Aanbesteding, ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. GELDLEENINBad 13000,-. feuilletok. MIIJJ, M. Donderdag 7 Februari 1918 7e faargang. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN: Telefooti 25. Gemeente ZAAMSLAG. Maaciag-, ffoeasiag- en VrtjUagavonb, iiiicezonrterl op Feestdagen, Ab onnem entsprij s de Firma P. J. VAN DE SASDE te Ter Neuzen. fllWHEWLAMD. Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland /2.~ Men abonneert zich bij de Uitgeefsfer, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. ^.an -,l Ac reSe's 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij dfrecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. "A Burgemeester en Wethouders der ge meente ZAAMSLAG maken bekend, dat ingevolge ieeningsbesluit, in obligatien van f 300,rentende maximum °/0. de inschrg ving is opengesteld tot en met 15 Fafos*, gSnS,, des voormiddags ten 10 ure. De storting moet geachieden voor of op 1 Maart a. s. in den voormiddag bg den Gemeente-Ontvanger. Het Ieeningsbesluit ligt ter Gemeente- Secretarie ter inzage. Zaamslag, den 6 Februari 1918. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOHS DE FEIJTER Pz„ Voorzitter. J. STOLE Lzn., Secretaris. DOOR H. RIDER HAGGARD. 90) „Welk een onbeschaamdheidWie durfdie tegen mij op te bieden?" vroeg Domitianus. „Wei lioeveel hebt gij moeten betalen?" ®,Vijftig sestertia, heer." ..Vijftig sestertia? vroeg Domitianus met een zucht van verliehting. ;vNu ja, het is natuurlijk genoeg, maar ik heb moo'ie meis- jes wet eens meer zien opbrengen. Zeg, lundlief,'' ging hij voort tegen de gesluierde vrnoiw, ik vrees, dat gij wel zeer vermoeid zult zijn na die dwaze vertooning." „Kindlief gaf geen verstaanbaar ant- woord, en Domitianus hemani: ..Zedigheid behaagt in een meisje, maar nu \erzoek ik u, dit voor eenjpoosje te ver- gelen. Leg uw sluier af, schoonste, opdat ik de beftalligheid moge aanschouwen, waar- naar mijn hart reeds zoovele dagen srnacht. i\een, laat mij dat zelf doen," en min of meer wankelend trad hij op zijn slacht offer toe. Saturius meende zijn kans schioon te zien. IJonutianus was zoo dronken, dat hij dien avond niet ontvankelijk was voor een ver- klaring van het gebeurde. Hij wilde nu maar zoo spoedig mogelijk vertrekken. „Edele prins en beschermer," begon hii ,,mijn taak is volbrachl. met uw ver I of zal ik mij ter ruste begeven." Volstrekt niet, volstrekt niet," hikte 1 omitianus, „ik weet dat gij een uitstekend booordeelaar der schoonheid zijt, en ik zou gaarne de eigenschappen dezer dame met u wi len bespreken. Gij weet, beste Saturius, dat ik toe t zelfzuchtig ben, ien torn' u jde Waar- leid te zeggen, zooals tusschen vrienden ge- bruikelijk ls - wie zou jajoerseh zijn op een gens gernin van levenumiddelen.) Op het oogenblik bedraagt zg nog steeds 85 cents per dag, hetgeen veeJ te weinig is. Diversen. Spreker noemt verder een staaltje van militaire rechtsp -a&k, waarbg nl. een princi- pieele dienstweigeraar tot drie jaren gevan- genisitraf werd veroordeeld en 'n moorde- naar tot anderhaif jaar, Degeen, die dezen dienstweigeraar veroordeelde, had zelf drie jaar verdiend Ook noemt hg terloops de organisatie van den geneeskundigen dienst in het leger. f as, nu, na drie en een half jaar oorlog, wordt daarin verbetering gebracht. A1 dien tgd hebben de betreffsnde goud- vinken en goudkragen op het leger gepara- siteerd, zander vsrbeteringen aan te brengen. De voorzitter verzoekt den spreker der- gelijfee uitdrukkingen achterwege te laten. De heer DuysHoe moet ik het dan zeggen Spreker komt tbana tot deti militaaren groet. Allereerst citeert. spreker een artikel, geschreven door den hcofdcommissaris van politic te Amsterdam, den heer Roest van Limburg, die tevens reserve-hoofdofficier is. Diens oordeel neerkomende op de prak- tische onuitveerbasuheid en de vernederende werkmg van den verplichten militairen groet onderschrgft spreker volkoinen. Met groote sympathie haalt spreker verder het oordeel van den heer Van den Bergh van Sapaioea, cavalerieoffieier, aan. Spreker hoopt, dat dit gezond oordeel van dezen militair geen beletsel voor bevorde- ring zal zgn. In den breede zet spreker uiteen, dat da s-biplichtiug '.oc ben niilitairen groet onmogelgk gehandhaafd kan worden. Die groet is bovendien vernederend, omdat eerbied voor hooger geplaatsten nimmer behoort te worden opgelegd. Bij den vrgen groet zullen de kameraden elkander op- voeden en zal de minder beschaafde van zijn meer beschaafden collega de noodige beleelheid leeren en overnemen. Op grond van een en ander hoopt spreker dat de Kamer zijn motie, waarin aanmer- kelijke beperking van den militairen groet noodzakelgk wordt geacht, terwijl de wjjziging der be^aiingen aan den Minister wordt overgelaten, zai aannemen. Mr. Dresselfcuys over den militairen groet. De heer Dresselhuys (V.-L.) acht zieh verplicht een enkel wobrd te zeggeD in verband met het gesprokene van den heer Duys ten aanzien van den militairen groet. Spreker aeht dezen groet noodzakelijk en i;g ziet er integendeel een bewijs van op- De militaire per drie maanden, in de stad f 1,20; franco per post f 1,40. Namens Gedeputeerde Staten van Zeeland zal op 27 FeSisfsjiavsi 1918, des voormiddags te 12 nrett, in de Abdjj te Middelburg worden aanbesteed Het uitvoeren van buitengewone bestratingswerken en het aanleggen van een rijwielpad op een gedeelte van den weg van WALZ00RDEN naar HUL8T. De aanbesteding zal bij enkele inschrij- ving geschieden overeenkomstig het bestek. Het bestek ligt ter lezing ter Provinciate griffie van Zeeland te Middelburg, bij den Hoofdingenieur van den ProvinciaJen water- staat te Middelburg en bij den Ingenieur van den Provinoialen >waterstaat te Neuzen. Het is ter Provinciale griffie verkrijg- baar voor f 0,10, zoolang de voorraad strekt. De insckrjj vingsbiljetten kunnen tot 11 uren des voormiddags van den dag der besteding ingeleverd worden. Nadere inlichtingen zgn te bekomen bg den Hoofdingenieur en den Ingenieur voornoemd. Middelburg, 1 Februari 1918. Getinputeerde Staten voornoemd, DIJOKMEESTER, Voorzitter. KRUSEMAN, Griffier. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 5 Februari. Oorlogsbegrooting. Voortgegaan wordt volgens de fl. Crt. met de algemeene beschouwingen inzake de Oorlogsbegrooting. De Voorzitter wgst erop, dat reeds een- en-twintig heeren over de Oorlogsbegrooting het woord hebben gevoerd en dat er thans nog twee zgn ingeschreven. Orn die reden verzoekt spreker verder de noodige kortheid te betracbten. Voorts stelt spreker voor Donderdag a.s. ook des avonds te vergaderen, teneinde do Landbouwbegrooting te behan- delen. Rede van den heer Duys. De heer Duys (S. D. A. P.) begint met te constateeren, dat, indien niet tot ont- wapening wordt overgegaan, na dezen oor log de imperialisten upnieuw hun invloed zullen laten golden om de oorlogubegroo- tingen op te drgven en het gevaar, dat in de toekomst opnieuw menschenslacbtin- gen bij maasa's zullen plaats vinden. Bewapenlng en Ontwapening. Wat ons land betreft, wset spreker ten- minate na de rede van den beer Drion al, dat men van de vrije liberalen in de rich- ting van ontwapening niets te verwachten heeft. Zjj zeggen eenvoudigde ontwape ning is 'n oud liedje. Maar zoo oud als de bewapeniDg, is het echter niet, aldus spreker, want er meet eerst b«r*apening geweest zjjn voor er aan on wapening ken worden gedacht. Trouwsns als werkelgk de ontwapening zoo'n oud liedje was, dan zou eon politieke antijquiteitenverzameling als de vrij-Iiberale partjj is, dat liedje wei in bescherming bobben genomen. (Gelaeh.) Alleen de vrg-liberale beer Dresselhuys maakt een gunstige uitzondering. Gfemis aan overleg Verder wgst spreker op het geval van den bouw eener fabriek van ontplofbare iniddelen bij lJmuiden, welke zeker wel n millioentje zal kosten, en waarvoor ter- rein in beslag wordt genomen, dat voor de verbreeding van het Noordzeekanaal noodig zal zgD. Hier heeft men 'n staaltje van gebrek aan overleg tusschen burgerlgke en militaire autoriteiten. In verband hiermee vraagt spreker den Minister inlichtingen. Menagegeld. Spreker dnngt verder aan op verdab- miegenaeei een belmg van het menagegeld (vergoeding we- I voeding en besehaving in. fifens ernmiu vAn Avonomi^nLn il I 1 groet is een onmisbaar onderdeel van de militaire discipline en tucht. Ook in Zwit- serland, een zeer demokratiscb land, acht men den verplichten militairen groet on- misbaar. Op die gronden is spreker geen voorstander van de ongewijzigde motie-Duys. Spreker zou echter kunnen borusten in eenige beperking, om b.v. waar 't geldt drukke strsten, den ^troet achterwege te laten. Mochi de Minister in dezen zin de motia opvatten, dan zal sprekor er voor stemmen. Tenslotte bepleit spreker afschaffiog van den rang van korporaal als meerdere. Daar- door zal althans eenige vereenvoudigi ig worden bereikt. Rede van den heer RJeerekoper. De heer Kleerekoper (S.D.A.P.) acht het van de vrije liberalen tamelijk pedant om te meenen dat zij de vaderlanders #par excel lence zgn. Zjj meenen dat bun opvattingen omtrent tucht en discipline zg zweren daarbg de ware zijn. Spreker stelt daar tegenover, dat warkeljjke beleefdheid en bereidwilligbeid uit eigen beweging moet komen. De verplichte groet werkt hoogstens naar bet uiterlijk, doch geenszins naar hat innerlgk. De volksvertegenwoordiging kan 't le ger op het oogenblik geen grooter dienst bewijzen dan door mee te werken tot aan zienlgke beperking van den militairen groet. Doet haar meerderheid dat niet, dan spreken wjj elkaar nog wel nader, eindigt spreker. An^woord van Minister De Jonge. De ontwapening. De heer De Jonge, Minister van Oorlog, zal allerserst de kwestie der ontwapenings- gedachte behandeien. Spreker zal gaarne meawerken tot ontwapening, zoodra andere laaden, met name de groote mogendheden, zjjn voorgegaan. In dit opzicht is spreker bet met den heer Van Hatnel eens. Spreker acht echter die kans uiterit go ring en in afwachting daarvan moeten wjj ons leger op peil bljjveb bouden en dus meewerken tot versterking er van. Van dit onderwerp zal spreker afstappen, om te komen tot de toekomst van ons leger. Waar vast staat, dat ons leger, wil 't zjjn plaats in de rij behouden, in verschil- lende opzichten moet worden uitgebreid, daar kan spreker de motie-ter Laan (aan- dringende op terugname der kredietaaovra- gen voor den vliegtuig- en motorendienst) niet aanvaarden. Het spreekt ranzelf, dat een pas opgetreden Minister van Oorlog uagaat, in welk opzicht het leger berzieoing beboeft.' De voorgenomen instellir.g van den militairen vliegtuig- en motorendienst is daarvan een uitvloeisel. Tot zijn genoegen kan spreker meedeelen, dat gister de eerste Nederlandsche vlieg- tuigmotor, vervaardigd door de Industrieele geriinpelde nnot van het vorige jaar, zooals gij zijt? Ik niet, Saturius, ik, die volgens aller oordeel de mooiste man van Rome hem veel knapper dan Titus, al is hij dan ook Cesar. Waar zit toch die sluiting? Saturius, zoek die sluiting eens op. Wiaanom j>akt gij dat arme meisje in als een Egvptische mum- mie, zoiodat haar heer en meester haar niet kan zien?" Terwijl hij sprak, maakte de slavin iets las aan naar achterhoofd, de sluier viel op iden grand, en liet een meisje zien, fraai van vormen en gelaat, doch, zooals te 'ver wachten was, verinoeid en anigstig. Domi tianus staarde haar aan met zijn hoosaar- dige, leelijke oogen, en scheen geheel ver- bijsterd. „Hiae gek!" zeide hij, zij schijnt geheel veranderd. Ik meende, dat zij blauwe oogen en zwart krulhaar had, en nu zijn haar oogen douker en haar liaren sluik. En waar is het halssnoer? Waar is het halssnoer? Meisje, wat hebt gij met uw halssnoer ge- daan? En waaram hebt gij den gordel niet gedriagen, dien ik u zond Heer, antwoordde de slavin, ik heb nooit een halssnoer gehad „Heer Do,miLianus, begjon Saturius met een zenuwachtigen gHmlach, „hier is een misverstand ik zal het u uilleggen. Dit meisje is niet het Meisje met de Paarlen. V-oor haar werd zulk een hoqge prijs gebo- den, dat ik haar oinmogelijk kon koopen zelfs niet voor u Hij zweeg, want het gelaat van Domilia- nuf> Wias topeens vcr.sclirikkcl ij k worden. All-e sporen van dronkeiiscliap waren ver- dwenen, en hadden plaats gemaakt voor een masker van woeste wreedheid, waar de licht- bliauwe, glinsterende oiogen doorheen keken. De man vertoonde zich, zooals hij was, half satyr en half duivel. „Een misverstajnd zeide hij. „Zoo! een misverstand? En ik heb al die weken op Iiaar gerckend en nu lieefl een andere man haar mij onLtiomen, mij prins Domitia- Maatschappg //Trompenburg", met grout succes door onze militaire aviateurs is be- proefd. Hoe verder de toestand na demobilisatie zal worden, kan spreker onmogelgk zeggea. Hij stelt zicb ecbter voor, dat gedurende vijf jaren na de demobilisatie geen ber- balingsoefeningen zullen worden gebouden, waarnaast spreker de jongere lichtingen zooiang zal bouden als noodig zal blgken. I bans komt spreker tot bet vraagstuk der Demobilisatie. Indien tbans tot gedeeltelijke demobili satie zou worden overgegaan, dan zou al hetgeen wjj gedurende drie-en-een-half jaar aan de mobilisatie hebben geofferd, ODgedaa® worden gemaakt. Overigens merkt speker op, dat reeds 62 pCt. van het leger huis- waarts is gezonden. j Een stem Maar die overgebleven 38 pGt. is preeies «oo sterk als het geheele leger in het begin van de mobiliaatie. De beer De Jonge, minister van Oorlog, vervolgt en onderscheidt de militaire tecb- niscbe en de soeiale zijde van bet demo- bilisatievraagstuk. De militaire-technische zijde is op dezelfde wijze reglementair voorgesohreven als die der mobilieatie. De aociale zjjie behoort niet tot spreksr'a taak, docb ook daaraan wordt gewerkt. Da kwestie der aflossing zal spreker bi| het flerkeuringscntwerp behandeleD. Spreker komt nu tot de Aflossing der reserve-officieren. Hierop is door enkele sprekera aang&- drongen. Men heeft hierbg twee hoofd- groepen de oudere verlofsofficieren en* de jonge, tijdens de mobilisatie aangestelden. Welnu, binnenkort zullen alle oudere ver lofsofficieren door anderen worden afgelost. Ook de oudere reserve-officieren van ge- zondheid worden zooveel mogeljjk aan iTun burger-pvaktgk teruggegeven en doorland- stormplicbtige medici vervangen. En wat betieft de Militaire jjmentaliteit, aaarbg moet men zich verplfeataen in de militaire psyche. fctel u voor, dat de heer Duys den ge- heelen dag in generaalsuniform moest rond- loopen en daardoor verplicht was zieh altgd behoorlijk te gedragen (onbedaarlrjk gelaeh, alleen de heer Duys kijkt beduusd.) In ieder geval, zoolang bet leger bestaat, heeft bet recht op eerbied en waardeering. Hoon en smaad kunnen niet worden toe- gelaten. Het vliegkamp te Veere. De meening van de bevolking van Veere over lie! al of niet' wensehelijke van de opnchlmg van een vliegkamp aldaar is zeer verdeeld. Terwijl aan de eene zijde nus. En gij gij durft hier met dat praatje |aan te komen, en mij die ineid te brengen, in plaats van mijn Meisje met de Paarlen Bij cteze gedachte began hij te snikken in zijn dronken woede en teleurstelling. Opeens klapte hij in de handen en begon avert uid te roepen. Dadelijk sformden slaven en wacliters binnen, in de meening dat hun heer iets was O'verkomen. Ma linen, zeide hij, girijpt die vtouw en brengt haar ter doiod. Of neen, dat moest eens opzien baren, omdat zjj een van Titus gev aftgenen was. Laat haar in teven, maar zet haar op slraat. Het meisje werd beelgepakt en wegge- 1 sleurd. „0! heer!" began Saturius. Zwjjg) man, nu komen wij aan u. Grjjpt hem, en ontkleedt liem. O, ik weet wet, dat gij een vrjjgelatene en een burger van Rome zijt. Nu, weldrla zult gij een burger van tlades zijn, dat beloof ik u. Brengt de zware roeden en geeselt hem totdat liij bez\vijkt." Het vreeselijk bevet werd ten uitvber ge- bracht,^ en gedurende eenigen tijd hoiorde linen mets dan het nederkomen der slagen en het gesmoord gekerm van den ongelukki- gen Saturius. Ellendelingen, schreeuwde Domitianus, gij maakt er een spelletje van,, gij slaat niet hard genoeg. Ik zat u eens laten zien, hoe gij moet si aan. Hij rukte (ten der slaven een roede uit de hand en vloog op den kamerlieer aan, ter wijl alien uil den weg gingeri, om. ruimte voor hun meester te maken. Saturius zag Domitianus aankomen, en wist, dat hij binnen een ininuut doodgesla- gen zou zijn, ,als hij hem niet van zijn plan kon afbrenigen. Met moeite richlte hij zich op zijn knieen op. Prins, riep hij, boor mij aan eer gij toe- slaat. Gij kunt mij dooden als gij wilt, want gij zijt terecht"vertoornd, en ik verdien niet de eer; d/ior uwe hand te sterven. Maar bedenk, gevreesde heer, dat gij, indien ,gij mij doodt, nooit het Meisje met de Paarlen zult vinden, waamaar gij zoozeer verlangt." Domitianus dacht even na, want zelfs in zijn woede was hij sluw. „De schurk weet ongetwijfeld, waar het meisje is,N dacht hij. „Misschien heeft hij haai wel voor zichzelf gehouden." ."Zoo! Begint gij u te bedenken?" zeide hij. „\Veet gij waar z^j te vinden is?" „Zeker, als ik maar tijd genoeg heb. De man, die twaeduizend sestertia voor een en kele slavin kan betalen, kan zich niet o,e- makkelijk schui! houden." ,,Tweeduiziend ,sest<ytia!" riep Domitianus verbaasd. „Vertel mij -dat eens. Slaven veeft Saturius zijn kleed _teru,g -en verlaat dii°ver- Lrek neen, blijft in de nabijheid, hij heeft nnsschien verraderlijke plannfen. De kamerheer van Domitianus wierp zijn gewiaad over zijn bebloede schouders en maakte het met bevende hand vast. Toen begon hij zijn verhaal. O heer! besloot hij, wat kon ik doeiri Gij hebt geen geld genoeg om zulk een som te betalen. Wat gij doen moest ezel? Gij hadt haar op kredipl moeten koopen, en de betalino' aan mij overlaten. Titus zou ik wel te slim af geweest zijn. Maar het kwaad is nu een- maal gebeurd; nu moeten wij bedenken hoe het zoo goed mogelijk hersteld kan worden. Dat moet ik morgien beproeveu, heer. Morgen En wat wilt gij morgen dan doen Morgen zal ik trachten te ontdekken waar het meisje gebleven is, en dan - nu' wie haar gekoicht heeft, zou wel eens kunnen sterven en dan is de zaak gemakkelijk genoeg. J Sterven -zal hij zeker, de man die Do mitianus zijn beveling heeft durven ontne- men, antwo,oixide de prins met een vloek Nu j tester eens Saturius, voor lieden- nachL zal ik u sparen, maar reken erop, ials het u voior de tweede'maal mislukt, moet gij ook sterven. en op nog onaangenamer mianier, dan ik u beloofde. Ga nu been morgen zullen wij overleggen. O! goden' waarom zijl gij zoo hard voor Domitianus^ Mijn ziel is verbrijzeld, en moet door poezie genezen worden. Haal den Griek uit zijn bed en sluur hem niaar mij' toe. Hij moet mij voorVpzen van den toorn van Achilles "teen zij hem zijn Briseis ontroofden, want liet lot van dien held is bet mijne." En de nicuwe Achilles schreide van elcurgestelden iiartst-ocht nu zijn woecle hedaard was, en teoostte zijn „verbrijz'elde ziel met de onsterfelijke verzen van Ho- merus, want pis hij gieen monster was, ver- heeldde Domitianus zich, een dichter te zijn. Voor zijn zielerust was het misschien tna,ar goed, dat hij het gelaat van Saturius met kon zien, terwijl deze zijn gewonde schouaers met heelende z,alf insmeerde, en dat hij de vloeken niet hoorde, waarniede de waardige dienaar de ruste zocht. Hij zwoer bij elken god die in Rome een altaar had, en oij alle goden van Joden en cliris- tenen erbij, dat er een dag zou komen. wiaano'p hij de slagen van Domitianus met diolbsteken zou betalen. Er kon dus geen voorgevoel bij den prins oprijzen van een tnoneel in de toekomst, waarb'ij hij een roll moest spelen, en waarlijj hij in een razenden strijd om zijn leven over den vloer van zijn sliaapkamer rolde, zich verwerend tegen een zel.eren Stephanus, terwijl een oude kamer lieer, Saturius genaamd, hem lierliaaldelijk 'zijn dolk in den rug stiet, bij elken Steele roepend Iiia, ha! Dat is voor uw roeden, Cesar' Ha, ha! Herinniert gij u het Meisje met de Paarlen nog? Dat is voor mv roeden, Cesar en dat en dat en dat Do cli Domitianus schreide zieh in slaap bij het verhaal van het onrecht, den god- delijken Achilles aangedaan, en vermoedde niets van de vergeldihg die hem wachtte. (Wordt vervolgd. dPaaaMsaaacait a. ,wm—. Vl-33

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1918 | | pagina 1