ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No, 7138
Vrijdag 29 April 1921.
69e Jaargang.
S3EMEENTESAAD.
De Verkeersagent
BBESTH BL-A.XD.
BINNED LAND.
in de steden van ons Zeeuwsch-Vlaande-
ten vindt men, geloof ik, deze gewichtige
persoon nog niet. Wei zijn Ter Neuzen en
Axel, Oostburg, Sluis en Hulst voor onze
streken voorname plaatsen, doch op de
straten hcerscht toch niet die drukte, die het
optreden van den verkeersagent noodzake-
lijk maken. Ge kunt hem tegenwoordig vin
den in de nog grootere steden van ons land.
Op de hoeken der straten, op de kruispun-
ten staat hij geposteerd met of zonder stai
en hij regelt het drukke verkeer. Hij wijst U
aan of ge rechts of links aanhouden moet,
hij wenkt U of ge veilig kunt doorgaan dan
wel even moet stilhouden. Wat kan het
ontzettend druk zijn op bepaalde men van
den dag op sommige punten in de groote
steden. .Menschen, fietsen, inotorrijwieien,
auto's en een enkel maal een eo,uipage
(doch dit raakt uit den tijd) het zoekt alles
zijn weg en schijnt door haast te worden
voortgedreven. Dit wordt vooral op dekruis-
punten een hoogst gevaarlijke situatie, daar-
voor is de verkeersagent daar geplaatst die
naar alie kanten moet uitzien en die dan
aan de menschen of voertuigen, die van
versehillende zijde komen, aangeeft of de
weg veilig is. Fietsrijders en auto-
bestuurders geven door een armbeweging
te kennen welken kant zij op willen cn ae
agent wenkt, of zij kunnen doorrijden of
nog niet. Zoo is de agent de wakende per-
soonlijkheid en als men maar op zijn wen-
ken let zal men ook op de drukste punten
niet in botsing komen. Wie dit werk eens
eenigen tijd van uit de verte heeft gade-
gesiagen, zal ongetwijfeld moeten beken-
nen, dat zoo'n verkeersagent in de groote
steden een onmisbaar persoon is geworden.
Wat een ongeiukken zouden er gebeuren
als hij er niet was! Maar niemand zal dien
man zijn post benijden, want zulk een agent
mag wel veel kalmte en tegenwoordigheid
van geest hebben. Hij behoeft werkelijk niet
slaperig daar te staan, maar moet wel oogen
hebben aan alie kanten, en moet ze nog heel
goed open hebben bovendien. Ook dunkt
mij, dat op de drukste punten deze agent
wel niet langer dan een enkel uur aehter-
een dit werk kan voihouden.
Onze gedachten gaan verder en wij bc-
denken dat ook op ander terrein en in an-
deren zin een beambte met dergelijke macht
van beteekenis zou zijn, ja van grooter nut.
De verkeersagent bewijst goede diensten
want hij bewaart velen voor een ongeluk,
voor botsingen of overriding. Dit zal ons
niet overkomen als we in het drukke ge-
woel maar gehoorzamen op zijn wenk. Ern-
stige ongeiukken worden voorkomen, doch
aan een mensch kunnen nog grooter na-
deelen geschieden dan wel lichamelijk letse!
zooals een buil of bloedende wonde, een
gebroken arm of been. Er ligt voor den
mensch nog grooter gevaar als hij komt in
de groote wereld waar zooveel te zien en
te hooren is, waar zooveel rondom hem
roept en lokt, waar zooveel menschen heen
en weder gaan met hunne belangen en be-
geerten. Daar ligt het gevaar van zedeiijk
en geestelijk te verongelukken en is dat niet
ernstiger? En is het niet of we juist daar
het meest met die ongelukkigen in aanraking
komen, met zedelijke inzinking en verwil-
dering, waar de menschen in zoo grooten
getale dicht bij elkander wonen? Daar waar
de duizenden dagelijks met elkander in-
aanraking komen, zien we het gebeuren, dat
zoovelen den r.echten en goeden weg door
het leven niet meer weten te bewandelen,
maar zijn gevallen. Wij willen de kleinere
plaatsen werkelijk niet hieraan onschuldig
noemen, ook in stillere omgeving is allerlei
verwording op te merken, maar toch in de
groote steden, waar de massa's leven, stre-
ven en genieten, weik een ontaarding is
daar te aanschouwen op zedeiijk gebied.
En als wij den verkeersagent zien staan om
voor lichamelijk ongeluk te bewaren. hoe
gevoelen we 't dan als noodig, dat er ook
iemand was die daar, waar de menschen
elkander ontmoeten met hunne belangen en
begeerten, kon staan om ook zijn wenken
te geven en zijn waarschuwende stem te doen
hooren. Voor hoevelen zou het van grooten
zegen geweest zijn, hoevelen zou het van
hun val hebben teruggehouden, als in ge
vaarlijke oogenblikken op de kruispunten
van het leven een stem hun had tegenge-
klonken, die hen beduidde halt te houden,
niet voort te gaan op den ingeslagen weg,
omdat men anders verongelukken zou? Een
wenk, een waarschuwend woord op den
drukken levensweg, is van zoo groote be
teekenis. Waar menschen neigen tot allerlei
zonden, daar moeten wij heusch niet mee-
nen, dat dit altijd opzettelijk en welover-
dacht is. Zeker, er zijn menschen, die b.v.
de wereld, ingaan met de bedoeling om te
genieten en daarbij niet meer te luisteren
naar de stem van 't geweten die hen tegen-
houden vvil, maar ik geloof toch, dat de i
meeste menschen, die de wereld ingaan en j
door moeten, verlangen er zoc goed mo-
gelijk door te komen, dat ze toch niet willen j
verongelukken. Maar als ze komen in den
grooten stroom, als ze komen in de draai-
kolken, als ze komen op de kruispunten,
waar zoovele dingen van deze wereld op
hen aanstormen of hen trekken, dan, ja dan
weten ze op een oogenblik den juisten weg
niet meer, zij kunnen het stuur niet meer
recht houden, hun ontbreekt de kracht om
staande te blijven, de eerste val door de
verleiding is gekomen en zij wordt maar at
te /fmakkclijk door andere gevolgd, en
zoo zinkt men al dieper of dwaalt al verder
at. Was er maar iemand geweest die in die
moeilijke oogenblikken met duidelijke stem
een waarschuwing had doen hooren of een
wenk had kunnen geven: halt! even wacli-
ten! de val zou misschien niet gekomen zijn.
Natuurlijk gaat het in de practijk niet op
om voor dergelijke gevallen „verkeersagei:-
ten" aan te stellen. Het is van buiten aan
de menschen niet te zien welke gedachten
er in het hart omgaan of met weike plan-
Hen zij rondloopen. Maar hier willen we we*
wijzen op den plicfit die menschen voor el
kander hebben. Menschen die elkander wat
meer van nabij kennen en eenigszins voor
elkander verantwoordelijk zijn, zij worden
geroepen om, waar't noodig blijkt, een ern-
waarschuwend woord niet te verzwij-
g(rH Jf' 't bijzonder waar b.v. van het plat-
telan.Vof de kleinere plaatsen de jonge men
schen gaan naar de groote stad, om daar
1 hun leven verder voort te zetten. Wat schijnt
voor hen de toekomst mooi, toch mogen de
ouderen niet naiaten op de gevaren fe wij-
zen. Ook al wil men het zelf niet, kan men
den verkeerden weg opkomen. Want juist in
i de groote stad ontbreekt al datgene wat den
mensch van h^t kwade nog terughouden
kan. In een stille en kleine omgeving ken-
j nen de menschen elkander en als men weet,
dat het oog van ouders, familieleden o;
vrienden nauwlettend toeziet, dan wordt
menigeen op die wijze teruggehouden van
het kwaad. Men durft dan toch niet.
De menschenvrees, die in menig ander
o'pzicht zoo verlammend werkt, werkt hier
ongetwijfeld heilzaam. Hoevelen zijn daar-
door voor vallen bewaard, terwiil het eigen
hart toch wei sterk begeerde? Doch deze
rem, deze waarschuwende stem ontbreekt in
de groote stad, daar waar men elkander zoo
j weinig kent, daar waar men opgaat in de
groote massa, in die menschenzee en om-
komt tenzij men sterk is. In die groote me-
nigte waar het bespiedend oog van beken-
den geen vrees aanjaagt en waar de stroom
die meesleurt zoo sterk is, mag men wel
steviger in zijn schoenen staan om niet af-
gevoerd te worden. Daar moet een mensch
meer inwendige kracht hebben om weer-
stand te bieden. En nu komt het me voor,
dat juist in de woelige stap zooveel ont
breekt wat den mensch die innerlijke kracht
bijbrengen kan, dat het leven juist zoo is.
dat men inwendig niet tot rust en sterkte
komt. Wij hebben er al eens meer op ge-
wezen, dat, om de groote maatschappij te
kunnen ingaan, ieder mensch in den kleinen
kring van het huisgezin moet gevormd er,
gesterkt worden. Daar ligt de plaats, de
oefenschool waar men, afgezien van de ken-
nis en bekwaamheid die men elders opdoet,
toch als persooniijkheid, als karakter ge
vormd wordt voor den levensstrijd. Wie in
net gezin met eere de plaats inneemt die
hem daar is aangewezen, hij zal daarin
ongetwijfeld ook de kracht bezitfen om in
den maalstroom van het leven daarbuiten
toch op den goeden weg te volharden. Die
kleine kring is de retraite waar men de
krachten opdoet voor den strijd daarbuiten.
Zal niet de man die thuis een goed echtge-
noot is, die in oprechte lief de met zijn
j vrouw omgaat, die een hart heeft voor de
belangen van zijne kinderen en die daarin
steeds weer zijn geluk gaat vinden, zal hij
juist daardoor niet sterk zijn om weerstand
te bieden aan de verleiding die op allerlei
wijze op hem aankomt? De liefde tot zijn
eigen vrouw is daarbinnen in hem als de
waarschuwende stem, als een wenk, als
j een kracht die hem behoudt als hij staat
op de moeilijke punten. Hij gevoelt, dat hij
niet meer met rustigen blik, met een open
oog zijn eigen vrouw zou durven ontmoeten
indien hij geluisterd had naar de vleiende
i stem van eene andere. Of zal de vader die*
zijn eigen kroost liefheeft, daarin niet de
i kracht, de drang vinden om met moed en
beslistheid uit te gaan in het moeilijke le-
j ven, om zoo. goed mogelijk voor hen te
zorgen? En zal hij er rust bij hebben als hij
denkt aan zijn kinderen indien hij zijn geld
j gaat verteren op zulk een wijze, dat hij zijn
kinderen te kort doet? Daar zal een stem
in hem blijven spreken als hij een goed
vader is en dat zal hem bewaren voor het
verkeerde.
Zal ook de vrouw die in het huiselijke
leven de liefde tot haren man in practijk
brengt, die daar heeft ervaren het geluk
van het dienen, van het samen zorgen, sa-
men dragen, samen lijden en overwinnen,
zal zij niet inwendig sterk zijn, om onver-
biddeilijk weerstand te bieden als ook zij,
komende in het drjikke leven, daarbuiten
allerlei verleidende stemmen verneemt?
De begeerten, die in het hart wakker
worden, kunnen niet de gelegenheid krijgen
om sterker te worden en tot verkeerde da-
den te dwingen, de liefde voor haar man
is op de critieke punten haar een wenk, een
kracht om in het goede spoor te blijven.
En zal de zorgvolle liefde voor hare kinde
ren de vrouw niet er voor bewaren om bui
ten het gezin, dat nuttelooze leven te leiden
van uitgaan, van opgaan in het pronken
met kleeding, van het zoeken van allerlei
vermaken, een weg die heel glibberig is en
waarop zoo menigeen struikelde en niet
vond wat men zocht?
Zullen de kinderen, die in den huiselijken
kring geleerd hebben hunne ouders te ge
hoorzamen en hun toe te dragen de ^epaste
eerbied, niet daardoor juist een kracht In
zich hebben om „neen" te zeggen als in het
leven daarbuiten allerlei verkeerde stemmen
op hen afkomen0 Daar is in hen een schuch-
terheid, om niet te doen datgene wat zij we
ten, dat hunne ouders hedroeven zou. Van
huis uit krijgen zij mede 't gevoel van den
dicht om te g<PSoorzamen. De mensch die
in zulk een steer is opgegroeid, zal onge
twijfeld, waar goede of slechte vrienden en
vriendinnen zoeken mee te tronen, onwille-
keurig hooren een waarschuwende stem: ga
niet verder! bedenk wat ge doet! en dit zal
toch heilzaam werken. Door de opvoeding
in het gezinsleven wordt de mensch inner-
lijk sterk om op den rechten weg te blijven.
Des te meer is het daarom te betreuren,
dat juist in onzen tijd het gezinsleven zoo
kwijnt. Is het huisgezin in de meeste ge
vallen de kring waar werkelijk de leden op
hun plaats zijn til zich oefenen in de hei-
ligste plichten? Zeker, men ontmoet elkan
der wel, hoewel ook de uithuizigheid toe-
neemt, maar de harten oper.en zich niet voor
elkander. Men ieeft naast elkaar, gesloten
de een voor den .'nder. Het huiselijk leven
wordt dan iets doodsch, en van alles moet
gedaan worden om het leven toch een beetje
aangenaam of int.,ressanter te maken. Men
zoekt het dan buitenshuis, op de straat of
in het cafe, in den sohouwburg of in het
buitenland, om toch maar wat vulling te
hebben voor het holle leven, waarvan men
de onvoldaanheid /evoelt, doch men bereikt
zijn doel niet en wordt innerlijk zwakker
en armer. Men gaat aan het ware voorbij,
want men laat begraven liggen de schat-
ten van liefde en trouw die daar liggen in
het intieme familieleven, en zij zijri het d:
mede het leven rijk en sterk maken. Het is
diep te betreuren. dat in zoovele kringen in
onzen tijd het gezinsleven kwijnt. Hoe
groot is in de steeen het aantal echtschei-
dingen! Is het wonder, dat velen te zwak
zijn om te overwinnen in den strijd die er
voortdurend in ieder menschenleven is, als
aan den eenen kant de plicht roept, maar
ook aan de andere zijde het genot zijn stem
doet hooren?
Toch blijft er altijd in den mensch iets
over wat hem in gevaarlijke oogenblikken
roept naar den goeden weg, en dat is de
stem van het geweten. Het is een stem niet
van onszelf, want zij kan het ons lastlg
genoeg maken, maar het is wel een stem in
ons. Het is de stem van God in ons, die over
de millioenen menschenlevens zijn oog laat
gaan cn voor ieder persoonlijk een weg i
heeft, die naar een goed doel leidt. Jam- j
mer is het, dat ook die stem van het gewe- j
ten verzwakken kan. Hoe minder wij naar j
haar luisteren, hoe onduidelijker zij spreken I
gaat. Willen wij bewaard blijven voor mis-
lukking van ons leven, dat wij dan zorgen,
dat we de stem van ons geweten duidelijk
kunnen blijven hooren. Hoe meer wij er aan
gehoorzamen, des te meer zal juist die stem
ons sterken. Doch dat gehoorzamen is een
strijd. Maakt de stem van het geweten het
ons menigmaal niet moeilijk? Is ze ons niet
vaak als een klacht? Als wij de dingen ge-
regeld hebben op onze manier, komt dan
de stem van het geweten soms niet eens-
klaps ons hinderen en zeggen: dat mag
niet? En dan gehoorzamen?
Wij staan menigmaal op eenigszins ge-
spannen voet met de stem van ons geweten.
Toch mag dit niet en het behoeft ook niet.
Wij kunnen en moeten aan de stem van ons
geweten meeT ons volkomen vertrouwen
geven. Dat zal ons nooit schaden. Laat de
verkeersagent ons hier nog wat leeren. Het
is merkwaardig hoe stipt de mensch'en op
de straten aan den verkeersagent gehoor
zamen. Op zijn wenk volgt bijna iedereen.
Hoe zou dat toch komen? Zit het in de
macht van dien agent? Zit het in de vrees
voor de politic? Ik geloof het niet. Een
Hollander is zeker niet van dien aanleg, dat
hij zoo maar gehoorzaamt, omdat een agent
beveelt, het ligt veeleer in zijn karakter om
dan juist nog eens even te talmen of zich
Iijdelijk te verzetten. Toch, bij het bevelen
van den verkeersagent, vinden we oogen-
blikkelijke gehoorzaamheid. Ik geloof, dat
dit alleen voortkomt uit het vertrouwen dat
men in dien persoon heeft. Hij toch houdr
de wacht, hij ziet het waar de veilige weg is,
hij ziet wat ik in de drukte niet zien kan
en dus niet weet, waarlangs ik gaan moet
om niet te verongelukken. De verkeersagent
geeft mij aan met een wenk hoe ik zonder
ongeiukken verder kom. zou ik dan niet ge-
wiliig volgen? Hij heeft mijn vertrouwen, ik
geef mij aan zijn leiding over, in die oogen
blikken waar gevaren mij dreigen. En zou
den wij dan niet met hetzelfde vertrouwen
volgen de stem van ons geweten, als die in
ons spreekt. Zij is Gods stem in ons. De
stem van Hem die de gevaren ziet, die mij
omringen, en die ik niet zie; de stem van
Hem die voor mij den weg uitkiest, den bes-
ten, den veiligen weg, opdat ik behouden
thuis komen zal. Zouden wij aan die stem
ons vertrouwen niet geven? Al zou het zijn,
dat de stem van ons geweten het ons moei
lijk maakt, strijd in ons brengt, van ons iets
vraagt, waar wij geen heil of oplossing in
zien, aan haar hebben we steeds meer ons
voile vertrouwen en dus onze gehoorzaam
heid te schenken, want God alleen wijst ons
in het drukke menschengewoel den weg
waarop we steeds veilig gaan.
Maurits F.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
De wijziging van de leerplichtwet wordt
aangenomen met 60 tegen 16 stemmen.
De motie-Duys betreftende toestaan van
optochten op Zondag wordt aangenomen
met 46 tegen 29 stemmen.
De motie-Duys inzake de oprichting van
commissies voor steun aan werkloozen in
iedere gemeente, wordt Verworpen met 50
tegen 25 stemmen.
De motie-Duys, vragende dat het rijk
90 pet. van de uitkeenng aan werkloozen
voor haar rekening zal nemen, wordt ver
worpen met 58 tegen 17 stemmen.
De motie-Kruyt betreffende niet-onder-
zoek naar politieke overtuiging bij aanvra-
ge van buitenlandsche paspoorten, wordt
ingetrokken.
Versehillende kleine wetsontwerpen wor
den z. h. s. aangenomen.
DE RAADSVERKiEZING TE
AMSTERDAM.
De aandadht van alien die belang stellen
in de politiek was dezer dagen gericht op
de verkiezingen \oor den gemeenteraad van
het Groot Amsterdam, waar nu ook de
vrouwen zouden meestemmen. Belangstel-
ling was er ook, omdat men daar beslist on-
waardigen op de candidatenlijst had ge
plaatst en de vrees bestond, dat die ook ge-
kozen zouden worden.
De stemming heeft een ordelijk verloop
gehad. Natuurlijk kwamen in verband met
de talrijke nieuwe kiezeressen meerdere
typische gebeurtenissen voor.
Volgen den niet-officieelen uitslag wer-
den uitgebracht 275.684 geldige stemmen.
Door ongeveer 20 procent der kiezers is
niet gestemd. De kiesdeeler' bedraagt 6126
stemmen.
De Vrijheidsbond verkreeg 30.990 stem-
men met vijf zetels; de S. D. A. P. 84.127
stemmen met veertien zetels; de Commu-
nisten 18.133 stemmen met drie zetels; de
Christelijk-Historischen 26.084 stemmen met
vier zetels; de Vrijzinnig-Democraten 13.563
stemmen met twee zetels; de Anti-Revolu-
tionnairen 20.873 stemmen met vier zetels;
de Roomsch-Katholieken 45.021 stemmen
met aeht zetels. Verder werden gekozen
twee straatzwervers, „Had je me maar"
en Zuurbier, die samen 14.246 stemmen be-
haalden. De Christen-Democraat Staalman
verkreeg 3105 stemmen; de heer Den Hertog
(onafh. Lib.) 4010, en Weits van de Neu-
trale Partij 6494 stemmen.
De Communisten veriiezen 3 zetels; de
Christelijk-Historischen winnen 2 zetels; de
Anti-Revolutionnairen, Katholieken en So-
ciaal-Democraten ieder 1 zetel; de Christen-
Democraien krijgen een nieuwe zetel; de
gecombineerde Vrijheidsbond verliest 3 ze
tels; de Vrijzinnig-Democraten veriiezen 2
zetels; de Socialistische Partij verliest een
zetel; de lijst De Gelder wint 2 zetels; de
Neutrale Partij en de lijst Den Hertog hou
den ieder een zetel.
De afgetreden wethouders werden alien
als lid van den nieuwen raad gekozen.
De vrees, dat de straatzwerver De Gelder
gekozen zou worden is dus wel gewettigd
geweest.
Niet alleen dat dit straattype gekozen
werd, doch hij kreeg nog een partner in een
zekeren „mijnheer" Zuurbier, daar deze
sujetten dp hun lijst niet minder dan ruim
14.000 stemmen vereenigden.
Het is een schande, dat de raad van de
hoofdstad zoo naar beneden wordt gehaald
dat 2 van deze individuen hun intrede
op het Prinsenhof zullen doen.
Het is nu maar de vraag wat de andere
gekozen leden zullen doen en of zij zitting
zullen willen nemen naast deze straat-
slijpers.
Het Hbl. weet mede te deelen, dat bin-
nenkort bij de Tweede Kamer een wetsont-
werp zal worden aanhangig gemaakt waar-
bij wordt bepaald, dat personen die wegens
hun gedrag niet in aanmerking kunnen ko
men om op de kiezerslijst te worden ge
plaatst ook geen zitting kunnen nemen voor
een der vertegenwoordigende lichamcn.
Wat de politieke beteekenis van deze ver
kiezingen betreft, is gebleken, dat ook
□root-Amsterdam, hoewel de vrouwen ook
zeer druk hebben gestemd, voor ruim een
derde gedeelte op de roode candidaten heeft
gestemd.
Rekent men de stemmen van de S. D.
A. P., Communisten en Anarchisten (Had-
je-me-maar) bijeen, dan komt men voor
deze groepen tot een totaal van ongeveer
117.000 stemmen.
De rechterzijde heeft wel eenige wins'
beihaald, doch niet zooveel ais op gerekend
was.
De grootste winst valt voor deze partij te
boeken voor de Christelijk-Historischen,
waaruit blijkt, dat vele gematigde personen
op deze lijst hebben gestemd.
De Vrijheidsbond maakt maar een poover
figuur en de eenmaal oppermachtige libe
rate partij in den Amsterdamschen raad is
gedaald tot een partij van den vijfden rang.
De Communisten hebben natuurlijk een
groot aantal stemmen moeten afstaan aan
de straatzwervers.
De S. P. zag haar eenigen vertegenwoor-
diger den heer Kolthek, tuimelen en de Vrij
zinnig-Democraten behouden slechts 2 ze
tels, zoodat ook deze partij in de hoofdstad
maar weinig aanhang heeft.
Het zal nu de vraag zijn hoe het college
van Burg, en Weth. zal worden samenge-
stel. Alie wethouders zijn herkozen, doch de
sociaal-democraten zijn pas uit het college
getreden en zullen wel niet bereid zijn daar
in weder zitting te nemen.
TER NEUZEN, 29 APRIL T921.
GEMEENTERAAD.
In de op a.s. Maandag, des namiddags
4 ure, te houden openbare vergadering van
den gemeenteraad alhier, komen de volgende
punten in behandeling:
1. Ingekomen stukken.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het verleenen eener jaarlijksche
subsidie aan de Zeevaartsehool te Vlis-
singen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het verleenen eener bijdrage
van /50,ner maand aan de commis-
sie bedoeld bij artikel 26 der wet op de
Kamers van Koophandel, alhier, als te-
gemoetkoming in de kosten van huur
eener lokaliteit.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om gunstig te beschikken op een
verzoek van Th. de Gijsel. alhier, orn
afwijking van de artikelen 1 en 2 van
de verordening houdende vaststeiling
van nadere eischen voor verlofslokali-
teiten.
5. Voorstel van Burgmeester en Wethou
ders tot wijziging van de verordening
op de invordering eener gemeentelijke
inkomstenbelasting en opnieuw vast
steiling van de heffingsverordening, in
verband met eene aanschrijving van
Gedeputeerde Staten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot goedkeuring van de rekening
van het Burgerlijk Armbestuur over
het dienstjaar 1920. Ontvangsten
f 14.950,38'A, uitgaven 14.767.21. goed
slot f 183,17y2,
7. Benoeming van een lid van het Burger
lijk Armbestuur.
AMBACHTSSCHOOL TE TER NEUZEN.
Aan ons verslag in het vorig nummer be
treffende het bekendmaken der bevorderin-
gen van de leerlingen der Ambachtsschooi
alhier, kunnnen wij nog toevoegen, dat In
de gangen en het timmerlokaal smaakvolie
bloemenversieringen waren aangebracht.
Behalve bestuur, directeur en leeraren met
de leerlingen, ook de nieuwe leerlingen
voor den aanstaanden cursus, waren vele
ouders en leden der vereeniging tegen
woordig.
Van de 3 leerlingen die het diploma ver-
wierven blijven 2 voorloopig nog een jaar
op de inrichting, met het oog op hun ver-
dere plannen, terwiil 1 in de praktijk gaat.
Deze, de heer A. AL A. Peters, dankte na-
mens zijne collega's die het diploma ver-
wierven het bestuur, dat deze inrichting in
deze oremeente heeft weten te verkrijgen en
den directeur en de leeraren voor het ge-
noten onderwiis, terwijl hij zich in hunne
gunst aanbeval, om ook in de toekomst
waar noodig een beroep te mogen doen op
hunne voorlichting, indien hij die zou noo
dig hebben, waarvoor hem door den direc
teur op de meest harteliike wijze toezeg-
ging werd gedaan.
Toen vervolgens door den voorzitter de
tentoonstelling was geopend, verspreidden
de aanwezigen zich door de versehillende
lokalen, teneinde het tentoongestelde In
oogenschouw te nemen.
Zooals we reeds meedeelden, is er al veel
interessants te zien. Vooral de smederij en
het werk der machinebankwerkers trok de
aandacht der bezoekers.
BURGERWACHT.
Maandagavond werd alhier de iaarver-
gadering gehouden van de burgerwacht, op
de bovenzaal van den heer De Vrieze.
Na opening en voorlezing der notuien.
werd het jaarverslag uitgebracht door den
secretaris. Dit verslag getuigde van onder-
scheiden werkzaamheden, o.a. van schiet-
oefeniugen, prijsschieten en avondve'd-
dienst.
Deze laatste was zeer goed geslaagd.
Tot bestuurslid werd herkozen de heer
A. Nolet en in de vacature-Timmerman ge
kozen de heer J. Hommes, die beide hunne
benoeming hebben aangenomen.
De commandant gaf daarna inlichtingen
over den nationaien schietwedstrijd te
's Gravenhage.
HET „GROENE KRUIS" TE
TER NEUZEN.
Als bewijs. dat de vereeniging Het
Groene Kruis in een behoefte voorziet deelt
men ons mede. dat doze week reeds he'
lOOOste lid is ingeschreven.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Na de regiementswijziging van een
nieuw bestuur werd jl. Maandag alhier de
eerste vergadering gehouden van de ge
meentelijke arbeidsbeurs, onder voor-
zitterschap van den burgemeester J. Hui-
zinga.
Tot vice-voorzitter werd benoemd de
heer R. G. E. Nolson, Tot secretaris is
herbenoemd de heer M. de Jonge en tot
2e secretaris de directeur der arbeids
beurs de heer J. F. de Cooker.
HULD1GING Mr. H. J. DIJCKMEESTER
BIJ ZIJN AFTREDEN ALS COM-
MISSARIS DER KQNINGIN IN
ZEELAND.
Voor het comite, dat zich gevormd had
om den heer Mr. H. J. Dijckmeester bij
zijn aftreden als commisfearis der Konin-
gin in Zeeland te huldigen en de dank-
baarheid te toonen der Zeeuwen voor al
les wat de heer Dijckmeester in de 15
jaar van zijn ambtsvervulTin'g voor het
gewest heeft gedaan, was het Donderdag-
middag het oogenblik om1 zich van die
aangename taak te kwijten.
■uHH^gnBUEraaeggwgsaa
BH^rfsSUBI3®9
NEUZENSCHE CO U RANT
De Burgemeester der gemeente TER. NEUZEt>
maakt bekend, dat eene Openbare Vergaderini:
van den Gemeenteraad zal worden gehouden 0| j
Waaudag Wei 1931, des narniddag-
ten 4 ure.
Ter Neuzen, den 29 April 1921.
De Burgemeester voornciemd,
J. IHJIZINGA.