I
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUW8GH-VLAANDEREN.
H
1
No 7090.
Maandag 3 Januari 1921.
61e Jaar.'
ABONNEMENT
ADVERTENTlfiN:
B§ SUijd m het Yuur.
Telefoon 25.
Bit Blad verschynt Maandag-, Wosnsdag- en Ynjdagavond, Hitpzoiidsrd op Feestdages,
bg de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen.
BINNENLAWO.
FEUILLETOB.
BUITENLAND.
ler-
Per 3 maanden binnen de stad 1,40. Franco per post voor Nederland/1,60.
Bij vooruitbetalmgvoor bet Buitenland per 3 maanden/2,20, per jaar 8,
Voor NederlandPer jaar bij vooruitbetaling 5,80.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
f 0,20
Van 1 tot 4 regels 0,80. Voor elken regel meer
Qrootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwe
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien liefst dag VOOf de uitgave.
WAT DE „BORREL" ZAL KOSTEN.
De beide Kamers der Staten-Generaal
hebben thans de wet tot verhooging van
den accijns op gedistilleerd aangenomen.
Spoedig zal zij in het „Staatsblad" verschij-
nen en dan zal de „borrel" duurder
worden.
Hoeveel?
De vraag is spoediger gesteld dan be-
antwoord, omdat er verschil is tusschen een
borrel en een borrel, althans wat de
prijs betreft. In de luxe-restaurants op het
Rembrandtplein kost hij wat duurder dan
in een kroeg op den Zeedijk.
Aangenomen mag worden, dat de duurste
borrels ook het meest in prijs zulien stijgen,
en hoeveel de verkoopers zulien „opleggen"
dient te worden afgeyvacht.
Echter is wel na te gaan hoeveel de
borrel'zal moeten stijgen tengevolge van
de accijnsverhooging. Zooals men weet is
de accijns verdubbeid.
Jenever van 40 pCt. alcoholgehalte kost
aan de slijters thans f 1,90 per liter bij af-
neming van tenmiriste 80 liter (bij kleine
hoeveelheden iets meer. Hierin is begrepen
1,32 accijns. Volgens het nieuwe tarief
komt er 1,32 accijns bij, zoodat de totale
slijtersprijs wordt f 3,32 per liter.
Nu zijr. niet alle „borrels" even groot, maar
aanzienlijk is het verscnii toch niet, te min
der, daar de „gro®te bellen", welke voor
den oorlog bestonden, zoo goed als geheel
zijn verdwenen. Gemiddeld dan gaan er 35
borrels uit een liter.
Thans kost hij dus aan den slijter netto
ongeveer 5/2 cent en hij zal na de accijns-
ver hogging 4 cent duutder worden en dus
9y2 cent kosten. Wij hebben hier de prijzen
genonten voor de gewone jenever. Andere
borrels" kosten duurder, maar de verhoo
ging door den accijns blijft ongeveer gelijk.
Bij jenever van 35 pCt. kost thans de bor
rel ongeveer 43^ cent en zal 3|4 cent duur
der worden.
Het blijkt dus uit het bovenstaande, dat
de slijters met een verhooging van 4 cent de
accijnsverhooging zulien hebben verdis-
oonteerd.
De borrels in de volkskroegen, welke
thans 13 cent kosten, zulien denkelijk op
tenminste 18 cent worden gebracht. De mid-
denstands-cafe's, waar thans 20 cent wordt
betaald, denken over een verhooging tot
35 cent. j
Bij de prijsvaststelling moeten de detail-
verkoopers natuurlijk rekening houden met
alle kosten welke het bedrijf drukken. Als
nu, door den verhoogden accijns, het alco-
hoigebruik belangrijk mocht verminderen,
zulien de kleinhandelprijzen wellicht nog
moeten worden verhoogd om de winstder-
ving in te halen. (Hbl.).
BESTRIJD1NG VAN TUBERCULOSE
EN RANKER.
De Koningin heeft de bestemming vast-
gesteld van het in 1918 gestichte Nationaal
V redes-fonds, en bepaald, dat de bijeen ge-
brachte gelden zulien gestort worden in een
Fonds 1918 om te voorzien in het ontbre-
kende van de kosten van verpleging van
minvermogende of onvermogende lijders
van tuberculose en kanker.
Roat&n uit den Oertijd
door
I. H. ROSNY.
37)
Knarsetandend ging hij voort; de borst-
wering van twijgen was weer verderop
gebracht; wellicht zop de vijand den vol-
genden nacht tot den aanval kunnen over-
gaan.
Plotseling klonk een scherpe kreet door
de ruimte, een gestalte klom uit het wa
ter omhoog; eerst was zij onduidelijk te
zien, toen onderscheidde Naoh een
mensch. Hij sleepte zich voort; uit zijn
dijen vloeide bloed; hij was vreemd ge-
bouwd, bijna geen schouders, en een klein
smai hoofd. Het scheen eerst, dat de
Roode Dwergen hem niet hadden be-
merkt, toen verhief zich een gekrijsch,
spiesen en speren suisden door de lucht.
Duizenderlei gewaarwordingen doortrilden
Naoh. Hij vergat dat deze man een vij
and moest zijn; hij voelde dat thans zijn
woede tegen de Roode Dwergen ontke-
tend was en hij snelde naar den gewonde,
zooals hij op Nam en Gaw zou zijn, toe-
gesneld. Een werpspies trot zijn schou-
der, maar stuitte hem niet in zijn loop.
Hij stiet zijn krijgskreet uit, stortte zich
op den gewonde, nam hem met een be-
weging op en streed a* terugtrekkend.
Een steen bonsde tegen zijn schedel, een
Door verschillende oorzaken hebben de
werkzaaniheden in het algemeen slechts een
voorbereidend karakter gedragen, ook al is
door enkele gewestelijke en plaatselijke
commissies reeds moeite gedaan ter ver-
krijging van gelden voor het Fonds.
Het oogenblik is thans aangebroken om
allerwege de werkzaamheden voor het bij-
eenbrengen van gelden krachtdadig op te
nemen en iedereen aan te sporen eene gel-
delijke bijdrage te schenken voor het thans
vastgestelde schoone en sympathieke doel-
einde.
WETTELIJKE REGEL1NG DER
WINKELSLUITNG.
Met betrekking tot de plannen inzake de
wettelijke regeling van de winkelsluiting
kan worden medegedeeld, dat de Minister
van Landbouw het wenschelijk acht, de be-
handeling van het bij de Tweede Kamer
aanhangige ontwerp tot vaststelling eener
Zondagswet, waarover het Voorloopig Ver-
slag van het onderzoek in de afdeelingen
reeds is verschenen, af te wachten, omdat
bedoeld ontwerp nauw verband houdt met
de winkelsluiting op Zondag.
Naar wij verder vernemen, zal het wets-
ontwerp op de winkelsluiting voor dat het
in behandeling komt zoo tijdig aan de ver-
schillende middenstandsorganisaties worden
toegezonden, dat deze voldoende gelegen-
heid zulien hebben om hare opmerkingen
over het wetsontwerp aan de regeering, c.q.
aan de Volksvertegenwoordiging, kenbaar
te maken.
CENTRALE BANKINSTELLING.
In de Eerste Kamer kondigt Minister De
Vries een wetsontwerp aan tot het vormen
van een Centrale Bankinstelling, die zal heb
ben na te gaan of het doel, waarvoor een
gemeenteleening wordt aangevraagd, die
leening wettigt en of de financieele gestie
der gemeente solide is.
WERKLOOZENKASSEN EN 60-JARIGEN.
De Minister van Arbeid heeft aan de vak-
bonden met werkloozenkassen meaegedeeld,
dat hij bereid is, als tijdelijke afwijking der
reglementaire bepalingen der werkloozen
kassen goed te keuren, dat leden, die den
leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, doch
dien van 65 jaar nog niet hebben overschre-
den, 3 Jaunari 1921 als lid der kas worden
opgenomen, mits: a. zij op den datum,
waarop de subsidie ten behoeve van de
werkloozenkas inging, reeds minstens een
jaar lid der vereeniging waren en b. zij bij
hun toetreden tot de vereeniging nog niet
den leetijd van 60 jaar hadden bereikt.
PR1JSDALING.
Het bestuur der Enschedesche Handels-
vereeniging adviseert.den handeldrijvenden
middenstand in het algemeen en den leden
zijner vereeniging in het bijzonder, om wat
betreft de prijsdaling gelijken tred te hou
den met de fabrikanten en grossiers. Ver-
lagen laatstgenoemden hun prijzen met een
zeker percentage, dat zij dan oogenblikke-
lijk het voorbeeld volgen. Zulk een daad zal
slachtoffers kosten en velen in moeilijkheden
brengen, zegt het advies verder, doch men
zal er door medewerken tot het verkrijgen
van een meer normalen toestand, terwijl
men het vertrouwen van het koopend pu-
bliek zal behouden.
tweede werpspies ontvelde hem het schou-
derblad, maar reeds was hij buiten be-
reik van hun wapens.... en dien avond
durfden de Roode Dwergen den grooten
strijd nog niet wagen.
De nacht op het Drastand.
Toen de zoon van den Panter bij het
Vuur was teruggekeerd, legde hij den
man op het droge gras en beschouwde
hem vol verbazing en wantrouwen. Hij
was wonderlijk verschillend van de Oul-
hamr, de Kzamms en de Roode Dwergen.
Zijn schedel was buitengewoon lang en
smal en was met dun fijn haar schaarsch
bedekt; zijn oogen waren niet groot, maar
langwerpig en donker, flets, met een treu-
rigen, niets-zienden blik. Zijn wangen
waren ingevallen, de kaken smal, terwijl
de onderkaak wat insprong, als bij een
rat; maar wat den leider vooral verbaas-
de, was het rolronde lichaanv, waaraan
bijna ,geen schouders waren waar te ne
men, zoodat de armen aan het lijf sche-
nen gehecht, als de pooten van een kro-
kodil. De huid was droog en ruw, als
met schubben bedekt en hing ruim om
het lichaam heen. De zoon van den Pan
ter dacht aan een slang en aan een ha-
gedis.
Sinds Naoh de man op het droge gras
had gelegd, had hij zich niet bewogen.
Nu en dan sloeg hij langzaam zijn oog-
leden op en keek met zijn troebelen blik
naar de nomaden. Hij ademde zwaar en
luid, met korte stooten, die wellicht een
klacht beteekenden. Nam en Gaw walg-
den van hem en zouden hem gaame in
het water hebben geworpen. Naoh stel-
de belang in hem, omdat hij hem van
zijn vijanden had gered, en daar hij veel
DE CRIMINALITElT IN ONS LAND.
De criminaliteit is in de oorlogsjaren
in ons land ernstig toegenomen, doch het
nantal strafrechterlijke veroordeelingen is
thans weer belangrijk verminderd. Toch is
er voor den strafrechter nog wel werk aan
den winkel, wanneer men bedenkt, dat ook
nu nog in een jaar door de Nederlandsche
rechtbanken gezamenlijk ruim 55.000 per-
sonen zijn veroordeejd, waarvan er ruim 200
in hooger beroep kwamen en dus ook nog
door het gerechtshof werden berecht. Hier-
bij komt dan nog het onnoemelijk aantal
veroordeelingen door den kantonrechter,
meestal slechts kleine overtredingen.
DE ^ROOGLEGGING DER ZUIDERZEE.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp betreffende ,e verhooging van de
begrooting van uitgaven van het Zuiderzee-
fonds voor 1919 werd door enkele leden de
meening uitgesproken: dat met het oog op
den verhoogden rentestandaard het nood-
zakelijk zal zijn omj de stortingen in het
Zuiderzeefonds aanzienlijk te verhoogen.
Men vroeg hoe de Minister hierover denkt.
Voorts werd gewez^n op de door Mr. Dr.
Ant. van Gijn gepiibliceerde berekening,
volgens welke op de droogmaking der Zui
derzee een verlies zaij worden geleden van
bijna een milliard. Mtn vroeg den Minister
ook op dit punt naar ^jn meening. Voor het
geval de droogmakiiik inderdaad een zoo
aanzienlijk verlies stam op te leveren, acht-
ten enkele leden het raadzaam met het werk
niet verder voort te g|ian, althans niet ver
der dan noodig is, otn te voorkomen, dat
door uitstel schade vitirdt toegebracht aan
de reeds uitgevoerde werken.
PERRONkAARTJES.
Door de Directies der Nederlandsche
spoorwegen is bepaald, dat wanneer bij
het verlaten van het station een perron-
kaart wordt aangeboden, welke niet met
den datum- of kniptang is geknipt, of waar
van de geldigheidsduur is verstreken, de
houder zal worden beschouwd als met den
laatst aangekomen trein te zijn aangebracht
en niet in het bezit te zijn van eenig geldig
plaatsbewijs. Met alle gevolgen van dien.
PASPOORTEN VOOR DOORREIS
BELGIE.
De Belgische regeering heeft aan het
secretariaat van den Volkenbond meege-
deeld, dat de prijs voor de pasvisa voor een
doorreis door Belgie zonder oponthoudt in
dat land tot een frank goud is teruggebracht.
NEDERLAND EN BELGIE.
De Independance Beige gewaagt nog-
maals van het plan tot uitbreiding van de
haven van Vlissingen en vestigt de aandacht
op het feit, dat deze Nederlandsche haven
niet zoozeer bestemd is om te concurreeren
met Antwerpen, als wel met Zeebrugge.
Waar de haven van Zeebrugge reeds sedert
lang bestaat en allerlei voordeelen aanbiedt,
welke althans volgens de Independance
Vlissingen niet bezit en nooit bezitten zal,
hoopt het blad, dat de Belgische regeering
den voorsprong van Zeebrugge op Vlissin
gen niet zal laten verloren gaan en geen
moeite en opofferir.gen zal ontzien om de-
weetgieriger was dan zijn makkers, vroeg
hij zich af, waar de man vandaan kon
komen, hoe hij in het moeras was ge-
raakt, hoe hij zijn wonde had opgeloo-
pen, of het een mensch was of een krui-
sing van mensch en reptiel. Hij tracht-
te met gebaren tot hem te spreken, hem te
overtuigen, dat hij geen vrees voor den
dood meer behoefde te hebben. Toen
wees de nomade op de schuilpiaats der
Roode Dwergen om aan te ^oonen, dat
van d ien kant voor beiden gevaar dreigde.
De man kferde zijn hpofd naar den
leider, stiet een doffen kreet uit, die diep
uit de keel scheen te komen. Naoh meen-
de, dat hij begrepen had.
De maansikkel raakte het einde van
het firmanent, de groote blauwe ster was
verdwenen. De man was rechtop gaan
zitten en drukte gras tegen zij'n wonde,
nu en dan zag men een zwakke schittering
in zijn omsluierde oogen.
Toen de maan onderging, schenen de
sterren helderder en men hoorde de Roo
de Dwergen arbeiden. Zij zwoejjden den
ganschen nacht, eenigen moesten sj>rokke-
len, anderen brachten de borstwering voor-
uit.' Menigmaal rees Naoh op om den
strijd aan te vangen. Maar dan bemerkte
hij weer hoe talrijk zijn vijanden waren,
hoe waakzaam, en hij bespeurde hun hin-
derlagen; hij besefte, dat iedere bewe-
ging der Oulhamr bespied werd, en hij
onderwierp zich en rdkende op een gun-
stige krijgskans.
Een nieuwe nacht verstreek. In den
ochtend wierpen de Roode Dwergen hun
speren, die vlak bij de verschansing der
Oulhamr neerkwamen. Zij krijschten
triomfantelijk van vreugde.
zen te behouden. Ook hoopt het blad, dat
de regeering er toe besluiten zal om het
Belgische loodswezen van Vlissingen naar
Zeebrugge over te brengen.
EEN FRANSCH OORDEEL OVER DE
ONDERHANDELINGEN MET BELGIE.
Men schrijft uit Parijs aan de N. R. Crt.:
Hier is een nieuw maandschrift versche
nen, La diplomatic belgique, onder leiding
van den heer Georges Desbons. De onder-
titel luidt: revue internationale d'education
civique et de documentation economique et
politique. Te koop is het niet, het moet het
louter van de abonne's hebben. Ook op
deze wijze wil het onafhankelijk blijven.
Voor het dezer dagen verschenen Novem-
bernummer heeft de heer F. J. W. Drion,
lid der Tweede Kamer, een opstel over de
Nederlandsch-Belgische onderhandelingen
nopens de herziening van het verdrag van
1839 geschreven. De redactie leidt het in
met een korte beschouwing, die van Belgie
als breeder, van Nederland als vriend
spreekt en uit Frankrijk's naam zoo spoedig
mogelijk een hartelijke en rechtvaardige,
beslechting van het geschil bepleit. Hierna
zal een Belg gelegenheid hebben, den heer
Drion te antwoorden.
De redactie somt de verwijten op, die nog
dagelijks tegen ons land worden geopperd.
En wel: jullie hebt niet aan den oorlog mee-
gedaan; in het begin hebt jullie in Limburg
je onzijdigheid door Duitsche troepen laten
schenden; jullie hebt in oorlogstijd met
Duitschland handel gedreven door het aan
leeftocht te helpen; jullie hebt het zand en
grint doorgelaten, dat van Pruisen naar
Belgie werd gezonden om de Duitsche loop-
graven te betonneeren; jullie hebt na den
wapenstilstand de wijkende Duitsche troapen
doorgelaten en eindelijk, jullie Nederlan-
ders hebt Wilhem II gastvrijheid verleend.
Daartegen merkte het maandschrift punt
voor punt op: jullie waren op het eerste
punt volkomen in je recht; bovendien zijt
jullie, de Schelde, sluitend, nuttiger voor de
"geallieerden geweest dan het geval ware
geweest, indien jullie den Duitschers drie
vervaarlijke zeebasis uitgeleverd had, te
weten Amsterdam, Rotterdam en Antwer
pen; ten tweede: jullie hebt de enkele
uhlanen ontwapend, die bij jullie verdwaal-
den; jullie hadden gebrek aan gemaakte
goederen, ljzer en steenkool, daar jullie
vooral een land'oouwend en zeevarend volk
zijt, de convooien, die jullie af en toe uit
Engeland bereikten, werden getorpedeerd;
Duitschland leverde jullie slechts zijn ertsen
en gemaakte goederen in ruil voor mond-
kost, jullie volk is het eerste het kind van
de rekening geworden, want het stierf van
honger, ofschoon de banken vol marken-
goud zaten; als jullie geweigerd hadden,
het zand en grint door te laten, zou het oor
log voor jullie zijn geweest, en wij, geallieer-
den of Franschen, hadden jullie kanonnen
noch munitie kunnen geven, bovendien kon-
den jullie door de verdragen van voor 1914
gebonden, den doorvoer van die materialen
niet weigeren, welke uit hun aard niet nood-
zakelijk voor militaire werken bestemd wa
ren; de heer Drion weerlegt de grief om-
trent het doorlaten van Duitsche troepen
na den wapenstilstaod afdoende en ten
slotte, jullie grond is een toevluchtoord,
Het was de laatste dag. in den avond
waren de Dwergen er in geslaagd om hun
borstweringen voldoende naar voren te
brengen; tegen het ondergaan van de
maan zou de aanval ondernomen worden....
En vol toorn en wanhoop spiedden de
Oulhamr over het groenige water, ter
wijl de honger aan hun ingewanden knaag-
de.
In de ochtendschemering scheen de ge-
gewonde hun nog vreemder toe. Zijn
oogen geleken nephriet, zijn lang, rolrond
lijf wrong zich in bochten als een worm,
zijn weeke zachte hand boog zich dwaas
naar achteren.
Plotseling greep hij een harpoen en
slingerde dien naar een waterlelieplant,
het water borrelde, een koperkleurig li
chaam dook op en de man trok snel het
wapen terug; aan het uiteinde zat een reus-
achtige karper, Nam en Gaw stieten een
kreet van vreugde uit; het dier was vol
doende om verscheidenen mannen een
maal te geven. Zij betreurden het nu nie*
langer, dat hun leidej^ dit angstwekkend
schepsel het leven had gered.
En zij betreurden het nog minder, toen
hij weer andere visschen ving, want
hij had een buitengewoon gelukkige hand.
Hun veerkracht keerde weer, toen zij za-
gen, dat de leider weer een daad had
verricht, die nut afwierp. Nam en Gaw
geraakten opgewonden. Omdat hun bloed
nu weer sneller vloeide, geloofden zij
niet meer, dat ze sterven gingen; Naoh
zou den Rooden Dwergen wel een val-
strik spannen, hen in grooten getale doen
omkomen en hen voor goed afschrikken.
De zoon van den Panter deelde deze
verwachting niet. Hij kon geen enkel mid-
hebben vervolgde Franschen nooit baat ge-
vonden, jullie traditie is eerbiedwaardig.
Vervolgens gaat de inleiding kortelings
van wat Nederland tijdens den oorlog voor
de zaak der geallieerde heeft gedaan; de
gastvrijheid, aan Belgen en Franschen ver
leend; den invloed van de Belgische bladen,
in Nederland gesticht; de 1400 Nederland
sche vrijwilligers en het hospitaal in de
Pre Catelan. Ze eindigt aldus:
Wie Nederland scherplaken toonenaan,
hoe onvoldoende ze zijn ingelicht en ver-
geten hun plicht van erkentelijkheid. Hun
wijze van doen is on-Fransch.
DE DUITSCHE ONTWA PENINGS-
KWESTIE NEEMT EEN DRE1GEND
KARAKTER AAN
Aan den vsoravond van het Nienwe Jaar
dreigt een nieuw conflict tusschen de ge-
allieerden en Duitschland.
Met I Januari a.s. moet Duitschland,
volgens de Spa-overeenkomst, de veiligheids-
politie en de burgerwachten ontwapend
hebben. Volgens berichten uit Duitsche
bronis de Sicherheitspolizei reeds ontbonden,
maar met de burgerwachten is het een
ander geval. De Duitsche regeering heeft
in haar joDgste nota-wisseling met de
Entente te kennen gegeven, dat zfl, wat
Beieren en Oost-Pruisen betreft, de burger
wachten niet kan ontwapenen, omdat zjj
daarmee een wapen in de hand heeft om
binnenlandsche anarchie en burgerooriog
te voorkomen.
In het Entente-kamp, vooral in Frankrpk,
ziet men in deze weigering van Duitschland
een pogirg om zich te onttrekken aan zjjn
verplichtingen. Wanneer men, zoo rede-
neeren de Franschen, inzake de ontwape-
ning een uitzondering maakt voor Beieren,
dan zal die uitzondering weldra regel worden
voor het overige Duitsche rijk. Wanneer
men 't den vinger geeft, grijpt Duitschland
de heele hand. En het behoud der burger
wachten als militaire organisatie beteekent
den terugkeer van het Duitsche millioenen-
leger, voorloopig onder anderen vorm, maar
even dreigend voor zijn naburen, als voor
1914. Dat die mogeljjkhtid niet denk-
beeldig is, bewijzen de beiaadslagingen, die
de geallieerden in den laatsten tjjd over de
Duitsche ontwapening voerden.
Donderdag heeft het. Engelsche kabinet
bet ontwapeningseonflict behandeld in een
langdurige zitting. waaraan maarschalk sir
Henry Wilson en lord d'Abernon, de En
gelsche gezant te Berljju, deebamen.
De medewerker van de# Evening Standard,"
die in verbinding staat met diplomatieke
kringen, meldt uit gezaghebbende bron te
vernemen, dat indien de Duitsche regeering
niet onverwjjld op zich neemt om door een
besliste handelwijze haar verplichtingen in
zake de ontwapening na te komen, Fraukrijk
gemachtigd zal worden om handelend op
te treden.
del bedenken om aan de wraak der Roode
Dwergen te ontkoinen. Hoe meer hij zich
bezon, hoe nutteloozer hem alle listen
toeschenen. Telkens als hij zich een
nieuwe krijgslist voor den geest haalde,
scheen zij hem al onbruikbaar geworden
door het denken alleen. Hij eindigde met
slechts op de kracht van zijn armen te
rekenen en op het noodlot, waarop men-
schen en dieren, die nog niet door groote
rampen geslagen zijn, vertrouwen.
De zon neigde reeds ter kimme toen
in het Westen een sidderende wolk kwam
opzetten, die voortdurend anderen vorm
aannam en waarin de Oulhamr een vreem-
de vlucht vogels herkende. Met een ge-
luid als van wind en golven vlogen kraai-
en voor kraanvogels met hun zwevende
pooten uit, eenden strekten hun veelkleu-
rige koppen, ganzen met zwaren wiekslag,
en spreeuwen, die als zwarte keitjes door
het bont gewemel heenschoten. Dooreen
krioelden lijsters, eksters, meezen, sijzen,
trapganzen, reigers, nachtzwaluwen, kievi-
ten en snippen.
Ongetwijfeld had daar ginds, ver ach-
ter den horizon, een ontzettende ramp hen
opgejaagd naar deze nieuwe streken.
Tegen den nacht volgden de viervoeters.
Elanden galoppeerden blindelings voort
naast schichtige paarden, reuzenherten
sprongen naast gazellen op teere pootjes;
een wolvenpak en een troep honden ren-
den voorbij als een stormvlaag, een groote
gele leeuw en zijn Ieeuwin gingen in spron
gen van vijftig vaam een bende jakhalzen
vooraf. Velen bleven aan den rand van
het moeras staan en dronken.
(Wordt vervolgd).
ZtjH
j|0BnaanZBBB3aa?aBBmKnBaHHSnBB9BmanBHSiaEEBHaEBUMnBmnBI
..gaaKESggHMacam
TER NEUZENSCHE COURANT
i mi—»rr i i»i —1111—— ■■■i^iaMPM.vrgaEaagr^aL^Tr' - t "w-zanacga m i.—i1 win