Aanbesteding,
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
GELDLEENINBad 13000,-.
feuilletok.
MIIJJ, M.
Donderdag 7 Februari 1918
7e faargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN:
Telefooti 25.
Gemeente ZAAMSLAG.
Maaciag-, ffoeasiag- en VrtjUagavonb, iiiicezonrterl op Feestdagen,
Ab onnem entsprij s
de Firma P. J. VAN DE SASDE te Ter Neuzen.
fllWHEWLAMD.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland /2.~
Men abonneert zich bij de Uitgeefsfer, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
^.an -,l Ac reSe's 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij dfrecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
"A
Burgemeester en Wethouders der ge
meente ZAAMSLAG maken bekend, dat
ingevolge ieeningsbesluit, in obligatien
van f 300,rentende maximum °/0.
de inschrg ving is opengesteld tot en met
15 Fafos*, gSnS,, des voormiddags ten
10 ure.
De storting moet geachieden voor of op
1 Maart a. s. in den voormiddag bg den
Gemeente-Ontvanger.
Het Ieeningsbesluit ligt ter Gemeente-
Secretarie ter inzage.
Zaamslag, den 6 Februari 1918.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOHS DE FEIJTER Pz„ Voorzitter.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
DOOR
H. RIDER HAGGARD.
90)
„Welk een onbeschaamdheidWie durfdie
tegen mij op te bieden?" vroeg Domitianus.
„Wei lioeveel hebt gij moeten betalen?"
®,Vijftig sestertia, heer."
..Vijftig sestertia? vroeg Domitianus met
een zucht van verliehting. ;vNu ja, het is
natuurlijk genoeg, maar ik heb moo'ie meis-
jes wet eens meer zien opbrengen. Zeg,
lundlief,'' ging hij voort tegen de gesluierde
vrnoiw, ik vrees, dat gij wel zeer vermoeid
zult zijn na die dwaze vertooning."
„Kindlief gaf geen verstaanbaar ant-
woord, en Domitianus hemani:
..Zedigheid behaagt in een meisje, maar
nu \erzoek ik u, dit voor eenjpoosje te ver-
gelen. Leg uw sluier af, schoonste, opdat ik
de beftalligheid moge aanschouwen, waar-
naar mijn hart reeds zoovele dagen srnacht.
i\een, laat mij dat zelf doen," en min of
meer wankelend trad hij op zijn slacht offer
toe.
Saturius meende zijn kans schioon te zien.
IJonutianus was zoo dronken, dat hij dien
avond niet ontvankelijk was voor een ver-
klaring van het gebeurde. Hij wilde nu maar
zoo spoedig mogelijk vertrekken.
„Edele prins en beschermer," begon hii
,,mijn taak is volbrachl. met uw ver I of zal
ik mij ter ruste begeven."
Volstrekt niet, volstrekt niet," hikte
1 omitianus, „ik weet dat gij een uitstekend
booordeelaar der schoonheid zijt, en ik zou
gaarne de eigenschappen dezer dame met u
wi len bespreken. Gij weet, beste Saturius,
dat ik toe t zelfzuchtig ben, ien torn' u jde Waar-
leid te zeggen, zooals tusschen vrienden ge-
bruikelijk ls - wie zou jajoerseh zijn op een
gens gernin van levenumiddelen.) Op het
oogenblik bedraagt zg nog steeds 85 cents
per dag, hetgeen veeJ te weinig is.
Diversen.
Spreker noemt verder een staaltje van
militaire rechtsp -a&k, waarbg nl. een princi-
pieele dienstweigeraar tot drie jaren gevan-
genisitraf werd veroordeeld en 'n moorde-
naar tot anderhaif jaar, Degeen, die dezen
dienstweigeraar veroordeelde, had zelf drie
jaar verdiend
Ook noemt hg terloops de organisatie
van den geneeskundigen dienst in het leger.
f as, nu, na drie en een half jaar oorlog,
wordt daarin verbetering gebracht.
A1 dien tgd hebben de betreffsnde goud-
vinken en goudkragen op het leger gepara-
siteerd, zander vsrbeteringen aan te brengen.
De voorzitter verzoekt den spreker der-
gelijfee uitdrukkingen achterwege te laten.
De heer DuysHoe moet ik het dan
zeggen
Spreker komt tbana tot
deti militaaren groet.
Allereerst citeert. spreker een artikel,
geschreven door den hcofdcommissaris van
politic te Amsterdam, den heer Roest van
Limburg, die tevens reserve-hoofdofficier
is. Diens oordeel neerkomende op de prak-
tische onuitveerbasuheid en de vernederende
werkmg van den verplichten militairen
groet onderschrgft spreker volkoinen.
Met groote sympathie haalt spreker
verder het oordeel van den heer Van den
Bergh van Sapaioea, cavalerieoffieier, aan.
Spreker hoopt, dat dit gezond oordeel van
dezen militair geen beletsel voor bevorde-
ring zal zgn.
In den breede zet spreker uiteen, dat
da s-biplichtiug '.oc ben niilitairen groet
onmogelgk gehandhaafd kan worden. Die
groet is bovendien vernederend, omdat
eerbied voor hooger geplaatsten nimmer
behoort te worden opgelegd. Bij den vrgen
groet zullen de kameraden elkander op-
voeden en zal de minder beschaafde van
zijn meer beschaafden collega de noodige
beleelheid leeren en overnemen.
Op grond van een en ander hoopt spreker
dat de Kamer zijn motie, waarin aanmer-
kelijke beperking van den militairen groet
noodzakelgk wordt geacht, terwijl de
wjjziging der be^aiingen aan den Minister
wordt overgelaten, zai aannemen.
Mr. Dresselfcuys over den militairen
groet.
De heer Dresselhuys (V.-L.) acht zieh
verplicht een enkel wobrd te zeggeD in
verband met het gesprokene van den heer
Duys ten aanzien van den militairen groet.
Spreker aeht dezen groet noodzakelijk en
i;g ziet er integendeel een bewijs van op-
De militaire
per drie maanden, in de stad f 1,20;
franco per post f 1,40.
Namens Gedeputeerde Staten van Zeeland
zal op 27 FeSisfsjiavsi
1918, des voormiddags te 12 nrett, in
de Abdjj te Middelburg worden aanbesteed
Het uitvoeren van buitengewone
bestratingswerken en het aanleggen
van een rijwielpad op een gedeelte
van den weg van WALZ00RDEN
naar HUL8T.
De aanbesteding zal bij enkele inschrij-
ving geschieden overeenkomstig het bestek.
Het bestek ligt ter lezing ter Provinciate
griffie van Zeeland te Middelburg, bij den
Hoofdingenieur van den ProvinciaJen water-
staat te Middelburg en bij den Ingenieur
van den Provinoialen >waterstaat te Neuzen.
Het is ter Provinciale griffie verkrijg-
baar voor f 0,10, zoolang de voorraad
strekt.
De insckrjj vingsbiljetten kunnen tot 11
uren des voormiddags van den dag der
besteding ingeleverd worden.
Nadere inlichtingen zgn te bekomen bg
den Hoofdingenieur en den Ingenieur
voornoemd.
Middelburg, 1 Februari 1918.
Getinputeerde Staten voornoemd,
DIJOKMEESTER, Voorzitter.
KRUSEMAN, Griffier.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 5 Februari.
Oorlogsbegrooting.
Voortgegaan wordt volgens de fl. Crt.
met de algemeene beschouwingen inzake
de Oorlogsbegrooting.
De Voorzitter wgst erop, dat reeds een-
en-twintig heeren over de Oorlogsbegrooting
het woord hebben gevoerd en dat er thans
nog twee zgn ingeschreven. Orn die reden
verzoekt spreker verder de noodige kortheid
te betracbten. Voorts stelt spreker voor
Donderdag a.s. ook des avonds te vergaderen,
teneinde do Landbouwbegrooting te behan-
delen.
Rede van den heer Duys.
De heer Duys (S. D. A. P.) begint met
te constateeren, dat, indien niet tot ont-
wapening wordt overgegaan, na dezen oor
log de imperialisten upnieuw hun invloed
zullen laten golden om de oorlogubegroo-
tingen op te drgven en het gevaar, dat
in de toekomst opnieuw menschenslacbtin-
gen bij maasa's zullen plaats vinden.
Bewapenlng en Ontwapening.
Wat ons land betreft, wset spreker ten-
minate na de rede van den beer Drion al,
dat men van de vrije liberalen in de rich-
ting van ontwapening niets te verwachten
heeft. Zjj zeggen eenvoudigde ontwape
ning is 'n oud liedje. Maar zoo oud als
de bewapeniDg, is het echter niet, aldus
spreker, want er meet eerst b«r*apening
geweest zjjn voor er aan on wapening ken
worden gedacht. Trouwsns als werkelgk
de ontwapening zoo'n oud liedje was, dan
zou eon politieke antijquiteitenverzameling
als de vrij-Iiberale partjj is, dat liedje wei
in bescherming bobben genomen. (Gelaeh.)
Alleen de vrg-liberale beer Dresselhuys
maakt een gunstige uitzondering.
Gfemis aan overleg
Verder wgst spreker op het geval van
den bouw eener fabriek van ontplofbare
iniddelen bij lJmuiden, welke zeker wel
n millioentje zal kosten, en waarvoor ter-
rein in beslag wordt genomen, dat voor
de verbreeding van het Noordzeekanaal
noodig zal zgD. Hier heeft men 'n staaltje
van gebrek aan overleg tusschen burgerlgke
en militaire autoriteiten. In verband hiermee
vraagt spreker den Minister inlichtingen.
Menagegeld.
Spreker dnngt verder aan op verdab- miegenaeei een
belmg van het menagegeld (vergoeding we- I voeding en besehaving in.
fifens ernmiu vAn Avonomi^nLn il I 1
groet is een onmisbaar onderdeel van de
militaire discipline en tucht. Ook in Zwit-
serland, een zeer demokratiscb land, acht
men den verplichten militairen groet on-
misbaar. Op die gronden is spreker geen
voorstander van de ongewijzigde motie-Duys.
Spreker zou echter kunnen borusten in
eenige beperking, om b.v. waar 't geldt
drukke strsten, den ^troet achterwege te
laten. Mochi de Minister in dezen zin de
motia opvatten, dan zal sprekor er voor
stemmen.
Tenslotte bepleit spreker afschaffiog van
den rang van korporaal als meerdere. Daar-
door zal althans eenige vereenvoudigi ig
worden bereikt.
Rede van den heer RJeerekoper.
De heer Kleerekoper (S.D.A.P.) acht het
van de vrije liberalen tamelijk pedant om
te meenen dat zij de vaderlanders #par excel
lence zgn. Zjj meenen dat bun opvattingen
omtrent tucht en discipline zg zweren
daarbg de ware zijn. Spreker stelt daar
tegenover, dat warkeljjke beleefdheid en
bereidwilligbeid uit eigen beweging moet
komen. De verplichte groet werkt hoogstens
naar bet uiterlijk, doch geenszins naar hat
innerlgk.
De volksvertegenwoordiging kan 't le
ger op het oogenblik geen grooter dienst
bewijzen dan door mee te werken tot aan
zienlgke beperking van den militairen groet.
Doet haar meerderheid dat niet, dan
spreken wjj elkaar nog wel nader, eindigt
spreker.
An^woord van Minister De Jonge.
De ontwapening.
De heer De Jonge, Minister van Oorlog,
zal allerserst de kwestie der ontwapenings-
gedachte behandeien. Spreker zal gaarne
meawerken tot ontwapening, zoodra andere
laaden, met name de groote mogendheden,
zjjn voorgegaan. In dit opzicht is spreker
bet met den heer Van Hatnel eens.
Spreker acht echter die kans uiterit go
ring en in afwachting daarvan moeten wjj
ons leger op peil bljjveb bouden en dus
meewerken tot versterking er van.
Van dit onderwerp zal spreker afstappen,
om te komen tot
de toekomst van ons leger.
Waar vast staat, dat ons leger, wil 't
zjjn plaats in de rij behouden, in verschil-
lende opzichten moet worden uitgebreid,
daar kan spreker de motie-ter Laan (aan-
dringende op terugname der kredietaaovra-
gen voor den vliegtuig- en motorendienst)
niet aanvaarden. Het spreekt ranzelf, dat
een pas opgetreden Minister van Oorlog
uagaat, in welk opzicht het leger berzieoing
beboeft.' De voorgenomen instellir.g van
den militairen vliegtuig- en motorendienst
is daarvan een uitvloeisel.
Tot zijn genoegen kan spreker meedeelen,
dat gister de eerste Nederlandsche vlieg-
tuigmotor, vervaardigd door de Industrieele
geriinpelde nnot van het vorige jaar, zooals
gij zijt? Ik niet, Saturius, ik, die volgens
aller oordeel de mooiste man van Rome hem
veel knapper dan Titus, al is hij dan ook
Cesar. Waar zit toch die sluiting? Saturius,
zoek die sluiting eens op. Wiaanom j>akt gij
dat arme meisje in als een Egvptische mum-
mie, zoiodat haar heer en meester haar niet
kan zien?"
Terwijl hij sprak, maakte de slavin iets
las aan naar achterhoofd, de sluier viel op
iden grand, en liet een meisje zien, fraai
van vormen en gelaat, doch, zooals te 'ver
wachten was, verinoeid en anigstig. Domi
tianus staarde haar aan met zijn hoosaar-
dige, leelijke oogen, en scheen geheel ver-
bijsterd.
„Hiae gek!" zeide hij, zij schijnt geheel
veranderd. Ik meende, dat zij blauwe oogen
en zwart krulhaar had, en nu zijn haar
oogen douker en haar liaren sluik. En waar
is het halssnoer? Waar is het halssnoer?
Meisje, wat hebt gij met uw halssnoer ge-
daan? En waaram hebt gij den gordel niet
gedriagen, dien ik u zond
Heer, antwoordde de slavin, ik heb nooit
een halssnoer gehad
„Heer Do,miLianus, begjon Saturius met
een zenuwachtigen gHmlach, „hier is een
misverstand ik zal het u uilleggen. Dit
meisje is niet het Meisje met de Paarlen.
V-oor haar werd zulk een hoqge prijs gebo-
den, dat ik haar oinmogelijk kon koopen
zelfs niet voor u
Hij zweeg, want het gelaat van Domilia-
nuf> Wias topeens vcr.sclirikkcl ij k worden.
All-e sporen van dronkeiiscliap waren ver-
dwenen, en hadden plaats gemaakt voor een
masker van woeste wreedheid, waar de licht-
bliauwe, glinsterende oiogen doorheen keken.
De man vertoonde zich, zooals hij was, half
satyr en half duivel.
„Een misverstajnd zeide hij. „Zoo!
een misverstand? En ik heb al die weken op
Iiaar gerckend en nu lieefl een andere man
haar mij onLtiomen, mij prins Domitia-
Maatschappg //Trompenburg", met grout
succes door onze militaire aviateurs is be-
proefd.
Hoe verder de toestand na demobilisatie
zal worden, kan spreker onmogelgk zeggea.
Hij stelt zicb ecbter voor, dat gedurende
vijf jaren na de demobilisatie geen ber-
balingsoefeningen zullen worden gebouden,
waarnaast spreker de jongere lichtingen
zooiang zal bouden als noodig zal blgken.
I bans komt spreker tot bet vraagstuk der
Demobilisatie.
Indien tbans tot gedeeltelijke demobili
satie zou worden overgegaan, dan zou al
hetgeen wjj gedurende drie-en-een-half jaar
aan de mobilisatie hebben geofferd, ODgedaa®
worden gemaakt. Overigens merkt speker
op, dat reeds 62 pCt. van het leger huis-
waarts is gezonden. j
Een stem Maar die overgebleven 38 pGt.
is preeies «oo sterk als het geheele leger
in het begin van de mobiliaatie.
De beer De Jonge, minister van Oorlog,
vervolgt en onderscheidt de militaire tecb-
niscbe en de soeiale zijde van bet demo-
bilisatievraagstuk. De militaire-technische
zijde is op dezelfde wijze reglementair
voorgesohreven als die der mobilieatie.
De aociale zjjie behoort niet tot spreksr'a
taak, docb ook daaraan wordt gewerkt.
Da kwestie der aflossing zal spreker bi|
het flerkeuringscntwerp behandeleD.
Spreker komt nu tot de
Aflossing der reserve-officieren.
Hierop is door enkele sprekera aang&-
drongen. Men heeft hierbg twee hoofd-
groepen de oudere verlofsofficieren en* de
jonge, tijdens de mobilisatie aangestelden.
Welnu, binnenkort zullen alle oudere ver
lofsofficieren door anderen worden afgelost.
Ook de oudere reserve-officieren van ge-
zondheid worden zooveel mogeljjk aan iTun
burger-pvaktgk teruggegeven en doorland-
stormplicbtige medici vervangen.
En wat betieft de
Militaire jjmentaliteit,
aaarbg moet men zich verplfeataen in de
militaire psyche.
fctel u voor, dat de heer Duys den ge-
heelen dag in generaalsuniform moest rond-
loopen en daardoor verplicht was zieh altgd
behoorlijk te gedragen (onbedaarlrjk
gelaeh, alleen de heer Duys kijkt beduusd.)
In ieder geval, zoolang bet leger bestaat,
heeft bet recht op eerbied en waardeering.
Hoon en smaad kunnen niet worden toe-
gelaten.
Het vliegkamp te Veere.
De meening van de bevolking van Veere
over lie! al of niet' wensehelijke van de
opnchlmg van een vliegkamp aldaar is
zeer verdeeld. Terwijl aan de eene zijde
nus. En gij gij durft hier met dat praatje
|aan te komen, en mij die ineid te brengen,
in plaats van mijn Meisje met de Paarlen
Bij cteze gedachte began hij te snikken
in zijn dronken woede en teleurstelling.
Opeens klapte hij in de handen en begon
avert uid te roepen.
Dadelijk sformden slaven en wacliters
binnen, in de meening dat hun heer iets
was O'verkomen.
Ma linen, zeide hij, girijpt die vtouw en
brengt haar ter doiod. Of neen, dat moest
eens opzien baren, omdat zjj een van Titus
gev aftgenen was. Laat haar in teven, maar
zet haar op slraat.
Het meisje werd beelgepakt en wegge-
1 sleurd.
„0! heer!" began Saturius.
Zwjjg) man, nu komen wij aan u. Grjjpt
hem, en ontkleedt liem. O, ik weet wet, dat
gij een vrjjgelatene en een burger van Rome
zijt. Nu, weldrla zult gij een burger van
tlades zijn, dat beloof ik u. Brengt de zware
roeden en geeselt hem totdat liij bez\vijkt."
Het vreeselijk bevet werd ten uitvber ge-
bracht,^ en gedurende eenigen tijd hoiorde
linen mets dan het nederkomen der slagen
en het gesmoord gekerm van den ongelukki-
gen Saturius.
Ellendelingen, schreeuwde Domitianus, gij
maakt er een spelletje van,, gij slaat niet
hard genoeg. Ik zat u eens laten zien, hoe
gij moet si aan.
Hij rukte (ten der slaven een roede uit de
hand en vloog op den kamerlieer aan, ter
wijl alien uil den weg gingeri, om. ruimte
voor hun meester te maken.
Saturius zag Domitianus aankomen, en
wist, dat hij binnen een ininuut doodgesla-
gen zou zijn, ,als hij hem niet van zijn plan
kon afbrenigen. Met moeite richlte hij zich
op zijn knieen op.
Prins, riep hij, boor mij aan eer gij toe-
slaat. Gij kunt mij dooden als gij wilt,
want gij zijt terecht"vertoornd, en ik verdien
niet de eer; d/ior uwe hand te sterven. Maar
bedenk, gevreesde heer, dat gij, indien ,gij
mij doodt, nooit het Meisje met de Paarlen
zult vinden, waamaar gij zoozeer verlangt."
Domitianus dacht even na, want zelfs in
zijn woede was hij sluw.
„De schurk weet ongetwijfeld, waar het
meisje is,N dacht hij. „Misschien heeft hij
haai wel voor zichzelf gehouden."
."Zoo! Begint gij u te bedenken?" zeide
hij. „\Veet gij waar z^j te vinden is?"
„Zeker, als ik maar tijd genoeg heb. De
man, die twaeduizend sestertia voor een en
kele slavin kan betalen, kan zich niet o,e-
makkelijk schui! houden."
,,Tweeduiziend ,sest<ytia!" riep Domitianus
verbaasd. „Vertel mij -dat eens. Slaven veeft
Saturius zijn kleed _teru,g -en verlaat dii°ver-
Lrek neen, blijft in de nabijheid, hij heeft
nnsschien verraderlijke plannfen.
De kamerheer van Domitianus wierp zijn
gewiaad over zijn bebloede schouders en
maakte het met bevende hand vast. Toen
begon hij zijn verhaal.
O heer! besloot hij, wat kon ik doeiri
Gij hebt geen geld genoeg om zulk een som
te betalen.
Wat gij doen moest ezel? Gij hadt haar
op kredipl moeten koopen, en de betalino'
aan mij overlaten. Titus zou ik wel te slim
af geweest zijn. Maar het kwaad is nu een-
maal gebeurd; nu moeten wij bedenken hoe
het zoo goed mogelijk hersteld kan worden.
Dat moet ik morgien beproeveu, heer.
Morgen En wat wilt gij morgen dan
doen
Morgen zal ik trachten te ontdekken
waar het meisje gebleven is, en dan - nu'
wie haar gekoicht heeft, zou wel eens kunnen
sterven en dan is de zaak gemakkelijk
genoeg. J
Sterven -zal hij zeker, de man die Do
mitianus zijn beveling heeft durven ontne-
men, antwo,oixide de prins met een vloek
Nu j tester eens Saturius, voor lieden-
nachL zal ik u sparen, maar reken erop,
ials het u voior de tweede'maal mislukt, moet
gij ook sterven. en op nog onaangenamer
mianier, dan ik u beloofde. Ga nu been
morgen zullen wij overleggen. O! goden'
waarom zijl gij zoo hard voor Domitianus^
Mijn ziel is verbrijzeld, en moet door poezie
genezen worden. Haal den Griek uit zijn
bed en sluur hem niaar mij' toe. Hij moet
mij voorVpzen van den toorn van Achilles
"teen zij hem zijn Briseis ontroofden, want
liet lot van dien held is bet mijne."
En de nicuwe Achilles schreide van
elcurgestelden iiartst-ocht nu zijn woecle
hedaard was, en teoostte zijn „verbrijz'elde
ziel met de onsterfelijke verzen van Ho-
merus, want pis hij gieen monster was, ver-
heeldde Domitianus zich, een dichter te
zijn. Voor zijn zielerust was het misschien
tna,ar goed, dat hij het gelaat van Saturius
met kon zien, terwijl deze zijn gewonde
schouaers met heelende z,alf insmeerde, en
dat hij de vloeken niet hoorde, waarniede
de waardige dienaar de ruste zocht. Hij
zwoer bij elken god die in Rome een altaar
had, en oij alle goden van Joden en cliris-
tenen erbij, dat er een dag zou komen.
wiaano'p hij de slagen van Domitianus met
diolbsteken zou betalen. Er kon dus geen
voorgevoel bij den prins oprijzen van een
tnoneel in de toekomst, waarb'ij hij een roll
moest spelen, en waarlijj hij in een razenden
strijd om zijn leven over den vloer van zijn
sliaapkamer rolde, zich verwerend tegen een
zel.eren Stephanus, terwijl een oude kamer
lieer, Saturius genaamd, hem lierliaaldelijk
'zijn dolk in den rug stiet, bij elken Steele
roepend
Iiia, ha! Dat is voor uw roeden, Cesar'
Ha, ha! Herinniert gij u het Meisje met de
Paarlen nog? Dat is voor mv roeden, Cesar
en dat en dat en dat
Do cli Domitianus schreide zieh in slaap
bij het verhaal van het onrecht, den god-
delijken Achilles aangedaan, en vermoedde
niets van de vergeldihg die hem wachtte.
(Wordt vervolgd.
dPaaaMsaaacait a. ,wm—.
Vl-33