No. 6888.
Donderdag 11 September 1919.
59e Jaargang.
Aigemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen
BBM1IIT1SAAD.
3INNENLAND.
Mond- en Klauwzeer.
Uitreiking Mai'sgries.
TEB \EI7.E\SCHE COERAIT.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maaktbekend,dateene Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
lVontlerdMg den II Kept. 1919, des voor-
uiiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 8 Sept. 1919.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN,
maakt bekend, dat bet vee van den landbouwer
A. DE FEIJTER, wonende P 78, door bet mond- en
klauivzeer is aangetast.
Ter Neuzen, den 9 September 1919.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat ingevolge Min. eireulaire de uit-
deeling van Mai'sgries, geschenk van liet Zuid-
Afrikaansche volk, zal plants hebben op
Vrijdag 12 September a.s., aan de Remise op
Java, aan lien die de normaal-margarinekaar-
ten van bet 4e tijdvak hebben afgcnomen en
op vertoon van Rantsoenneeringskaart, van
912, 15 uur.
Voor de bewoners van Sluiskil en Driewegen
is de Maisgries verkrijgbaar bij de heeren
Meulbroek en Jansen aldaar.
Ter Neuzen, 10 September 1919.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUJZINGA.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De heer Helsdingen (s.-d;) vraagt vertof
tot het houden van. cert intterpellaUe over
de voorniemiens van! de regeeri'ng met 1>&
Irekkijig tot de salariee.ring van de rijks-
atmbtenia rende lieer K. ter Laani (s.-d:) met
betrekking tot de salarieering v,ap inilit(ijiTCH
benieden den rang van officie.r, de heer Os
pendorp (s.-d.) niet betrekking tots de op-
nieming van! onderwijzers in de algemeene
salarisregeling voor het rijkspcnoneel.
Aan de orde zijn de 'wetsonbwerpen tot;
wijziging van de Ii, vatiditeijts\veft efn de re
gelinjg van de vrijwillige O ude,i dom sveraeke-|
ring.
De heer Lely (u.-l.) beschouwt de rege
lingen als een belanigrijke stap in' de rich
ting; van het staatspensioon. De raming van
de koisten van de vrijwillige ouderdonisver-
zekering acht spr. veel to laag.
Spr. twijfelt er aanl, of (de vrijwilligd
verzekering liaar doel zal beheiken. 11 ijr
heeft evenwel tegen de proefnetning (geen
bezwaar, omdat hij o-vertuigd is, d,at zij zal
leiden, tot staatspensioem.
De heer Niemeyer (v.-l.J is er vanl over
tuigd, dat de vrijwillige oudcrdom'svcrzekie-i
ring zal mislukken. Hij zal evenwel Voor
-stonnnen null het oog op de, gratis-rente
voor 65jarigen.
Be Politieke Propaganda van Belgische agen-
ten in Limburg en een schrijven van onze
regeering daaromtrent.
Zooals iudertijd is bericht, zijn door den
heer Schemer, lid der Tweede Kamer, vragen
gesteld aan den Minister van Buitenlandsche
Zaken, naar aanleiding van het bekend wor
den der vertrouwelijke nota van den Belgi-
sclien Minister van Buitenlandsche Zaken aan
het Groot Aigemeen Hoofdkwartier betref-
1'ende het bewerken der Limburgsche bevol
king om deze gunstig tc steminen voor eene
toenadering tot Belgie.
De Minister Van Karnebeek beantwoordt
thans die vragen, door mededeeling van de
deswege met het Belgische Departement van
Buitenlandsche Zaken gewisselde stukken.
In de eerste plaats de vraag om inlichtin-
gen, onder mededeeling, dat, indien het ge-
pnbliceerde vertrouwelijk stuk authentiek zou-
de zijn, dit een onaangenamen indruk moest
verwekken, met het oog op de onderhandelin-
gen die te Parijs werden gevoerd en de 4 Juni
1.1. door den Raad van Vier genomen resolutie.
De Belgische Minister Hymans heeft daar-
op aan den gezant te Brussel doen toekomen
een volledig afschrift der gewraakte vertrou-
weljjke nota, waarbij hij er op wees, dat de
datum niet was van 3 Juli, doch reeds van
20 Mei, dus voor de beslissing van den Raad
van Vier. Volgens-den heer Hymans moest het
vaststellen van den datum wel al voldoende
zijn om den onaangenamen indruk dien bij de
Nederlandsche regeering door de kennisne-
ming van het document was gewekt, weg te
nemen.
Daarop heeft de Minister Van Karnebeek
aan den heer Hymans nog het volgende ant-
woord doen toekomen
In antwoord op mijn verzoek om inlichtin-
gen betreffende de vertrouwelijke nota, welke,
volgens een publicatie in de Nederlandsche
dagbladen, Uwe Excellentie tot het Groote
Algemeene Hoofdkwartier zou hebben gericht,
heb ik de eer geliad de mededeeling te ont-
vangen van 20 Augustus, waarbij Uwe Excel
lentie mij den volledigen en authentieken
tekst van deze dienstnota heeft overgelegd.
Harer Majesteit's Regeering heeft mij op-
gedragen Uwer Excellentie den hoogst pijnlij-
kcn indruk kenbaar te maken bij haar gewekt,
toen zij kennis nam van dat authentieke stuk
dat bewijst, dat de Belgische Regeering ge-
meend heeft zich in Nederlandsch Limburg
de organisatie te mogen vergunnen van een
politieke propaganda, ten doel hebbende die
provincie van Nederland los te maken en hare
toevoeging aan Belgie voor te bereiden. Gelet
op de vriendschap en de goede verstandhou-
ding, welke tussehen de beide landeu lieersch-
ten, had Harer Majesteit's Regeering het niet
mogelijk geacht dat de Belgische Regeering
er zich toe zoude geleend hebben heimelijk een
politick doel na te streven dat uittergard met
die gevoelens niet te vereeni'gen is.
De wjjze, waarop Uwe Excellentie de mis-
noegdheid opvat, welke in Nederland is op-
gewekt door de openbaarmaking van de voor-
naamsfe gedeelten van de nota, toont overi-
gens den afstand aan, die er bestaat tussehen
de denkbeeklen door welke Owe Excellentie
blijkt te worden geleid on de beginsel.cn, die
steeds Harer Majesteit's regeering tot richt-
snoer hebben geleid. Na te hebben doen uit-
komen, dat de authentieke nota de dagteeke-
ning draagt van 20 .Mei 1919 en niet die van
3 Juli, haar toegesclireven in de Nederland
sche dagbladen, heeft Uwe Excellentie de
meening geuit, dat het vaststellen van dien
datum voldoende moet zijn om den onaange-
mcn indruk, welken de pifblicatie had gcwckl,
weg te nemen. Het is verre daarvan. V\ aar
de datum van 3 Juli een verzwarende omstan-
dighcid zou geleverd hebben, omdat hij de
goede trouw van de Belgische regeering op
het oogenblik zelf, waarop zij do resolutie
van 4 Juni aanvaardde, in het geding zou
hebben gebracht, is het intussclien duidelijk,
dat niet in de eerste plaats de dagteekening,
doch de tekst van de nota evenals de geest
en de strijdmiddelen, die door dat document
ontsluierd werden, het Nederlandsche volk zoo
pijnlijk Verrast hebben.
Het is om deze redenen dat ik, het voor-
gaande ter kennis Uwer Excellentie bren-
gende, van mijne regeering in opdraeht heb
tegen de bewuste nota een formeel protest
nit te brengen, in naam der verlieven begin-
selen, door welke de betrekkitigen tussehen
de staten beliooren te worden beheerscht en
waarvan de eerbied voor het reeht en het
wederzijdsch vertrouwen de won d si a gen be
liooren nit te maken.
Nederland en Belgie.
Men schrjjft aan de N. R. Crt.
Het is niets nieuws, dat een verscliil vail
meening tussehen Belgie en Nederland leidt
tot een spanning, die de uiterlijk tussehen
beide rijken bestaande verhouding van goede
nabuurschap in gevaar brengt. En evenmin is
nieuw, dat de Belgische regeering offieieel
den mond vol heeft van phrases, die uiting
moeteii geven aan gevoelens van vriendschap
en erkentelijkheid, tenvijl zij achter den rug
van onze regeering kuipt daar, waar zij steun
hoopt te vinden,»teg'eii ons of w-aar zij ten
onzen koste de vervulling denkt te erlangen
van haar aspiraties.
Verplaatsen wij ons in de jaren 18661867.
Ook foen was de Schelde men ziet, ook
het thema is het.zelfde de twistappel. Bij
sotnniigen van onze Zuiderbroeders stak do
angel zoo diep, dat een brochure, „Guerre a
la Hollande" getiteld, een uitgever vond. In
dit pamflet predikte in alien ernst IT. Vig-
neron den oorlog aan Holland. Hij eiscbte
toen als nu den linkeroever van de
Wester-Schelde tot aan zee met Limburg en
Luxemburg voor Belgie op
De dam, die Zuid-Beveland met den vast en
wal moest. verbinden on waarover do spoorweg
van Vlissingen naar Roosendaal zou worden
gelegd, heette een „barrage de l'Escaut". in
strijd met de tractaten, en in strijd met Bel
gie's allerhoogste, ja vitale belangen.
Ware het gebleven bij nota's en vertoogen
van hot Brusselsche Kabinet te 's Gravenliage!
Er bestond echter ook een brief van M. Piei
cot, op papier vail bet Belgische Departenient
van Binnenlandsche Zaken en gericht aan on
zen gezant te Brussel, met een aanbeveling
voor de Belgische aannemers, die een conces-
sie trachtten te verwerven van de Neder
landsche regeering voor een spoorweg van
Vlissingen naar Venlo. Dit plan, waaromtrent
de steller van de aanbeveling geen onwetend-
heid kon voorwenden, involveerde de afdam
ming van de Ooster-Schelde.
Maar de afdamming, waaraan was vooraf
gegaan de opening van het kanaal door Zuid-
Beveland, geoutilleerd overeenkomstig de ei-
schen van het scheepvaartverkeer in die da-
gen, zelfs in het oog van geroutineerde en
veeleischende varenslieden, die afdamming
werd uitgekreten als een wandaad, die de
vernietiging van Antwerpen en van Belgie
bedoelde ten bate van Vlissingen en Neder
land.
Belgie heeft zich in 1867 bij den staat van
zaken neergelegd. De feiten hebben Nederland
in het gelijk gesteld, en de Schelde is er in
bevaarbaarheid niet op achteruitgegaar.. Toch
heeft de Belgische afgevaardigde Segers voor
de commissie van veertien deze reeds lang
begi'aven kwestie weder opgerakeld.
En niettegenstaande Nederland nog voor
kort eigener beweging een derde paar scliut-
sluizen te Hansweert bouwde, om zijn ver-
pliehtingen ten aanzien van de Rijnvaart na
te komen, wordt nu van Belgische zijde ge-
zegd, dat bet kanaal HansweertWemeldinge
zelfs gemoderniseerd en beter ge exploit eer d,
nog geen voldoening ,zou geven door de me-
nigvuldige bruggen en sluizen. Het tractaat
van 1839 zou Belgie den rechtsgrond moeten
geven, waarop een kanaal Antwerpen-Moer-
dijk wordt geeischt. Zullen in dat kanaal geen
sluizen, geen bruggen komen?
Dat de afdamming van de Ooster-Schelde
op de diepte en bevaarbaarheid van de Wes
ter-Schelde invloed zou kunnen oefenen, was
ook niet aan de aandaeht van onze regeering
ontgaan. Maar voorgelicht door haar uitne-
mende deskundigen, was zij van oordeel, dat
die invloed slechts gunstig zou zijn. De Bel
gische deskundigen oordeelden anders, en onze
regeering', die zich tot het uitvoeren van de
aangevallen werken juridisch ton voile ge-
rechtigd achtte, deed een belangrjjke eonces-
sie, toen zij in een nader ondei-zoek door een
internationale commissie, nit Nederlandsche
en Belgische deskundigen bestaande, toe-
stemde.
Het resultaat van dit onderzoek bevredigde
het Brusselsche Kabinet, dat reeds eerder had
g-epoogd in die commissie vreemdelingen op-
genpmen te krijgen, niet. Onze Regeering had
zich voordien op de meest formeele wijze
tegen inmenging van vreemde ingenieurs ge-
kant en de Belgische' regeering had zich bij
dat verzet neergelegd. Toch deed zij, toon het
rapport der commissie haar niet bevredigde,
buiten onze regeering 0111 stappen te Louden,
Berlijn en Parijs, .ten oinde een a an wij zing
van bevoegde ingenieurs te verkrijgen, aan
wie liet geschil (sic) tussehen de Hollandsche
en Belgische commissarissen zou worden on-
derworpen.
Wat onder die omstandigheden te denken
van de woorden, door dienzelfden Minister
daai-na in de Belgische Kamer geuit: „Het is
smartelijk voor ons in de tegenwoordige om
standigheden met een naburig volk een con
flict te hebben. Gehcel ons streven behoort er
op gericht te zijn-, met onze oude brooders
de intiemste, vriendschappelijkste, nauwste
elatien te bewaren, en alvorens verder te
gaan, zeg ik, dat Ifelgie alle middelen, die tot
een bcmiddeling kunnen leiden, moet uitput-
ten
Sehoone woorden na een daad, in de Bel
gische Kamer door een Kamerlid als een ,,acte
insolite" (ongebruikelijke handeling) ge-
wraakt.
In 1867 verweet een lid van het Belgische
Parlement, de heer Coomans, afgevaardigde
voor Turnhout, in de Kamer den Minister,
dat hij zonder Nederland te raadplegen zich
tot de vreemde regeeringen had gewend. Zal
in 1919 Minister Hymans in de Belgische
Kamer zijn Coomans vinden?
Zal hem onverbloemd worden gezegd, dat
met de geheime instruetie aan de agenten van
Belgie in Limburg zijn ministerieel doodvonnis
is ceteekend
Dc Nationale meent er op te moeten wijzen,
dat hoezeer men zich van Belgische zijde ook
tegenover ons heeft inisdragen, wij te Parijs
niet alleen met de Belgen spreken.
Bij het tractaat van 1839 waren liiet de Bel
gen en wij uitsluitend ouderteekenaars. Ook
de toen groote mogendhedon zijn mede-Cou
tractanten. De herziening ervan is dus niet
een zaak van de Belgen en ons alleen, en onze
onderhandelingen zjjn onderhandelingen 06k
met de Belgen, maar w enzeer met de andpre
liKDgendheden.
Prof. Struycken heeft in zijn knappe bro
chure, in het Fransch vertaald, de juiste
grenzen getrokken tussehen de vraagstukken
die daarbij uitsluitend de Belgen en ons raken,
en die waarin de andere mogendbeden recht
van medespreken hebben. Maar wat daarvan
ook meat zijn, het kan zeker niet op onzen
weg liggen wegens dc onbetrouwbaarheid van
een der onderhandelaars ons terug te trekkeu
en zoo de onvermijdelijke herziening onmoge
lijk maken.
Het weekblad ziet er een kwade politiek in,
als onze regeering zich door imperiinentie.-:
ertoe liet verleiden den weg tot goede ver-
standhouding met onze Zuiderburen te ver-
sperren. Het verheugt zich daarom over de
gematigdheid en de inhoudhig van minister
vail Karnebeek.
Ook Het Volk ziet geen heil in een at'bre
king van de onderhandelingen nit hoofde van
de geheime nota over de annexionistische >io-
paganda. De Geassocieerden zullen zich niet
onthouden van het nemen van beslissingen
omdat wij er niet bij zijn. Het blad zegt, dat
men zich in ons land niet ongerust over den
uitslag dier tegenwoordige onderhandelingen
moet maken. Wij hebben alleen te zorgen, dat
wij niet in de kaart spelen van die elementen
in Belgie, die niets liever zouden verlangen,
dan dat het tot een breuk tussehen Neder
land en Belgie kwam.
Het Vaderlaud besluit een artikel over het
plan van een Nederlander van gezag, om een
nieuwe betooging tegen het Belgische annexio-
nisme te houden, met de volgende conclusies:
Nu het land is wakker gesehud, komt het
er vooral op aan, dat het gewekte gevoel
door een heldere, wel omlijnde politieke ge
dachte worde geleid;
opdat de Nederlandsche onderhandelaars
zich in concrete door het heele land gesteund
voelen
opdat de welwillende Belgen zelfs niet door
een schjjn van dubbelzinniglieid ontstemd
woi'den
opdat de Belgische vooral Vlaamsche
anti-annexionisten ook duideliiker hun ei-
gen weg afgebakend zien en dan met nog
meer vastberadenheid hun eigen zaak, en
tegelijk zijdelings die van Nederland, kunnen
voorstaan.
Het blad verlangt o.m. een duidelijke om-
schrjjving van datgene, waarover Nederland
wel praten kan.
Prof. Dr. H. T. Colenbrander in De Loods,
die een geheel nummer aan de „Belgische
begeeriglieid liefj't gewijd:
Wij zijn geen geslagen vijand, die te onder-
teekenen heeft wat men hem opdringen wil;
tussehen geljjken evenwel is onderhandeling
niet mogelijk dan op eenige basis van onder-
ling vertrouwen. Die heeft de lieer Hymans
ons ontnomen, en als Belgie met ons tot een
resultaat komen wil, heeft het eerst voor het
herstel van het vertrouwen te zorgen.
Prof. Mr. M. W .F. Treub in hetzelfde
weekblad^
Wij zijn, al hebben ook wij wel schurken en
ploerten in ons midden, een fatsoenlijk volk;
een politiek man, die ook maar in de verden-
king zou staan van reclitstreeksche of indi-
recte omkoopbaarheid, zou door zulk n ver-
denking alleen, indien hij haar niet afdoende
kon Weerleggen, onmogelijk zijn f-i-worden. Er
zijn niet zooveel uaties die zich in Git opzieht
met ons op een lijn kunnen stellen. Het gevolg
van dit collecticve fatsoen is dat wij niet al
leen in de rechtspractijk, maar ook in den
internationalen omgang ieder voor een fat
soenlijk man of een fatsoenlijk volk houden
totdat het tegendeel is gebleken. Ook hierin
kunnen gevaren schuilen; als een eerlijk man
met een kwartjesvinder gaat kaartSpelen,
trekt de eerste aan het kortste eind.
Nu zal niemand beweren dat de Belgen on-
fatsoenlyk zijn, maar als collectiviteit geno
men, staan hun fatsoenlijkheidsbeerippen toch
wel eenige graden beneden de Nederlandsche.
De geschiedenis van de laatste maanden geeft
daarvan het doorslaande bewijs. Mat Belgie
thans bezig is tegenover Nederland te pogen,
is onwaardig. Het zou 111 hooge mate onbi llij k
zijn, hierbij niet aanstonds op te merken, dat
ook uit de Belgische pers blijkt, dat er een
groot aantal Belgen zijn, die dit niet anders
ge voelen dan wij Maar elk volk heeft nu
eenmaal de regeering, die het verdient. Indien
liet Belgische volk de tegenwoordige op land-
roof uit zijtide regeering aan het roer laat,
kan het niemand kwalijk nemen. dat het de
politiek dier regeering voor /iin rekening
krijgt. Dit geldt nog sterker voor de regeering
zelve; aigemeen is de indruk, dat het annexio-
nistische drijven van zekere groepen der Bel
gische bevolking, zoo goed als alleen door Mi-
nister Hymans offieieel gesteund wordt. In j
hoeverre dit juist is, is moeilijk te bcoordee-
len; maar wel zijn er onder de Belgische Mi
nisters, die het recht zouden hebben zich diep
beleedigd te gevoelen, indien men hun toe-
voegde, dat zij het optredeu van hun ambtge-
noot van Buitenl. Zaken in hun binnenste
toch klaarblijkelijk goedkeuren. Soit! maar
waarom trekken zij daaruit dan niet de voor
de hand liggende consequentie van te weige-
ren met dien ambtgenoot verder samen te
werken Bovendien kennen zij klaarblijkelijk
het Nederlandsche spreekwoord niet, wie met
pek omgaat, wordt er mee besmet. Of zou de
besmetting al te ver zijn gegaan? Er zijn er
onder de mij persoonlijk bekende Belgische
Ministers van wie ik het kan noch wil aan-
nemen.
Met betrekking tot de pogmg van de Bel
gische onderhandelaars om souvereimteits-
rechten op bepaalde stukken van ons land tc
verkrijgen, die alleen in naam Nederlandsch
zouden blijven, zegt de heer Treub nog:
Vooral thans, nu de heele wereld zwanger
gaat van de idee van den Volkerenbond, weet
ieder wel dat ook het souvereiniteitsbegrip
geen absoluut begrip is. Maar zelfs de schjjn
ervan zou niet bewaard blijven, indien het be-
roep op de relativiteit van het souvereiniteits-
recht, leiden kon tot het dwingen van een vnj
volk 0111 tegen zijn wil af'te staan wat het niet
goedschiks geven wil en, zonder i-iin eer en
zijne waardigheid te gi-abbel te jrooien, niet
goedscliiks geven kan.
Wilson's ideaal en de. heele Volkerenbond-
idee zouden tot een aanfluiting worden, als
de groote mogendheden zich zoover vergeten
van ter wille van hunne overmacht het mis-
brnik te maken, waartoe het Belgisch annexio-
nisme haar tracht te verlokken.
De redactie van De Loods, die er op aan-
dringt, dat tegen over de onvermoeide pogin-
gen van onze tegenstanders, ook wij niet na-
faten het aptreden onzer vertegenwoordigers
te Parijs moreelen steun te geven door de
stem der publieke opinie steeds weer te doen
spreken en door even rusteloos als de annoxio-
nisten te ageeren voor onze goede zaak,
sclirijft o.m.:
De wijze, waarop van Belgische kant a tori
et a travers do actie gevoerd wordt, doet
vreezen, dat de annexionisten ook dan hun
aspiraties niet zullen opgevenintegendeel,
dat zij zullen traehten op een conflict met ons
land aan te sturen, ten einde zich van wat zij
niet goedschiks konden krijgen, met geweld
meester te maken. Dat is geen praatje voor
de vaak; in Belgische anti-annexionistische
bladen is onthnld, dat de annexionisten dien
kant uit willen. Mrelnu, dan dienen deze hee
ren te weten, dat zij hier warm zullen worden
ontvangen! Wij zjjn geen oorlogszuchtige
natie. Maar onrecht gaan wij tc keer, als
't moet met de wapenen in de vuist.
Doch al ware liet de annexionisten met al
hun actie alleen maar te doen. om door te
Parijs te overvragen, zooveel mogelijk conces-
sies te verkrijgen, dan nog is tons aller
plicht, ons daartegen schrap te zetten.
Jhr. Mr. De Marees vara Svvindereii en
Prof. Struycken zijn te Parijs aangekomen.
Het berich't, dat er Maandag vergadering
zou zijn gcweesl van de voUalUge commis
sie voor de herziening van de tractaten van
1839 is onjuist.
De> Belgische gedetogeerden Segers en Orts
zijn te Parijs aangekomen.
Dc Morning Post publiceert een brief van
de correspondent van de N. II Crt:, naai
aanleiding van haar hoofdartikel van Za-
terdag", in; welken brief hij betoogt, dat Ne-
derland zijn verplichtingesn, voortvloeiendi
uit het bezit van Limburg en Zeenwsch-
Vlaanderen gedurende den ooiTog naar be-
hooren vei*\uld heeft. In liet bijzondei he-
strijdt hij, dat Nederland een schendijig
van, Limburg mogelijk niet als casus belli
zou bescliouwen,
De strategische positie van Limburg.
Majoor de Civrieux beantwoordt in de Ma
tin de artikelen van getneraal Terwisga in
de N. R. Crt: Hij lioudt vol, dat er in No-
Ve'mber 1918 70.000 Duitschers door de
grouts van Limburg te oversclirijden, aan
capitulatie ontkomeif zijn. De Civriejux'
zegt. dat de Duihscheiis in! I9H ingevolge
diplomatieke overwegingetu versmaad heb
ben op Nederlandsch gebied de Ma,as over
te trekken en niet omdat zij ernstftgen te-
genistand verwaclitten vali lieb Nederland
sche leger, dat kleinpr wias dan het Belgi
sche en slechts over 136 veldkanon'nen en
over geen enkel stuk zwaar geschut lie-
ischikte. Majoor de Civrieux gelooft. elati
Nederland, wegens; dig zwak'te van zijn to-
ger het grootste gedeelfe van; zijn troepem
op t-eni binneinlandsche verdcdigingsl in ie sar
mengetrokken had; de uitstekende punt van
Limburg is nooit andens dad door een tij-
delijke grenphezetling vcrdedigld geweestv
Tenslotte zegt hij, dat de toegang tt t Bel
gisch Brabant teruggegeven moet wordeni
aan het volk, dat bereid is geweast tot-
alle ippofferingen, die er voor de zaak del*
vrijheid geeischt werden.
Het sensatiebericht van de „Soir" betreffende
de NederlandschBelgische betrekkingen.
Naar gemeld wordt, is van het door Ha-
vas uit Brussel geseinde bericli(t, van de
„Soir als zou de Belgische regeering aan
de Nederlanflsche hebben doen weten. dat,
als zeker schip niet binnen 48 uur door
de Nederlandsche overlieid aan Belgie
wordt teruggegeven. beslag zou worden gje-
legd op alle Niederljmdsche scliepen in bezet
Duitschlanjd en, ini Belgie, ter bevoegder
plaatse hier te lande niels bekend. Man
acht voor het bericht, geen, enkelen grand
aianwezig.
Het eenige schip, waarop, naar meni ons
zeide, het sensatiebericht misschien kan.
doeleni, zou de „Rislelhuber zijn, die
eenjgen tijd geleden met nog eenige andere
schepen. bij Lobi.th, komend over den Rijn
uit Duitschland a,an kwam. Moeilijkheden
zijnl toen ontstaan, doordat de Belgische mi-
litairen, die zich in burgerkleereir pan bocrd
bevonden, niet in het bezit waijen van
geldige paspoorten; en daarom; in Neder-,
land niet konden worden toegelaten. Die"
militairen hebben t.oen het schip in den
steek gelalen, waarmedc verder door de. be-
manjning, overeenkomstig de aanwijzingeh
van| den eigeniaar, is gehandeld.
De geheimen der Staatsloterij.
Be ,,Tel." schhijft: Zooals men weej,
heeft de Staatsloterij hij de thans loopende
trekking 1000 nummers uitgeschakeld, tan-
einjde den particutieren Loterijen. het wer
ken lOnmogelijk of bez'waarlijk te makeni.
De bedoeling was natuuiTijk, dat deze
nummers strikt geheim zouden worden g«-
houden,En ofschoon het particulier bedrijf
door een snel ineetngezet plannetje, de
niioeilijkheid, waarin het door de inge-
n,ieuse uilvinding was geraakt. gedecltplijkt
had loverwonnen, scheelu, het vooi' ,.Lotj-
sico", „Witte Kruis' c.s. toch aanigena?-
mer, bekend te zijn met de uitgevalton
mummers. E11 het is op een of andere wijze
gelukt den blijkbaar nie't zieer dichten
sluier, die over de geheimen der Staats
loterij was uitgcstrekt^ op te licliten. Hit
bleek ons althanis, dait bij de verschi ljande
kan'toren der particuliei-e lokrijen deze
nummers gelieel of gedeeltelijk bekend wa
ren, terwijl op onze redactie de voiledige
lijst berust.
De ex-Kroonprins naar Baarn?
Naar de „Tel." vcriiaemii heeft de kvjo.i-
pri.nis het verlamgeini te ke^men geg.ven
tegen den winter WieriingCn te verlaten.
Het is hem daar 's wirttjers te koud. Men
moet in> onderhandeling zijn om den prims
in Baprn onderdak te brejngen.
Telling van registratie van wapens.
De Commissaris der Rouingin in de pro
vincie Zuid-Holland heef t aan de iburgemees-
lers namens den oppv ifbevfclhebber v:\ii
Land- en Zeempcht het volgende bericht:
„Ten Leh;oeve eener algemeene telling en
x'egistralie vanl alle Rijkswapenen
tussehen 7 en 16 September geen vi rzau
di n.gen van wapenen aan of door buigcr-
wachten plaats hebben. Wapenefi, vtelke
na 16 September aan burgerwaehten wor
den toegezondeii', moetem afzonderiijk wori-
den gehouden, en, eerst dan aajn de leden
Worden uitgereikt, wanneer zij namens den
gajrnizoenscommandaiit, die l>das't is met-
de inspeclie: over de Wapenen, z'ij'n geteld
en geregistreerd. Na 16 September kunnen,
de wapenen voor herste.lling, omruilijng
emz. weer op de gewone Wijze door burgerq
wachterx worden vcrzondvfi,
Verduurzamen van appelen en peren.
De Min,. van Landbouw heeft bepaald, dat
het verwerkem in inrichtingen tot verdunv
zaming van fruit van partijen appelen en
pereni, welke niet gedekt zijn door eene
ver Ida ring, afgegeven door eem bij het Rijks-
kantoor voor Groenten' c)ii Fruit ingescl Tc-
ven veiling, ten bewijze, dat de partij voor
verv erking in fabrieken is geVeild, met
ingang van 9 September verbodeli is.
Sluiting zitting Staten-Generaal.
De Staatscouranit Levi.t: bet volgende Ko-
ninklijk besluit:
Art. 1. De tegen;woprdi.ge zi.tling der Sta-
lien-Generaal zal worden geslotan op Za-
terdag 13 September 1919, des njamiddags te
drie uur.
Art. 2. Onze Minister van BLnnenlandi
sche Zaken, wordt gemachtigd zich op het
in Writ- 1 verm eld ty tijdstip t? begeven naar
de vergadering di r StatemGeneraalten-
einde in! ,eene vereepigde vergadering der
beide Kamers de >:'timg in Onzein naam te
sluiten.
Alg. Schippersbond.
Men meldt uit Rotterdam:
Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur
van den Alg. Schippersbond zich tot defii
Minister pew end met bet verzoek tot ophef-
fing van alle regecri ngsbemoeitug met de
schipperij. Alleen wil men belioud vain de
rijksbeurzen.
De Minister heeft nog geen beslisjsyig ge
nomen, of hij aan1 dit verzoek' zal voldoen,
dan wel een regeling zal tneffen in den zin