ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6684. Dinsdag 14 Mei 1918. 57e Jaargang. &SJ032TTEEAAB. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN BINNENLAND. Telefoon 25. Bit Blad verschljiit Maandag-, Woeasdag- en Yrijdagavond, nitgezondord op Feestdagen, hjj de Firma P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. Abonnementsprijs Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.1&, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. per drie maanden, in de stad 1,20; franco per post f 1,40. De Bnrgemeester der gemeente TER NEUZEN maaktbekend,dateeneO pen bare Vergadering van den Gemeenteraad eal worden gehouden op Dnnilerdng den 141 Mei 181S, de» voormiddagi ten 10 ure. Ter Nennen, den 13 Mei 1818. De Bnrgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De moeiljjkhedeB met Dnitschland. Qet Knmeriid da hear Dresselhuys, heaft 7 dazer de volgende schriftelijke vragen gerichfc tot dea Minister ran BaitenlaBdsche Zaken 1. Is de Minister bereid mede te daelen, welke redenen de Regaering had om ter zake van de moeilijkheden met Duitsehland gerezen, de verhonding tussehen de beide landen als gespannen te baschouwen, terwjjl de sehriftelijke mededealing van 4 Mei jl aan de Ranters den indruk wekt, dat daar- toe met voldoende aanleiding heeft bestaaa 2. Heeft de Minister er zich voldoende van overtuigd, dat da thans met Duitsch- land getroffen regelingen inzake den door voer van gooderen, in het bijzonder van zand en griat over Nederl. grondgebied, er niet toe zullen kunnen leiden, dat van de zijde der geassocieerde regeeringen nieuwe moeilijkheden oas in den weg zullen wor den gelegd Hierop heeft de Minister van Buitenl. Zaken d.d. 9 dezer, volgend schrifteljjk ant woord ingezonden Ad 1. De redenen walke de Regeering er toe gebraclat hebben de met Duitechland ontstane verhouding als gespannen te be- schouwen lagen in den nadruk, waarmede de Daitsehe regeering heeft kenhaar ge maakt wat zjj van de Nederl. verlangde en dat al aanstonds voor een deel onaanneem baar bleek. By mende van haar gezant alhier gaf zij zoowel aan den tijdelijken voorzitter van den Ministerraad als aan ien ondergeteekende te verstaan, dat het gold een na grondig overleg vastgesteld complex, dat in zjjn geheel moest worden aanvaard als een minimum, waarop niet viel af te dingen. Dat de niet-inwilliging hoogst ernstige gevolgen voor ons land zou hebben, werd in het bijzonder aan den Nederl. gezant te Berlijn onomwonden te kennen gegevea. De quaestie van den doorvoer van zand en grint is geregeld kunnen worden op een wjjae, die geen principieele bezwaren bij de Nederl. jRegeering ontmoette, doordien bepaald is, dat de door te voeren hoeveel- heid zal blijven beneden het cijfer, dat zjj zelf indertjjd als toelaatbaar erkend heeft terwjjl de Duitscbe regeering op zieh nam uitdrukkeljjk te verklaren, dat de materialen niet voor oorlogsdoeleiaden gebruikt zullen worden. Daarentegen was de omschrijving van den speciaal in verband met den Limburg- schen spoorweg gevorderden doorvoer in lgnrechten strijd met de woorden zelf der Nederl. neutraliteits-proclamatie de Rtgee- ring heeft dan eok zonder aarzelen besloten zich daartegen te verzetten. Eerst toen de Duitsche regeering het transport van »legerproviand'' als vierde uitzondering op dien doorvoer aanvaard e"n zich met de om- schrgving van het begrip wapenen over- eenkomstig de Nederl. opvatting vereenigd had, koa de Nederl. Regeering haar be- zwaren laten vallen. De quaestie der, consulaire verklaringen door de Nederl. Regeering geeischt voor het toelaten van den uit-en doorvoer uit Belgie was principieel van veel grooter gewicht dan verondersteld ichjjnt te wor den. Door toe te geven op dat punt zou de Nederl. Regeering een beginsel hebben prgsgegeven, dat zjj van den beginne ge- huJdigd had en waardoor zg' o.a. verhin- derd had den doorvoer uit Belgie naar Duitsehland over Nederland van metalea, welke, bljjkens de achtereenvolgende ver^ ordeningen van het Geaeraal-Gouvernement, gebracht waren onder een regime dat ge- ljjk stond met requisitie, in zoover als die artikelen tegen een bepaalden prjjs aan de Duitsche overbeid geleverd moesten wor- I op straffe van verbeurd verklaring of re quisitie. Ad. 2 De ondergeteekende heeft er zich voldoeade van overtuigd, dat de thans met Duitsehland getroffen regeiingen inzake den doorreer over Nederl. grendgebied, in het bijzoader van zand en grint er niet toe zullen leiden, dat de geassocieerde regee ringen ons nieuwe moeilijkheden in den weg zullen leggen. In deze aangelegenheid, welke speciaal wat den doorvoer van zand en grint betreft eveazeer met de andere oorlogvoerenie par ty, in het bijzonder met Engeland en Frank- rijk, aog steeds een belaDgrjjk onderwerp van gesehil uitmaakt, aehtte de onderge teekende zich, gelijk hjj tronwens aanstonds aan den Duitschen gezant heeft medegedeeld ■iet verantwoord de bedoelde regeeringen onkundig te laten van de gerezen moeilijk heden, zjj het ook, dat van eenigerlei vraag om goedkeuring aiteraard geen oogenblik sprake ken zjjn. Laatstbedoelde regeeringen hebben ge- toond den ernst van den toestand, waarin Nederland verkeerde, ten voile te begrgpen. Zg gaven door een gemeenschappeljjken stap harer gezanten alhier welke daarbij vergezeld waren door hun ambtgenooten van Amerika en lfalie den onderge teekende te kennen, dat zjj alleen uit dien hoofde, doch overigens met ongerepte hand- having van haar principieel standpunt, aau de Nederl. Regeering geen moeiljjkheden ter zake van de getroffen schikking in den weg zouden leggeD. Al onze schepen vijandelijko schepen. Op 27 April, den dag, waarop vclgens de Duitsche berichten in beginsel tussehen de Duitsche regeering en de onze overeen- stsBaming zou zjjn verkregen,* Wordt aan de Duitscke Frisenordnung een bepaling van den volgenden inhoud toegevoegd „Een neutraal schip wordt voorts ge- acht in het belang van de vjjandeljjke eor- logvoering in de vaart tezjjn gebracht, voor zoover de omstandigheden dit niet logen- straffen, wanneer de staat, welks vlag het sehip voert, met een vjjandeljjken staat een overeenkomst heeft aangegaan omtrent het afstaan van seheepsruimte of wanneer het OTergroete deel van de handelsvloot van dien nentra'en staat voor den vjjand vaart". Doelt dit ep ons land Het is bjjna aan geen twjjfel onderhevig, dat het juist met het oog op onze scheep- vaart is geschreven. De definitieve overeenkomst betreffende den afstand onzer schepen aan de geasso- cieerden moge niet zjjn tot stand gekomen, de voorloepige overeenkomst van 20 Januari is wel degeljjk gesloten, zoodat wjj ten voile onder het nieuwe voorschrift zjjn be- grepen. En bovendien, een zeer groot deel onzer handelsvloot vaart voor den vijand het is minder dan de helft, rnaar toch eeker als een overgroot deel aan te merken. Vallea wjj onder de nieuwe bepaling, wat beteekent zjj dan voor ons Dat onzegeheele scheepvaart, handels- en visschersvloot, van 27 April 1.1. af geacht wordt te varen voor de oorlogvoering der geassocieerden, met het gevolg, dat al onre schepen, waar zjj aich ook bevinden, welke lading of bestemming zij ook hebben, door de duikbooten kunnen worden vernield. Het verkeer over zee zal dus geheel voor ons zjj a afgesloten. Alleen sal een uitzondering worden ge maakt, wanneer de omstandigheden de onderstelling zullen logenstraffen. Maar wie zal dit beoordeelen De Daitsehe regeering? Zoo ja, dan zullen wjj voor ieder uit- gaand schip verlof hebben te vragen te Berlijn en voldoenden tjjd hebben af te wachten tot de bevelen van daar alle duik- bootencommandanten zullen hebben bereikt, waarmede, naar wjj meenen, ongeveer vijf weken gemoeid zjjn. Mocht de beslissing berusten bjj de daik- bootencommandanten, dan behoeven wjj niet te zeggen, gezien de OHdervindiDg in het verleden opgedaan, dat onze scheep vaart geheel onmogeljjk zal zjjn. Ziet de nieuwe bepaling op onze scheep vaart en daaraan is haast gean twjjfel mogeljjk dan heeft dus Duitsehland toch vrjjwel de ergste gevolgtrekking gemaakt uit de Duitsche beschuldiging, dat onze Regeering inzake de overdracht der schepen de neutraliteit zou hebben geschonden: onze geheele scheepvaart te verklaren tot vijan- d eljjke scheepvaart. Dit is dan tersalfder tjjjd geschied, waarin wij op z.g. vriendsehappiljjke wgze tot overeenstemtning kwamen betreffende de zand- en grintkwestie en de moeiljjk heden aangaande het spoorwegvervoer over Limburg, welke irede een gevolg waren van de scheepvaartkweitie. Wat heeft men op die wjjze aan zulke overeenkomsten, wanneer de tegenpartjj goedviDdt eenzjjdig zulke buitensporige regelingen er aan toe te voegen Wat zal onze Regeering er tegen doen Zal zjj dezen geweldigen aanslag op on ze rechten, ja, op onze neutraliteit, ook in de Volksvertegenwoordiging brengen en ten aanhoor# van de geheele wereld een fvlammend" protest er tegen doen hooren, zooals zjj deed tegenover de inbeslagneming onzer schepen door de geassocieerden Zal de volksvertegenwoordiging even krach- tig als toen van haar toorn en veront- waardiging doen bljjken Of sal dit thans, nu het onze oosieljjke buren geldt, niet noodig worden gaacht, evenmin als ten tjjde van de proclamatie over den verscherpten duikbootoorlog en de talrgke vernietigingen onzer schepen en vermoording onzer zeelieden (Handbl.) Een sueceB en een nieuwe moeiijjkheid. In vragen aan Minister Louden hseft 't Kamerlid Dresselhuys vorm gegeven aan de algemeene vcrwoadering, gewekt doordien ui't de mededeeling van dien Minister om trent de jongste wrijving met Duitsehland niets bleek van b"tgeen. toch aanleiding moest hebben gegeven tot een ernstigen en gespannen toestand tussehen beide rjjken. Uit 's Ministers antwoerd weten wjj thans schrjjft de H. Crt. dat inderdasd van Duitsche zijde een soort ultimatum was gesteld. Immers, geeischt werd, dat de van die zijde aangeboden regeling in haar geheel zou worden aanvaard als een minimum, waarvan niets viel af te dingen. Dat de n i e t-inwilliging hoogst ernstige gevolgen voor ons land xou hebben, werd in het bjjzonder aan den Nederlandschen gezant te Berljjn ononswonden te kennen gsgeveD. Dat onze Regeering voor deze bedreiging met geweld niet zou uit den weg gaan, mecht worden verwachttoch strekt haar deze flinke houding tot groove eer. Aan de kordaatheid, waarmee zjj ondanks de ernstige bedreiging heeft vastgehouden aan hetgeen zjj haar neutraliteitsplieht acht, hebben wjj het ongetwijfeld te danken, dat ten slotte Duitsehland water in zjjn wjjn heeft gedaan en, in plaats van het op een conflict te laten aaekomen, heeft toegestemd in hetgeen dezerzjjds als neutraliteitswaar- borg onafwjjsbaar werd geeischt. Dit is een belangrjjk succes voor otte Regeering, die hierme# weer den innig>n dank heeft verdiend van het gansehe land. Er bljjkt hieruit opnieuw, dat het de Re geering vollen ernst is met haar verzekerlng, dat zjj geen scbennis van neutraliteit noch grondgebied Ijjdzaam zal gedoogen en geen ander onrecht duldt dan datgene, waartegen- over zij nu eenmaal machteloos staat. Het is een waarborg, dat het let van Grieken- land althans on3 land nimmer zal treffen. Wat de thans met Duitsehland getroffen regeling betreft, mogen wjj verwachten, dat zij ons Diet in andere groote moeilijkheden zal brengen, nu Engeland, Frankrgk, Ame rika en ltalie hebben doen verklaren, dat zjj zich bij de regeling zullen neerleggen. Wel een bewijs, dat zelfs de Geassocieerden erkennen, dat ODze Regeering haar neutra- liteitsverplichtingen stipt is nagekomen. Intusschen doet zich weer een nieuwe moeiljjkheid voor. Aan de Duitsche Pri- senoranuDg is een bepaling van den volgen den inhoud toegevoegd ffEen neutraal sehip wordt voorts geacht in het belang van de vjjandeljjke oorlogsvoering in de vaart te zjjn gebracht, voor zoover de om standigheden dit miet logenstraffen, wanneer de staat, welks vlag het schip voert, met een vjjandeljjken staat een overeeDkemst heeft aangegaan omtrent het afstaan van seheepsruimte of wanneer het overgroote deel van de handelsvloot van dien meutra- len staat voor den vjjand vaart." Niet zonder goede reden heeft reeds 't eHbl." er op gewezen, dat deze strenge bepaling blijkbaar gericht is tegen de Ne- derlandsche scheepvaart, in verband met de requisitie van een groot deel onzer seheepsruimte door de Geassocieerden. Is dit juist, dan is voor onze handels- en visschersvloot 't varen feiteljjk eamogelgk geworden, want dan is elk Nederlandsch schip aan vernietiging doer Duitsche duik- hooten avergeleverd, want wat zal er, be- houdens uitzonderingsgevalleE, terecht ko- men van de fflogenstraffing", waarvan hier- boven sprake is Dit is bljjkbaar Duitschland's antwoord op de requisitie tan een groet deel onzer koopvaardjjvloot door de Geassocieerden. Doch een antwoord dat niet hen, die ons de schepen afnamen, 't eerst en 't meest treft, maar ons, die tegenover die ge- welddaad machteloos staan en slschts ons verontwaardigd protest kondon doen hooren Het heefl er alien schyn van, of de onbedoelde fSamenwerkiDg" van beide oor- logveerende partjjen onze zeevaart voorloopig nageneeg geheel vermoordt ondanks de welwillende gezindheid, die men aan beide kanten jegeni ons koestert Hoe denkt onze Regeering hierover En wat zal zjj in dezen doen En komt onze eventueele graanvoor- aiening door deze moeiljjkheid niet opnieuw ernstig in 't gedrang Kijkskantoor voor kleeding. Binnenkort is te verwachten de instelling van een rjjkskantoor voor kleeding, onder directie van den beer Em. Heraberger te Rotterdam. Desehippera en de distribatie, Het is den Minister van Landbouw ge- blekeD, d*t de schippersbevolking nog steeds moeilgkheden onderviudt bij het betrekkea van regeeiingiartikelen, welke moeilgkheden voornameljjk voortspruiten uit het feit, dat de winkeliers deze goederen voor hunne clientele wenschen te bewaren. Waar het bij den beperkten voorraad regeeringsgoe- deren, waarover elke winkeiier beschikt, niet geheel onwaarschjjnljjk is te achten, dat niet steeds kan worden voldaaa aan alle bg de winkeliers inkomende bestsllingen, heeft de minister er geen bezwaar tegen, dat ter wille van het behoud van zjjne, vaak met moeite verworven, clientele met dezen wensch zooveel als door de gemeente- besturen mogeljjk en geoorloofd geoordeeld wordt, rekening wordt gehouden. De minister heeft de gemeentsbesturen in een eirculaire gezegd, dat bepaaldelijk echter een uitzondering dient te worden gemaakt ten behoeve van die persocen aan wie schippersboekjes zjjn aitgereikt. De winkeliers zjjn verplicht aldus de minis ter hon op geljjken voet te behandelen, als hun vaste clientele. Rijk8bureaux herdoopt ia „Rijk8kantoren'\ De Minister van Landbouw heeft, ten einde uniformiteit te J^rengen in de door hem ingestelde Rgksbureaux en Rijkskan- toren, de namen ditr navolgende Rijks- bureaux aldui gewjjzigd dat in alle be- schikkingen, distrihutieregelingen of bekend- Bnakingen, betrekkiDg hebhende op de onder een rjjksinstelling vallende artikelen, in plaats van jrRijksbureau" zal zgn te lezen ^Rjjkskantoor". Graan nit Amerika. Naar do Tejl. verneemlt is thans definitief beslolen,! dat de Nederlandsch e regeering ze<er spoedig zal beginnen met^ebrgik te maken y^tn het aanbodl der geassoeieerdeni in zake heL halen van graam uit Amerikjai. Daartoe echter moeten nog eenige mioeilijk- heden uit den weg worded^geruimd," die (be treffende een afspraak met Duitsehland in zake de veiligheid onzer schepen. Men ver wacht echter, da(t ze geen hinderpaal meer zullen vormen voor onze regeering om nu zeer binnenkort het graan te laten halenl, hoewel er op gewezen dient te worden, dat een definitieve verklaring vanj Duitsehland wel lang uitblijft. Als zich thans geen onVer- wachte bezwaren voordoen, kan reeds viij! spoedig het eerste met graan of meel geladen schip uit Amerika hier te lande worden ver wacht. Het is echter niet overbodig, er den na druk op te leggen ,dat daaruit niet aanstonds zal voortvloeien een vermeeixlering van het broodrantsoen. Onze regeering stelt zich op het standpumt, dat eerst een belrekkel:ijk groote hoeveelheid graan hier te lande moidt zijn aangekomen, alvorens tot die vermeer- deringi zal kunnen worden oVergegaanf ZllverbOBt roor 60 mlllloen golden 1 Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer ingediend tot nadere vaststelling van het be- drag waarvoor zilverbons kunnen) worden uitgegeven. Dit bedrag wordt voorgesteld vast te stel- len op ten hoogste 60 millioen gulden. Builenlandsehe effeeten Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp tot vaststelling van voorzienin- gen ten aanzien van buitenjandsche eeffdteti. Het wetsontwerp strektom de mogelijik- heid te openen den invoer en de uilgifter^ in Nederland van builenlandsehe effected te beperken of te verbieden. Onze bedreigde veestapel. Door het Kamerlid v. Rappard zijn aan de Ministers van Oorlog en van Landbouw vragen gesteld, in verband met den) toestand van onzen veeitapel, die volgens hem door 't vleeschrantsoen der militairen bedreigd wordt. De vraag aan den Minister van Oorlog luidt als volgt Is de Minister bereid, in verband met derr toestand van den veestapel, die met onder- gang bedreigd wordt, te bevorderen, daft aaui de militairen geen hooger vleeschrantsoen! wordt verstrekt dan aan de burgers Aan den Minister van) Landbouw stride de heer v. Rappard de volgende vraag: Is in verband melt een vraag, door den? ondergteteekende gericht aan den Mini slier van Oorlog, om den militairen geen "hooger vleeschrantsoen te verstrekken dan aan de burgers, de Minister bereid1, oni het slacht- verbod op ruinen op te heffen. (Tel.) Bokkea en geiten. De Minister van Landbouw heeft verbo- den de aflevering van bokken en geiten en ook verboden het vervoer van bokken en geiten uit eenig deel eener gemeente naar alle overige deelen des Rijkfs:, hetzij in of buiten die gemeente gelegen. Geitenvleeich. Def Minister van Landbouw. heeft vastge steld een maximum kleinhandelprijs van gei- tenvleeseh van f 0.80 per K.G. in het beent en 1 per K.G. uitgebeend. Inzameliag te piattelande. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoprziening meldt: Met medewerking van bet Departement van Oorlog zijn in de laatste dagen mautrege- leu genomen om de hand te leggen op voor- raden, die door vei-schillende boeren nog njiet zijn ingeleverd. Daartoe gaan, onder leiding van burger-controleurs^ inilitaire pa- bxiuilles x-ond, die niet-ingeleverde produce ten, welke door hen worden aAngetrol'fen,. aanstonds wegvoeren. Bovendien zijimj mili tairen beschikbaar gesteld voor de bewaking van wegen en veren. Het spreekt vanzelf, dat deze strenge maat- regelen alleen bedodld zijn tegen die boeren, welke, ondanks alle aanmianingenj weiger- acbtig zijn gebleven, aan hun wettelijke ver- pllicblingen tot inlevering te vo.'.doen. Ziji worden hoofdzakelijk toegepast in die stre- ken, waar blijkeas de resultaten,de inleve ring inderdaad veel te wenschen heeft ge- laten. Zoo nauwkeuiig mogelijk is nagegaant waar en bij welke boeren, dit het geval is;, zoodat de landbouwers, die beboorbjk heb ben medegewerkt aan de voedselVoorziening van het geheeip volk van deze maatregrieni weinig of geen last zullen ondervinden. Mocht dit toch wellicht een enkele maal voorkewnen. door misverstand of door oniuisle opgaven, latent de goed-gezinde landixouwcrs dan be- denken, dat zij lijden onder de verdenkinjg, die op den geheelen lx>erenstand is komert te rusten. Intusschen zfaH het aan hen, die wel bun plicht hebben gedaan, niet moeilijk vallen, aanstonds te bewijzen1, dat het bij hen in orde is. In liet algemeen zal er trou- wens naar worden gestreefld, den 1 andbou- wers onnoodig last te besparen. TervaardliriBg ran brikfttten. Het Bureau voor MededeeSingen inzake de Voectselvoorziening meldt De) Rijks-Kolendistributie stelt, door bemid- deling van de krandstoffencommissies, een onderzoek in naar alle ondernemingen die l-ceds brikeUen vervaaixligen of daartoe ge- schikt zijn. De bedoelin,g is voor dip fabri- cage, ruwe bruinkool anthracietgruis, cokes- gruis en wellicht ook bruinkoolcokes, die del gasfabrieken bij verwerking van bruin kool opleyveren, ter beschikking te strijlien. Met name zal daarbij ook gelet worden op het vervaaixligen, onder toezicht der brand- stoffencommissies, van briketten voor plaat- selijk gebruik in inrichtingeni die, een menjg- sel gebruiken van 50 percent fijne ruwe bruiukolen en 50 percent der andere boverf- genoemde grondstoffem zonder toevjoeging van verdere als brandstof waardelooze bind- middelen. Aan de brandstoffencommissies is opge- dragen zoo spoedig mogelijk de noodige s tap- p>en fe doen, oodat het briketteeren voor plaatselijk gebruik kan worden aangevat ere het voor bet Idno.gen der briketlen zoo gun- stige zomei-seizoen niet onbenut zal voorbij- gaan .Daaraan zou gene 'sorteering Van de be schikbaar gestelide bruinkoleu kunnen wor den Verbonden; de fijne bruinkool kan<wor den gebriketteerd, de nootjes voor lmislirand NEUZENSCHE

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1918 | | pagina 1