ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No, 7138 Vrijdag 29 April 1921. 69e Jaargang. S3EMEENTESAAD. De Verkeersagent BBESTH BL-A.XD. BINNED LAND. in de steden van ons Zeeuwsch-Vlaande- ten vindt men, geloof ik, deze gewichtige persoon nog niet. Wei zijn Ter Neuzen en Axel, Oostburg, Sluis en Hulst voor onze streken voorname plaatsen, doch op de straten hcerscht toch niet die drukte, die het optreden van den verkeersagent noodzake- lijk maken. Ge kunt hem tegenwoordig vin den in de nog grootere steden van ons land. Op de hoeken der straten, op de kruispun- ten staat hij geposteerd met of zonder stai en hij regelt het drukke verkeer. Hij wijst U aan of ge rechts of links aanhouden moet, hij wenkt U of ge veilig kunt doorgaan dan wel even moet stilhouden. Wat kan het ontzettend druk zijn op bepaalde men van den dag op sommige punten in de groote steden. .Menschen, fietsen, inotorrijwieien, auto's en een enkel maal een eo,uipage (doch dit raakt uit den tijd) het zoekt alles zijn weg en schijnt door haast te worden voortgedreven. Dit wordt vooral op dekruis- punten een hoogst gevaarlijke situatie, daar- voor is de verkeersagent daar geplaatst die naar alie kanten moet uitzien en die dan aan de menschen of voertuigen, die van versehillende zijde komen, aangeeft of de weg veilig is. Fietsrijders en auto- bestuurders geven door een armbeweging te kennen welken kant zij op willen cn ae agent wenkt, of zij kunnen doorrijden of nog niet. Zoo is de agent de wakende per- soonlijkheid en als men maar op zijn wen- ken let zal men ook op de drukste punten niet in botsing komen. Wie dit werk eens eenigen tijd van uit de verte heeft gade- gesiagen, zal ongetwijfeld moeten beken- nen, dat zoo'n verkeersagent in de groote steden een onmisbaar persoon is geworden. Wat een ongeiukken zouden er gebeuren als hij er niet was! Maar niemand zal dien man zijn post benijden, want zulk een agent mag wel veel kalmte en tegenwoordigheid van geest hebben. Hij behoeft werkelijk niet slaperig daar te staan, maar moet wel oogen hebben aan alie kanten, en moet ze nog heel goed open hebben bovendien. Ook dunkt mij, dat op de drukste punten deze agent wel niet langer dan een enkel uur aehter- een dit werk kan voihouden. Onze gedachten gaan verder en wij bc- denken dat ook op ander terrein en in an- deren zin een beambte met dergelijke macht van beteekenis zou zijn, ja van grooter nut. De verkeersagent bewijst goede diensten want hij bewaart velen voor een ongeluk, voor botsingen of overriding. Dit zal ons niet overkomen als we in het drukke ge- woel maar gehoorzamen op zijn wenk. Ern- stige ongeiukken worden voorkomen, doch aan een mensch kunnen nog grooter na- deelen geschieden dan wel lichamelijk letse! zooals een buil of bloedende wonde, een gebroken arm of been. Er ligt voor den mensch nog grooter gevaar als hij komt in de groote wereld waar zooveel te zien en te hooren is, waar zooveel rondom hem roept en lokt, waar zooveel menschen heen en weder gaan met hunne belangen en be- geerten. Daar ligt het gevaar van zedeiijk en geestelijk te verongelukken en is dat niet ernstiger? En is het niet of we juist daar het meest met die ongelukkigen in aanraking komen, met zedelijke inzinking en verwil- dering, waar de menschen in zoo grooten getale dicht bij elkander wonen? Daar waar de duizenden dagelijks met elkander in- aanraking komen, zien we het gebeuren, dat zoovelen den r.echten en goeden weg door het leven niet meer weten te bewandelen, maar zijn gevallen. Wij willen de kleinere plaatsen werkelijk niet hieraan onschuldig noemen, ook in stillere omgeving is allerlei verwording op te merken, maar toch in de groote steden, waar de massa's leven, stre- ven en genieten, weik een ontaarding is daar te aanschouwen op zedeiijk gebied. En als wij den verkeersagent zien staan om voor lichamelijk ongeluk te bewaren. hoe gevoelen we 't dan als noodig, dat er ook iemand was die daar, waar de menschen elkander ontmoeten met hunne belangen en begeerten, kon staan om ook zijn wenken te geven en zijn waarschuwende stem te doen hooren. Voor hoevelen zou het van grooten zegen geweest zijn, hoevelen zou het van hun val hebben teruggehouden, als in ge vaarlijke oogenblikken op de kruispunten van het leven een stem hun had tegenge- klonken, die hen beduidde halt te houden, niet voort te gaan op den ingeslagen weg, omdat men anders verongelukken zou? Een wenk, een waarschuwend woord op den drukken levensweg, is van zoo groote be teekenis. Waar menschen neigen tot allerlei zonden, daar moeten wij heusch niet mee- nen, dat dit altijd opzettelijk en welover- dacht is. Zeker, er zijn menschen, die b.v. de wereld, ingaan met de bedoeling om te genieten en daarbij niet meer te luisteren naar de stem van 't geweten die hen tegen- houden vvil, maar ik geloof toch, dat de i meeste menschen, die de wereld ingaan en j door moeten, verlangen er zoc goed mo- gelijk door te komen, dat ze toch niet willen j verongelukken. Maar als ze komen in den grooten stroom, als ze komen in de draai- kolken, als ze komen op de kruispunten, waar zoovele dingen van deze wereld op hen aanstormen of hen trekken, dan, ja dan weten ze op een oogenblik den juisten weg niet meer, zij kunnen het stuur niet meer recht houden, hun ontbreekt de kracht om staande te blijven, de eerste val door de verleiding is gekomen en zij wordt maar at te /fmakkclijk door andere gevolgd, en zoo zinkt men al dieper of dwaalt al verder at. Was er maar iemand geweest die in die moeilijke oogenblikken met duidelijke stem een waarschuwing had doen hooren of een wenk had kunnen geven: halt! even wacli- ten! de val zou misschien niet gekomen zijn. Natuurlijk gaat het in de practijk niet op om voor dergelijke gevallen „verkeersagei:- ten" aan te stellen. Het is van buiten aan de menschen niet te zien welke gedachten er in het hart omgaan of met weike plan- Hen zij rondloopen. Maar hier willen we we* wijzen op den plicfit die menschen voor el kander hebben. Menschen die elkander wat meer van nabij kennen en eenigszins voor elkander verantwoordelijk zijn, zij worden geroepen om, waar't noodig blijkt, een ern- waarschuwend woord niet te verzwij- g(rH Jf' 't bijzonder waar b.v. van het plat- telan.Vof de kleinere plaatsen de jonge men schen gaan naar de groote stad, om daar 1 hun leven verder voort te zetten. Wat schijnt voor hen de toekomst mooi, toch mogen de ouderen niet naiaten op de gevaren fe wij- zen. Ook al wil men het zelf niet, kan men den verkeerden weg opkomen. Want juist in i de groote stad ontbreekt al datgene wat den mensch van h^t kwade nog terughouden kan. In een stille en kleine omgeving ken- j nen de menschen elkander en als men weet, dat het oog van ouders, familieleden o; vrienden nauwlettend toeziet, dan wordt menigeen op die wijze teruggehouden van het kwaad. Men durft dan toch niet. De menschenvrees, die in menig ander o'pzicht zoo verlammend werkt, werkt hier ongetwijfeld heilzaam. Hoevelen zijn daar- door voor vallen bewaard, terwiil het eigen hart toch wei sterk begeerde? Doch deze rem, deze waarschuwende stem ontbreekt in de groote stad, daar waar men elkander zoo j weinig kent, daar waar men opgaat in de groote massa, in die menschenzee en om- komt tenzij men sterk is. In die groote me- nigte waar het bespiedend oog van beken- den geen vrees aanjaagt en waar de stroom die meesleurt zoo sterk is, mag men wel steviger in zijn schoenen staan om niet af- gevoerd te worden. Daar moet een mensch meer inwendige kracht hebben om weer- stand te bieden. En nu komt het me voor, dat juist in de woelige stap zooveel ont breekt wat den mensch die innerlijke kracht bijbrengen kan, dat het leven juist zoo is. dat men inwendig niet tot rust en sterkte komt. Wij hebben er al eens meer op ge- wezen, dat, om de groote maatschappij te kunnen ingaan, ieder mensch in den kleinen kring van het huisgezin moet gevormd er, gesterkt worden. Daar ligt de plaats, de oefenschool waar men, afgezien van de ken- nis en bekwaamheid die men elders opdoet, toch als persooniijkheid, als karakter ge vormd wordt voor den levensstrijd. Wie in net gezin met eere de plaats inneemt die hem daar is aangewezen, hij zal daarin ongetwijfeld ook de kracht bezitfen om in den maalstroom van het leven daarbuiten toch op den goeden weg te volharden. Die kleine kring is de retraite waar men de krachten opdoet voor den strijd daarbuiten. Zal niet de man die thuis een goed echtge- noot is, die in oprechte lief de met zijn j vrouw omgaat, die een hart heeft voor de belangen van zijne kinderen en die daarin steeds weer zijn geluk gaat vinden, zal hij juist daardoor niet sterk zijn om weerstand te bieden aan de verleiding die op allerlei wijze op hem aankomt? De liefde tot zijn eigen vrouw is daarbinnen in hem als de waarschuwende stem, als een wenk, als j een kracht die hem behoudt als hij staat op de moeilijke punten. Hij gevoelt, dat hij niet meer met rustigen blik, met een open oog zijn eigen vrouw zou durven ontmoeten indien hij geluisterd had naar de vleiende i stem van eene andere. Of zal de vader die* zijn eigen kroost liefheeft, daarin niet de i kracht, de drang vinden om met moed en beslistheid uit te gaan in het moeilijke le- j ven, om zoo. goed mogelijk voor hen te zorgen? En zal hij er rust bij hebben als hij denkt aan zijn kinderen indien hij zijn geld j gaat verteren op zulk een wijze, dat hij zijn kinderen te kort doet? Daar zal een stem in hem blijven spreken als hij een goed vader is en dat zal hem bewaren voor het verkeerde. Zal ook de vrouw die in het huiselijke leven de liefde tot haren man in practijk brengt, die daar heeft ervaren het geluk van het dienen, van het samen zorgen, sa- men dragen, samen lijden en overwinnen, zal zij niet inwendig sterk zijn, om onver- biddeilijk weerstand te bieden als ook zij, komende in het drjikke leven, daarbuiten allerlei verleidende stemmen verneemt? De begeerten, die in het hart wakker worden, kunnen niet de gelegenheid krijgen om sterker te worden en tot verkeerde da- den te dwingen, de liefde voor haar man is op de critieke punten haar een wenk, een kracht om in het goede spoor te blijven. En zal de zorgvolle liefde voor hare kinde ren de vrouw niet er voor bewaren om bui ten het gezin, dat nuttelooze leven te leiden van uitgaan, van opgaan in het pronken met kleeding, van het zoeken van allerlei vermaken, een weg die heel glibberig is en waarop zoo menigeen struikelde en niet vond wat men zocht? Zullen de kinderen, die in den huiselijken kring geleerd hebben hunne ouders te ge hoorzamen en hun toe te dragen de ^epaste eerbied, niet daardoor juist een kracht In zich hebben om „neen" te zeggen als in het leven daarbuiten allerlei verkeerde stemmen op hen afkomen0 Daar is in hen een schuch- terheid, om niet te doen datgene wat zij we ten, dat hunne ouders hedroeven zou. Van huis uit krijgen zij mede 't gevoel van den dicht om te g<PSoorzamen. De mensch die in zulk een steer is opgegroeid, zal onge twijfeld, waar goede of slechte vrienden en vriendinnen zoeken mee te tronen, onwille- keurig hooren een waarschuwende stem: ga niet verder! bedenk wat ge doet! en dit zal toch heilzaam werken. Door de opvoeding in het gezinsleven wordt de mensch inner- lijk sterk om op den rechten weg te blijven. Des te meer is het daarom te betreuren, dat juist in onzen tijd het gezinsleven zoo kwijnt. Is het huisgezin in de meeste ge vallen de kring waar werkelijk de leden op hun plaats zijn til zich oefenen in de hei- ligste plichten? Zeker, men ontmoet elkan der wel, hoewel ook de uithuizigheid toe- neemt, maar de harten oper.en zich niet voor elkander. Men ieeft naast elkaar, gesloten de een voor den .'nder. Het huiselijk leven wordt dan iets doodsch, en van alles moet gedaan worden om het leven toch een beetje aangenaam of int.,ressanter te maken. Men zoekt het dan buitenshuis, op de straat of in het cafe, in den sohouwburg of in het buitenland, om toch maar wat vulling te hebben voor het holle leven, waarvan men de onvoldaanheid /evoelt, doch men bereikt zijn doel niet en wordt innerlijk zwakker en armer. Men gaat aan het ware voorbij, want men laat begraven liggen de schat- ten van liefde en trouw die daar liggen in het intieme familieleven, en zij zijri het d: mede het leven rijk en sterk maken. Het is diep te betreuren. dat in zoovele kringen in onzen tijd het gezinsleven kwijnt. Hoe groot is in de steeen het aantal echtschei- dingen! Is het wonder, dat velen te zwak zijn om te overwinnen in den strijd die er voortdurend in ieder menschenleven is, als aan den eenen kant de plicht roept, maar ook aan de andere zijde het genot zijn stem doet hooren? Toch blijft er altijd in den mensch iets over wat hem in gevaarlijke oogenblikken roept naar den goeden weg, en dat is de stem van het geweten. Het is een stem niet van onszelf, want zij kan het ons lastlg genoeg maken, maar het is wel een stem in ons. Het is de stem van God in ons, die over de millioenen menschenlevens zijn oog laat gaan cn voor ieder persoonlijk een weg i heeft, die naar een goed doel leidt. Jam- j mer is het, dat ook die stem van het gewe- j ten verzwakken kan. Hoe minder wij naar j haar luisteren, hoe onduidelijker zij spreken I gaat. Willen wij bewaard blijven voor mis- lukking van ons leven, dat wij dan zorgen, dat we de stem van ons geweten duidelijk kunnen blijven hooren. Hoe meer wij er aan gehoorzamen, des te meer zal juist die stem ons sterken. Doch dat gehoorzamen is een strijd. Maakt de stem van het geweten het ons menigmaal niet moeilijk? Is ze ons niet vaak als een klacht? Als wij de dingen ge- regeld hebben op onze manier, komt dan de stem van het geweten soms niet eens- klaps ons hinderen en zeggen: dat mag niet? En dan gehoorzamen? Wij staan menigmaal op eenigszins ge- spannen voet met de stem van ons geweten. Toch mag dit niet en het behoeft ook niet. Wij kunnen en moeten aan de stem van ons geweten meeT ons volkomen vertrouwen geven. Dat zal ons nooit schaden. Laat de verkeersagent ons hier nog wat leeren. Het is merkwaardig hoe stipt de mensch'en op de straten aan den verkeersagent gehoor zamen. Op zijn wenk volgt bijna iedereen. Hoe zou dat toch komen? Zit het in de macht van dien agent? Zit het in de vrees voor de politic? Ik geloof het niet. Een Hollander is zeker niet van dien aanleg, dat hij zoo maar gehoorzaamt, omdat een agent beveelt, het ligt veeleer in zijn karakter om dan juist nog eens even te talmen of zich Iijdelijk te verzetten. Toch, bij het bevelen van den verkeersagent, vinden we oogen- blikkelijke gehoorzaamheid. Ik geloof, dat dit alleen voortkomt uit het vertrouwen dat men in dien persoon heeft. Hij toch houdr de wacht, hij ziet het waar de veilige weg is, hij ziet wat ik in de drukte niet zien kan en dus niet weet, waarlangs ik gaan moet om niet te verongelukken. De verkeersagent geeft mij aan met een wenk hoe ik zonder ongeiukken verder kom. zou ik dan niet ge- wiliig volgen? Hij heeft mijn vertrouwen, ik geef mij aan zijn leiding over, in die oogen blikken waar gevaren mij dreigen. En zou den wij dan niet met hetzelfde vertrouwen volgen de stem van ons geweten, als die in ons spreekt. Zij is Gods stem in ons. De stem van Hem die de gevaren ziet, die mij omringen, en die ik niet zie; de stem van Hem die voor mij den weg uitkiest, den bes- ten, den veiligen weg, opdat ik behouden thuis komen zal. Zouden wij aan die stem ons vertrouwen niet geven? Al zou het zijn, dat de stem van ons geweten het ons moei lijk maakt, strijd in ons brengt, van ons iets vraagt, waar wij geen heil of oplossing in zien, aan haar hebben we steeds meer ons voile vertrouwen en dus onze gehoorzaam heid te schenken, want God alleen wijst ons in het drukke menschengewoel den weg waarop we steeds veilig gaan. Maurits F. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De wijziging van de leerplichtwet wordt aangenomen met 60 tegen 16 stemmen. De motie-Duys betreftende toestaan van optochten op Zondag wordt aangenomen met 46 tegen 29 stemmen. De motie-Duys inzake de oprichting van commissies voor steun aan werkloozen in iedere gemeente, wordt Verworpen met 50 tegen 25 stemmen. De motie-Duys, vragende dat het rijk 90 pet. van de uitkeenng aan werkloozen voor haar rekening zal nemen, wordt ver worpen met 58 tegen 17 stemmen. De motie-Kruyt betreffende niet-onder- zoek naar politieke overtuiging bij aanvra- ge van buitenlandsche paspoorten, wordt ingetrokken. Versehillende kleine wetsontwerpen wor den z. h. s. aangenomen. DE RAADSVERKiEZING TE AMSTERDAM. De aandadht van alien die belang stellen in de politiek was dezer dagen gericht op de verkiezingen \oor den gemeenteraad van het Groot Amsterdam, waar nu ook de vrouwen zouden meestemmen. Belangstel- ling was er ook, omdat men daar beslist on- waardigen op de candidatenlijst had ge plaatst en de vrees bestond, dat die ook ge- kozen zouden worden. De stemming heeft een ordelijk verloop gehad. Natuurlijk kwamen in verband met de talrijke nieuwe kiezeressen meerdere typische gebeurtenissen voor. Volgen den niet-officieelen uitslag wer- den uitgebracht 275.684 geldige stemmen. Door ongeveer 20 procent der kiezers is niet gestemd. De kiesdeeler' bedraagt 6126 stemmen. De Vrijheidsbond verkreeg 30.990 stem- men met vijf zetels; de S. D. A. P. 84.127 stemmen met veertien zetels; de Commu- nisten 18.133 stemmen met drie zetels; de Christelijk-Historischen 26.084 stemmen met vier zetels; de Vrijzinnig-Democraten 13.563 stemmen met twee zetels; de Anti-Revolu- tionnairen 20.873 stemmen met vier zetels; de Roomsch-Katholieken 45.021 stemmen met aeht zetels. Verder werden gekozen twee straatzwervers, „Had je me maar" en Zuurbier, die samen 14.246 stemmen be- haalden. De Christen-Democraat Staalman verkreeg 3105 stemmen; de heer Den Hertog (onafh. Lib.) 4010, en Weits van de Neu- trale Partij 6494 stemmen. De Communisten veriiezen 3 zetels; de Christelijk-Historischen winnen 2 zetels; de Anti-Revolutionnairen, Katholieken en So- ciaal-Democraten ieder 1 zetel; de Christen- Democraien krijgen een nieuwe zetel; de gecombineerde Vrijheidsbond verliest 3 ze tels; de Vrijzinnig-Democraten veriiezen 2 zetels; de Socialistische Partij verliest een zetel; de lijst De Gelder wint 2 zetels; de Neutrale Partij en de lijst Den Hertog hou den ieder een zetel. De afgetreden wethouders werden alien als lid van den nieuwen raad gekozen. De vrees, dat de straatzwerver De Gelder gekozen zou worden is dus wel gewettigd geweest. Niet alleen dat dit straattype gekozen werd, doch hij kreeg nog een partner in een zekeren „mijnheer" Zuurbier, daar deze sujetten dp hun lijst niet minder dan ruim 14.000 stemmen vereenigden. Het is een schande, dat de raad van de hoofdstad zoo naar beneden wordt gehaald dat 2 van deze individuen hun intrede op het Prinsenhof zullen doen. Het is nu maar de vraag wat de andere gekozen leden zullen doen en of zij zitting zullen willen nemen naast deze straat- slijpers. Het Hbl. weet mede te deelen, dat bin- nenkort bij de Tweede Kamer een wetsont- werp zal worden aanhangig gemaakt waar- bij wordt bepaald, dat personen die wegens hun gedrag niet in aanmerking kunnen ko men om op de kiezerslijst te worden ge plaatst ook geen zitting kunnen nemen voor een der vertegenwoordigende lichamcn. Wat de politieke beteekenis van deze ver kiezingen betreft, is gebleken, dat ook □root-Amsterdam, hoewel de vrouwen ook zeer druk hebben gestemd, voor ruim een derde gedeelte op de roode candidaten heeft gestemd. Rekent men de stemmen van de S. D. A. P., Communisten en Anarchisten (Had- je-me-maar) bijeen, dan komt men voor deze groepen tot een totaal van ongeveer 117.000 stemmen. De rechterzijde heeft wel eenige wins' beihaald, doch niet zooveel ais op gerekend was. De grootste winst valt voor deze partij te boeken voor de Christelijk-Historischen, waaruit blijkt, dat vele gematigde personen op deze lijst hebben gestemd. De Vrijheidsbond maakt maar een poover figuur en de eenmaal oppermachtige libe rate partij in den Amsterdamschen raad is gedaald tot een partij van den vijfden rang. De Communisten hebben natuurlijk een groot aantal stemmen moeten afstaan aan de straatzwervers. De S. P. zag haar eenigen vertegenwoor- diger den heer Kolthek, tuimelen en de Vrij zinnig-Democraten behouden slechts 2 ze tels, zoodat ook deze partij in de hoofdstad maar weinig aanhang heeft. Het zal nu de vraag zijn hoe het college van Burg, en Weth. zal worden samenge- stel. Alie wethouders zijn herkozen, doch de sociaal-democraten zijn pas uit het college getreden en zullen wel niet bereid zijn daar in weder zitting te nemen. TER NEUZEN, 29 APRIL T921. GEMEENTERAAD. In de op a.s. Maandag, des namiddags 4 ure, te houden openbare vergadering van den gemeenteraad alhier, komen de volgende punten in behandeling: 1. Ingekomen stukken. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het verleenen eener jaarlijksche subsidie aan de Zeevaartsehool te Vlis- singen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het verleenen eener bijdrage van /50,ner maand aan de commis- sie bedoeld bij artikel 26 der wet op de Kamers van Koophandel, alhier, als te- gemoetkoming in de kosten van huur eener lokaliteit. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders om gunstig te beschikken op een verzoek van Th. de Gijsel. alhier, orn afwijking van de artikelen 1 en 2 van de verordening houdende vaststeiling van nadere eischen voor verlofslokali- teiten. 5. Voorstel van Burgmeester en Wethou ders tot wijziging van de verordening op de invordering eener gemeentelijke inkomstenbelasting en opnieuw vast steiling van de heffingsverordening, in verband met eene aanschrijving van Gedeputeerde Staten. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot goedkeuring van de rekening van het Burgerlijk Armbestuur over het dienstjaar 1920. Ontvangsten f 14.950,38'A, uitgaven 14.767.21. goed slot f 183,17y2, 7. Benoeming van een lid van het Burger lijk Armbestuur. AMBACHTSSCHOOL TE TER NEUZEN. Aan ons verslag in het vorig nummer be treffende het bekendmaken der bevorderin- gen van de leerlingen der Ambachtsschooi alhier, kunnnen wij nog toevoegen, dat In de gangen en het timmerlokaal smaakvolie bloemenversieringen waren aangebracht. Behalve bestuur, directeur en leeraren met de leerlingen, ook de nieuwe leerlingen voor den aanstaanden cursus, waren vele ouders en leden der vereeniging tegen woordig. Van de 3 leerlingen die het diploma ver- wierven blijven 2 voorloopig nog een jaar op de inrichting, met het oog op hun ver- dere plannen, terwiil 1 in de praktijk gaat. Deze, de heer A. AL A. Peters, dankte na- mens zijne collega's die het diploma ver- wierven het bestuur, dat deze inrichting in deze oremeente heeft weten te verkrijgen en den directeur en de leeraren voor het ge- noten onderwiis, terwijl hij zich in hunne gunst aanbeval, om ook in de toekomst waar noodig een beroep te mogen doen op hunne voorlichting, indien hij die zou noo dig hebben, waarvoor hem door den direc teur op de meest harteliike wijze toezeg- ging werd gedaan. Toen vervolgens door den voorzitter de tentoonstelling was geopend, verspreidden de aanwezigen zich door de versehillende lokalen, teneinde het tentoongestelde In oogenschouw te nemen. Zooals we reeds meedeelden, is er al veel interessants te zien. Vooral de smederij en het werk der machinebankwerkers trok de aandacht der bezoekers. BURGERWACHT. Maandagavond werd alhier de iaarver- gadering gehouden van de burgerwacht, op de bovenzaal van den heer De Vrieze. Na opening en voorlezing der notuien. werd het jaarverslag uitgebracht door den secretaris. Dit verslag getuigde van onder- scheiden werkzaamheden, o.a. van schiet- oefeniugen, prijsschieten en avondve'd- dienst. Deze laatste was zeer goed geslaagd. Tot bestuurslid werd herkozen de heer A. Nolet en in de vacature-Timmerman ge kozen de heer J. Hommes, die beide hunne benoeming hebben aangenomen. De commandant gaf daarna inlichtingen over den nationaien schietwedstrijd te 's Gravenhage. HET „GROENE KRUIS" TE TER NEUZEN. Als bewijs. dat de vereeniging Het Groene Kruis in een behoefte voorziet deelt men ons mede. dat doze week reeds he' lOOOste lid is ingeschreven. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Na de regiementswijziging van een nieuw bestuur werd jl. Maandag alhier de eerste vergadering gehouden van de ge meentelijke arbeidsbeurs, onder voor- zitterschap van den burgemeester J. Hui- zinga. Tot vice-voorzitter werd benoemd de heer R. G. E. Nolson, Tot secretaris is herbenoemd de heer M. de Jonge en tot 2e secretaris de directeur der arbeids beurs de heer J. F. de Cooker. HULD1GING Mr. H. J. DIJCKMEESTER BIJ ZIJN AFTREDEN ALS COM- MISSARIS DER KQNINGIN IN ZEELAND. Voor het comite, dat zich gevormd had om den heer Mr. H. J. Dijckmeester bij zijn aftreden als commisfearis der Konin- gin in Zeeland te huldigen en de dank- baarheid te toonen der Zeeuwen voor al les wat de heer Dijckmeester in de 15 jaar van zijn ambtsvervulTin'g voor het gewest heeft gedaan, was het Donderdag- middag het oogenblik om1 zich van die aangename taak te kwijten. ■uHH^gnBUEraaeggwgsaa BH^rfsSUBI3®9 NEUZENSCHE CO U RANT De Burgemeester der gemeente TER. NEUZEt> maakt bekend, dat eene Openbare Vergaderini: van den Gemeenteraad zal worden gehouden 0| j Waaudag Wei 1931, des narniddag- ten 4 ure. Ter Neuzen, den 29 April 1921. De Burgemeester voornciemd, J. IHJIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1