ALBEHEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOP. ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Mo. 6566. Dins dag 7 Augustus 1917. 57e Jaargang. ABONNEMENT: ADVERTENTIfiN Uitreiking Levensmiddelesbons. De Oorlog. SINNENLAND. TeleSoon Bit Blad ysrsshynt Maandag-, Woensdag- en 7ri]daga?ond, aitgezoad rd op Feestdagen, iilj ds Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. tSUILLKTON. IPer 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland flAO. ®If vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65. overig Buitenland 2. abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Nenzen ook bij alle Bcekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10,, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt d® prijs slechts tweemaal berekend, Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van adverteutien voor 1 uur op den dag der uitgave. 11—12 s 2-l nm. 4:—6 De Hoofdcontroleur-Boekhouder van het Levensmiddelenbureau maakt bekend, dat uitreiking van nieuwe bons voor Varkens- vleesch en Bait- en Braadvet (der 2e serie) zal plaate hebben in hetlokaal Bethel, 2e Verbindingsstraat, en wel voor hen, wier geslachtsnaam begint met de letters A—GDonderdag9Aug. van 9—llnnrvm. H-K L-P Q-z Ter Neuzen, 6 Augustus 1917. De Hoofdcontroleur-Boekhouder voornoemd, L. W. RIJNBERG. Jubileum van Dr. Kuyper. Den 20en October a.s., viert Dr. A. Kuyper zijn 80en verjaardag. Er heeft zich nu een comite gevormd om den leider der anti- revolutionnairen een huldeblijk aan tebieden. Het eere-comite bestaatuit de oud-ministers Colijn, Harte van Tecklenburg, Heemskerk, Idenburg, Kolkman, Loeff en De Waal Malefijt. Van het comite is Prof. Bavinck voorzitter en de heer R. C. Verweijck te Amsterdam secretaris. Voorts hebben daarin uit Zeeland zitting de heeren J. fl. Blum te Aagtekerke, D Mulder te Zierikzee en Mr. A. A. de Veer te Middeiburg. Interneering van krijgsgevangenen. Het lid van de Tweede Kamer, de heer van Doorn, had 81 Juli de volgende vragen verzonden Is het waar, dat in ons land 16.000 krijgsgevangenen zullen worden geinter- neerd Zoo ja, welke maatregelen zjjn dan ge- troffen voor de voorziening in de behoef- ten van voeding en verwarming dier gei'n- terneerden Het antwoord van den heer Cort van der Linden, Minister van Binnenlandsche Zaken. (Ingezonden 4 dezer) luidt Inderdaad zullen 16.000 Engelsche en Duitsche krijgsgevangenen ten onzent worden ondergebracht. Maatregelen, om deze over het gansche land verspreid, van huisvesting enz. te voorzien, zijn in voor- bereiding. De Duitsche en Engelsche regeeringen hebben zich bereid verklaard om aan de Nederlandsche regeering naar gelang van de gebleken behoefte, hetzij het noodigete leveren voor den bouw en het onderhoud der interneeringskampen dier krijgsge vangenen, zoomede voor de geneeskundige verpleging, verwarming, voeding en kleeding der ge'interneerden, hetzij op geenerlei wijze den uitvoer van een en ander te belemmeren. Actie voor aflossiiig van bereden wapens. Het bestuur van de voorloopige eommissie van actie voor de aflossing der bereden wapens, heeft een adres gezonden aan de leden van de Tweede Kamer naar aanlei- DOOR H. RIDER HAGGARD. „Vriend Caleb," zeide hij, „wij wachten u. Wel, Mirjam, wat doet gij hier? Ga naar uw kamer, meisje. Er worden zaken behandeld, waarmee vrouwen niets te ma- ken hebben." „En toch vrees ik, grootvader, dat vrou wen ook hun last daarvan te dragen zullen krijgen," antwoordde Mirjam, en met een bulging voor Caleb verliet zij hen. Twee jaren gingen voorbij, twee vreese- lijke, bloedige jaren. In Jeruzalem ver- scheurden de partijen elkander. In Galilea veroverden Vespasianus en zijn generaals, ondanks den tegenstand van den Joodschen aanvoerder Josephus, ander wien Caleb streed, de eene stad na de andere, en ver- sloegen de inwoners, bij duizenden en tienduizenden. In de kuststeden en elders voerden Syriers en Joden oorlog. Tot dus- verre was er in Tyrus geen bloed vergoten, ofschoon iedereen wist, dat het zoover moest komen. De Esseeers waren uit hun woon- plaats aan de Doode Zee verdreven en had- ding van het nog steeds onder de wapenen houden van de lichtingen 1910,1911, 1912, 1913 en 1914. Adr. verzoeken er bij den Minister op te willen aandringen, dat in deze voor de be- trokken personen zoo onaangename zaak zoo spoedig mogelijk verbetering kome. Wedstrijd in onrecht! Nauwelijks was de ernstige neutralileils- scbending op de Noordhol 1 andsche kustach- ier den rug of nog tweemaal vergreep de Engelsche marine zich aan onze neutrali- teit. Eerst in het geval van de „Njorder- ney" ,en nu weer met de „Batavier II". En alsof de Duitsche marine bang was. zegt de Standaard. dat ze in minach- ting voor de rechten der neutralen bij En- geland Jen achter zou geraken, boort een onderzeeboot binnen de z.g. vrije strook van 20 mijleu, zes, of volgens sommigen tien Nederl. loggers in den gtrond, de bc- manning aan haar lot verder overlatend. Van den aanvang af is door ons bij klach- ten, betreffende het op reden der oorlogvoe- rendea, steeds er op gewezen, dat dit alles nog slechts cen begin der smarten was en dat jiaarmate het einde riaiderbij kwam, de moeilijkheden ~en gevaren voor ons land zouden toeneinen. Ondanks aile verzekeringen aan beide zij- den, dat men den tegenstander spoedig vol- komen zou overwinnen, bleef niet alleen elke beslissing uit, maar wordt liet meer en pieer duidelijk, dat men elkander niet baas kan worden-. In die gemoiedsstem- ining grijpt men voortdurend naar slraffe- re jniddelen "en bij de toepassing 'daarvan wordt al minder rekening gelionden met de rechten van hen, die zich tot nu toe bui ten den strijd. hidden. Van de zijde der Entente wordt steeds brutaler betoogd, dat de neutralen feitelijk het recht missen om zich buiten den strijd te houden. Zij behooren zich in den strijd voor recht en vrijheid bij de geallieerd.en aan te sluiten en als zij dat niet wenschen te (Joen, dan kan er verder met hun belan- gen pn rechten geen rekening worden ge- houden. Duitschland betoogt minder dan Enge- land, houdt er ook geen etisch-getinte re- devoeringen op na, maar trapt en schopt als het er op aankomt niet minder dan de anderen. t Wat ter wereld kaii er nu toch voor mili- tair put in gelegen zijn om 6 onschuldige visschersvaartuigen, die nog wel hun be- drijf uitoefenen hitmen het door Duitsch land vrij verldaarde deel van de zee, in den grond te boren? Zulk een daad is door niets te molivee- ren. Wat het gebeurde met de „Batavier" be- treft, vragen wij met klimmenden aan- drang: warn* zil onze marine? Wij hadden toch mogen verwachten, dat na ile historic bij Bergen een herhaling van de schending van onze lerritoriale \va- teren zou zijn uitgebleven. Begrijpt men dan niet, dat als we dit al les pver onzen kant laten gaan, een ander daai'in wel eens. aanleiding zou kunmen vinden pm de taak, de wij behoorden te vervullen, van ons over te nemen. De slag bij Bergen! Naar aanleiding van de sedert twee maal herhaalde schending onzer terri- toriale zeegrens, schrijft (prof.) S(truycken) in Van onzen Tijd o.a. Er moet onderscheid gemaakt worden den een toevlucht gev.onden in Jeruzalem. Zij zonden aan Mirjam boden om haar te waarschuwen, dat zij uit Tyrus moest vluchten, waar een moordpartij beraamd werd; zij moest ook niet naar Jeruzalem ko men, want die stad was, naar zij meenden, tot den ondergang gedoemd; als het moge lijk was, moest zij over zee vluchten, Ook haar geloofsgenooten, de Cbristenen, smeekten haar, met hen naar de stad Pelia te vluchten, waar zij alien uit Jeruzalem en geheel Judea bijeen kwamen. Op al die aanmaningen antwoordde Mir jam, dat zij moest doen wat haar groot vader deed. Vluchtte hij, dan zou zij ook vluchten, bleef hij in Tyrus, dan bleef zij ook; als hij naar Jeruzalem ging, zou zij hem vergezellen, want hij was goed voor haar geweest, en zij had gezworen, hem niet te veriaten, zoolang hij leefde. De Esseeers keerden dus terug naar Jeruzalem, de Christenen bevalen haar aan in de hoede van den Allerhoogste en vertrokken naar Pelia, waar, zooals voorspeld was, in al die vreeselijke tijden geen haar van hun hoofd gekrenkt werd. Toen Mirjam weer alleen was, zocht zij haar grootvader op, dien zij in zijn kamer vond, met bezorgd gelaat heen en weer loo- pend. „Waarom ziet gij er zoo bedroefd uit, tusschen de rechtsgevolgen van deze daad den aanval der Engelschen op Duitsche koopvaarders binnen onze zeegrens ten opzichte van onze verhouding tot Duitsch land en die tot Engeland. Engeland is verplicht de opgebraclite Duitsche sehepen vrij. te laten en vergoe- ding voor de toegebrachte schade toe te kennen. Daaraan kan geen twijfel bestaan. De Duitsche regeering kan uiteraard van de pnze verwachten, dat zij die vorde- ring tegen de Engelsche regeering instelle, en "Jiet hare doe om rechtmatige voldoe- ning te verkrijgen. Zulks is dan ook reeds geschied. Heeft zij ook andere rechten? Heeft zij met name ook eenige rectit- slreeksche vordering te onzen opzichte? Neen, wanneer onze Regeering kan doen zien, waartoe zij zonder twijfel in staat is, dat zij het hare heeft gedaaii om het ge beurde te voorkomen. Voor het gebeurde op zichzelf zijn wij niet aansprakelijk; een Staat is niet ver- antwooTdelijk voor de schade die vreemde- lingen pp zijn grondgebied, nog minder in zijn lerritoriale wale run, ondervinden door onreclitmalige handelingen v,an derden, ten- zij hem het verwijt treft, dat hij niet de noodige waakzaamheid heeft betraclit, om ze te voorkomen. Be belemmeritig ran de neutrale scheepvaart. Aan de vele Nederlandsche en Skandi- navisehe sehepen, die gereed liggen om uit te varen, is verlof hiertoe geweigerd tenzp waarborgen worden gegeven, dat de ladingen Duitschiane niet zullen bereiken. Een verklaring van de Britsche ambassade waarin vrijgeleide wordt toegezegd, is tevens noodzakelijk anders zullen de sehepen naar een Britsche haven worden opgebracht. Men neemt aan, dat de jongste beslissing van het Britsche prijzenhof, waarbij toe- gestaan werd, dat gedroogde vruehten naar Zweden uitgevoerd mogen worden, blijkbaar van invloed is geweest op het besluit om de bepalingen voor het embargo stronger te maken. De regeering koestert niet de minste vrees voor de Duitsche bedreigingen met represaille-maatregelen, evenmin vreest het dat de neutralen zich bij Duitschland zullen aansluiten, want het voelt, dat het in het laatste geval den Engelschen en Amerikaacschen vloten mogelijk zal zijn den handel, die thans nog door de neutrale wateren gedekt wordt, te verhinderen. De Engelsche Regeering zegt het Vischieveringscontract op. Bjj het bestuur van de Yereeniging van Reedersvisschersvaartuigen te IJmuiden is van den vertegenwoordiger van de Engelsche Regeering voor handelszaken te's Gravenhage bericht ontvangen, dat de Engelsche Regee ring de met de vereeniging van Reeders gesloten overeenkomst inzake de verplichte aanvaarding van een vastgestelde hoeveel- beid der vischaanvoeren te IJmuiden wenscht te beeindigen, met inachtneming van den gecontracteerden opzeggingstermijn van vijf weken. Onmiddelljjk zal de inkoop van visch verminderd worden tot de uiterste grens van de overeenkomst. In het belang van de Nederlandsche Mirjam?" vroeg hij. „Hebben vrienden u soms gewaarschuwd dat er nieuwe rampen dreigen?" „Ja, grootvader." Zij vertelde hem alles. „Ik geloof hen niet," zeide hij heftig. „Gelooft gij alles? Hoe weten zij dat? Ik zeg u, dat wij zullen overwinnen. Vespa sianus is nu keizer te Rome, en zal daar dit kleine landje wel vergeten; en de andere vijanden in en buiten ons eigen huis, zullen wij overwinnen en dooden. De Messias zal komen, de ware Messias. Vele teekenen en wonderen voorspellen zijn nadering. Ik zelf heb een visioen van hem gehad. Hij zal ko men, en hij zal overwinnen, en Jeruzalem zal groot en vrij zijn, en haar vijanden onder- drukken. Ik vraag u op welk gezag steunt dit ravengekras?" „Op de voorspellingen in ons Heilig boek." „Maar in mijn boek staan andere din- gen," antwoordde Benoni minachtend. „Welnu, kind, als gij het gelooft en be- vreesd zijt, ga dan met uw vrienden, de Christenen, mede, en laat mij den storm alleen afWachten." „Ik geloof het," antwoordde zij rustig, „maar ik ben niet bevreesd." „Dat is vreemd," zeide hij, „want dan moet gij ook gelooven, dat gij een wreeden stoom- en zeilvisscherij is aan de Reeders- vereeniging verzocht ten spoedigste een deputatie uit haar midden aan te wijzen om met de Engelsche Regeering te London te confereeren. In verband met deze zaak zal reeds heden een eommissie uit de ree ders een bespreking houden aan het depar- tement van Buitenlandsche Zaken te's Gra venhage. Annerika's uitvoer sl'opgezet? Berichten uit Kristiania wijzen er op, dat Amerika thans den geheelen uitvoer heeft gestaakt. Op het oogenblik ligt een aantal Noorsche sehepen vol geladen in Amerikaansche havens, zij mogen echter niet vertrekken. Ook andere Skandinavische sehepen wor den met hun lading in Amerika vastge- houden. De reden daarvoor is, naar het heet, dat het stelsel van controle eerst ge heel en al ingevoerd moet zijn, hetgeen niet voor het midden van Augustus het geval zal zijn. De moeilijkheden voor den handet zijn buitengewoon grooter worden zoowel Amerikaansche als Engelsche uitvoercon- Senten geeischt. Zooals gemeld, poogt de Noorsche Pool- reiziger Nansen de moeilijkheden tusschen Noorwegen en de Vereen. Staten op te lessen. Nansen bracht met den Noorscben gezant Bryn gister te Washington een bezoek op het departement van Buitenlandsche Zaken en deelde den assistent-secretaris Philipps mede, hoezeer Noorwegen behoefte heeft aan voedingsmiddelen, daarbij verklarend, dat Noorwegen bereid is sehepen ter be- schikking van de geallieerden te stellen. Philipps antwoordde, dat hij dit aanbod in de Export-raad ter sprake zal brengen. Vermoedelijk zal Nansen worden verzocht in dien raad te verschijnen om zijn verzoek toe te liehten. Nansen verklaarde in een interview, dat Noorwegen bereid is sehepen in ruil voor voedingsmiddelen te geven. Voor den oor log bezat Noorwegen een scheepsruimte van Rrie millioen ton, een millioen daarvan is door Duitschland vernietigd, een millioen heeft Noorwegen zelf noodig en de rest is het land bereid af te staan om tegemoet te komen aan de behoeften van andere landen. De Nederlandsche gezant heeft verklaard dat ook Nederland bereid is sehepen tegen voedsel te ruilen op voorwaarde dat deze sehepen niet naar het gevaarlijke gebied worden gezonden. De Nederlandsche Regee ring is bereid 80000 ton scheepsruimte voor de voorziening van Belgie beschikbaar te stellen indien de Ver. Staten aan Nederland levensmiddeleu voor eigen gebruik willen leveren. Dat Nederland niet bereid is zijn sehepen in het gevaarljjke gebied te laten varen, is volgens den gezant een gevolg van Neder- land'a kolonialen handel. De regeering der Ver. Staten heeft door bemiddeling van onzijdige diplomaten in- lichtingen gevraagd over de voedingstoe- standen in de onzjjdige landen van Noord- Europa en zal haar plannen om de onzij- digen op rantsoen te stellen vaststellen als de antwoorden zijn ingekomen. Het voor- dood zult sterven, die verschrikkingen heeft voor jonge, mooie menschen." „Neen, grootvader, dit zelfde geschrift beloof, dat geen van ons, Christenen, in deze benarde tijden zal omkomen. Ik vrees voor u, niet voor mijzelf; ik zal gaan, waar gij gaat, en toeven, waar gij toeft. Daarom smeek ik u voor de laatste maal, wees ver- standig en vlucht anders kost het u het leven." Mirjam's blauwe oogen stonden vol tra- nen. Benoni zag haar aan, en voor een oogenblik liet hij den moed zinken. „Uw boek beteekent niets voor mij," zeide hij, „doch aan het visioen van uw reinen geest zou ik bijna willen gelooven. Misschien zullen de dingen gebeuren, die gij vooruit ziet, en daarom, kind, vlucht. Aan geleide zal het u niet onfbreken, en geld kan 'ik u genoeg meegeVen." Zij schudde het hoofd. „Ik heb gezegd, dat ik niet ga zonder u." „Dan vrees ik, dat gij hier zult moeten blijven, want ik laat mijn huis en mijn rijk- dom niet achter, zelfs om mijn leven te red den, en nog minder laat ik mijn volk alleen in den heiiigen krijg. Doch Mirjam, als het slecht voor ons mocht afloopen, vergeet dan niet, dat ik u smeekte om te vertrekken, en doe mij geen verwijten." „Dat zal ik nooit doen," zeide zij glim- nemen is de levering van levensmiddeleu tot het allernoodigste beperken.j Om te beletten dat van de geleverde levensmiddeleu iets naar Duitschland gaat zullen de Ver. Staten waarborgen verlangeu dat geen voedsel, uit Amerika ingevoerd, weer wordt uitgevoerd of gebezigd om uit- gevoerde goederen te vervangen. Amerika en de onzijdigen. De correspondent te Londen van de ,;N. R. Crt." seint De correspondent te Washington van de //Daily Telegraph" meldt, dat men er op hefc Kapitool van verzekerd is, dat het aan de Nederlandsche eommissie en commissies uit andere onzijdige landen, die hier verwacht worden, onmogelijk zal blijken de Ameri kaansche regeering af te brengen van haar besluit om voorraden aan de onzijdigen te onthouden ten einde te beletten, dat er vet, vieesch en andere belangrijke artikelen de centrale mogenheden bereiken. DE ALGEMEENE TOESTAND. Het slechte weer, regen en storm, heeft schrijft het Hbl. aan het Belgische front de op 31 Juli ingezette offensieve beweging doen verloopen. De eerste Duit sche stalling werd over een tamelijk breed front door het ontzettende trommelvuur stukgeschoten en bezetop enkele punten werd in de volgende dagen nog gestreden, en naar wij zien, met afwisselende kansen. Het verst vooruitgelegen punt, dat de En gelschen bezet hadden was St. Julien, aan den weg Yperen—Poelcapelledit werd reeds den volgenden dag door de Duitschers hernomen, maar is Vrijdag weder in han- den der Engelschen gevallen. Ook ten Z. van Hollebeke en ten O. van Monchy-le- Preux werd door de Engelschen terrein gewonnen. Overigens werd aan het Engelsche en Fransche front op enkele punten hevig ge streden, zonder dat de toestand aan het front veel veranderde er is echter kang, nu het weer wat beter wordt, dat pogingen zullen worden aangewend, om de offensieve beweging in Vlaanderen te hervatten. Aan het oostelijke front is de opmarscb der Duitsch-Oostenrjjksche troepen zoover voortgezet, dat bijna het geheele Oosten- rijksche gebied door de Russen is veriaten. In Oost-Galicie is de Sbroetsj, de grens- rivie'r, op sommige plaatsen reeds door de verbonden troepen overschreden eenige dorpen op Russisch gebied, in Podolie ge legen, werden daar bezet. Tusschen den Dnjester en de Proeth trokken de Russen, nadat Sniatyn en Tsjer- nowitz door de Oostenrijkers bezet waren, naar Bessarabie terug. Tsjernowitz, de hoofdstad der Boekowina', is weder door de Oostenrijkers bezet. Wel wonderlijk zijn de lotgevallen van die stad en het landje, dat door den oorlog zeer ernstig bezocht werd. Op 15 September 1914 werd Tsjernowitz door de Russen bezet, en weldra was de Boekowina grootendeels in handen der Rusien. Doch in het begin van 1915 keerde lachend, en gaf den ouden man een kus. Zoo bieven zij in Tyrus, en een week later barstte de storm los. Reeds dagen lang had geen Jood zich op straat kunnen vertoonen. Verschillenden die het gewaagd hadden, waren door het min- dere volk, door Romeinsche spionnen aan- gezet, opgejaagd en doodgeslagen. Van dien tijd had Benoni gebruik gemaakt, om zijn huis, dat een gedeelte uitmaakte van een oude vesting, die menige belegering doorstaan had, in staat van verdediging te brengen, en van een grooten voorraad le- vensmiddelen te voorzien, Ook zond hij boden naar Caleb, die, naar men zeide, het bevel voerde over het Joodsche leger in Jaffa, om hem te berichten, in welk gevaar zij verkeerden. Vele voorname Joden in Tyrus hadden met vrouw en kinderen een toevlucht gezocht in het versteirkte huis van Benoni, want nergens in de stad was een plaats die zoo goed verdedigd kon worden. En op de binnenplaatsen en in de galerijen waren meer dan vijftig trouwe dienaren en slaven ondergebracht, die met wapens wis- ten om te gaan. Zoo stonden de zaken, toen Mirjam op een nacht ontwaakte door een vreeselijk ge- gil. Zij sprong uit haar bed en onmiddellijk was Nehushta bij haar. (Wordt vervolgd.) CO U RANT.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1