No. 6888. Donderdag 11 September 1919. 59e Jaargang. Aigemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen BBM1IIT1SAAD. 3INNENLAND. Mond- en Klauwzeer. Uitreiking Mai'sgries. TEB \EI7.E\SCHE COERAIT. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maaktbekend,dateene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op lVontlerdMg den II Kept. 1919, des voor- uiiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 8 Sept. 1919. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, maakt bekend, dat bet vee van den landbouwer A. DE FEIJTER, wonende P 78, door bet mond- en klauivzeer is aangetast. Ter Neuzen, den 9 September 1919. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat ingevolge Min. eireulaire de uit- deeling van Mai'sgries, geschenk van liet Zuid- Afrikaansche volk, zal plants hebben op Vrijdag 12 September a.s., aan de Remise op Java, aan lien die de normaal-margarinekaar- ten van bet 4e tijdvak hebben afgcnomen en op vertoon van Rantsoenneeringskaart, van 912, 15 uur. Voor de bewoners van Sluiskil en Driewegen is de Maisgries verkrijgbaar bij de heeren Meulbroek en Jansen aldaar. Ter Neuzen, 10 September 1919. De Burgemeester voornoemd, J. HUJZINGA. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De heer Helsdingen (s.-d;) vraagt vertof tot het houden van. cert intterpellaUe over de voorniemiens van! de regeeri'ng met 1>& Irekkijig tot de salariee.ring van de rijks- atmbtenia rende lieer K. ter Laani (s.-d:) met betrekking tot de salarieering v,ap inilit(ijiTCH benieden den rang van officie.r, de heer Os pendorp (s.-d.) niet betrekking tots de op- nieming van! onderwijzers in de algemeene salarisregeling voor het rijkspcnoneel. Aan de orde zijn de 'wetsonbwerpen tot; wijziging van de Ii, vatiditeijts\veft efn de re gelinjg van de vrijwillige O ude,i dom sveraeke-| ring. De heer Lely (u.-l.) beschouwt de rege lingen als een belanigrijke stap in' de rich ting; van het staatspensioon. De raming van de koisten van de vrijwillige ouderdonisver- zekering acht spr. veel to laag. Spr. twijfelt er aanl, of (de vrijwilligd verzekering liaar doel zal beheiken. 11 ijr heeft evenwel tegen de proefnetning (geen bezwaar, omdat hij o-vertuigd is, d,at zij zal leiden, tot staatspensioem. De heer Niemeyer (v.-l.J is er vanl over tuigd, dat de vrijwillige oudcrdom'svcrzekie-i ring zal mislukken. Hij zal evenwel Voor -stonnnen null het oog op de, gratis-rente voor 65jarigen. Be Politieke Propaganda van Belgische agen- ten in Limburg en een schrijven van onze regeering daaromtrent. Zooals iudertijd is bericht, zijn door den heer Schemer, lid der Tweede Kamer, vragen gesteld aan den Minister van Buitenlandsche Zaken, naar aanleiding van het bekend wor den der vertrouwelijke nota van den Belgi- sclien Minister van Buitenlandsche Zaken aan het Groot Aigemeen Hoofdkwartier betref- 1'ende het bewerken der Limburgsche bevol king om deze gunstig tc steminen voor eene toenadering tot Belgie. De Minister Van Karnebeek beantwoordt thans die vragen, door mededeeling van de deswege met het Belgische Departement van Buitenlandsche Zaken gewisselde stukken. In de eerste plaats de vraag om inlichtin- gen, onder mededeeling, dat, indien het ge- pnbliceerde vertrouwelijk stuk authentiek zou- de zijn, dit een onaangenamen indruk moest verwekken, met het oog op de onderhandelin- gen die te Parijs werden gevoerd en de 4 Juni 1.1. door den Raad van Vier genomen resolutie. De Belgische Minister Hymans heeft daar- op aan den gezant te Brussel doen toekomen een volledig afschrift der gewraakte vertrou- weljjke nota, waarbij hij er op wees, dat de datum niet was van 3 Juli, doch reeds van 20 Mei, dus voor de beslissing van den Raad van Vier. Volgens-den heer Hymans moest het vaststellen van den datum wel al voldoende zijn om den onaangenamen indruk dien bij de Nederlandsche regeering door de kennisne- ming van het document was gewekt, weg te nemen. Daarop heeft de Minister Van Karnebeek aan den heer Hymans nog het volgende ant- woord doen toekomen In antwoord op mijn verzoek om inlichtin- gen betreffende de vertrouwelijke nota, welke, volgens een publicatie in de Nederlandsche dagbladen, Uwe Excellentie tot het Groote Algemeene Hoofdkwartier zou hebben gericht, heb ik de eer geliad de mededeeling te ont- vangen van 20 Augustus, waarbij Uwe Excel lentie mij den volledigen en authentieken tekst van deze dienstnota heeft overgelegd. Harer Majesteit's Regeering heeft mij op- gedragen Uwer Excellentie den hoogst pijnlij- kcn indruk kenbaar te maken bij haar gewekt, toen zij kennis nam van dat authentieke stuk dat bewijst, dat de Belgische Regeering ge- meend heeft zich in Nederlandsch Limburg de organisatie te mogen vergunnen van een politieke propaganda, ten doel hebbende die provincie van Nederland los te maken en hare toevoeging aan Belgie voor te bereiden. Gelet op de vriendschap en de goede verstandhou- ding, welke tussehen de beide landeu lieersch- ten, had Harer Majesteit's Regeering het niet mogelijk geacht dat de Belgische Regeering er zich toe zoude geleend hebben heimelijk een politick doel na te streven dat uittergard met die gevoelens niet te vereeni'gen is. De wjjze, waarop Uwe Excellentie de mis- noegdheid opvat, welke in Nederland is op- gewekt door de openbaarmaking van de voor- naamsfe gedeelten van de nota, toont overi- gens den afstand aan, die er bestaat tussehen de denkbeeklen door welke Owe Excellentie blijkt te worden geleid on de beginsel.cn, die steeds Harer Majesteit's regeering tot richt- snoer hebben geleid. Na te hebben doen uit- komen, dat de authentieke nota de dagteeke- ning draagt van 20 .Mei 1919 en niet die van 3 Juli, haar toegesclireven in de Nederland sche dagbladen, heeft Uwe Excellentie de meening geuit, dat het vaststellen van dien datum voldoende moet zijn om den onaange- mcn indruk, welken de pifblicatie had gcwckl, weg te nemen. Het is verre daarvan. V\ aar de datum van 3 Juli een verzwarende omstan- dighcid zou geleverd hebben, omdat hij de goede trouw van de Belgische regeering op het oogenblik zelf, waarop zij do resolutie van 4 Juni aanvaardde, in het geding zou hebben gebracht, is het intussclien duidelijk, dat niet in de eerste plaats de dagteekening, doch de tekst van de nota evenals de geest en de strijdmiddelen, die door dat document ontsluierd werden, het Nederlandsche volk zoo pijnlijk Verrast hebben. Het is om deze redenen dat ik, het voor- gaande ter kennis Uwer Excellentie bren- gende, van mijne regeering in opdraeht heb tegen de bewuste nota een formeel protest nit te brengen, in naam der verlieven begin- selen, door welke de betrekkitigen tussehen de staten beliooren te worden beheerscht en waarvan de eerbied voor het reeht en het wederzijdsch vertrouwen de won d si a gen be liooren nit te maken. Nederland en Belgie. Men schrjjft aan de N. R. Crt. Het is niets nieuws, dat een verscliil vail meening tussehen Belgie en Nederland leidt tot een spanning, die de uiterlijk tussehen beide rijken bestaande verhouding van goede nabuurschap in gevaar brengt. En evenmin is nieuw, dat de Belgische regeering offieieel den mond vol heeft van phrases, die uiting moeteii geven aan gevoelens van vriendschap en erkentelijkheid, tenvijl zij achter den rug van onze regeering kuipt daar, waar zij steun hoopt te vinden,»teg'eii ons of w-aar zij ten onzen koste de vervulling denkt te erlangen van haar aspiraties. Verplaatsen wij ons in de jaren 18661867. Ook foen was de Schelde men ziet, ook het thema is het.zelfde de twistappel. Bij sotnniigen van onze Zuiderbroeders stak do angel zoo diep, dat een brochure, „Guerre a la Hollande" getiteld, een uitgever vond. In dit pamflet predikte in alien ernst IT. Vig- neron den oorlog aan Holland. Hij eiscbte toen als nu den linkeroever van de Wester-Schelde tot aan zee met Limburg en Luxemburg voor Belgie op De dam, die Zuid-Beveland met den vast en wal moest. verbinden on waarover do spoorweg van Vlissingen naar Roosendaal zou worden gelegd, heette een „barrage de l'Escaut". in strijd met de tractaten, en in strijd met Bel gie's allerhoogste, ja vitale belangen. Ware het gebleven bij nota's en vertoogen van hot Brusselsche Kabinet te 's Gravenliage! Er bestond echter ook een brief van M. Piei cot, op papier vail bet Belgische Departenient van Binnenlandsche Zaken en gericht aan on zen gezant te Brussel, met een aanbeveling voor de Belgische aannemers, die een conces- sie trachtten te verwerven van de Neder landsche regeering voor een spoorweg van Vlissingen naar Venlo. Dit plan, waaromtrent de steller van de aanbeveling geen onwetend- heid kon voorwenden, involveerde de afdam ming van de Ooster-Schelde. Maar de afdamming, waaraan was vooraf gegaan de opening van het kanaal door Zuid- Beveland, geoutilleerd overeenkomstig de ei- schen van het scheepvaartverkeer in die da- gen, zelfs in het oog van geroutineerde en veeleischende varenslieden, die afdamming werd uitgekreten als een wandaad, die de vernietiging van Antwerpen en van Belgie bedoelde ten bate van Vlissingen en Neder land. Belgie heeft zich in 1867 bij den staat van zaken neergelegd. De feiten hebben Nederland in het gelijk gesteld, en de Schelde is er in bevaarbaarheid niet op achteruitgegaar.. Toch heeft de Belgische afgevaardigde Segers voor de commissie van veertien deze reeds lang begi'aven kwestie weder opgerakeld. En niettegenstaande Nederland nog voor kort eigener beweging een derde paar scliut- sluizen te Hansweert bouwde, om zijn ver- pliehtingen ten aanzien van de Rijnvaart na te komen, wordt nu van Belgische zijde ge- zegd, dat bet kanaal HansweertWemeldinge zelfs gemoderniseerd en beter ge exploit eer d, nog geen voldoening ,zou geven door de me- nigvuldige bruggen en sluizen. Het tractaat van 1839 zou Belgie den rechtsgrond moeten geven, waarop een kanaal Antwerpen-Moer- dijk wordt geeischt. Zullen in dat kanaal geen sluizen, geen bruggen komen? Dat de afdamming van de Ooster-Schelde op de diepte en bevaarbaarheid van de Wes ter-Schelde invloed zou kunnen oefenen, was ook niet aan de aandaeht van onze regeering ontgaan. Maar voorgelicht door haar uitne- mende deskundigen, was zij van oordeel, dat die invloed slechts gunstig zou zijn. De Bel gische deskundigen oordeelden anders, en onze regeering', die zich tot het uitvoeren van de aangevallen werken juridisch ton voile ge- rechtigd achtte, deed een belangrjjke eonces- sie, toen zij in een nader ondei-zoek door een internationale commissie, nit Nederlandsche en Belgische deskundigen bestaande, toe- stemde. Het resultaat van dit onderzoek bevredigde het Brusselsche Kabinet, dat reeds eerder had g-epoogd in die commissie vreemdelingen op- genpmen te krijgen, niet. Onze Regeering had zich voordien op de meest formeele wijze tegen inmenging van vreemde ingenieurs ge- kant en de Belgische' regeering had zich bij dat verzet neergelegd. Toch deed zij, toon het rapport der commissie haar niet bevredigde, buiten onze regeering 0111 stappen te Louden, Berlijn en Parijs, .ten oinde een a an wij zing van bevoegde ingenieurs te verkrijgen, aan wie liet geschil (sic) tussehen de Hollandsche en Belgische commissarissen zou worden on- derworpen. Wat onder die omstandigheden te denken van de woorden, door dienzelfden Minister daai-na in de Belgische Kamer geuit: „Het is smartelijk voor ons in de tegenwoordige om standigheden met een naburig volk een con flict te hebben. Gehcel ons streven behoort er op gericht te zijn-, met onze oude brooders de intiemste, vriendschappelijkste, nauwste elatien te bewaren, en alvorens verder te gaan, zeg ik, dat Ifelgie alle middelen, die tot een bcmiddeling kunnen leiden, moet uitput- ten Sehoone woorden na een daad, in de Bel gische Kamer door een Kamerlid als een ,,acte insolite" (ongebruikelijke handeling) ge- wraakt. In 1867 verweet een lid van het Belgische Parlement, de heer Coomans, afgevaardigde voor Turnhout, in de Kamer den Minister, dat hij zonder Nederland te raadplegen zich tot de vreemde regeeringen had gewend. Zal in 1919 Minister Hymans in de Belgische Kamer zijn Coomans vinden? Zal hem onverbloemd worden gezegd, dat met de geheime instruetie aan de agenten van Belgie in Limburg zijn ministerieel doodvonnis is ceteekend Dc Nationale meent er op te moeten wijzen, dat hoezeer men zich van Belgische zijde ook tegenover ons heeft inisdragen, wij te Parijs niet alleen met de Belgen spreken. Bij het tractaat van 1839 waren liiet de Bel gen en wij uitsluitend ouderteekenaars. Ook de toen groote mogendhedon zijn mede-Cou tractanten. De herziening ervan is dus niet een zaak van de Belgen en ons alleen, en onze onderhandelingen zjjn onderhandelingen 06k met de Belgen, maar w enzeer met de andpre liKDgendheden. Prof. Struycken heeft in zijn knappe bro chure, in het Fransch vertaald, de juiste grenzen getrokken tussehen de vraagstukken die daarbij uitsluitend de Belgen en ons raken, en die waarin de andere mogendbeden recht van medespreken hebben. Maar wat daarvan ook meat zijn, het kan zeker niet op onzen weg liggen wegens dc onbetrouwbaarheid van een der onderhandelaars ons terug te trekkeu en zoo de onvermijdelijke herziening onmoge lijk maken. Het weekblad ziet er een kwade politiek in, als onze regeering zich door imperiinentie.-: ertoe liet verleiden den weg tot goede ver- standhouding met onze Zuiderburen te ver- sperren. Het verheugt zich daarom over de gematigdheid en de inhoudhig van minister vail Karnebeek. Ook Het Volk ziet geen heil in een at'bre king van de onderhandelingen nit hoofde van de geheime nota over de annexionistische >io- paganda. De Geassocieerden zullen zich niet onthouden van het nemen van beslissingen omdat wij er niet bij zijn. Het blad zegt, dat men zich in ons land niet ongerust over den uitslag dier tegenwoordige onderhandelingen moet maken. Wij hebben alleen te zorgen, dat wij niet in de kaart spelen van die elementen in Belgie, die niets liever zouden verlangen, dan dat het tot een breuk tussehen Neder land en Belgie kwam. Het Vaderlaud besluit een artikel over het plan van een Nederlander van gezag, om een nieuwe betooging tegen het Belgische annexio- nisme te houden, met de volgende conclusies: Nu het land is wakker gesehud, komt het er vooral op aan, dat het gewekte gevoel door een heldere, wel omlijnde politieke ge dachte worde geleid; opdat de Nederlandsche onderhandelaars zich in concrete door het heele land gesteund voelen opdat de welwillende Belgen zelfs niet door een schjjn van dubbelzinniglieid ontstemd woi'den opdat de Belgische vooral Vlaamsche anti-annexionisten ook duideliiker hun ei- gen weg afgebakend zien en dan met nog meer vastberadenheid hun eigen zaak, en tegelijk zijdelings die van Nederland, kunnen voorstaan. Het blad verlangt o.m. een duidelijke om- schrjjving van datgene, waarover Nederland wel praten kan. Prof. Dr. H. T. Colenbrander in De Loods, die een geheel nummer aan de „Belgische begeeriglieid liefj't gewijd: Wij zijn geen geslagen vijand, die te onder- teekenen heeft wat men hem opdringen wil; tussehen geljjken evenwel is onderhandeling niet mogelijk dan op eenige basis van onder- ling vertrouwen. Die heeft de lieer Hymans ons ontnomen, en als Belgie met ons tot een resultaat komen wil, heeft het eerst voor het herstel van het vertrouwen te zorgen. Prof. Mr. M. W .F. Treub in hetzelfde weekblad^ Wij zijn, al hebben ook wij wel schurken en ploerten in ons midden, een fatsoenlijk volk; een politiek man, die ook maar in de verden- king zou staan van reclitstreeksche of indi- recte omkoopbaarheid, zou door zulk n ver- denking alleen, indien hij haar niet afdoende kon Weerleggen, onmogelijk zijn f-i-worden. Er zijn niet zooveel uaties die zich in Git opzieht met ons op een lijn kunnen stellen. Het gevolg van dit collecticve fatsoen is dat wij niet al leen in de rechtspractijk, maar ook in den internationalen omgang ieder voor een fat soenlijk man of een fatsoenlijk volk houden totdat het tegendeel is gebleken. Ook hierin kunnen gevaren schuilen; als een eerlijk man met een kwartjesvinder gaat kaartSpelen, trekt de eerste aan het kortste eind. Nu zal niemand beweren dat de Belgen on- fatsoenlyk zijn, maar als collectiviteit geno men, staan hun fatsoenlijkheidsbeerippen toch wel eenige graden beneden de Nederlandsche. De geschiedenis van de laatste maanden geeft daarvan het doorslaande bewijs. Mat Belgie thans bezig is tegenover Nederland te pogen, is onwaardig. Het zou 111 hooge mate onbi llij k zijn, hierbij niet aanstonds op te merken, dat ook uit de Belgische pers blijkt, dat er een groot aantal Belgen zijn, die dit niet anders ge voelen dan wij Maar elk volk heeft nu eenmaal de regeering, die het verdient. Indien liet Belgische volk de tegenwoordige op land- roof uit zijtide regeering aan het roer laat, kan het niemand kwalijk nemen. dat het de politiek dier regeering voor /iin rekening krijgt. Dit geldt nog sterker voor de regeering zelve; aigemeen is de indruk, dat het annexio- nistische drijven van zekere groepen der Bel gische bevolking, zoo goed als alleen door Mi- nister Hymans offieieel gesteund wordt. In j hoeverre dit juist is, is moeilijk te bcoordee- len; maar wel zijn er onder de Belgische Mi nisters, die het recht zouden hebben zich diep beleedigd te gevoelen, indien men hun toe- voegde, dat zij het optredeu van hun ambtge- noot van Buitenl. Zaken in hun binnenste toch klaarblijkelijk goedkeuren. Soit! maar waarom trekken zij daaruit dan niet de voor de hand liggende consequentie van te weige- ren met dien ambtgenoot verder samen te werken Bovendien kennen zij klaarblijkelijk het Nederlandsche spreekwoord niet, wie met pek omgaat, wordt er mee besmet. Of zou de besmetting al te ver zijn gegaan? Er zijn er onder de mij persoonlijk bekende Belgische Ministers van wie ik het kan noch wil aan- nemen. Met betrekking tot de pogmg van de Bel gische onderhandelaars om souvereimteits- rechten op bepaalde stukken van ons land tc verkrijgen, die alleen in naam Nederlandsch zouden blijven, zegt de heer Treub nog: Vooral thans, nu de heele wereld zwanger gaat van de idee van den Volkerenbond, weet ieder wel dat ook het souvereiniteitsbegrip geen absoluut begrip is. Maar zelfs de schjjn ervan zou niet bewaard blijven, indien het be- roep op de relativiteit van het souvereiniteits- recht, leiden kon tot het dwingen van een vnj volk 0111 tegen zijn wil af'te staan wat het niet goedschiks geven wil en, zonder i-iin eer en zijne waardigheid te gi-abbel te jrooien, niet goedscliiks geven kan. Wilson's ideaal en de. heele Volkerenbond- idee zouden tot een aanfluiting worden, als de groote mogendheden zich zoover vergeten van ter wille van hunne overmacht het mis- brnik te maken, waartoe het Belgisch annexio- nisme haar tracht te verlokken. De redactie van De Loods, die er op aan- dringt, dat tegen over de onvermoeide pogin- gen van onze tegenstanders, ook wij niet na- faten het aptreden onzer vertegenwoordigers te Parijs moreelen steun te geven door de stem der publieke opinie steeds weer te doen spreken en door even rusteloos als de annoxio- nisten te ageeren voor onze goede zaak, sclirijft o.m.: De wijze, waarop van Belgische kant a tori et a travers do actie gevoerd wordt, doet vreezen, dat de annexionisten ook dan hun aspiraties niet zullen opgevenintegendeel, dat zij zullen traehten op een conflict met ons land aan te sturen, ten einde zich van wat zij niet goedschiks konden krijgen, met geweld meester te maken. Dat is geen praatje voor de vaak; in Belgische anti-annexionistische bladen is onthnld, dat de annexionisten dien kant uit willen. Mrelnu, dan dienen deze hee ren te weten, dat zij hier warm zullen worden ontvangen! Wij zjjn geen oorlogszuchtige natie. Maar onrecht gaan wij tc keer, als 't moet met de wapenen in de vuist. Doch al ware liet de annexionisten met al hun actie alleen maar te doen. om door te Parijs te overvragen, zooveel mogelijk conces- sies te verkrijgen, dan nog is tons aller plicht, ons daartegen schrap te zetten. Jhr. Mr. De Marees vara Svvindereii en Prof. Struycken zijn te Parijs aangekomen. Het berich't, dat er Maandag vergadering zou zijn gcweesl van de voUalUge commis sie voor de herziening van de tractaten van 1839 is onjuist. De> Belgische gedetogeerden Segers en Orts zijn te Parijs aangekomen. Dc Morning Post publiceert een brief van de correspondent van de N. II Crt:, naai aanleiding van haar hoofdartikel van Za- terdag", in; welken brief hij betoogt, dat Ne- derland zijn verplichtingesn, voortvloeiendi uit het bezit van Limburg en Zeenwsch- Vlaanderen gedurende den ooiTog naar be- hooren vei*\uld heeft. In liet bijzondei he- strijdt hij, dat Nederland een schendijig van, Limburg mogelijk niet als casus belli zou bescliouwen, De strategische positie van Limburg. Majoor de Civrieux beantwoordt in de Ma tin de artikelen van getneraal Terwisga in de N. R. Crt: Hij lioudt vol, dat er in No- Ve'mber 1918 70.000 Duitschers door de grouts van Limburg te oversclirijden, aan capitulatie ontkomeif zijn. De Civriejux' zegt. dat de Duihscheiis in! I9H ingevolge diplomatieke overwegingetu versmaad heb ben op Nederlandsch gebied de Ma,as over te trekken en niet omdat zij ernstftgen te- genistand verwaclitten vali lieb Nederland sche leger, dat kleinpr wias dan het Belgi sche en slechts over 136 veldkanon'nen en over geen enkel stuk zwaar geschut lie- ischikte. Majoor de Civrieux gelooft. elati Nederland, wegens; dig zwak'te van zijn to- ger het grootste gedeelfe van; zijn troepem op t-eni binneinlandsche verdcdigingsl in ie sar mengetrokken had; de uitstekende punt van Limburg is nooit andens dad door een tij- delijke grenphezetling vcrdedigld geweestv Tenslotte zegt hij, dat de toegang tt t Bel gisch Brabant teruggegeven moet wordeni aan het volk, dat bereid is geweast tot- alle ippofferingen, die er voor de zaak del* vrijheid geeischt werden. Het sensatiebericht van de „Soir" betreffende de NederlandschBelgische betrekkingen. Naar gemeld wordt, is van het door Ha- vas uit Brussel geseinde bericli(t, van de „Soir als zou de Belgische regeering aan de Nederlanflsche hebben doen weten. dat, als zeker schip niet binnen 48 uur door de Nederlandsche overlieid aan Belgie wordt teruggegeven. beslag zou worden gje- legd op alle Niederljmdsche scliepen in bezet Duitschlanjd en, ini Belgie, ter bevoegder plaatse hier te lande niels bekend. Man acht voor het bericht, geen, enkelen grand aianwezig. Het eenige schip, waarop, naar meni ons zeide, het sensatiebericht misschien kan. doeleni, zou de „Rislelhuber zijn, die eenjgen tijd geleden met nog eenige andere schepen. bij Lobi.th, komend over den Rijn uit Duitschland a,an kwam. Moeilijkheden zijnl toen ontstaan, doordat de Belgische mi- litairen, die zich in burgerkleereir pan bocrd bevonden, niet in het bezit waijen van geldige paspoorten; en daarom; in Neder-, land niet konden worden toegelaten. Die" militairen hebben t.oen het schip in den steek gelalen, waarmedc verder door de. be- manjning, overeenkomstig de aanwijzingeh van| den eigeniaar, is gehandeld. De geheimen der Staatsloterij. Be ,,Tel." schhijft: Zooals men weej, heeft de Staatsloterij hij de thans loopende trekking 1000 nummers uitgeschakeld, tan- einjde den particutieren Loterijen. het wer ken lOnmogelijk of bez'waarlijk te makeni. De bedoeling was natuuiTijk, dat deze nummers strikt geheim zouden worden g«- houden,En ofschoon het particulier bedrijf door een snel ineetngezet plannetje, de niioeilijkheid, waarin het door de inge- n,ieuse uilvinding was geraakt. gedecltplijkt had loverwonnen, scheelu, het vooi' ,.Lotj- sico", „Witte Kruis' c.s. toch aanigena?- mer, bekend te zijn met de uitgevalton mummers. E11 het is op een of andere wijze gelukt den blijkbaar nie't zieer dichten sluier, die over de geheimen der Staats loterij was uitgcstrekt^ op te licliten. Hit bleek ons althanis, dait bij de verschi ljande kan'toren der particuliei-e lokrijen deze nummers gelieel of gedeeltelijk bekend wa ren, terwijl op onze redactie de voiledige lijst berust. De ex-Kroonprins naar Baarn? Naar de „Tel." vcriiaemii heeft de kvjo.i- pri.nis het verlamgeini te ke^men geg.ven tegen den winter WieriingCn te verlaten. Het is hem daar 's wirttjers te koud. Men moet in> onderhandeling zijn om den prims in Baprn onderdak te brejngen. Telling van registratie van wapens. De Commissaris der Rouingin in de pro vincie Zuid-Holland heef t aan de iburgemees- lers namens den oppv ifbevfclhebber v:\ii Land- en Zeempcht het volgende bericht: „Ten Leh;oeve eener algemeene telling en x'egistralie vanl alle Rijkswapenen tussehen 7 en 16 September geen vi rzau di n.gen van wapenen aan of door buigcr- wachten plaats hebben. Wapenefi, vtelke na 16 September aan burgerwaehten wor den toegezondeii', moetem afzonderiijk wori- den gehouden, en, eerst dan aajn de leden Worden uitgereikt, wanneer zij namens den gajrnizoenscommandaiit, die l>das't is met- de inspeclie: over de Wapenen, z'ij'n geteld en geregistreerd. Na 16 September kunnen, de wapenen voor herste.lling, omruilijng emz. weer op de gewone Wijze door burgerq wachterx worden vcrzondvfi, Verduurzamen van appelen en peren. De Min,. van Landbouw heeft bepaald, dat het verwerkem in inrichtingen tot verdunv zaming van fruit van partijen appelen en pereni, welke niet gedekt zijn door eene ver Ida ring, afgegeven door eem bij het Rijks- kantoor voor Groenten' c)ii Fruit ingescl Tc- ven veiling, ten bewijze, dat de partij voor verv erking in fabrieken is geVeild, met ingang van 9 September verbodeli is. Sluiting zitting Staten-Generaal. De Staatscouranit Levi.t: bet volgende Ko- ninklijk besluit: Art. 1. De tegen;woprdi.ge zi.tling der Sta- lien-Generaal zal worden geslotan op Za- terdag 13 September 1919, des njamiddags te drie uur. Art. 2. Onze Minister van BLnnenlandi sche Zaken, wordt gemachtigd zich op het in Writ- 1 verm eld ty tijdstip t? begeven naar de vergadering di r StatemGeneraalten- einde in! ,eene vereepigde vergadering der beide Kamers de >:'timg in Onzein naam te sluiten. Alg. Schippersbond. Men meldt uit Rotterdam: Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur van den Alg. Schippersbond zich tot defii Minister pew end met bet verzoek tot ophef- fing van alle regecri ngsbemoeitug met de schipperij. Alleen wil men belioud vain de rijksbeurzen. De Minister heeft nog geen beslisjsyig ge nomen, of hij aan1 dit verzoek' zal voldoen, dan wel een regeling zal tneffen in den zin

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1919 | | pagina 1