ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6637.
Dins dap 22 Januari 1918
>7e jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlEN
Teiefooji
Bit BlaS versehpt Maandag-, Woeasdag- oa Yrpapvand, uitgezonds i og Feestdagen, hij de Firma P. J. VAN PS SANDE te TerRenzen.
Abonnementsprijs
Inkwartieriag van krijgsvolk.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 1M1T op den dag der uitgave.
per drie maanden, in de stad J 1,20;
franco per post J 1,40, bij vooruitbetaling,
per jaar, waarvoor de gelegenheid nog ge-
durende deze maand is opengesteld, J 5,
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat op
22 Januari 1918, inkwartiering van
Krijgsvolk KONDER VOEDINO zal plaats
hebben van ongeveer 130 man in het navolgende ge-
deelte dezer gemeente
Noordstraat (gedeeltelijk), Molenzicht, Korte Kerk-
straat, Lange Kerkstraat, Nieuwstraat, Westkolkstraat,
Wijk E, Dijkstraat (gedeeltelijk).
Ter Neuzen, 21 Januari 1913.
De Burgemeester voorneemd,
J. HUIZINGA.
Het miHioenenontwerp voor de
ievensmiddelan-voorziening.
De memorie van antwooifd van
Minister Postfeuma.
De Memorie van Antwoord van den Mi
nister van Landbouw op het Voorloopig
Verslag van de Tweede Kamer betreffen-
de wetsohtwerpen tot verhooging respec-
tievelijk aanvulling en verhooging van de
begrootingen van hoofdstuk Landbouw der
Staatsbegrooting voor 1917 en 1918, heeft
thans het licht gezien.
•Wij ontleenen er het volgende aan:
Onze graanvoorraden.
Wat de granen betreft, voor menscne-
-iijk voedsel geschikt, kan worden vernield,
dat de voorraden aan buitenlandsch graan
optl Januari 1918 waren als volgt:
Tar we 77.889.000 K.G.
Meel14.754.000 K.G.
Mais4.000.000 K.G.
Totaal 96.643.000 K.G.
Broodrantsoeneering.
Voor broodvoeding komen van onzen
eigen oogst alleen in aanmerking tarwe en
rogge. Van deze zullen naar raming ver-
kregen worden dezelfde hoeveelheid ais van
den oogst 1916 verkregen zijn, t. w.
70.000.000 KG. tarwe en 120.000.000 KG.
rogge.
Van de bovengenoemde hoeveelheden
van den inlandschen oogst 1917 zijn op 1
Januari 1918 aan de Regeering geleverd
en verbruikt 23.500.000 KG. tarwe en
80.000.000 KG. rogge, zoodat nog te wach-
ten zijn 46.500.000 KG. tarwe en 40.000.000
KG. rogge.
In totaal zullen we, te rekenen van 1
Januari 1918 af, aan broodkoren kunnen
beschikken over 183.143.000 KG. Voor de
broodvoeding zijn bij de tegenwoordige
rantsoeneering voor 3 broodkaarttijdvakken
noodig circa 50.000.000 KG.
De aanwezige voorraad (96.643.000 KG.)
is dus niet voldoende het huidige rant-
soen voort- te zetten tot 1 Maart - e.k.,
wanneer voor het brood u i t s 1 u i t e n d
graan gebezigd wordt; rekent men de
hoeveelheden tarwe en rogge, die nog te
wachten zijn, mede, dan is de broodvoe
ding volgens de aangegeven wijze slechts
tot het laatst van April gedekt.
Op 1 Januari 1918 kon beschikt worden
over 30.000.000 KG. aardappelmeel;
deze stellen in staat de broodvoorziening
tot omstreeks half M e i voort te zetten.
Verder dan tot dezen termijn is
de voorziening niet verzekerd.
Blijft aanvoer van buitenlandsch graan
achterwege, dan zal het broodrantsoen
opnieuw moeten worden inge-
krompen, willen wij den nieuwen oogst
halen.
Het vraagstuk der broodvoorziening
heeft dan ook dagelijks de voile zorg van
den Minister.
Veevoeder.
Wat de overige granen, gerst en haver,
aangaat, die hoofdzakelijk voor veevoeder
dienen, al worden de daartoe geschikte
partijen ook gebezigd voor menschelijke
voeding (gort en havermout) kan worden
medegedeeld, dat hiervan aanwezig waren
op 1 Januari 1918 aan buitenlandsche
gerst en haver respectievelijk 3.720.000
KG. en 4.759.000 KG., terwijl in eigen land
vermoedelijk verbouwd zijn aan gerst
40.000.000 KG. en aan haver 242.000.000
KG. Hiervan komen niet voor algeme-en
gebruik beschikbaar 10 pCt. zaaigoed, be-
nevens de aan de verbouwers voor de voe-
dering van den eigen veestapel gelaten par
tijen. Hoeveel dit laatste bedraagt, is nog
niet door de veevoeder-bureau's opgegeven;
naar schatting bedraagt zulks circa
250.000.000 KG., waarbij inbegrepen zijn de
veldboonen, van welke ten onzent circa
32.000.000 KG. verbouwd zijn.
Van hetgeen beschikbaar komt, zal de
intendance een belangrijke hoeveelheid
ontvangen, terwijl de rest wordt gebruikt
voor goft-, havermout- en gistfabricage, en
deels voor de veevoederdrstributie.
Gelijk uit het voorgaande va!t af te lei-
den, zijn de beschikbaar komende hoeveel
heden op verre na niet voldoende voor de
behoefte.
Op 1 Januari 1918 waren aanwezig aan
Amerikaansche lijnkoeken 36.444.000 KG.
en aan andere krachtvoederkoeken onder
N. O. T. verband 15.000.000 KG., terwijl
van de aan de Regeering geleverde iniand-
sche oliezaden vermoedelijk c.a. 8.000.000
KG. koeken zullen kunnen geslagen wor
den, zoodat in totaal beschikbaar is of zal
komen c.a. 60.000.000 KG.
Wanneer deze hoeveelheid vervoederd is
volgens het huidige rantsoen is de weide-
periode voor het vee aangebroken.
Peulvruchten en rijst.
De peulvruchtenoogst maakt het ir.oge-
lijk bij behoud van een matig rantsoen
de voorziening tot den aanstaanden oogst
te doen geschieden. Het aanvankelijk vast-
gesteide rantsoen ten bedrage van 1 KG.
per 4 weken en per hoofd vereischt in elke
vierwekelijksche periode 6.500.000 KG.
erwten en boonen, hetgeen in verband met
de sleehte kwaliteit van de erwten, waaruit
een belangriik percentage moet worden ge-
schoond, te hoog bleek. Derhalve is voor
het derde tijdvak het rantsoen gehal-
v e e r d, hetgeen misschien voor een der
volgende tijdvakken nogmaals zal .moe
ten geschieden. De geraamde opbrengst
bedraagt van stamboonen 30.000.000 KG.
(hierbij zijn niet inbegrepen z.g. veldboo
nen) en van erwten 56.000.000 KG., waarin
is begrepen c.a. 10 pCt. zaaigoed en de hoe
veelheden, welke voor menschelijk verbruik
ongeschikt zijn en uitgeschoond moeten
worden.
Aan r ij s t zijn nog aanwezig c.a.
325.000 balen ad 100 KG., waarvan 230.000
balen voor de intendance.
Aardappelen.
Volgens de door de burgemeesters ver-
strekte cijfers waren op 1 November j.l.
in totaal aanwezig 1.084.512.194 KG. aard
appelen, d.i. c.a. 15.000.000 HL.
De Atinister merkt omtrent deze opgave
op, dat zij hem onbegrijpelijk laag voor-
komt. Hij is er van overtuigd, dat zeer vele
verbouwers aanzienlijke kleinere hoeveel
heden hebben vermeld dan zij in werkelijk-
heid bezalen. Hij stelt zich voor om door
m i d d e 1 van steekproeven na te
gaan, of zijn overtuiging door de feiten ge-
staafd wordt.
Intusschen zal zelfs deze zeer kleine
voorraad naar alle waarschijnlijkheid in
staat stellen de distributie van aardappe
len tot den nieuwen oogst (1 Juli) volgens
het huidige rantsoen vol te houden.
Overige voedingsmtddelen.
Met betrekking tot de vetteu en de
grondstoffen daarvoor deelt de Minister
mede, dat, al blijft een voorzichtige poli-
tiek hier eisch, de beschikbare cijfers den
indruk wekken, dat althans de naaste tde-
komst niet met zorg tegemoet gezien be-
hoeft te worden.
Wat betreft andere voedingsmiddelen kan
vermeld worden, dat, ofschoon op dit
oogenblik beperking van het m e 1 k-
gebruik vooral in plaatsen met stedelijk
karakter noodig is, er geen aanleiding is
te vermoeden, dat er niet voldoende melk
zal zijn in het komende jaar om de normaie
behoefte te bekken.
Hetzelfde geldt ook voor de bote r- en
kaasproductie.
Ook de groentenvoorziening
in den kpmenden zomer geeft geen reden
tot bezorgdheid.
De suikervoorziening is tot na
den aanva'ng der nieuwe campagne ge-
waarborgd.
Zeer onbevredigend daarentegen doet de
voorziening met varkensvleesch zich
aanzien.
De zeer ruime afslachting van r u n d e-
ren in het afgeloopen najaar (in de ste-
den met abattoirs een verhooging van bijna
100 pCt. tegenover 1916)'heeft den rund-
veestapel, met name dien van jong vee,
zeer doen inkrimpen; de rundveestapel op
zich zelf blijft echter ruimsc hoots
voldoende; het niet beschikbaar zijn
van krachtvoeder zal evenwel leiden tot
buitengewoon hooge p r ij z e n
voor slachtrijk vee, zoowel in dit voorjaar
ais in de eerste maanden van den zomer.
Ook de eierproductie dreigt dit
jaar zeer onbevredigend te zijn.
Buitengewone ontberingen worden ver-
wacht.
Is er, afgezien van het brood, geen oor-
zaak om de eerstvolgende maanden, wat
betreft vo-eding, met groote zorg tegemoet
te zien, zoo zij er toch de aandacht op ge-
vestigd, dat bij het voortduren van de
crisis de toestand uiterst moeilijk
dreigt te worden.
De bebouwde oppervlakte moge ver-
meerderen, de opbrengst houdt met die ver-
meerdering geen gelijken tred. Dienover-
eenkomstig zal ook de productie per een-
heid van andere voedingsmiddelen als ge-
volg van toenemende bodem-uitputting da-
len; in verband hiermede zij niet zonder
zorg gewag gemaakt van de opbrengst van
den aardappeloogst 1918. Waar ook al-
lengs de vooiTaden .van z.g. aanvullende
voedingsmiddelen uitgeput raken, zal de be-
volking er zich metje vertrouwd moeten
maken, dat, zoo niet in de naas
te toekomst, d - n toch in den
volgenden winter buitenge-
woon groote ontberingen t.e
wachten staan.
Die ontberingen dreigen, en dat wel bin
nen betrekkelijk korten tijd, zich vooral ten
aanzien van ta! van producten der nijverheid
te doen gevoelen. Q^ze industrien zijn voor
het betrekken harer%|ondstoffen nagenoeg
uitslultend op het bu^nland aangewezen en
vermits aanvoeren uitblijven, is weldra een
nijpend gebrek aan tal van grondstoffen te
verwachten, met, als gevoig gedwongen
s t i 1 s t a n.d van v e r s c h i 1 I e n d e
eroepen nijverheidsonderne-
mi.n,ge.n.
Het foeleid van den Minister.
De Minister fal de eerste zijn, om te er-
kennen, dat, indien hij bij zijn optreden had
kunnen voorzien, da, de oorlog jaren zou
duiren en de voedselvoorziening zoo slecht
zou worden ais zij thans is, vele zijner maat-
regelen anders zouden zijn uitgevallen. Ter
wijl hij het verwijt hot geheel niet te over-
zien, niet Tan aanvaard-en, geeft hij echter
gaarnetoe, dat hij de gebeurtenissen
niet vooruit kan zien.
Doch wie thanis meent, dat het zoo een-
voudig is om in deze tijden rekening te
houden met komende geheel onzekere ge
beurtenissen, die irsc^tte sleehts een beeld
te ontwerpen van de voedselvoorziening
over een jaar. Het zal hem blijken, dat het
blijft een radon en tasten, waarbij voor de
eene mogelijkheid even goede argumenten
zijn aan te voeren als voor de andere, die er
iijnrecht tegenover staat.
Allicht zal men, dit toegevend, in verband
daarmede opmereen, dat van den beginne
af de maatregelen op de ongunstigst moge-
lijke omstandigheden hadden moeten zijh
ingericht.
■Hiertegen voert de Minister aan, dat in
de eerste plaats alsdan zoodanig ingrijpen-
ae maatregelen genomen hadden moeten
worden, dat het economische leven er totaal
door ontwricht zou geworden zijn, zonder
dat de iangzame aanpassing aan de ver-
anderende omstandigheden, die in den loop
der crisisjaren is ingetreden, had kunnen
plaats vinden.
Om een voorbeeld te noemen, had het
scheuren van w e i 1 a n d van het
begin van den oorlog af op groote schaal
moeten zijn toegepast; was zulks toen
geschied, dan -zouden we daarvan nu inder-
daad de vruehten plukken. Was er echter
in plaats van nog drie jaren oorlog na enkele
maanden vrede nekomen, zoo zou zonder
noodzaak veel grasiand tot bouwland zijn
gemaakt, dat daartoe minder geschikt is
en in geen jaren weer tot goed grhsland te
maken is. Dat omscheuren van grasiand
had noodwendig gepaard moeten gaan met
den uitvoer van een zeer groot gedeeite
van den rundveestapel; welk economische
gevolgen dit voor den landbouwenden stand
zou gehad hebben kan men zich voorstellen,
zoodra men zich slechts even te binnen
brengt de onbevredigende prijzen gedurende
de eerste maanden van den oorlog bij den
export van varkens en runderen ontvangen.
Bovendien zou v e r z e t tegen dezen
maatregel, op een oogenblik, dat niemand
verwachtte dat de oorlog langer dan enkele
maanden zou duren, s t e 11 i g ni e t u i t-
gebleven zijn.
Thans, a c h t e r a f, maakt men er den
Minister een grief van, dat zijn politick
niet is ingericht geweest op het zich voor-
doen van' de ongunstigst denkbare omstan
digheden, In plaats daarvan behoorde men
zich, meent bif, de vraag te stellen: of op
het oogenblik van het nemen van de maat
regelen, die maatregelen al dan niet ratio-
neel waren.
Steeds wordt er zooveel mogelijk naar
getracht de maximumprijzen in overeen-
stemming te doen zijn met de productie-
kosten; deze zijn echter in de meeste ge-
vallen zeer aanzieniijk hooger dan zij in
normaie tijden waren; vandaar, dat ook de
maximumprijzen veel hooger moeten zijn
dan vroeger. Zouden zij te laag worden ge-
-steld, dan zou dit tot eenig gevoig hebben,
dat de productie moest gestaakt worden
en het artikel geheel uit het verkeer ver-
dween.
Wat het in het leven roepen van, een
afzonderlijk departement voor de levens-
middelenvoorziening
betreft, wordt medegedeeld, dat de Raad
van Ministers op 10 December jl. besloten
heeft de instelling van een Crisisministerie
te bevorderen. Tot heden (17 Januari) is
het echter niet mogen gelukken
een daartoe geschikt geacht
persoon b^reid te vinden aan
h e't hoo'fd van een dergelijk mi- j
-n i s t e r i e op t e treden.
De Minister heeft voor zich persoonlijk
tegen het in het leven roepen van zooda
nig departement niet het minste bezwaar.
De Commissie van Bijstand en de kolen-
voorziening.
Behalve het beleid des Ministers gaf ook
de organisatie der Regeeringszorg aanlei
ding tot beschou'wingen.
De opmerkingen hieromtrent betreffen de
taak van de Commissie van Bijstand in ver
band met de onderhandelingen met het bui
tenland, de oprichting der afdeeling Crisis-
zaken, het zitting hebben van belangheb-
benden in Commissies, welke de Regeering
ter zijde staan, en achterstand op de admi
nistrate van het Rijksgraanbureau.
Met betrekking" tot het eerste punt zij
opgemerkt, dat de meening, als zou de
Commissie van Bijstand op den gang van
zaken een allesbeheerschenden invloed uit-
oefenen en zij o.m. voortdurend belast zijn
geworden met de onderhandelingen met het
buitenland, niet juist is. Slechts over de
vraagstukken omtrent voorziening in het
binnenland strekt zich haar bemoeienis uit.
Dat zij dfesniettegenstaande in een geval
belast is geweest met onderhandelingen met
het buitenland, is intusschen juist; zulks
geschiedde, omdat het op dit oogenblik
noodzakelijk was.
Bij alle besprekingen omtrent invoer van
goederen uit Duitschland werd er van
Duitsche zijde steeds op aangedrongen, dat
deze aanvoer ten nauwste verband zou heb
ben met uitvoer van levensmiddelen. Be-
paaldelijk werd de wensch uitgesproken,
dat tegenover den aanvoer van een vaste
hoeveelheid steen,kolep ook zou staan de
uitvoer van een vaste hoeveelheid levens
middelen. Dit laatste punt: waarborg van
uitvoer, afgezien van de vraag, of er een
surplus van productie bestond, raakte ten
zeerste het vraagstuk der binnenlandsche
voorziening en besprekingen daaromtrent
behoorden dan ook, eo ipso, met de Com
missie van Bijstand te geschieden.
De Minister zet dan uitvoerig uiteen, dat
er niet de minste sprake is geweest van
den wensch om de N. U. M. voor een vol-
dongen felt te stellen: slechts de geen ver
der uitstel luidende oorzaak, nl. de hervat-
ting van den steenkolenaanvoer, die reeds
veel te lang gestremd was geweest, alsmede
de omstandigheid. dat in het onderhavige
geval alleen de Commissie van Bijstand,
die van de voorgeschiedenis geheel op de
hoogte was, de zaak tijdig tot een goed
einde zou kunnen brengen, is oorzaak ge
weest, dat door bemiddeling dezer com
missie, onder nadere goedkeuring van den
Minister, de overeenkomst in zake den uit
voer van levensmiddelen tot stand is ge-
komen.
Herzienlng der Distributiewet onnoodig.
De moeilijkheden in de praktijk bij de
toepassing der Distributiewet 1916 onder-
vonden, komen den Minister niet zoo ern-
stig voor, dat een herzienlng dier wet drin-
gend noodig zou zijn.
Opgemerkt mag voorts nog worden, dat
in lang niet alle gemeenten een distributie-
bureau is opgericht; slechts hoofdzakelijk
de groote gemeenten hebben op die wijze
hun distributie-werkzaamheden gecentrali-
seerd.
Distributiekosten komen ten voile ten
laste der gemeenten.
Brandstoffen.
De bezwaren-en bedenkingen in het voor
loopig verslag tegen de in de memorie van
toelichtin.g uiteengezette prijsregeling geop-
perd, werden door den Minister zeer uit
voerig bestreden.
De Atinister merkt hierbij op, dat de kost-
prijs, welke voor anthraciet op het oogen
blik gemiddeld 5,50 bedraagt, zich kan
wijzigen al naar gelang de verschillende
faktoren, weike op de berekening van den.
kostprijs betrekking hebben, zich wijzigen.
Een verhooging van dezen kostprijs moet
derhalve niet o n m o g e 1 ij k worden ge
acht. kitegendeel, met vrij groote zekerheid
kan de Minister reeds nu mededeelen, dat
de omstandigheden dezen kostprijs met
ingangvan 1 F e b r u a r i t o t f 6 z u 1-
le n doen- o p 1 o o p e n. Desniettegen-
staande zal dit in geen geval van invloed
zijn op de prijzen, waart'egen de eerste 10
brandstoffen-eenheden- geleverd zullen kun
nen worden, welke op de hiervoren bedoel-
de prijzen zullen blijven gehandhaafd.
De kosten.
De wijziging in de raming van de kosten
der levensmiddelenvoorziening aangebracht,
geven thans het volgende beeld van de ver-
moe-delijke uitgaven voor de distributie voor
1918:
Regeeringsmeelf 40.500.000
Regeeringsbloem 9.400.000
Rogge12.200.000
Rijst12.000.000
Peulvruchten 2.000.000
Gort4.300.000
Havermout
Boekweit
Aardappelen
Groenten (met inbegrip der
vroegere aardappelen)
Melk
Boter
Kaas
Normaal margarine
Vleesch en worst
Zeevisch
Normaal bak- en braadvet
Eieren
Zeep
Liggelden, schepen en fout-
vracht-verliezen op brood
koren, enz
1.200.000
l.OOO.QQO
27.700.000
7.800.000
18.000.000
4.200.000
10.400.000
30.200.000
800.000
17.400.000
4.000.000
10.000.000
20.000.000
240.000.000
Van dit bedraig komt 9/10 of J211.360.000
voor rekening van het Rij'k. Van dit be-
drag wordt de helft aangevraagd, d. L
J 108.280.000, of afgerond J U0.000.0j0.
Van deze som komt op de eigeniiike
voedselvoorziening J 103.180.000 zljnde
de helft van 9/10 van J 230.400.000 of afge
rond J 105.000.000, terwijl voor de voor
ziening met zeep of andere rernigingsmid-,
delen J 4.500.000 benoc-digd is. De resree-
rende J 500.000 worden gebracht op den
post subsidien, kosten enz. als bij den be-
trokken post nader omschreven.
Behalve de hiervoren genoemde bedra-
gen, wordt voor de brandstoffen-voorzie-
ming over het geheel-e stookseizoen 1917—
1918 aangevraagd een som van J 18.000.000
als kosten voor de eigenlijke voorziening ers
een bedrag van J 6.0'50.000, ter bekostiging
van de deelname van den Staat in het Cen-
'traal Verrekenkantoor voor Brandstoffen
voor de iiuisbrand-voorziening. Het daa*.
voor dezen post wordt bijgevoig J24.050.000
of afgerond J 24.000.000. De som van
J 6.050.000 zal, gelijk hiervoren reeds is
vermeld, hoogstwaarschijnlijk geheel door
den Staat terug worden ontvangen.
Vervoer en af levering van wo! verboden.
De Minister van Landbouw -enlz. heeft het
vervoer van wol uit eenig deel feener
meente naar alle overige deelenj des rijks,
hetzij in of buiten die gemeente gelegeren.
de af levering van w-ol verboden. Onider wol.
w-ordt verstaan alle ongasponnen wol het
zij ruw of gew-assehen.) Hot verbod I niet
van toepassing o-p partijen scheer- en ploot-
w,ol van inlandsche schapen,, giedekt door
een vtervberbewijs, lafgegevcai door der; beer
hoiofdintendant van bet leger, belast met
de wolviordering, of door de verptegz.es-
commissie van de stelling Amsterdam. Dn.t-
heffingen vara het verbod kuniiien, zoo noo
dig, onder daarbij te slellcn voorwaarden,
worden verleend door den Minister van
Landbouw, enz.
Treub Minister van Crisiszaken
N|aar de Tel. verneemt. wiordt bet in par-
iementaire kringera als zeker aa^genomen,
dat Minister Treub belast zal worden met
de leiding van het nieuwlei departerneut van
crisiszaken, indiera geen 'der daartoe aan-
geziochte personen zich idsjiog bereid mocbt
verklaren de crisis-jjortefeui II e te aanvaar-
den. Zoo als uit de Memorie van Antwoord
van Minister Postliuma is .gebleken. zoekt
men sinds 10 December tever^eefs naar een,
plaatsvervanger voor hem.
Bond voor Vrouwenkiesrecht.
Mevrouw H. van Riel—Smeenge, te Em-
men is benoemd tot presidente van den X ca
de Hands ch en 13oud voor Vro u wen k ie;-ecb. t
Het rundvleesch.
Naar de „Maasboide" uit goede bron ver
neemt, is geen, distributie vara rundvleesch
te verwachten.
v Voor eenige maanden was een regelingf
voor de distrilmtie van rundvleesch in ge-
reedheid gebracht, tLoichi zij behoefde toen.
daar de prijzen aanmerkelijk waren ge-
daald, niet te worden ingevoc-rd. Tlianis,
nu de invoering van vleeschdistribulie z-eken
reden van bestaan; Von hebbeir, blijkt even
wel, dat die- kosten daarvan zoo lifoog zou
den zijn em een dergelijkie regeling in de
practijk zooveel bezwaren met zich zou,
brengen, dat men er niet toe durft ovcrgaanj
Wel worden plannen igverwo^en. om voor
de groote piassa iets, te doen door eeoj
speciaal vlecschartikel, dat het meest door
de minder kapitaalkrachtigen wordt ge-'
bruikt tegen verminderdeni prijs beschikbaar
te stellen."
Otok „Het Volkf' heeft van dit laatste iets
gehoord. Het voornemen zou zijni, om tegei?
schappelijken prijs „regeeringsworst" be
schikbaar- te stellen.
De Vee- en Vleeschbandel verneemt, da®
de regeering van plan is, maatregelen U-
treffen, dat, behalve bet bevroren vleesch,
ook de voorraden gezouten vleesch in con-
sump tie komen,
De voorraden gezouten en bevroren vleesch
worden geschat op D/2 niillio-en kilogram..
3QBHmH9BnnK«aaBHa)E8