ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN. No. 6851. Dinsdag 17 Juni 1919. 59e Jaargang. ABCNNEMENT: ADVERTENTI&N 8INNENLAND. Telefoon Bit Blad verscbijnt Maandag', Wosasdag- en Vrtjdagavond, nitgezonderd op Feestdagon, bij de Firma P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. De Belgen en Wij. Per 3 maanden binnen de stad 1.20. Franco per post voor Nederland/ 1.40. Bij vooruitbetaling: voor Belgie en Ned.-Indie /1.80, overig Buitenland /2. Voor Nederland: Per jaar bij vooru'lbetaling 5, Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren. Van 1 tot 4 regels 0,^0. Voor elken regel meer 0.1 5 Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwell op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. 1 U fc Z O N it E N. (Vervolg 22). Vast besloten, den dood zijns vaders op de moordenaars te wreken, wendde Philips van Bourgondie zich tot Ironing Hendrik V van Engeland en bood hem zijne diensten aan in den strijd ora de kroon van Frankrijk. In verbond met hertog Philips hervatte koning- Hendrik met nieuwe kracht den oorlog. Bijm overal zegevierden than® de Engelsche wapenen. De Vlaamsche burgerijen namei: slechts kort aan deze krijgsbedrijven deel. Toen de Engelschen en Bourgon- diers Montereau overrompeld hadden en het lijk van Jan zonder Vrees in plechtigen optocht van daar naar Dijor gevoerd was, achtten de Vlamingen hunne taak volbracht en kregen zij var hertog Philips verlof, om naar hunne haardsteden terug te keeren. Terwijl Philips van Bourgondie met ijver de belangen des Engelschen ko- nings behartigde, verliet zijne nicht Jacoba van Beieren, gravin van Hol land, Zeeland en Henegouwen, onder het voorwendsel van naar Henegouwen te reizen, het hof van haren tweeden ge- maal, den naar lichaam en geest zwak- ken hertog Jan IV van Brabant, begai zich naar Calais en ging daar scheep naar Engeland, waar zij In den echt trad met hertog Humphrey van Glo cester, den broeder van Hendrik V, na haar huwelijk met haren neef Jan van Brabant door den afgezetten paus Be- nedictus XIII te hebben laten ontbin- den. Jacoba's derde huwelijk, waardoor zij hare gansche familie in opspraak had gebracht, verwe'kte eenen storm van verontwaardiging tee-en Ha schoone, Iichtzinnige vorstin. Jam van Brabant ontwaakte uit zijne Pommeling haar oom Jan van Beieren, die, gesteund door de Kabeljauwsche partii, haar het gezag over Holland en Zeeland betwist- te, greep met verdubbelde woede naar het zwaard; haar neef Philips van Bourgondie, die de opvolger in hare staten hoopte te worden, schaarde zich aan hunne zijde. De hertog van Glocester, die na der dood van Hendrik V aan het hoofd var een regentschap in Engeland opgetre den was, verzamelde een leger van 5000 man en toog met zijne gemalin naar Henegouwen. Terwijl van beide zij den toebereidselen werden gemaakt tot eene hevige worsteling, overleed hertog Jan van Beieren te 's-Gravenhage (6 Janu- ari 1425), waarschijnlijk ten gevolge van eene vergiftiging, na alle rechten, welke hij op de drie graafschapper Holland, Zeeland en Henegouwen had. bij uitersten wil aan Philips van Bour gondie vermaakt te hebben. De zaak van Jacoba begon er spoedig hopeloos uit te zien, vooral toen Hum phrey van Glocester naaiy Engeland te- rugkeerde, ten einde eenige geschillen te besleehteni, welke in den boezem van het regentschap te Louden ontstaan waren. De Brabanders bezetten Hene gouwen. Gravin Jacoba begaf zich op aandringen van hare moeder onder de schuts van hertog Philips, die haar door Engelbrecht van Nassau, heer van Breda, naar Gent liet voeren, waar zij vertoeven zoude, tot paus Martinus V over hare huwelijken en echtscheiding uitspraak gedaan zou hebben. Drie maanden later ontvlood zij, dit eentonig leven moede, met de hulp van Dirk van de Merwede en twee andere edellieden hare gijzeling, begaf zich in mansge- waad en te paard naar Antwerpen en ging van daar naar Gouda, waar hare Hoeksche vrienden, haar met blijdschap ontvingen. De oorlog ontbrandde op- nieuw. Ofschoon Jacoba zich heldhaftig weerde, zag zij eerlang haar gezag be- perkt tot Gouda, Schoonhoven en Oude- water, de drte steden, welke haar het eerst erkend hadden. Tevens was zii voortaan van Engelsche hulp verstoken. De paus had haar huwelijk met Hum phrey van Glocester nietig verklaard en haar zelfs verboden, hem te trouwen, al stierf Jan van Brabant. Glocester onderwierp zich aan deze uitspraak en huwde zijne geliefde Eleonora Cobham. Kort daarna stierf Jan van Brabant en Jacoba was weder weduwe. Zij begreep, dat het noodig was een vergelijk met haren machtigen neef te treffen. In 1428 sloot zij te Delft met Philips een verdrag, waarbij be- paald werd, dat zij niet hertrouwen zou buiten toestemming van hare moeder, van de staten harer landen en van her tog Philips, dien zij erkende als ruwaarc en erfgenaam van hare graafschappen. Philips reisde nu met Jacoba Holland en Zeeland rond, om zich als ruwaard ,i erfgenaam te doen huidigen, steide Lrank van Borselen tot zijnen stede- houder aan en vertrok naar Vlaanderen. Jacoba leefde nu te Goes in treurige eenzelvigheid. Haren eenigen troost vond zij in den omgang met den stede- houder Frank van Borselen, die haar op kiesche wijze meermalen met be- langrijke geldsommen bijsbond. Ilieruit ontsproot tusschen hen eene groote ver- trouwelijkheid, en het duurde niet lang, of zij waagden den gevaarlijken stap, een geheim huwelijk aan te gaan. Hun echt, hoe verholen ook gesloten, kwam toch spoedig ter kennisse van hertog Philips, die hevig vertoornd. Frank van Borselen liet vatten en naar het slot te Rupelmonde voeren. Zoodra Jacoba de gevangenneming van haren gemaal vernomen had, rustte zij eene vloot uit en stevende naar Ru- oelmonde met het voornemen, haren -eliefden Frank te bevrijden. Philips ad zich echter met eene aanzienlijkf '-rijgsmacht in de nabijheid van het slot gelegerd. Jacoba trad nu met Phi- :ps in onderliandeling en offerde, om haren echtvriand te verlossen, ook de schaduw van hare vorstelijke macht op zij liet den titel van gravin van Holland. Zeeland en Henegouwen varen (12 April 1433). Van hare vroegere grootheid behield1 zij niets dan de heerlijkheid Voorne, Tholen en Zuid-Beveland en de tollen van Holland en Zeeland. Philips schonk Frank van Borselen vergiffenie en verhief hem tot graaf van Ooster- vant. Drie jaren daarna overleed Ja coba, waardoor Philips van Bourgondie onbetwist bezitter van de grafelijke kroon geworden was. hoewel in den be- ginne niet zonder tegenstand van keizer -ror als hij zich weimg bekreuncE Schoon geenen hoogeren titel dan dien van hertog dragende, voerde hij het bewind over een in vele opzichten mach- ;iger en welvarender gebied dan de grootste koningen van Europa. Van lieverlede was Philips tot de overtuiging gekomen,.dat een vorst, die over Engeland en Frankrijk beide ge- oood, een gevaarlijk nabuur moest zijn. Daaiom verbrak hij het bondgenoot- schap met den Engelschen koning en sloot te Atreeht met Karel VII van Frankrijk den zoogenoemden heiligen vrede (21 September 1435). Dit ver- wekte in Engeland een hevig misnoegen. Hendrik VI liet in alle steden, welke aan zijn gezag ondervvorpen waren, af- kondigen, dat Philips van Bourgondie, door van zijnen wettigen heer af te vallen, alles wat hij van de Fransche kioon in lesn hield, verbeurd had, en schonk Vlaanderen 'aan zijnen oom, hertog Humphrey van Glocester. De woede der Engelschen bepaalde zich niet enkel tot Philips en zijne raadslieden; het grauw vermcordde eenige vreed- zarne Nederlanders, die zich in Enge land ophielden, Deze wraakoefening der Engelschen en hunne aanmatiging, de Hollandsche en Zeeuwsche steden aan te zetten, cm zich aan de macht van den hertog van Bourgondie te onttrek- ken, vertoornde Philips zoo hevig, dat hij Hendrik VI den oorlog verklaarde en het beleg voor Calais sloeg. Zijn le ger bestond meerendeels uit Vlamingen, mannen uit Brugge, Damme, Monnike- reede, Houcke, Sluis, St.-Anna ter Mui- den, Aardenburg, Oostburg, Blanken- berghe, Ostende, Oudenburg. Thourout Ghistel, Dixmuiden. De Hollanders en Zeeuwen beproefden de haven der stad te versperren. Werkelijke voordeelen behaalden de belegeraars niet. De Vla mingen begonnen te morren, klaagden over verraad en keerden, zonder naar de vertoogen van Philips te luisteren. naar hunne haardsteden terug (Juli 1436). De hertog van Glocester maakte van deze oneenigheid gebruik, om in West-Vlaanderen te vallen. Roovend en brandend rukte hij naar de boorden van de User. Onderwijl stevende de Engel sche vloot naar den mond der Schelde. Den 9den Augustus plunderden de En gelschen Gatemisse, Schoondijke en Nieuwkerk. Den volgenden dag ver- woestten zij Wulpen en Cadzand, waar na zij de omstreken van Brugge en de Vier-Ambachten bedreigden. Hertog Philips hoopte, dat de Hollanders en Zeeuwen de vreemdelingen zouden hel- pen verdrijven. Ontwarende, dat de En gelschen zich in Zeeland slechts van mondbehoeften voorzagen en noch or' Walcheren, noch op Zuid-Beveland vijandelijkheden pleegden, weigerden de Hollanders en Zeeuwen, die met de Vlamingen niet bijster ingenomen wa ren, op eene dagvaart te 's-Gravenhage eene hulp, welke zij eer schadelijk dan nuttig rekenden-. Deze weigering be- wijst, dat Philips niet bijzonder op de gehoorzaamheid vx-n de ingezetenen zij- ner noordelijke f -aafschappen roemen kon; de Vlamingen gingen echter nog verder dan hulp te weigeren. De vijand- schap tusschen Brugge en Sluis vlamde weder op. De versterking van de haven- stad aan het Zwin was den Bruggelin- gen een doorn in het oog. Onder het voorwendsel, verkregen rechten te handhaven, liepen zij het land af er plunderden Aardenburg en andere na- burige plaatsen. Roeland van Uitkerke de bevelhebber van Sluis, wist hen bui- en de aan zijne hoede toevertrouwde veste te houden. Op zekeren dag, toen de gemalin van hertog Philips met haar zoontje Karel Brugge wilde verlaten, hielden de oproerlingen haar aan de poort aan, slingerden haar de grofste scheldwoorden naar het hoofd en voer- den de echtgenoote van Roeland van Uitkerke en de weduwe van Jan van Hoorne, die de hertogin vergezelden. naar de gevangenis. Te Gent vond her- ogin Isabella dezelfde troebelen en de- zelfde gevaren terug. Philips meldde den Bruggelingen, dat hij op zijnen ocht naar Plolland, waar dringende za- ken hem riepen, met een klein gevolg door Brugge reizen zou. Het was in de Sinxendaghen Dat grave Philips van Vlaenderlant Op Holland wilde varen; Holland dat en meende hi niet: Het was Brugghe die edel stede reine, (Oud lied.) Den 22sten Mei 1437 verscheen Phi- ips met ongeveer 4000 beproefde krij- gers voor de stad. Men opende hem de poort; maar, voor de wachters het kon- dg1!,Vn'''itoy1 yvg-p p was meer dan een der- Vruchteloos" kantf4 zich hiertegen: Philips wilde zich niet van zijne manschappen scheiden. De gansche burgerij geraakte in rep en roer en er ontstond een verwoed ge- veclrt. Er vlogen zooveel pijlen, steenen en andere zware voorwer-pen op de uijgslieden neder, dat de hertog ge- dwongen was, zich strijdende eenen weg te banen naar de poort, welke de burgers weder gesloten hadden. Met de hulp van den deken van het scharenslijpersgilde en eenen smid werd de poort opengebroken, en Philips spoedde zich uit de oproerige stad, tal- rijke dooden en gevangenen achter- latende Ziedend van toorn, beval Philips, al ien toevoer naar Brugge af te snijden; maar de Bruggelingen braken door zijne troepen heen en sloegen zelfs het beleg voor Sluis, dat echter zoo krachtigen weerstand bood, dat de belegeraars twee weken later weder aftrokken. Bij de verdediging der stad was de burge- meester Willem Carre met den degen in de vuist gesneuveld, De naweeen van deze botsingen lieten zich spoedig gevoelen. De getouwen stonden stil, alle nering verviel, de ak- kers werden niet meer bebouwd. Toen Gent, Yperen en Kortrijk hertog Philips beloofden, Brugge te helpen bedwingen, legden de opstandelingen het hoofd in den schoot en riepen de lankmoedigheid van den vorst in. De voorwaarden van Philips waren uiterst hard. Hij eischte, dat de schepenen, hoofdlieden en dekens hem blootshoofds en barrevoets op een uur afstands van de stad om vergiffenis zouden smeeken. De burgerij zou eene boete opbrengen van 200(100 gouden rij- ders en nimmer meer spreken over het rechtsgezag, dat zij over Sluis be weerde te bezitten, Ook moest zij zich laten welgevallen, dat het gansche Vrije (het kwartier mndom Brugge) van de stad werd gescheiden, ten einde het vierde lid van Vlaanderen uit te maken. Ver der moesten vier en twintig burgers den hertog overgeleverd wordentwaalf hunner boetten hunne vermetelheid met den dood, terwijl de overtgen levenslang opgesloten of uit Vaanderen verbannen werden. Terwijl Vlaanderen ten prooi was aan den overmoed van de ingezetenen der hoofdsteden, waren Holland en Zeeland wegens belemmering van den handel in oorlog geraakt met de Oosterlingen. zooals men destij cb de bewoners van de havensteden -aan de Oostzee noemde. In 1437 maakten de Oosteilingen zich plotseling meester van alle Hollandsche en Zeeuwsche schepen, welke zij in hun ne havens of op zee aantroffen. Het wegblijven der schepen, welke graan uit Gostland moesten aanvoeren, vei'oor- zaakte groote schaarschte, zelfs hon- gersnood, en daardoor weder oproer. Op eene dagvaart van den adel en de steden van Holland werd den 16sten Mei 1438 besloten, de Oosterlingen met inspan- ning van alle krachten te beoorlogen. Alle groote schepen, welke in het land waren, v/erden opgeeischt en moesten binnen veertien idkgen het zeegat uit, terwijl ieder burger last ontving, zich gereed te houden, om ten strijde te trekken. Verder zeilden een groot aan- tal kapers uit, die alles namen, wat uit het westen naar de Wezer, de Elbe of de Oostzee voer, soms zoowel van vrtend als van vijand, en zelfs op de Vlaamsche kust gingen stroopen. De Hollanders en Zeeuwen waren nu meester op zee; ter, teeken, dat zij de zee hadden schoonge- veegd, heschen zij eenen bezem aan der mast. Van alle zijden kwamen echter klachten in over de rooverijen, ook ten koste van bondgemooten gepleegd. De vrede bleef bewaard, door het geven van schadevergoedingmaar hiertoe was vrij wat geld noodig, en dat moest gevonden worden door accijnzenop bier, koren, hout, turf en andere levensbe- hoeften. Deze belastingen, die onwillig gedragen werden en welker druk ver- zwaard werd door eenen fellen winter, gaven aanleiding tot grieven, welke de nog altijd tusschen de Hoekschen en Kabeljauwschen bestaande wrok niet v/einig verergerde. Te Amsterdam dre- ven de Hoekschen de Kabeljauwschen de stad uit; deze weken naar Haarlem, en veroorzaakten daar eene opschud- ding, waardoor zij op hunne beurt aan het bestuur kwamen,. Hertog Philips zond zijne gemalin Isabella, een ver- standige vrouw, om de oneenigheid te stillen. Zij herstelde de rust te Haarlem maar te Amsterdam, waar Reinout van Brederode met krijgsvolk was gekomen en de Hoekschen geheel meester waren, kon haar gezag niets uitwerken. Philips kwam daarom in het naiaar van 1445 reeds vanTAfhsTeVcram ndar ijexcreirVasS overgeslagen. Tot bevordering der eensgezindheid plaatste Philips overal een gelijk getal uit beide partijen in het bewind en verbood op zware straffen al wat aanleiding geven kon tot vei-bit- tering. (Wordt vervolgd.) Nederland en Belgie. De beslissing blgft te Pargs. Den dag na de verkl&ring van den beer Hgmans in de Earner over de Nederlandscb Belgiscbe onderkandelingtn is naar uit Brussel aan de Tel. gemeld wordt, de com missie van Buitenlandsche Zaken uit de Kamer bjjeengeroepen. De commissie is Donderdagavond van acht uur tot balf twaalf bijeen geweest. Het spreekt vanzelf dat er geen eukele mededeeiing over aan de pers is verstrekt. Toeb meenen we te weten, dat de heer Hp mans aanvullende inlichtingen heeft verstrekt over den stand der kwestie. Hij heeft gewezen op de goede gezind'neid der geallieerden ten op- zichte van Belgie in de betrokken kwestie en daaruit schijnt voort te vloeien, dat de Belgische gevolmaehtigden rekenen op de tusschenkomst der geallieerden voor het geval dat de onderhandelingen tusschen beide landen niet tot een resuitaat zouden leiden, dat de belangen van Belgie verzekert wat betreft zijn toeknmstige veiiigheid en zpn economische ontwikkeling. De heer Poullet, president van de Kamer heeft bij bet debat gepleit voor een conci- liante oplossing en heeft vooral eeu tolunie met Nederland aanbevolen. Hot debat, dat door de commissie is gevoerd, heeft aange toond dat er een volmaakte overeenstem ming tusschen haar en den heer Hijoians bestaat. De commissie zal voortdurend in contact blijven met de Belgische gevol maehtigden. Wjj juichen het toe, zegt de Tel. dat men in Belgie zooveel vertrouwen koestert in de beslissing van Parps. Doch wij veroorloven ons tegeljjkertijd, er aan te heriuneren, dat deze beslissing de heer Hijmans schijnt dat nu reeds te zjjn ver- geten krachtens den uitgesproker wensch van den Raad van Vpf //niet zal mogen medebretgenovergang van territoriale souvereiniteit, noch vestiging van inter- nationale servituten". Wp lezen in de Nation Be'ge Het Cotnie de politique Nationale bad Zondag aan de burgemeesters van alle steden en gemeenten van Bdgie per circu'iairege vraagd wat zij dachten van bet denkbeeld eener consulatie van het afgestane (Neder- landsche) Limburg door middel een referen dum. Meer dan 500 antwoorden van de belan- rpkste steden en gemeenten uit Vlaanderen en Walonie zpn er sedert Dindag bp het comite ingekomen en alien dringen er op aan, dat onze gescheiden broeders geraad- pleegd worien* Deze antwoorden stemmen geestdriftig in met een als volgt luidende mode z/Overwegende, dat het overheerschende beginsel vac den vrede het beginsel is, dat de volken het recht hebben over zich zelf te beschikkenoverwegende, dat de raad van vpf de bewoners van afgestaan Lim burg niet heeft willen berooven van het om zich over bun eigen lot uit te spreken spreekt de dringende wenschelijkheid uit dat de kwestie van de toekomst van Lim burg opgelost word door een vrpe volks- stemming van onze Limburgsche broeders, georganiseerd onder toezicht van den vol- kenbond." »De spoed en de kracht van deze ant woorden, die uit alle boeken van Belgie zijn ingekomen, zpn, zoo zegt de Nation Beige nog, waariijk teekenend voor de ge- hechtheid van alle Belgen aan de zaak der nationale eenheid en voor hun argelooze genegenheid voor de broeders, die daaraan door onrechtvaardige tractaten zpn ontrukt." Commentaar is hier waarlpk overbodig. Men seint uit Brussel aan de N. R Crt. Nopens de verdragen van 1839 heeft men zich afgevraagd, wat men in de rede van Paul Hijmans moest verstaan onder de z/attributen van de soevereiniteit, die Belgie wil uitoefecen op de Schelde". Iemand, die van de kwestie goed op de hoogte is, heeft ons daaromtrent bet volgende meege- deeld Yolgens bet verdrag van 1839 had Nederland^alie rechten. bebnlvn d w»Pre zou zpn, dat bp den toekomstigen stand van zaken Belgie zou beschikken over alle rechten, met dit voorbehoud, dat Nederland die rechten zou behouden, waarover het onvermijdelijk moet beschikken ter be- scherming van zpn belangen, die, naar het z4f verklaart, zeer gering zpn. Belgie ea Nederland. Dit de door den beer Hp mans in de Belgische Kamer afgelegde verklaringen kan men opmaken, scbrpft het Hbl, dat de Belgiscbe Regeering volgens de door de ministers der vpf groote mogendheden bepaalde procedure bereid is. aan de onder handelingen betreffende de Nederlandsch- Belgiscbe verhoudingen deel te nemenzp kon trouwens moeilpk anders doen, nadat zp zelve de beslissing der mogendheden, anvankelpk zelfs buiten de Nederlandsche Regeering om, bad ingegeven. Hoezeer ook teleurgesteld in bare verwachtingen, in bare gewichtigste verlsngecs a priori door de mogendheden in bet ongelijk gesteld, zp zal bonce mine a mauvais jeu moeten maken en zien wat zp van de medewerking der Nederlandsche Regeering kanverkrpgen verandeiing van groedgebied en territoriale servituten deze uitdrukkirg heeft in het volkenrecht eene zeer ver strekkende be- teekenis zijn uitgeslotende Belgische aspiraties ten onzen koste, voor zooveel de verdediging van Belgie betreft, zpn daar- mede vrpwel geheel buiten debat gebracht. Intusscben, uit de verklaringen van den beer Hpmans blpkt nog geenszins dat hp deze inderdaad en voor goed beeit prijsge- geven. Kan de Nederlandsche Regeering, zooiang dit niet met zoovele woorden heeft plaats gebad, aan verdere onderhandelingen deelnemen De Nederlandsche Regeering heeft nooit de bevoegdheid der mogend heden om over Nederlandsche rechten te beschikken, erkend en zal dit naar wp bopen ook nimmer doen. Wanneer zp aan verdere onderhandelicgen deelneemt, zal dit steeds zijn uit eigen vrpen wil en onder voorbehoud, dat zij zelve over iedere ver- andering in de tractaten van 1839 het laat- ste woord zal medespreken. Voor haar is dsn ook bet besluit der Ministers geenszins, zooals voor Belgie, een bindend besluit, waaraan zp zich heeft te onderwerpen, maar alleen een bewijs van de gezindheid der mogendheden, waarover ieder Nederlander zich van harte heeft te verheugen en dat voor ons eene reden te meer is alles te doen wat in ons vermogen is om de zaak tot eene voor beide partpen bevredigende oplossing te brengen. Maar wp mogen dan ook van de Belgische Kegeering verwachten, dat zp toont, dat ook bp haar de ware gezindheid daartoe bestaat. Tot op het laatste oogenblik toe heeft de heer Hpmans doen zien, dat hp TER NEUZENSCHE COURANT 'iccicmiin/L

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1919 | | pagina 1