpunt gevonden, dat hem voor verder afglijden behoedde. Hij was dus gered. En toch kon hij er zich niet over ver- ST A ATSBEGROOTIN G VOOR 1922. Blijkens de financieele nota worden voor 1922 geraamd gewone inkomsten 590.908 425.06ys, uitgaven 638.964.445.38, dus tekort. 48.056.820.31%. Buitengew. inkomsten 15 681.818.06, uitgaven 207.166.519.50, tekort de som van 191.478 711.44. Grisisdienst tekort 8 446.288. Tot .al inkomsteq f 606.590.233,121/2, nitgaven J 844.571.'252,82, tekort de som van 247.984 019.75%. Stelt men de rammgen der ontvangsten en uitgaven tegenover elkander, dan vindt men, dat geraamd wordt Uitgaven: gew. dienst 638 964.44." .20, buitergewoon f 207 166.519 50, crisisd. 8 446.288, totaal 854 571.252.38. Ontvangstengewoue dienst de som van f 590.908 425.06, buitengewoon /15.681.808.06 tot 606.590.233.12%. Tekort respect 48.056 020.31%, 191.478.711.44. 8.446.288 en de som van 247.981 019.75%. Het tekort op den gewonen dienst ad 48.056 020 HI1/, i; niet dan na ingrjj- pende besparing op ta! van aanvankelijk uitgetrokken nuttige uitgaven bereikt. Met tientallen mil doenen is de oorspron- keljjke raming verainderd. Het tekort vindt in hoofdzaak niet zijn grond in het voordragen van betwistbare, niet-verplichte, nieuwe uitgaven. De voornaamste oorzaak van den tegen- woordigen toestand is het feit, dat het voidoen aan de wetteljjke verplichtingen in de laatste jaren op den Staat gelegd, uit- gaat boven de capaciteit van de thans voorbanden middelen. Wjj zijn als volk in den toestand geraakt van te leven boven onze kracht. De crisislasten hebben aan het tekort geen deel. De crisisdienst had een naar omstandigheden niet onbevredigend verloop. Van de ruim 2100 millioen crisisuitgaven (tot en met 1920) is ongeveer 880 millioen rechtstreeks gedekt uit de opbrengst der O W.-belastiDg en uk -ndere middelen. De overige 1220 millioen zijn gevonden uit leeningeD, waarvan de rente en adossing thans meer ddti gedekt worden door de in komsten van het leeningsfonds 1914, welke op het oogenblik de Verdedigingsbelas- ting inbegrepeD een kleine 100 millioen bedragen. Wanneer geen crisislasten te dragen waren geweest en niettemin die extra heffingen waren ingevoerd, zouden 100 millioen meer voor den gewonen dienst beschikbaar zijn geweest, doch dit zou niet afdoende zijn geweest. In 1920 o.v. is de raming der gewone ontvangsten met ruim 184 millioen door de uitkomst overschreden en toch heeft de dienrt een tekort opgeleverd ten gevolge van suppletoire aanvragen. De moeilgkheid hebben gebracht de ver- scbijnselen, welke de oorlogscrisis hebben begeleid en daaruit zijn voortgevloeid. Een particulier, die boven zijn bracht komt te leven gaat zich bekrimpen. Voor den Staat schijnt geen andere uitweg mo- gelijk. Als voornaamste oorzaak wordt in de millioenennota genoemd bet feit, dat het voidoen aan de wetteljjke verplichtingen, in de laatste jaren aan den staat opgelegd uitgaat boven de capaciteit van de thans voorbanden middelen. Van verhooging der lasten kan in de toekomst wel nauwelijks sprake zijn, nu reeds 35 pet. van het nationaal inkomen betaald wordt aan heffingen voor rijb, provincie en gemeenten. Op grond van eeri en ander bestaat bjj de Regeering het voornemen le. van de indiening van nieuwe wets- ontwerpen, die geld kosten, anders dan bjj uiterste noodzaak, af te zien heugen. Hij moest zich van elke beweging nu verder absoluut onthouden en zijn beenen begonnen reeds te verdooven. Hoe zou het dan over eenige uren zijn? En na eenige uren? De honger. Reeds drong de koude door tot zijn bo- venlijf, dat tegen den killen, vochtigen put- wand was gedrukt. En wanneer het gevaar daarboven nu al mocht wijken, hoe zou hij dan hier weer uit komen? Hij zag er geen mogelijkheid toe. Zou hij dan aan den dood onder de guil lotine ontkomen om hier, in dezen noodlot- tigen put, den nog veel vreeselijker dood door den honger te sterven? Die gedachte maakte hem schier krank- zinnig. Eensklaps huiverde hij van afschuw. Hij voelde lange, ruige pooten, een zwaar, kil, kleverig lichaam, dat langzaam voort- kroop over zijn gelaat. Het was een geweldig groote spin, een leelijke, zwarte terugstuitende spin, zooals hij er reeds 2 had gezien op het oogenblik dat hij in den put wilde afdalen. Toch bleef hij onbewegelijk, rillend van afschuw, maar wonder, dat hij een van zijn 2e. den inhoud van reeds bjj de Staten- Generaal aanhangige wetsontwerpen, die vermeerdering van uitgaven meebrengen, voor zoover ze daarvoor eenigszins in aan merking komen, aanmerkeljjk te besnoeien 3e. door herziecing van bestaande, ook op wet of koninkljjk besluit berustende or- ganisaties en instellingen, aismede door versobering van den Staatsdienst in alle diensttakken, geen enkele uitgezonderd, be perking te brengen in de tegenwoordige vaste, waaronder ook op de wet berustende uitgaven. Tot dekking van bet bestaande tekort ad f 48.000.000 stelt de minister zich in de eerste piaats voor de extra aflossingen op de crisisleeningen voorshands te begin- met 1922, achterwege te laten, waardoor 15 millioen beschikbaar komt. Voorts rekent bij op het tot stand ko men der zegelbelasting (5 millioen meer) en grondbela8ting (20 millioen meer, die echter niet voor 1923 kunnen worden ont- vangen.) Het tekort van 5 millioen op den dienst der Posterjjen zal op den duur uit het bedrjjf zelf moeten worden gevonden. Of de daling der middelen nog sterker zal wordeD. is niet te voorspellen. DE ACT1E VAN DEN BOND VAN BELASTIN GB ETALERS. Door het Hoofdbestuur van den Neder- landschen Bond van Belastingbetalers is een request gestuurd aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, den tjjdeljjken voor- zitter van den Ministerraad, waarin verzocht wordt, de verdubbeling van het inkomen van de Kroon en van andere leden van het Koninkljjk Huis met in de Grondwet vast te leggen. Het Hoofdbestuur erkent de historische rechten van de Kroon op hooger inkomen. Het meent echter, dat door in deze dure tjjden het inkomen grondwetteljjk te fixeeren, in den LaDde het denkbeeld wordt gevoed, dat de duurte bljjvend zal zjjn. Er is echter, aldus het Hoofdbestuur van den Bond van BelsstiDgbetalers, een breede schare, die varigijjk naar het einde van de duurte verlangt en dit einde verwacht, nu in andere landen de koop- kracht van het geld weer begint toe te nemen. Daarom dient de wedde van de Kroon bjj speciale Rjjkswet te worden ge- regeld, die, in verband met de varieering van de koopkracht van het geld, periodiek moet worden herzien, terwjjl de Grondwet in dezen geest mnet worden gewjjzigd, desnoods met iermelding van een minimum- inkomen van de Kroon. Vervolgens wjjst. het Hoofdbestuur van den Bond van Belastingbetalers er op, dat het zeer orjuist is, de scbadeloosstelling voor de leden van de Tweede Kamer te verhoogen. Meent de Minister van Binnen landsche Zaken echter dat verhooging van schadeloosslelling aan ledeD van de Tweede Kamer niet achterwege mag blijven, dan mag in geen geval, aldus het request, deze verhooging van schadeloosstelling in de Hrondwet worden vastgelegd, maar moet volstaan worden met opneming van een maximum in de Grond wet, zoodat bjj iedere toenemiDg van de koopkracht van het geld, het de Kamer gemakkeljjk zal vallen de schadeloosstelling telkenmale in verhonding te verminderen. SPORT EN VERK1EZINGEN. Volgens „De Telegraaf" bestaat in ver- schillende sportkringen het voornemen in 1922 met een eigen lijst aan de Kamer- verkiezingen deel te nemeD. EEN PROFETEERENDE JAPAN NER. De voorspellingen van den Japanschen ziener Kodamo Donsjo, betreffende de a.s. conference te Washington, hebben, naar de nrFan Eastmeldt, in Japan groote handen, die om den steen geklemd waren, durfde loslaten. Tegelijkertijd hoorde hij menschelijke stemmen boven zich. Tevens werd aan het touw getrokken en met den emmer gerammeld. Zochten zij nog? Of wisten zij dat hij hier was? Hij kon niet meer luisteren of denken. De spin was op zijn gelaat blijven zitten en al zijn gevoelens trokken zich samen op de enkele, welke dat verafschuwde insect hem deed ondergaan. Hij hoorde dat het geluid daar boven den put luider werd, maar daar kon hij ziin ge- dachten niet bij houden. Wat deden zij daarboven? Hij trachtte het zelfs niet te gissen. Een soort van koortswaanzin greep hem aan, het was hem alsof die spin zwaarder was dan een man en als was hij een vlieg, die zij met haar vreeselijke net omwikkelde om haar uit te zuigen. Eindelijk kon hij het niet langer uit- houden. Hij maakte een heftige beweging om de spin te verdrijven. Die beweging deed hem zijn evenwicht verliezen. Onder het slaken van een angstkreet stort- belarsgstelling gewekt. De situafie in zake de ontwapenirgsproblemen, zoo zegt hjj, is geljjk vloeiend water. Water heefr geen vorm en eveneens zal de ontwapenings- conferentie in den loop der debatten taliooze aspecten vertoonen. In tegenstelling met wind en vuur, kan het water zich met snel voortbewegen en zoo za! ook de Conferentie niet eerder dan in den zomer van 1922 tot een overeenkomst kunnen geraken. Honderden opinies zullen worden gehoord en geljjk vloeiend wafer, dat plotseling in beroering komt en onstuimig wordt. zullen de vertegenwoordigers ijjden aan zeauw- uitputting. De grootste moeiljjkheden zullen zich voordoeD, wanneer de conferentie de kwestie bespreekt, die met, het water in verband staan, n 1. de kwesties betreffende den Stilien Zuidzee. Het zal vjjf jaren duren, voordat de overeenkomst in werking treedt. TER NEUZEN, 26 SEPTEMBER 1921. GEMEENTERAAD. In die op Donderdag a.s., des namid- dags 2 uur te houden openbare vergade- ring van den gemeenteraad, komen de vol gende punten in behandeling: 1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Voorstel van Burgemeester en Wet- houders inzake reorganisatie van het lager onderwijs. 4. Benoeming van een hoofd der U. L. O. school enz. 5. Benoeming van leden der financieeie commissie, der commissie van fabri- cage en van de commissie voor de strafverordeningen. 6. Vaststellen van het schoolgeldkohier voor het tweede tijdvak 1921. 7. Vaststellen suppletoir kohier der hon- denbelasting, dienst 1921, op een be- drag van 56,25. 8. Wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1921. 9. Voststellen navorderingskohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1920- 1921, op een bedrag van 2482,48. R1JKSPOSTSPAARBANK. Op spaarbankboekjes uitgegeven door het postkantoor te Ter Neuzen en de daar- onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende de maand Augustus 1921 ingelegd 24.851,35 en terugbetaald 19.220,57, al- zoo meer ingelegd dan terugbetaald f 5630,78. Het aantal uitgegeven nieuwe boekjes was 18. Onder de inlagen waren 4 formulieren ad 1 in spaarbankzegels van 5 cent en 82 formulieren ad 1 en spaarbankzegels van 1 cent (z. g. schoolsparen). DE KERMIS, alhier is weer achter den rug. Vooral Za- terdag was het als naar gewoonte zeer druk en hadden, naar we vernamen, de verschil- lende gelegenheden niet over bezoek te klagen. Aan hetgeen we in onze vorige nummers schreven, behoeven we weinig toe te voe- gen. De schouwburg van den heer Bakker bleef goed bezocht. Ook hieromtrent hoor- den we ditmaa! de klacht, dat de uitvoering wel wat te beperkt was en niet iedere uit voering door een door velen geliefd blijspel besloten werd. Geheel tegenovergesteld was het in de „Flora-bioscoop". Daar kreeg men iederen avond waar voor z'n geld, daar de vertoo- ning gemiddeld tot middernacht duurde, en des Zaterdags bij het sluiten der kermis te 12 uur het geheele programma nog niet was afgedraaid. De Iuchtschommel, die hier na verloop van een groot aantal jaren weer eens op de kermis stond, bleek voor velen aantrekke- lijk te zijn, er werd althans druk gebruik van gemaakt. De Iuchtschommel van den heer H. Henraat, mag door hare aanklee- ding ook een sieraad voor een kermisterrein genoemd worden. De auto-carroussel werd dit jaar veel minder bezocht, dan het vorig jaar, toen het een nieuwtje was. Of het ongeval, waar- mede de eerste kermisavond begonnen werd, en dat gelukkig goed afliep, daaraan te hij in de diepte neer. Wij hebben reeds gezien, dat de 2 agen- ten, die voor marskramer en als dronken man gespeeld hadden, door Milloc waren uitgezonden om Fifi Vollard te achtervolgen en men zal zich ook herinneren, hoe de leden van de bende elk naar een anderen kant vluchtten, toen zij eenmaal het huis van Cantin verlaten hadden. Sommigen hadden evenwel afgesproken, elkaar weer op te zoeken als zij ver genoeg van dat gevaarlijke huis verwijderd waren, teneinde dan te zamen beter het gevaar te kunnen trotseeren. Dat was gebeurd tusschen Fifi Vollard en zijn moeder, eveneens tusschen Soufflard en Alliette. Fifi Vollard was niet alleen een straat- jongen van Parijs, maar hij had ook ge noeg op het platteland rondgezworven, om de gewoonten der boeren te kennen. Zoo wist hij, dat dezen in dit jaargetijde nooit thuis waren; voor dag en dauw ver- lieten zij hun woning reeds om op het land te werken, vanwaar zij eerst tegen zonson- dergang terugkeerden. (Wordt verolgd.) k-; BRagga RBiZaflK&9BHHEanaHBMMaHHK2KE9BBauaBBnBHn^. t>e Burgemeester der gemeente TER NEUZEN msakt bekend, dat eene Openba'e Vergadering an dec Gemeenteraad zal worden gehoudcn op Donrf terriag: 3!k lippieinber l!)SS, des na- middags ten 2 ure. Ter Neuzen, den 26 September 1921. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Dienstplichtigen bij de militie kunnen tot een beperkt aanta! worden toegelaten tot de <»p I eidiiiff iiiDlicien-amiil-banUiverker bij de oefe- nings-houwitsercompagnie en tot lurefsmtel bij de infanterie. Voor de opleiding tot smid-bankwerker kunnen alleen in aanmerking komen miliciens, die zijn in- gedeeld bij de voorjaarsploeg van de oefenings-hou- witser-compagnie, behoorende tot het 3de Regiment Vestingartillerie. Voor de opleiding tot hoefsmid bij de infanterie kunnen alleen in aanmerking komen miliciens, die zijn ingedeeld bij de voorjaarsploeg van een der regimenten infanterie. Om voor deze opleiding tot smid-bankwerker of tot hoefsmid in aanmerking te komen, moeten be- langhebbenden zich na hun inlijving daartoe aan- melden bij hun commandant. Zij moeten daarbij overleggen a. een verklaring van een werkgever, waaruit blijkt, dat zij voor hun inlijving hebben uitgeoefend het beroep van smid-bankwerker of machirie-bank- werker (voor candidaten voor milicien-smid-bank- werker) of van hoefsmid of hoefsmidsleerling (voor candidaten voor milieien- hoefsmid)voor zooveel den millicien-hoefsmid betreft, moet in de verklaring tevers het tijdvak vermeld zijn, waarin het beroep uitgeoefend is b. een stuk, waarin de dienstplichtige zich bereid verklaart tot het aangaan van een vrijwiilige ver- bintenis tot milicien-smid-bankwerker of tot milicien- hoefsmid c. (alleen voor minderjarigen) een bew'ijs van toestemming tot het aangaan der verbintenis, afge- geven door hem of haar, die de ouderlijke machtof de voogdij uitoefent. De verbintenis geldt van het tijdstip, waarop zij wordt gestoten, tot het tijdstip, waarop voor den dienst plichtige de landweerdiensttijd eindigt. Echter kan de militaire autoriteit de verbintenis te alien tijde eeindigen, wanneer daartoe aanleiding bestaat, De dienstplichtige verbindt zich in gewonc tijden a. voor eerste oefening in werkelijken dienst te blijven de smid-bankwerker tot f Juni van het jaar, volgende op datwaarin zijn eerste oefening is aangevangen de hoefsmid tot 1 Februari van dat jaar b. voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen een of tweemaal, in het geheel voor ten lioogste zeven weken c. in werkelijken dienst te komen en te blijven, wanneer en gedurende den tijd dat de dienst- plichtigen van de militie of van de landweer in werkelijken dienst worden geroepen en gehouden in geval van oorlog of oorlog sgeeaar of andere buiten- gewone omstandigheden. Ter Neuzen, 24 September 1921. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN vestigt de aandacht van liefhebbers van postduiven, die het volgend jaar bij de militie moeten worden ingelijfd, op de mogelijkheid om te worden opgeleid en aan- gesteld tot verzorger bij den Rijkspostduivendiem t. Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, moeten dit voor 1 November a.s schriftelijk te kennen geven aan den directeur van den Rijks- postduivendienst te's Gravenbage. Zij moeten zich daarbij bereid verklaren tot het aangaan van «en vrijwiilige verbintenis als verzorger bij den Rijks- postduivendienst. Minderjarigen moeten voorts over leggen een bewijs van toestemming tot het aangaan van de verbintenis, afgegeven door hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent. a. geslachts- en voornamen (voluit); b. beroep c. woonplaats d. gemeente, waar de dienstplichtige voor de militie is ingeschreven e. welk onderwijs genoten f. of hij lid is van een postduivenvereeniging en, zoo ja, van welke. In het geheel worden van elke lichting 24 dienst- plichtigen in opleiding genomen. Zij moeten in Januari opkornen en worden ingedeeld bij het 7e Regiment Infanterie. De opleiding gesehiedt bij een of meer Rijkspost- duivenstalions. Van bedoelde 24 worden de 18, die bet best vol- doen, toegelaten tot de vrijwiilige verbintenis. Deze verbintenis geldt van het tijdstip af, dat zij wordt gesloten, tot het tijdstip, waarop voor den dienst plichtige de landweerdiensttijd eindigt. Echter kan zij door den Chef van den Generalen Staf op elk tijdstip worden beeindigd. a. voor eerste oefening in werkelijken dienst te blijven tot 1 Februari van het jaar, volgende op dat, waarin zijn eerste oefening bij de militie is aange vangen b. voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen een of tweemaal, in het geheel voor ten hoogste 7 weken, op zoodanig tijdstip of zoodanige tijdstippen als door den Chef van den Generalen Staf zal worden bepaald c. in werkelijken dienst te komen en te blijven. wanneer en gedurende den tijd,dat dedienst- plichtigen van de militie of van de landweer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden in werkelijken dienst worden ge- roepen en gehouden. Voorts zijn op den verzorger bij den Rijkspost- duivendiensl van kracht eenige bepalingen, die ook gelden voor de dienstplichtigen van de militie en de landweer. De adspiranten-verzorgers, die niet tot de verbin tenis worden toegelaten, alsmede de verzorgers, wier verbintenis tusschentijds is beeindigd, worden inge deeld bij een onderdeel van het wapen der infanterie. Aan adspiranten-verzorgers, die niet tot de ver bintenis zijn toegelaten, maar blijk hebben gegeven aan de voor den verzorger gestelde eischen te vol- doen, wordt een getuigschrift uitgereibt. Bij een tusschentijds ontstaande vacature kunnen zij alsnog tot het aangaan van de verbintenis worden toegelaten. Ter Neuzen, 24 Sept. 1921. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt be kend Lotelingen van de militielichting 1922, die, ingeval zij ter inlijving worden bestemd, wenschen te worden ingedeeld bij een der compagnien hospitaalsoldaten, hetzij voor opleiding tot ziekenverpleger, hetzij voor opleiding tot ziekendrager, kunnen hun verlangen daartoe voor 1" October a. s. te kennen geven aan den Burgemeester der gemeente, voor welke zij moeten loten of hebben geloot. Voor zoodanige indeeling komen echter niet in aanmerking zij, die bij den vrijwilligen landstorm ten aanzien van eenig wapen het bewijs van indivi- dueel geoefend man hebben verworven. Overigens kunnen voor opleiding tot ziekenVERPLEGER worden bestemd zij, die beschikken over een voldoend kraeh- tig lichaamsgestel, voldoende bedreven zijn in het lezen en schrijven, kennisbezitten van de hoofdregels van het rekenen met geheele en gebroken getallen en de toepasiing daarvan en tevens voldoende bekend zijn met het metrieke stelsel van maten en gewicbten. De voorkeur genieten zij, die in het bezit zijn van een diploma als ziekenverpleger of bewijzen kunnen overleggen, dat zij als zoodanig werkzaam dan wel daarvoor in opleiding zijn, voorts apothekers-assis- tenten en zij, die behalve M. U. L. 0. tevens onder wijs genieten of hebben genoten in de genees- of heelkunde. voor indeeling als ziekenDRAGER komen in aan- merki ng zij, die beschikken over een voldoend krachtig lichaamsgestel, voldoende bedreven zijn in het lezen en schrijven en in de eerste beginselen van het rekenen, alsmede eenige kennis bezitten van het metrieke stelsel van maten en gewichten. Zij, die in het bezit zijn van een diploma voor eerste-hulp bij ongevallen, alsmede zij, die lid zijn van een transport-colonne van het NederlandscheRoode Kruis en het bewijs van geoefendheid als zoodanig kunnen overleggen, genieten de voorkeur. De duur der eerste oefening zal, bij ongewijzigde totstandkoming van de voorgestelde l.ieuwe dienst- plichtwet bedragen voor de ziekenverplegers 12 maanden voor de ziekendragers 5J maand. Tegenover den langeren duur van de eerste-oefe- ning voor de ziekenverplegers staat dan het voordeel, dat zij vrij zullen zijn van opkomst in werkelijken dienst voor herhalingsoefeningen. Ter Neuzen, den 24 September 1921. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. XL1. Het voordeel als men buikspreker is.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1