ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
No. 6851.
Dinsdag 17 Juni 1919.
59e Jaargang.
ABCNNEMENT:
ADVERTENTI&N
8INNENLAND.
Telefoon
Bit Blad verscbijnt Maandag', Wosasdag- en Vrtjdagavond, nitgezonderd op Feestdagon, bij de Firma P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
De Belgen en Wij.
Per 3 maanden binnen de stad 1.20. Franco per post voor Nederland/ 1.40.
Bij vooruitbetaling: voor Belgie en Ned.-Indie /1.80, overig Buitenland /2.
Voor Nederland: Per jaar bij vooru'lbetaling 5,
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postkantoren en Hulppostkantoren.
Van 1 tot 4 regels 0,^0. Voor elken regel meer 0.1 5
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwell
op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
1 U fc Z O N it E N.
(Vervolg 22).
Vast besloten, den dood zijns vaders
op de moordenaars te wreken, wendde
Philips van Bourgondie zich tot Ironing
Hendrik V van Engeland en bood hem
zijne diensten aan in den strijd ora de
kroon van Frankrijk. In verbond met
hertog Philips hervatte koning- Hendrik
met nieuwe kracht den oorlog. Bijm
overal zegevierden than® de Engelsche
wapenen.
De Vlaamsche burgerijen namei:
slechts kort aan deze krijgsbedrijven
deel. Toen de Engelschen en Bourgon-
diers Montereau overrompeld hadden
en het lijk van Jan zonder Vrees in
plechtigen optocht van daar naar Dijor
gevoerd was, achtten de Vlamingen
hunne taak volbracht en kregen zij var
hertog Philips verlof, om naar hunne
haardsteden terug te keeren.
Terwijl Philips van Bourgondie met
ijver de belangen des Engelschen ko-
nings behartigde, verliet zijne nicht
Jacoba van Beieren, gravin van Hol
land, Zeeland en Henegouwen, onder het
voorwendsel van naar Henegouwen te
reizen, het hof van haren tweeden ge-
maal, den naar lichaam en geest zwak-
ken hertog Jan IV van Brabant, begai
zich naar Calais en ging daar scheep
naar Engeland, waar zij In den echt
trad met hertog Humphrey van Glo
cester, den broeder van Hendrik V, na
haar huwelijk met haren neef Jan van
Brabant door den afgezetten paus Be-
nedictus XIII te hebben laten ontbin-
den. Jacoba's derde huwelijk, waardoor
zij hare gansche familie in opspraak
had gebracht, verwe'kte eenen storm
van verontwaardiging tee-en Ha
schoone, Iichtzinnige vorstin. Jam van
Brabant ontwaakte uit zijne Pommeling
haar oom Jan van Beieren, die, gesteund
door de Kabeljauwsche partii, haar het
gezag over Holland en Zeeland betwist-
te, greep met verdubbelde woede naar
het zwaard; haar neef Philips van
Bourgondie, die de opvolger in hare
staten hoopte te worden, schaarde zich
aan hunne zijde.
De hertog van Glocester, die na der
dood van Hendrik V aan het hoofd var
een regentschap in Engeland opgetre
den was, verzamelde een leger van 5000
man en toog met zijne gemalin naar
Henegouwen. Terwijl van beide zij den
toebereidselen werden gemaakt tot eene
hevige worsteling, overleed hertog Jan
van Beieren te 's-Gravenhage (6 Janu-
ari 1425), waarschijnlijk ten gevolge
van eene vergiftiging, na alle rechten,
welke hij op de drie graafschapper
Holland, Zeeland en Henegouwen had.
bij uitersten wil aan Philips van Bour
gondie vermaakt te hebben.
De zaak van Jacoba begon er spoedig
hopeloos uit te zien, vooral toen Hum
phrey van Glocester naaiy Engeland te-
rugkeerde, ten einde eenige geschillen
te besleehteni, welke in den boezem van
het regentschap te Louden ontstaan
waren. De Brabanders bezetten Hene
gouwen. Gravin Jacoba begaf zich op
aandringen van hare moeder onder de
schuts van hertog Philips, die haar
door Engelbrecht van Nassau, heer van
Breda, naar Gent liet voeren, waar zij
vertoeven zoude, tot paus Martinus V
over hare huwelijken en echtscheiding
uitspraak gedaan zou hebben. Drie
maanden later ontvlood zij, dit eentonig
leven moede, met de hulp van Dirk van
de Merwede en twee andere edellieden
hare gijzeling, begaf zich in mansge-
waad en te paard naar Antwerpen en
ging van daar naar Gouda, waar hare
Hoeksche vrienden, haar met blijdschap
ontvingen. De oorlog ontbrandde op-
nieuw. Ofschoon Jacoba zich heldhaftig
weerde, zag zij eerlang haar gezag be-
perkt tot Gouda, Schoonhoven en Oude-
water, de drte steden, welke haar het
eerst erkend hadden. Tevens was zii
voortaan van Engelsche hulp verstoken.
De paus had haar huwelijk met Hum
phrey van Glocester nietig verklaard en
haar zelfs verboden, hem te trouwen,
al stierf Jan van Brabant.
Glocester onderwierp zich aan deze
uitspraak en huwde zijne geliefde
Eleonora Cobham. Kort daarna stierf
Jan van Brabant en Jacoba was weder
weduwe. Zij begreep, dat het noodig
was een vergelijk met haren machtigen
neef te treffen. In 1428 sloot zij te Delft
met Philips een verdrag, waarbij be-
paald werd, dat zij niet hertrouwen zou
buiten toestemming van hare moeder,
van de staten harer landen en van her
tog Philips, dien zij erkende als ruwaarc
en erfgenaam van hare graafschappen.
Philips reisde nu met Jacoba Holland
en Zeeland rond, om zich als ruwaard
,i erfgenaam te doen huidigen, steide
Lrank van Borselen tot zijnen stede-
houder aan en vertrok naar Vlaanderen.
Jacoba leefde nu te Goes in treurige
eenzelvigheid. Haren eenigen troost
vond zij in den omgang met den stede-
houder Frank van Borselen, die haar
op kiesche wijze meermalen met be-
langrijke geldsommen bijsbond. Ilieruit
ontsproot tusschen hen eene groote ver-
trouwelijkheid, en het duurde niet lang,
of zij waagden den gevaarlijken stap,
een geheim huwelijk aan te gaan. Hun
echt, hoe verholen ook gesloten, kwam
toch spoedig ter kennisse van hertog
Philips, die hevig vertoornd. Frank van
Borselen liet vatten en naar het slot te
Rupelmonde voeren.
Zoodra Jacoba de gevangenneming
van haren gemaal vernomen had, rustte
zij eene vloot uit en stevende naar Ru-
oelmonde met het voornemen, haren
-eliefden Frank te bevrijden. Philips
ad zich echter met eene aanzienlijkf
'-rijgsmacht in de nabijheid van het
slot gelegerd. Jacoba trad nu met Phi-
:ps in onderliandeling en offerde, om
haren echtvriand te verlossen, ook de
schaduw van hare vorstelijke macht op
zij liet den titel van gravin van Holland.
Zeeland en Henegouwen varen (12 April
1433). Van hare vroegere grootheid
behield1 zij niets dan de heerlijkheid
Voorne, Tholen en Zuid-Beveland en de
tollen van Holland en Zeeland. Philips
schonk Frank van Borselen vergiffenie
en verhief hem tot graaf van Ooster-
vant. Drie jaren daarna overleed Ja
coba, waardoor Philips van Bourgondie
onbetwist bezitter van de grafelijke
kroon geworden was. hoewel in den be-
ginne niet zonder tegenstand van keizer
-ror als hij zich weimg bekreuncE
Schoon geenen hoogeren titel dan dien
van hertog dragende, voerde hij het
bewind over een in vele opzichten mach-
;iger en welvarender gebied dan de
grootste koningen van Europa.
Van lieverlede was Philips tot de
overtuiging gekomen,.dat een vorst, die
over Engeland en Frankrijk beide ge-
oood, een gevaarlijk nabuur moest zijn.
Daaiom verbrak hij het bondgenoot-
schap met den Engelschen koning en
sloot te Atreeht met Karel VII van
Frankrijk den zoogenoemden heiligen
vrede (21 September 1435). Dit ver-
wekte in Engeland een hevig misnoegen.
Hendrik VI liet in alle steden, welke
aan zijn gezag ondervvorpen waren, af-
kondigen, dat Philips van Bourgondie,
door van zijnen wettigen heer af te
vallen, alles wat hij van de Fransche
kioon in lesn hield, verbeurd had, en
schonk Vlaanderen 'aan zijnen oom,
hertog Humphrey van Glocester. De
woede der Engelschen bepaalde zich niet
enkel tot Philips en zijne raadslieden;
het grauw vermcordde eenige vreed-
zarne Nederlanders, die zich in Enge
land ophielden, Deze wraakoefening der
Engelschen en hunne aanmatiging, de
Hollandsche en Zeeuwsche steden aan
te zetten, cm zich aan de macht van
den hertog van Bourgondie te onttrek-
ken, vertoornde Philips zoo hevig, dat
hij Hendrik VI den oorlog verklaarde
en het beleg voor Calais sloeg. Zijn le
ger bestond meerendeels uit Vlamingen,
mannen uit Brugge, Damme, Monnike-
reede, Houcke, Sluis, St.-Anna ter Mui-
den, Aardenburg, Oostburg, Blanken-
berghe, Ostende, Oudenburg. Thourout
Ghistel, Dixmuiden. De Hollanders en
Zeeuwen beproefden de haven der stad
te versperren. Werkelijke voordeelen
behaalden de belegeraars niet. De Vla
mingen begonnen te morren, klaagden
over verraad en keerden, zonder naar
de vertoogen van Philips te luisteren.
naar hunne haardsteden terug (Juli
1436). De hertog van Glocester maakte
van deze oneenigheid gebruik, om in
West-Vlaanderen te vallen. Roovend en
brandend rukte hij naar de boorden van
de User. Onderwijl stevende de Engel
sche vloot naar den mond der Schelde.
Den 9den Augustus plunderden de En
gelschen Gatemisse, Schoondijke en
Nieuwkerk. Den volgenden dag ver-
woestten zij Wulpen en Cadzand, waar
na zij de omstreken van Brugge en de
Vier-Ambachten bedreigden. Hertog
Philips hoopte, dat de Hollanders en
Zeeuwen de vreemdelingen zouden hel-
pen verdrijven. Ontwarende, dat de En
gelschen zich in Zeeland slechts van
mondbehoeften voorzagen en noch or'
Walcheren, noch op Zuid-Beveland
vijandelijkheden pleegden, weigerden
de Hollanders en Zeeuwen, die met de
Vlamingen niet bijster ingenomen wa
ren, op eene dagvaart te 's-Gravenhage
eene hulp, welke zij eer schadelijk dan
nuttig rekenden-. Deze weigering be-
wijst, dat Philips niet bijzonder op de
gehoorzaamheid vx-n de ingezetenen zij-
ner noordelijke f -aafschappen roemen
kon; de Vlamingen gingen echter nog
verder dan hulp te weigeren. De vijand-
schap tusschen Brugge en Sluis vlamde
weder op. De versterking van de haven-
stad aan het Zwin was den Bruggelin-
gen een doorn in het oog. Onder het
voorwendsel, verkregen rechten te
handhaven, liepen zij het land af er
plunderden Aardenburg en andere na-
burige plaatsen. Roeland van Uitkerke
de bevelhebber van Sluis, wist hen bui-
en de aan zijne hoede toevertrouwde
veste te houden. Op zekeren dag, toen
de gemalin van hertog Philips met haar
zoontje Karel Brugge wilde verlaten,
hielden de oproerlingen haar aan de
poort aan, slingerden haar de grofste
scheldwoorden naar het hoofd en voer-
den de echtgenoote van Roeland van
Uitkerke en de weduwe van Jan van
Hoorne, die de hertogin vergezelden.
naar de gevangenis. Te Gent vond her-
ogin Isabella dezelfde troebelen en de-
zelfde gevaren terug. Philips meldde
den Bruggelingen, dat hij op zijnen
ocht naar Plolland, waar dringende za-
ken hem riepen, met een klein gevolg
door Brugge reizen zou.
Het was in de Sinxendaghen
Dat grave Philips van Vlaenderlant
Op Holland wilde varen;
Holland dat en meende hi niet:
Het was Brugghe die edel stede reine,
(Oud lied.)
Den 22sten Mei 1437 verscheen Phi-
ips met ongeveer 4000 beproefde krij-
gers voor de stad. Men opende hem de
poort; maar, voor de wachters het kon-
dg1!,Vn'''itoy1 yvg-p p was meer dan een der-
Vruchteloos" kantf4
zich hiertegen: Philips wilde zich niet
van zijne manschappen scheiden. De
gansche burgerij geraakte in rep en
roer en er ontstond een verwoed ge-
veclrt. Er vlogen zooveel pijlen, steenen
en andere zware voorwer-pen op de
uijgslieden neder, dat de hertog ge-
dwongen was, zich strijdende eenen
weg te banen naar de poort, welke de
burgers weder gesloten hadden.
Met de hulp van den deken van het
scharenslijpersgilde en eenen smid werd
de poort opengebroken, en Philips
spoedde zich uit de oproerige stad, tal-
rijke dooden en gevangenen achter-
latende
Ziedend van toorn, beval Philips, al
ien toevoer naar Brugge af te snijden;
maar de Bruggelingen braken door zijne
troepen heen en sloegen zelfs het beleg
voor Sluis, dat echter zoo krachtigen
weerstand bood, dat de belegeraars twee
weken later weder aftrokken. Bij de
verdediging der stad was de burge-
meester Willem Carre met den degen in
de vuist gesneuveld,
De naweeen van deze botsingen lieten
zich spoedig gevoelen. De getouwen
stonden stil, alle nering verviel, de ak-
kers werden niet meer bebouwd. Toen
Gent, Yperen en Kortrijk hertog Philips
beloofden, Brugge te helpen bedwingen,
legden de opstandelingen het hoofd in
den schoot en riepen de lankmoedigheid
van den vorst in. De voorwaarden van
Philips waren uiterst hard. Hij eischte,
dat de schepenen, hoofdlieden en dekens
hem blootshoofds en barrevoets op een
uur afstands van de stad om vergiffenis
zouden smeeken. De burgerij zou eene
boete opbrengen van 200(100 gouden rij-
ders en nimmer meer spreken over het
rechtsgezag, dat zij over Sluis be weerde
te bezitten, Ook moest zij zich laten
welgevallen, dat het gansche Vrije (het
kwartier mndom Brugge) van de stad
werd gescheiden, ten einde het vierde
lid van Vlaanderen uit te maken. Ver
der moesten vier en twintig burgers
den hertog overgeleverd wordentwaalf
hunner boetten hunne vermetelheid met
den dood, terwijl de overtgen levenslang
opgesloten of uit Vaanderen verbannen
werden.
Terwijl Vlaanderen ten prooi was aan
den overmoed van de ingezetenen der
hoofdsteden, waren Holland en Zeeland
wegens belemmering van den handel in
oorlog geraakt met de Oosterlingen.
zooals men destij cb de bewoners van de
havensteden -aan de Oostzee noemde.
In 1437 maakten de Oosteilingen zich
plotseling meester van alle Hollandsche
en Zeeuwsche schepen, welke zij in hun
ne havens of op zee aantroffen. Het
wegblijven der schepen, welke graan uit
Gostland moesten aanvoeren, vei'oor-
zaakte groote schaarschte, zelfs hon-
gersnood, en daardoor weder oproer. Op
eene dagvaart van den adel en de steden
van Holland werd den 16sten Mei 1438
besloten, de Oosterlingen met inspan-
ning van alle krachten te beoorlogen.
Alle groote schepen, welke in het land
waren, v/erden opgeeischt en moesten
binnen veertien idkgen het zeegat uit,
terwijl ieder burger last ontving, zich
gereed te houden, om ten strijde te
trekken. Verder zeilden een groot aan-
tal kapers uit, die alles namen, wat uit
het westen naar de Wezer, de Elbe of
de Oostzee voer, soms zoowel van vrtend
als van vijand, en zelfs op de Vlaamsche
kust gingen stroopen. De Hollanders en
Zeeuwen waren nu meester op zee; ter,
teeken, dat zij de zee hadden schoonge-
veegd, heschen zij eenen bezem aan der
mast. Van alle zijden kwamen echter
klachten in over de rooverijen, ook ten
koste van bondgemooten gepleegd. De
vrede bleef bewaard, door het geven
van schadevergoedingmaar hiertoe
was vrij wat geld noodig, en dat moest
gevonden worden door accijnzenop bier,
koren, hout, turf en andere levensbe-
hoeften. Deze belastingen, die onwillig
gedragen werden en welker druk ver-
zwaard werd door eenen fellen winter,
gaven aanleiding tot grieven, welke de
nog altijd tusschen de Hoekschen en
Kabeljauwschen bestaande wrok niet
v/einig verergerde. Te Amsterdam dre-
ven de Hoekschen de Kabeljauwschen
de stad uit; deze weken naar Haarlem,
en veroorzaakten daar eene opschud-
ding, waardoor zij op hunne beurt aan
het bestuur kwamen,. Hertog Philips
zond zijne gemalin Isabella, een ver-
standige vrouw, om de oneenigheid te
stillen. Zij herstelde de rust te Haarlem
maar te Amsterdam, waar Reinout van
Brederode met krijgsvolk was gekomen
en de Hoekschen geheel meester waren,
kon haar gezag niets uitwerken. Philips
kwam daarom in het naiaar van 1445
reeds vanTAfhsTeVcram ndar ijexcreirVasS
overgeslagen. Tot bevordering der
eensgezindheid plaatste Philips overal
een gelijk getal uit beide partijen in het
bewind en verbood op zware straffen
al wat aanleiding geven kon tot vei-bit-
tering.
(Wordt vervolgd.)
Nederland en Belgie.
De beslissing blgft te Pargs.
Den dag na de verkl&ring van den beer
Hgmans in de Earner over de Nederlandscb
Belgiscbe onderkandelingtn is naar uit
Brussel aan de Tel. gemeld wordt, de com
missie van Buitenlandsche Zaken uit de
Kamer bjjeengeroepen. De commissie is
Donderdagavond van acht uur tot balf
twaalf bijeen geweest. Het spreekt vanzelf
dat er geen eukele mededeeiing over aan de
pers is verstrekt. Toeb meenen we te
weten, dat de heer Hp mans aanvullende
inlichtingen heeft verstrekt over den stand
der kwestie. Hij heeft gewezen op de
goede gezind'neid der geallieerden ten op-
zichte van Belgie in de betrokken kwestie
en daaruit schijnt voort te vloeien, dat de
Belgische gevolmaehtigden rekenen op de
tusschenkomst der geallieerden voor het
geval dat de onderhandelingen tusschen
beide landen niet tot een resuitaat zouden
leiden, dat de belangen van Belgie verzekert
wat betreft zijn toeknmstige veiiigheid en
zpn economische ontwikkeling.
De heer Poullet, president van de Kamer
heeft bij bet debat gepleit voor een conci-
liante oplossing en heeft vooral eeu tolunie
met Nederland aanbevolen. Hot debat, dat
door de commissie is gevoerd, heeft aange
toond dat er een volmaakte overeenstem
ming tusschen haar en den heer Hijoians
bestaat. De commissie zal voortdurend in
contact blijven met de Belgische gevol
maehtigden.
Wjj juichen het toe, zegt de Tel. dat
men in Belgie zooveel vertrouwen koestert
in de beslissing van Parps. Doch wij
veroorloven ons tegeljjkertijd, er aan te
heriuneren, dat deze beslissing de heer
Hijmans schijnt dat nu reeds te zjjn ver-
geten krachtens den uitgesproker wensch
van den Raad van Vpf //niet zal mogen
medebretgenovergang van territoriale
souvereiniteit, noch vestiging van inter-
nationale servituten".
Wp lezen in de Nation Be'ge
Het Cotnie de politique Nationale bad
Zondag aan de burgemeesters van alle steden
en gemeenten van Bdgie per circu'iairege
vraagd wat zij dachten van bet denkbeeld
eener consulatie van het afgestane (Neder-
landsche) Limburg door middel een referen
dum. Meer dan 500 antwoorden van de belan-
rpkste steden en gemeenten uit Vlaanderen
en Walonie zpn er sedert Dindag bp het
comite ingekomen en alien dringen er op
aan, dat onze gescheiden broeders geraad-
pleegd worien*
Deze antwoorden stemmen geestdriftig
in met een als volgt luidende mode
z/Overwegende, dat het overheerschende
beginsel vac den vrede het beginsel is, dat
de volken het recht hebben over zich zelf
te beschikkenoverwegende, dat de raad
van vpf de bewoners van afgestaan Lim
burg niet heeft willen berooven van het
om zich over bun eigen lot uit te spreken
spreekt de dringende wenschelijkheid uit
dat de kwestie van de toekomst van Lim
burg opgelost word door een vrpe volks-
stemming van onze Limburgsche broeders,
georganiseerd onder toezicht van den vol-
kenbond."
»De spoed en de kracht van deze ant
woorden, die uit alle boeken van Belgie
zijn ingekomen, zpn, zoo zegt de Nation
Beige nog, waariijk teekenend voor de ge-
hechtheid van alle Belgen aan de zaak der
nationale eenheid en voor hun argelooze
genegenheid voor de broeders, die daaraan
door onrechtvaardige tractaten zpn ontrukt."
Commentaar is hier waarlpk overbodig.
Men seint uit Brussel aan de N. R Crt.
Nopens de verdragen van 1839 heeft
men zich afgevraagd, wat men in de rede
van Paul Hijmans moest verstaan onder de
z/attributen van de soevereiniteit, die Belgie
wil uitoefecen op de Schelde". Iemand,
die van de kwestie goed op de hoogte is,
heeft ons daaromtrent bet volgende meege-
deeld Yolgens bet verdrag van 1839 had
Nederland^alie rechten. bebnlvn d w»Pre
zou zpn, dat bp den toekomstigen stand
van zaken Belgie zou beschikken over alle
rechten, met dit voorbehoud, dat Nederland
die rechten zou behouden, waarover het
onvermijdelijk moet beschikken ter be-
scherming van zpn belangen, die, naar het
z4f verklaart, zeer gering zpn.
Belgie ea Nederland.
Dit de door den beer Hp mans in de
Belgische Kamer afgelegde verklaringen
kan men opmaken, scbrpft het Hbl,
dat de Belgiscbe Regeering volgens de door
de ministers der vpf groote mogendheden
bepaalde procedure bereid is. aan de onder
handelingen betreffende de Nederlandsch-
Belgiscbe verhoudingen deel te nemenzp
kon trouwens moeilpk anders doen, nadat
zp zelve de beslissing der mogendheden,
anvankelpk zelfs buiten de Nederlandsche
Regeering om, bad ingegeven. Hoezeer
ook teleurgesteld in bare verwachtingen,
in bare gewichtigste verlsngecs a priori
door de mogendheden in bet ongelijk gesteld,
zp zal bonce mine a mauvais jeu moeten
maken en zien wat zp van de medewerking
der Nederlandsche Regeering kanverkrpgen
verandeiing van groedgebied en territoriale
servituten deze uitdrukkirg heeft in het
volkenrecht eene zeer ver strekkende be-
teekenis zijn uitgeslotende Belgische
aspiraties ten onzen koste, voor zooveel de
verdediging van Belgie betreft, zpn daar-
mede vrpwel geheel buiten debat gebracht.
Intusscben, uit de verklaringen van den
beer Hpmans blpkt nog geenszins dat hp
deze inderdaad en voor goed beeit prijsge-
geven. Kan de Nederlandsche Regeering,
zooiang dit niet met zoovele woorden heeft
plaats gebad, aan verdere onderhandelingen
deelnemen De Nederlandsche Regeering
heeft nooit de bevoegdheid der mogend
heden om over Nederlandsche rechten te
beschikken, erkend en zal dit naar wp
bopen ook nimmer doen. Wanneer zp
aan verdere onderhandelicgen deelneemt, zal
dit steeds zijn uit eigen vrpen wil en onder
voorbehoud, dat zij zelve over iedere ver-
andering in de tractaten van 1839 het laat-
ste woord zal medespreken. Voor haar is
dsn ook bet besluit der Ministers geenszins,
zooals voor Belgie, een bindend besluit,
waaraan zp zich heeft te onderwerpen, maar
alleen een bewijs van de gezindheid der
mogendheden, waarover ieder Nederlander
zich van harte heeft te verheugen en dat
voor ons eene reden te meer is alles te doen
wat in ons vermogen is om de zaak tot eene
voor beide partpen bevredigende oplossing
te brengen.
Maar wp mogen dan ook van de Belgische
Kegeering verwachten, dat zp toont, dat
ook bp haar de ware gezindheid daartoe
bestaat. Tot op het laatste oogenblik toe
heeft de heer Hpmans doen zien, dat hp
TER NEUZENSCHE COURANT
'iccicmiin/L