ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6684.
Dinsdag 14 Mei 1918.
57e Jaargang.
&SJ032TTEEAAB.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
BINNENLAND.
Telefoon 25.
Bit Blad verschljiit Maandag-, Woeasdag- en Yrijdagavond, nitgezondord op Feestdagen, hjj de Firma P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.1&,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts twee ma al berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
per drie maanden, in de stad 1,20;
franco per post f 1,40.
De Bnrgemeester der gemeente TER NEUZEN
maaktbekend,dateeneO pen bare Vergadering
van den Gemeenteraad eal worden gehouden op
Dnnilerdng den 141 Mei 181S, de»
voormiddagi ten 10 ure.
Ter Nennen, den 13 Mei 1818.
De Bnrgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De moeiljjkhedeB met Dnitschland.
Qet Knmeriid da hear Dresselhuys, heaft
7 dazer de volgende schriftelijke vragen
gerichfc tot dea Minister ran BaitenlaBdsche
Zaken
1. Is de Minister bereid mede te daelen,
welke redenen de Regaering had om ter
zake van de moeilijkheden met Duitsehland
gerezen, de verhonding tussehen de beide
landen als gespannen te baschouwen, terwjjl
de sehriftelijke mededealing van 4 Mei jl
aan de Ranters den indruk wekt, dat daar-
toe met voldoende aanleiding heeft bestaaa
2. Heeft de Minister er zich voldoende
van overtuigd, dat da thans met Duitsch-
land getroffen regelingen inzake den door
voer van gooderen, in het bijzonder van
zand en griat over Nederl. grondgebied, er
niet toe zullen kunnen leiden, dat van de
zijde der geassocieerde regeeringen nieuwe
moeilijkheden oas in den weg zullen wor
den gelegd
Hierop heeft de Minister van Buitenl.
Zaken d.d. 9 dezer, volgend schrifteljjk ant
woord ingezonden
Ad 1. De redenen walke de Regeering er
toe gebraclat hebben de met Duitechland
ontstane verhouding als gespannen te be-
schouwen lagen in den nadruk, waarmede
de Daitsehe regeering heeft kenhaar ge
maakt wat zjj van de Nederl. verlangde en
dat al aanstonds voor een deel onaanneem
baar bleek. By mende van haar gezant
alhier gaf zij zoowel aan den tijdelijken
voorzitter van den Ministerraad als aan ien
ondergeteekende te verstaan, dat het gold
een na grondig overleg vastgesteld complex,
dat in zjjn geheel moest worden aanvaard
als een minimum, waarop niet viel af te
dingen.
Dat de niet-inwilliging hoogst ernstige
gevolgen voor ons land zou hebben, werd
in het bijzonder aan den Nederl. gezant te
Berlijn onomwonden te kennen gegevea.
De quaestie van den doorvoer van zand
en grint is geregeld kunnen worden op een
wjjae, die geen principieele bezwaren bij
de Nederl. jRegeering ontmoette, doordien
bepaald is, dat de door te voeren hoeveel-
heid zal blijven beneden het cijfer, dat zjj
zelf indertjjd als toelaatbaar erkend heeft
terwjjl de Duitscbe regeering op zieh nam
uitdrukkeljjk te verklaren, dat de materialen
niet voor oorlogsdoeleiaden gebruikt zullen
worden.
Daarentegen was de omschrijving van
den speciaal in verband met den Limburg-
schen spoorweg gevorderden doorvoer in
lgnrechten strijd met de woorden zelf der
Nederl. neutraliteits-proclamatie de Rtgee-
ring heeft dan eok zonder aarzelen besloten
zich daartegen te verzetten. Eerst toen
de Duitsche regeering het transport van
»legerproviand'' als vierde uitzondering op
dien doorvoer aanvaard e"n zich met de om-
schrgving van het begrip wapenen over-
eenkomstig de Nederl. opvatting vereenigd
had, koa de Nederl. Regeering haar be-
zwaren laten vallen.
De quaestie der, consulaire verklaringen
door de Nederl. Regeering geeischt voor
het toelaten van den uit-en doorvoer uit
Belgie was principieel van veel grooter
gewicht dan verondersteld ichjjnt te wor
den. Door toe te geven op dat punt zou
de Nederl. Regeering een beginsel hebben
prgsgegeven, dat zjj van den beginne ge-
huJdigd had en waardoor zg' o.a. verhin-
derd had den doorvoer uit Belgie naar
Duitsehland over Nederland van metalea,
welke, bljjkens de achtereenvolgende ver^
ordeningen van het Geaeraal-Gouvernement,
gebracht waren onder een regime dat ge-
ljjk stond met requisitie, in zoover als die
artikelen tegen een bepaalden prjjs aan de
Duitsche overbeid geleverd moesten wor-
I op straffe van verbeurd verklaring of re
quisitie.
Ad. 2 De ondergeteekende heeft er zich
voldoeade van overtuigd, dat de thans met
Duitsehland getroffen regeiingen inzake den
doorreer over Nederl. grendgebied, in het
bijzoader van zand en grint er niet toe
zullen leiden, dat de geassocieerde regee
ringen ons nieuwe moeilijkheden in den
weg zullen leggen.
In deze aangelegenheid, welke speciaal
wat den doorvoer van zand en grint betreft
eveazeer met de andere oorlogvoerenie par
ty, in het bijzonder met Engeland en Frank-
rijk, aog steeds een belaDgrjjk onderwerp
van gesehil uitmaakt, aehtte de onderge
teekende zich, gelijk hjj tronwens aanstonds
aan den Duitschen gezant heeft medegedeeld
■iet verantwoord de bedoelde regeeringen
onkundig te laten van de gerezen moeilijk
heden, zjj het ook, dat van eenigerlei vraag
om goedkeuring aiteraard geen oogenblik
sprake ken zjjn.
Laatstbedoelde regeeringen hebben ge-
toond den ernst van den toestand, waarin
Nederland verkeerde, ten voile te begrgpen.
Zg gaven door een gemeenschappeljjken
stap harer gezanten alhier welke daarbij
vergezeld waren door hun ambtgenooten
van Amerika en lfalie den onderge
teekende te kennen, dat zjj alleen uit dien
hoofde, doch overigens met ongerepte hand-
having van haar principieel standpunt, aau
de Nederl. Regeering geen moeiljjkheden
ter zake van de getroffen schikking in den
weg zouden leggeD.
Al onze schepen vijandelijko schepen.
Op 27 April, den dag, waarop vclgens
de Duitsche berichten in beginsel tussehen
de Duitsche regeering en de onze overeen-
stsBaming zou zjjn verkregen,* Wordt aan de
Duitscke Frisenordnung een bepaling van
den volgenden inhoud toegevoegd
„Een neutraal schip wordt voorts ge-
acht in het belang van de vjjandeljjke eor-
logvoering in de vaart tezjjn gebracht, voor
zoover de omstandigheden dit niet logen-
straffen, wanneer de staat, welks vlag het
sehip voert, met een vjjandeljjken staat een
overeenkomst heeft aangegaan omtrent het
afstaan van seheepsruimte of wanneer het
OTergroete deel van de handelsvloot van
dien nentra'en staat voor den vjjand vaart".
Doelt dit ep ons land
Het is bjjna aan geen twjjfel onderhevig,
dat het juist met het oog op onze scheep-
vaart is geschreven.
De definitieve overeenkomst betreffende
den afstand onzer schepen aan de geasso-
cieerden moge niet zjjn tot stand gekomen,
de voorloepige overeenkomst van 20 Januari
is wel degeljjk gesloten, zoodat wjj ten
voile onder het nieuwe voorschrift zjjn be-
grepen.
En bovendien, een zeer groot deel onzer
handelsvloot vaart voor den vijand het is
minder dan de helft, rnaar toch eeker als
een overgroot deel aan te merken.
Vallea wjj onder de nieuwe bepaling,
wat beteekent zjj dan voor ons
Dat onzegeheele scheepvaart, handels- en
visschersvloot, van 27 April 1.1. af geacht
wordt te varen voor de oorlogvoering der
geassocieerden, met het gevolg, dat al onre
schepen, waar zjj aich ook bevinden, welke
lading of bestemming zij ook hebben, door
de duikbooten kunnen worden vernield.
Het verkeer over zee zal dus geheel voor
ons zjj a afgesloten.
Alleen sal een uitzondering worden ge
maakt, wanneer de omstandigheden de
onderstelling zullen logenstraffen.
Maar wie zal dit beoordeelen
De Daitsehe regeering?
Zoo ja, dan zullen wjj voor ieder uit-
gaand schip verlof hebben te vragen te
Berlijn en voldoenden tjjd hebben af te
wachten tot de bevelen van daar alle duik-
bootencommandanten zullen hebben bereikt,
waarmede, naar wjj meenen, ongeveer vijf
weken gemoeid zjjn.
Mocht de beslissing berusten bjj de daik-
bootencommandanten, dan behoeven wjj
niet te zeggen, gezien de OHdervindiDg in
het verleden opgedaan, dat onze scheep
vaart geheel onmogeljjk zal zjjn.
Ziet de nieuwe bepaling op onze scheep
vaart en daaraan is haast gean twjjfel
mogeljjk dan heeft dus Duitsehland toch
vrjjwel de ergste gevolgtrekking gemaakt
uit de Duitsche beschuldiging, dat onze
Regeering inzake de overdracht der schepen
de neutraliteit zou hebben geschonden: onze
geheele scheepvaart te verklaren tot vijan-
d eljjke scheepvaart.
Dit is dan tersalfder tjjjd geschied,
waarin wij op z.g. vriendsehappiljjke wgze
tot overeenstemtning kwamen betreffende
de zand- en grintkwestie en de moeiljjk
heden aangaande het spoorwegvervoer over
Limburg, welke irede een gevolg waren
van de scheepvaartkweitie.
Wat heeft men op die wjjze aan zulke
overeenkomsten, wanneer de tegenpartjj
goedviDdt eenzjjdig zulke buitensporige
regelingen er aan toe te voegen
Wat zal onze Regeering er tegen doen
Zal zjj dezen geweldigen aanslag op on
ze rechten, ja, op onze neutraliteit, ook in
de Volksvertegenwoordiging brengen en
ten aanhoor# van de geheele wereld een
fvlammend" protest er tegen doen hooren,
zooals zjj deed tegenover de inbeslagneming
onzer schepen door de geassocieerden
Zal de volksvertegenwoordiging even krach-
tig als toen van haar toorn en veront-
waardiging doen bljjken
Of sal dit thans, nu het onze oosieljjke
buren geldt, niet noodig worden gaacht,
evenmin als ten tjjde van de proclamatie
over den verscherpten duikbootoorlog en
de talrgke vernietigingen onzer schepen
en vermoording onzer zeelieden
(Handbl.)
Een sueceB en een nieuwe
moeiijjkheid.
In vragen aan Minister Louden hseft
't Kamerlid Dresselhuys vorm gegeven aan
de algemeene vcrwoadering, gewekt doordien
ui't de mededeeling van dien Minister om
trent de jongste wrijving met Duitsehland
niets bleek van b"tgeen. toch aanleiding
moest hebben gegeven tot een ernstigen en
gespannen toestand tussehen beide rjjken.
Uit 's Ministers antwoerd weten wjj thans
schrjjft de H. Crt. dat inderdasd van
Duitsche zijde een soort ultimatum was
gesteld. Immers, geeischt werd, dat de
van die zijde aangeboden regeling in haar
geheel zou worden aanvaard als een
minimum, waarvan niets viel af te dingen.
Dat de n i e t-inwilliging hoogst ernstige
gevolgen voor ons land xou hebben, werd
in het bjjzonder aan den Nederlandschen
gezant te Berljjn ononswonden te kennen
gsgeveD.
Dat onze Regeering voor deze bedreiging
met geweld niet zou uit den weg gaan,
mecht worden verwachttoch strekt haar
deze flinke houding tot groove eer. Aan
de kordaatheid, waarmee zjj ondanks de
ernstige bedreiging heeft vastgehouden aan
hetgeen zjj haar neutraliteitsplieht acht,
hebben wjj het ongetwijfeld te danken, dat
ten slotte Duitsehland water in zjjn wjjn
heeft gedaan en, in plaats van het op een
conflict te laten aaekomen, heeft toegestemd
in hetgeen dezerzjjds als neutraliteitswaar-
borg onafwjjsbaar werd geeischt.
Dit is een belangrjjk succes voor otte
Regeering, die hierme# weer den innig>n
dank heeft verdiend van het gansehe land.
Er bljjkt hieruit opnieuw, dat het de Re
geering vollen ernst is met haar verzekerlng,
dat zjj geen scbennis van neutraliteit noch
grondgebied Ijjdzaam zal gedoogen en geen
ander onrecht duldt dan datgene, waartegen-
over zij nu eenmaal machteloos staat. Het
is een waarborg, dat het let van Grieken-
land althans on3 land nimmer zal treffen.
Wat de thans met Duitsehland getroffen
regeling betreft, mogen wjj verwachten, dat
zij ons Diet in andere groote moeilijkheden
zal brengen, nu Engeland, Frankrgk, Ame
rika en ltalie hebben doen verklaren, dat
zjj zich bij de regeling zullen neerleggen.
Wel een bewijs, dat zelfs de Geassocieerden
erkennen, dat ODze Regeering haar neutra-
liteitsverplichtingen stipt is nagekomen.
Intusschen doet zich weer een nieuwe
moeiljjkheid voor. Aan de Duitsche Pri-
senoranuDg is een bepaling van den volgen
den inhoud toegevoegd ffEen neutraal
sehip wordt voorts geacht in het belang
van de vjjandeljjke oorlogsvoering in de
vaart te zjjn gebracht, voor zoover de om
standigheden dit miet logenstraffen, wanneer
de staat, welks vlag het schip voert, met
een vjjandeljjken staat een overeeDkemst
heeft aangegaan omtrent het afstaan van
seheepsruimte of wanneer het overgroote
deel van de handelsvloot van dien meutra-
len staat voor den vjjand vaart."
Niet zonder goede reden heeft reeds 't
eHbl." er op gewezen, dat deze strenge
bepaling blijkbaar gericht is tegen de Ne-
derlandsche scheepvaart, in verband met
de requisitie van een groot deel onzer
seheepsruimte door de Geassocieerden. Is
dit juist, dan is voor onze handels- en
visschersvloot 't varen feiteljjk eamogelgk
geworden, want dan is elk Nederlandsch
schip aan vernietiging doer Duitsche duik-
hooten avergeleverd, want wat zal er, be-
houdens uitzonderingsgevalleE, terecht ko-
men van de fflogenstraffing", waarvan hier-
boven sprake is
Dit is bljjkbaar Duitschland's antwoord
op de requisitie tan een groet deel onzer
koopvaardjjvloot door de Geassocieerden.
Doch een antwoord dat niet hen, die ons
de schepen afnamen, 't eerst en 't meest
treft, maar ons, die tegenover die ge-
welddaad machteloos staan en slschts ons
verontwaardigd protest kondon doen hooren
Het heefl er alien schyn van, of de
onbedoelde fSamenwerkiDg" van beide oor-
logveerende partjjen onze zeevaart voorloopig
nageneeg geheel vermoordt ondanks de
welwillende gezindheid, die men aan beide
kanten jegeni ons koestert
Hoe denkt onze Regeering hierover En
wat zal zjj in dezen doen
En komt onze eventueele graanvoor-
aiening door deze moeiljjkheid niet opnieuw
ernstig in 't gedrang
Kijkskantoor voor kleeding.
Binnenkort is te verwachten de instelling
van een rjjkskantoor voor kleeding, onder
directie van den beer Em. Heraberger te
Rotterdam.
Desehippera en de distribatie,
Het is den Minister van Landbouw ge-
blekeD, d*t de schippersbevolking nog steeds
moeilgkheden onderviudt bij het betrekkea
van regeeiingiartikelen, welke moeilgkheden
voornameljjk voortspruiten uit het feit, dat
de winkeliers deze goederen voor hunne
clientele wenschen te bewaren. Waar het
bij den beperkten voorraad regeeringsgoe-
deren, waarover elke winkeiier beschikt,
niet geheel onwaarschjjnljjk is te achten,
dat niet steeds kan worden voldaaa aan
alle bg de winkeliers inkomende bestsllingen,
heeft de minister er geen bezwaar tegen,
dat ter wille van het behoud van zjjne,
vaak met moeite verworven, clientele met
dezen wensch zooveel als door de gemeente-
besturen mogeljjk en geoorloofd geoordeeld
wordt, rekening wordt gehouden.
De minister heeft de gemeentsbesturen
in een eirculaire gezegd, dat bepaaldelijk
echter een uitzondering dient te worden
gemaakt ten behoeve van die persocen aan
wie schippersboekjes zjjn aitgereikt. De
winkeliers zjjn verplicht aldus de minis
ter hon op geljjken voet te behandelen,
als hun vaste clientele.
Rijk8bureaux herdoopt ia
„Rijk8kantoren'\
De Minister van Landbouw heeft, ten
einde uniformiteit te J^rengen in de door
hem ingestelde Rgksbureaux en Rijkskan-
toren, de namen ditr navolgende Rijks-
bureaux aldui gewjjzigd dat in alle be-
schikkingen, distrihutieregelingen of bekend-
Bnakingen, betrekkiDg hebhende op de onder
een rjjksinstelling vallende artikelen, in
plaats van jrRijksbureau" zal zgn te lezen
^Rjjkskantoor".
Graan nit Amerika.
Naar do Tejl. verneemlt is thans definitief
beslolen,! dat de Nederlandsch e regeering
ze<er spoedig zal beginnen met^ebrgik te
maken y^tn het aanbodl der geassoeieerdeni
in zake heL halen van graam uit Amerikjai.
Daartoe echter moeten nog eenige mioeilijk-
heden uit den weg worded^geruimd," die (be
treffende een afspraak met Duitsehland in
zake de veiligheid onzer schepen. Men ver
wacht echter, da(t ze geen hinderpaal meer
zullen vormen voor onze regeering om nu
zeer binnenkort het graan te laten halenl,
hoewel er op gewezen dient te worden, dat
een definitieve verklaring vanj Duitsehland
wel lang uitblijft. Als zich thans geen onVer-
wachte bezwaren voordoen, kan reeds viij!
spoedig het eerste met graan of meel geladen
schip uit Amerika hier te lande worden ver
wacht.
Het is echter niet overbodig, er den na
druk op te leggen ,dat daaruit niet aanstonds
zal voortvloeien een vermeeixlering van het
broodrantsoen. Onze regeering stelt zich op
het standpumt, dat eerst een belrekkel:ijk
groote hoeveelheid graan hier te lande moidt
zijn aangekomen, alvorens tot die vermeer-
deringi zal kunnen worden oVergegaanf
ZllverbOBt roor 60 mlllloen golden 1
Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer
ingediend tot nadere vaststelling van het be-
drag waarvoor zilverbons kunnen) worden
uitgegeven.
Dit bedrag wordt voorgesteld vast te stel-
len op ten hoogste 60 millioen gulden.
Builenlandsehe effeeten
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een
wetsontwerp tot vaststelling van voorzienin-
gen ten aanzien van buitenjandsche eeffdteti.
Het wetsontwerp strektom de mogelijik-
heid te openen den invoer en de uilgifter^
in Nederland van builenlandsehe effected
te beperken of te verbieden.
Onze bedreigde veestapel.
Door het Kamerlid v. Rappard zijn aan
de Ministers van Oorlog en van Landbouw
vragen gesteld, in verband met den) toestand
van onzen veeitapel, die volgens hem door
't vleeschrantsoen der militairen bedreigd
wordt.
De vraag aan den Minister van Oorlog
luidt als volgt
Is de Minister bereid, in verband met derr
toestand van den veestapel, die met onder-
gang bedreigd wordt, te bevorderen, daft aaui
de militairen geen hooger vleeschrantsoen!
wordt verstrekt dan aan de burgers
Aan den Minister van) Landbouw stride
de heer v. Rappard de volgende vraag:
Is in verband melt een vraag, door den?
ondergteteekende gericht aan den Mini slier
van Oorlog, om den militairen geen "hooger
vleeschrantsoen te verstrekken dan aan de
burgers, de Minister bereid1, oni het slacht-
verbod op ruinen op te heffen. (Tel.)
Bokkea en geiten.
De Minister van Landbouw heeft verbo-
den de aflevering van bokken en geiten en
ook verboden het vervoer van bokken en
geiten uit eenig deel eener gemeente naar
alle overige deelen des Rijkfs:, hetzij in of
buiten die gemeente gelegen.
Geitenvleeich.
Def Minister van Landbouw. heeft vastge
steld een maximum kleinhandelprijs van gei-
tenvleeseh van f 0.80 per K.G. in het beent
en 1 per K.G. uitgebeend.
Inzameliag te piattelande.
Het bureau voor mededeelingen inzake de
voedselvoprziening meldt:
Met medewerking van bet Departement
van Oorlog zijn in de laatste dagen mautrege-
leu genomen om de hand te leggen op voor-
raden, die door vei-schillende boeren nog
njiet zijn ingeleverd. Daartoe gaan, onder
leiding van burger-controleurs^ inilitaire pa-
bxiuilles x-ond, die niet-ingeleverde produce
ten, welke door hen worden aAngetrol'fen,.
aanstonds wegvoeren. Bovendien zijimj mili
tairen beschikbaar gesteld voor de bewaking
van wegen en veren.
Het spreekt vanzelf, dat deze strenge maat-
regelen alleen bedodld zijn tegen die boeren,
welke, ondanks alle aanmianingenj weiger-
acbtig zijn gebleven, aan hun wettelijke ver-
pllicblingen tot inlevering te vo.'.doen. Ziji
worden hoofdzakelijk toegepast in die stre-
ken, waar blijkeas de resultaten,de inleve
ring inderdaad veel te wenschen heeft ge-
laten. Zoo nauwkeuiig mogelijk is nagegaant
waar en bij welke boeren, dit het geval is;,
zoodat de landbouwers, die beboorbjk heb
ben medegewerkt aan de voedselVoorziening
van het geheeip volk van deze maatregrieni
weinig of geen last zullen ondervinden. Mocht
dit toch wellicht een enkele maal voorkewnen.
door misverstand of door oniuisle opgaven,
latent de goed-gezinde landixouwcrs dan be-
denken, dat zij lijden onder de verdenkinjg,
die op den geheelen lx>erenstand is komert
te rusten. Intusschen zfaH het aan hen, die
wel bun plicht hebben gedaan, niet moeilijk
vallen, aanstonds te bewijzen1, dat het bij
hen in orde is. In liet algemeen zal er trou-
wens naar worden gestreefld, den 1 andbou-
wers onnoodig last te besparen.
TervaardliriBg ran brikfttten.
Het Bureau voor MededeeSingen inzake de
Voectselvoorziening meldt
De) Rijks-Kolendistributie stelt, door bemid-
deling van de krandstoffencommissies, een
onderzoek in naar alle ondernemingen die
l-ceds brikeUen vervaaixligen of daartoe ge-
schikt zijn. De bedoelin,g is voor dip fabri-
cage, ruwe bruinkool anthracietgruis, cokes-
gruis en wellicht ook bruinkoolcokes, die
del gasfabrieken bij verwerking van bruin
kool opleyveren, ter beschikking te strijlien.
Met name zal daarbij ook gelet worden op
het vervaaixligen, onder toezicht der brand-
stoffencommissies, van briketten voor plaat-
selijk gebruik in inrichtingeni die, een menjg-
sel gebruiken van 50 percent fijne ruwe
bruiukolen en 50 percent der andere boverf-
genoemde grondstoffem zonder toevjoeging
van verdere als brandstof waardelooze bind-
middelen.
Aan de brandstoffencommissies is opge-
dragen zoo spoedig mogelijk de noodige s tap-
p>en fe doen, oodat het briketteeren voor
plaatselijk gebruik kan worden aangevat ere
het voor bet Idno.gen der briketlen zoo gun-
stige zomei-seizoen niet onbenut zal voorbij-
gaan .Daaraan zou gene 'sorteering Van de be
schikbaar gestelide bruinkoleu kunnen wor
den Verbonden; de fijne bruinkool kan<wor
den gebriketteerd, de nootjes voor lmislirand
NEUZENSCHE