No. 6562. Zaterdag 28 Juli 1917. 57e Jaargang.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Uitreiking Zeepkaarten
Aanwijzing verkrijgbaarstelling
Leyensmiddelen.
MISJA ML
De Oorlog.
8 i N N E N L A N 0.
I jEUILLKI ON.
Oost-Galicie, doch ook in de Woud-Karpa-
then de Russische Iegers terugtrekkeD, en
de Duitsch-Oostenrijksche troepen over een
frontbreedte van 250 K.M. vooruitgaan.
Bier sehijnt dus het Russische leger vol-
komen en deroute.
In het Noordelijk deel van het Russi
sche front echter, aan de Dwina, tusschen
Dunaburg en Wilna, stond het leger nog
krachtig. Daar werd in de laatste dagen
vrij hevig gevochten. Het Duitsche leger-
bericht meldde, dat ten Zuiden van Duna
burg, na krachtige artillerievoorbereiding,
zes divisies een aanval deden, die vyfmaa!
met groote verliezen werd afgeslagen. Het
Russische legerbericht vult dit bericht
eenigszins aan. Het zegt, dat de Russen
aan beide zijden van den spoorweg Duna
burgWilna in de Duitsche linies door-
drongen. Maar daarna gingen de troepen,
zonder daartoe door den vijand gepoodzaakt
te zijn, naar hun eigen loopgraven terug.
En nu krggt men een herhaling van
hetgeen aan het zuidelijk deel van het
front plaats hadRegimenten weigerden
verder de bevelen uit te voeren, en ook
daar is dus de toestand van dien aard ge-
worden, dat de troepen den strijd opgeven.
En ondanks den moed en de volharding
van enkele afdeelingen kan er geen krachtig
offensief mogelijk zijn, bij zulk een oprat-
ting van de Iegers.
GRUWELIJKE VOLKSUITPUTTING.
(Van den medewerker van het Hbl.
te Lausanne).
Om den vechtjas tot pacifist te bekeeren,
legt men hem oorlogsbeschrijvingen voor
van ooggetuigen, brengt men hem op het
slagveld, ieidt men hem (in verbeelding
door Niemandsland na den aanval, voert
men hem te midden der kreunenden in
lazaretten en veldhospitalen.
Voorzeker zijn zulke //object lessons"
nuttig en geschikt om menigen dolleman
op zijn pad te bekeeren, menigeen, die den
mond vol had over den //frisschen, frohlichen
Krieg", tot stilleren inkeer te brengen.
Er zullen er echter ook alsdan nog blijven,
die volhouden, dat deze vreeselijkheden ver-
geleken moeten worden met de pijnlnke,
doch onvermijdelijke moment der o_peratie
welker zegenrijke gevolgen desniettegen-
staande het politiek-sociale lichaam noode
konde missen.
Dezen nu toone men de duurzame ge
volgen van den oorlog, de gruwelijke ge
volgen der volksuitputting, welke zich reeds
nu, en in steeds toenemende mate, ver-
toonen in Midden-Europa, in Polen,
in Litauen, in Koerland, in de West-
Oekra'iena, in Belgie, in Noord-Frankrijk,
in Servie, in Montenegro, in Roemenie,
in Albanie, in de niet-Duitsch-Madzjaarsche
deelen der Donau-monarchie, in Elzas-
Lotharingen, maar ook, zjj het alsnog in
mindere mate, in Duitschland zelf, en Oos-
tenrijk, en Hongarije, en Bulgarije, en
geheel het Turksche Rijk, en wel voor-
namelijk, wat de lagere volksklassen betreft,
die voor ons werken eD, als ket er al te
zeer op aankomtrevolutie maken.
Zoo heb ik hier v6or mij het Poolsche
blad //lskra" (de Venk) uit Sosnowice.
Wat daarin beschreven staat van Poolsche
volkstoestanden zoo heel koeltjes en zake-
lijk als over dingen van den dag, waaraan
reeds men gewend raakte, is voor ons,
Westersche neutralen, verbijsterend. //Ten
gevolge van den abnormalen toestand, dien
ons land doormaakt," schrijft het blad, //kan
men on der de armere berolking zeer vreem-
de verschijnselen waarnemen.
Zonder nog te spreken over een zekere
soort van "oogaandoening, worden talrijke
geneeskundige geverifieerde gevallen gecon-
stateerd van kinderen, die geboren werden
zonder een oor, zonder een arm, zonder
een been, en zoo voort. In het district
van Bendzin allele zijn in den laatsten tijd
elf gevallen gerapporteerd van pasgeborea
kinderen, die den oogappel missen. Waar
gaan wij heen Waar gaat Europa heen,
indien de huidige omstandigheden nog een
jaar zoo moeten voortduren, en dat in ver-
ergerde mate
Ook de afdeeling „De Kinderen Buiten"
van den Generalen Poolschen Hulpraad
meldt aan de Warschausche persorganen
zonderlinge gevallen van kinder-uitputting,
jongens van vier jaar, die 7 (zeven K.G.
wegen in plaats van de normale 16 a 20,
en dergelijke meer.
Nogmaals, waar gaat straks geheel
Middel-Europa heen met den //frisschen,
frohlichen Krieg", dien het zich gevcenscht,
indien niet gemaakt heeft
DE LUCHTAANVALLEN OP LONDEN.
De //New-Statesman" zegt, dat de Duit
sche luchtaanvallen op Londen van 13 Juni
en 7 Juli een nieuwe fase openen in den
luchtstrijd. Het doel blijkt voldoende uit
wat er is gebeurd en uit het bericht vaiii
wat een vlieger, die er aan deelnam, in de
Duitsche pers moet hebben gezegd. Zi|
waren niet bedoeid op munitiefabrieken en
militaire inrichtingen en zelfs niet op ha
vens, gpoorwegen en bruggen. Zjj waren
bedoeid op Londen als druk middelpunt van
bedrijf. Daar de oorlog wordt begrepen als-
een strijd, niet alleen tusschen Iegers, maar
tusschen volken, is het idee ontstaan, om
achter de Iegers te komen en onmiddeliijk
los te trekken op de burgerlijke bedrijfs-
organisaties, die als het ware het zenuw-
stelsel vormen in het lichaam van een mo-
derne natie. Om duidelijke redenen is de
lucht gekozen als medium voor deze poging.
Eerst werd deze gedaan door de Zeppelins
maar deze werkten steeds in *den blinde
en 12 maanden geleden werd er een medi-
cijn tegen hem gevonden. Thans wordt de
poging beproefd door vliegtuigen, die veel
geduchter 'zijn, daar zij overdag komen en
hun doelen zien, en die veel minder kwets-
baar zijn, omdat zij veel kleiner, vlugger
en talrijker zijn. Ingeval vliegtuigen woor
de verdediging van de hoofdstad bij Londen
worden gehouden, zouden deze geen enkel
ruilnaii doel dien en, dan alleen, indien er
een aanval plaats heeft en voor het overigc
werkeloos blijven terwijl de vliegtuigen,
door den vijand voor zijn aanval gebruikt,
alleen bij uitzondering van den dag van
aanval, door hem evenzeer voor iedere an-
dere onderneming kunnen worden benut.
M. a. w. om 22 vliegtuigen over de City te
zenden, behoeven de Duitschers deze alleen
voor enkele uren uit hun strijdkrachten los
te maken maar om zulk een aantal voor
de verdediging van Londen te gebruiken,
zouden wij ze voorgoed uit onze strijdkrach
ten moeten halen.
Zooals de zaken zijnbeteekent deze om-
standigheid een permanent nadeel voor En-
geland. Parijs daarentegen is betrekkelijk
onaantastbaar, niet ondanks, maar juist
wegens de nabijheid van het front. De
vliegtuigen, die Parijs verdedigen, vormen
een deel van de strijdkrachten.
VREDESMOTIE IN HET LAGERHUIS.
Bij de tweede lezing van de wet op de
middelen heeft Ramsay Macdonald een ma-
tie voorgesteld, waarin hij zegt, dat de door
den Duitschen Rijksdag aangenomen vre-
desmotie de beginselen bevat, waarvoor En-
geland den geheelen oorlog op de bres
heeft gestaan, en waarin hij een beroep doet
op de Regeering om in overleg met de bond-
genooten hun vredesvoorwaarden dienover-
eenkomstig nader te verklaren.
Macdonald zeide in de toelichting, dat
nieuwe omstandigheden een nieuwe politiek
eischen en dat raadpleging van de volken
van aile oorlogvoerende landen in een inter-
TW BEiDEl ZBX.AJD.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat in de week
van 30 Juli5 Aug. gelaig zullen
zijn voor
Bak- en Braadvet
bon
no.
18
le
serie
Yersch Varkens
vleesch
n
u
18
le
gezouten Varkens
vleesch
n
19
le
Greene erwten
18
le
Havermout
n
n
5
le
u
Ter Neuzen, 27 Juli 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Op bon no. 18 voor ver*sch
Varkensvieesch mag 0.200
K.G. worden afgegeven.
Op bon no. 19 voor gezoutetfl
Varkensvleesch mag 0,200
K.G. worden afgegeven.
Op bon no. 5 voor Hasermoul
mag slechts 0,100 K.G. worden
afgegeven.
De Hoofdcontroleur-Boekhouder van het
Levensmiddelenbureau maakt bekend, dat
uitreiking van zeepkaarten voor de maand
Augustus zal plaats hebben in hetlokaal
Bethel, 2e Ver binding sstraat,uii-
sluitend tegen inlevering dei*
oude kaaHten en tegen betaling
van I cent per kaart, en wel
voor hen, wier geslachtsnaam begint met
de letters
A— G Dinsdag SllJuli van 9—H uur v.m.
H K 11 12
P 2-4 u.m.
Q—Z n v v 6
Ter Neuzen, 27 Juli 1917.
De Hoofdcontroleur-Boekhouder
voornoemd,
L. W. RIJNBERG.
De distributie van rundvleesch,
Wij zijn meldt de H. Crt. thans
in staat de volgende mededeeling te doen
over de distributie van rundvleesch
Vrij dag j.l. vargaderde de commissie van
bijstand inzake de uitvoering van de Dis-
tributiewet 1916 (voorzitter de heer 0.
Reitsma) met de dagelijksche besturen van
verschillende groote gemeenten in ons land,
en heeren directeuren van verscheidene
abattoirs, ter bespreking van de distributie
van rundvleesch.
In die vergadering werd medegedeeld,
dat, waar om verschillende redenen inkrim-
ping van den veestapel noodzakelijk is, de
Regeering over zal gaan tot distributie van
rundvleesch.
Voorloopig zal vee van 200 K.G. slacht-
gewieht worden gedistribueerd. Het zal
aan de slagers geleverd worden voor 0,90
per K.G., met een toeslag van f 30 per
100 K.G.
Het vleesch zal door de slagers moeten
worden verkocht van 0,70 het K.G. af.
Er wordt geen onderscheid gemaakt, wat
de kwaliteit betreft. Het vee wordt den
slagers toegezonden, en dat hebben ze tegen
bovengenoemden prijs te verkoopen.
DOOR
H, RIDER HAGGARD.
Eindelijk kwam er tijding en goede tij-
ding. Op zekeren dag was Mirjam met goed-
vinden van haar grootvader, en door be-
dienden Vergezeld, gaan wandelen in de
tuinen die hij bezat in het Noordelijk deel
der stad, op het vasteland, dat Palaetyrus
heette. Het waren mooie tuinen, goed be-
sproeid, en tot aan het zeestrand loopend.
Er groeiden fraaie palmen en andere boo-
men, struiken en bloemen. Toen Mirjam en
Nehushta een poosje hadden rondgedoold,
gingen zij zitten op een omgestorte zuil van
een ouden tempel. Opeens hoorde zij voet-
stappen. Mirjam keek op, en zag een Ro-
meinschen officier voor zich, wiens mantel
de sporen droeg van een zeereis; hij werd
geleid door een van Benoni's dienaars.
De officier, een ruw, doch vriendeiijk man
van middelbaren leeftijd, boog voor haar, en
vroeg in het Grieksch, of hij sprak tot vrou-
we Mirjam, de kleindochter van Benoni, die
bij de Esseeers was grootgebracht.
„Die ben ik, heer", antwoordde Mirjam.
Door wie het vee zal worden aangekocht
is nog niet bekend. Zooals men weet,
heeft c'e Ned. Bond van Veehandelaren
(distributie-commissie) zich daarvoor be-
schikbaar gesteld.
Het beste vee zal voorloopig niet voor
de distributie geslacht worden.
Bovengenoemde methode van distribueeren
van rundvleesch is een plan, ontworpen
door de commissie van bijstand. Het is
zoo goed als zeker, dat de Minister er zijn
goedkeuring aan zal geven, en dan zal 8
dagen na publicatie in de „Staatscourant"
de regeling in werking treden.
Voor de veehandelaren kan nu een
slechte tyd aanbrekeD, tenzij de distributie-
koeien door hen op de markt tegen provisie
of op eigen rekening zullen kunnen worden
gekocht.
Ten slotte zij nog medegedeeld, dat ook
vet vee gedisti'ibueerd zal worden.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De //Norddeutsche Alg. Ztg." heeft ge
ar; twoord op de door Lloyd George gehouden
redevoering, die te beschouwen is als een
antwoord op de eerste redevoering van den
nieuwen Duitschen rijkskanselier, over den
oorlogstoestand.
Heel belangrijk is die bespreking niet,
schrijft het Hbl.
De vergelijking, die dit offieieuse Duitsche
blad maakt tusschen de redevoering van
Lloyd George en Carson gaat niet op.
Lloyd George is op dit oogenblik de ver-
antwoordelijke Engelsche Ministerwat
Sir Edward Carson zeide, wordt door
niemand ernstig opgevat en zelfs in de
//Daily News" onzin genoemd. Dit Engel
sche blad toch zeide, in de bespreking van
de redevoering van den Minister-president
z/De krucht van Lloyd George's rede
voering is, dat ze tot den wortel van den
toestand gaatze is vrij van den onzin,
als in Carson's eisch, dat Duitschland zijn
Iegers achter den Riju moest terugtrekken,
een eisch blijkbaar berustend op de onder-
stelling, dat de Rijn de grens van Duitsch
land is. Dergelijke uitspraken in de mond
van een iid van het oorlogskabinet zijn
niet alleen op zich zelf onverantwoordelijk
en ergerlijk, maar moeten de regcenag
ernstig hinderen in haar leiding, die in
onwetendheid en domheid niet zonder onheil
kan worden voortgezet.
Het is duidelijk, dat Lloyd George, al
zeide hij het niet opzettelijk, zijn redevoe
ring, die eenvoudig en helder was, opzette
lijk hield, om de rodomontade van Sir Ed
ward Carson te niet te doen. Dat is uit
verschillende Engelsche persstemmen op te
maken. De //Daily News", het verschil
tusschen beide redevoeringen uiteenzettende,
zegt van Lloyd George's redevoering dan ook:
Lloyd George trok een veel verstandiger
lijn door nog eens een scherp onderscheid te
maken tusschen do Duitsche autocratie en
het Duitsche volk. Met dit is een vrede
mogelijk. Met de autocratie is in het afge-
trokkene een soort vrede denkbaar, maar
hij zal veel moeilijker zijn tot stand te
brengen, het Duitsche volk veel duurder
uitkomen en veel minder kans van duur-
zaamheid hebben. Dit is de kern van de
beele zaak.
En juister dan de //Norddeutsche Alg.
Ztg." heeft de //Vorwarts" de meening
over de redevoering van Lloyd George
aid us samengevat
//Over het geheel toont die rede niet
meer het stormachtig verlangen naar voort-
zetting van den strijd tot het einde, die
vroegere uitingen van den Engelschen staats-
man vervulde.
//Hij zeide, dat hij met Duitschland geen
„Dan, vrouwe, heb ik, Gallus, u een bood-
schap over te brengen".
Hij haalde een brief uit zijn gewaad, met
een zijden draad dichtgebonden en verze-
geld, benevens een pakje.
„Wie zendt^dit?" vroeg zij met glinste-
rende oogen, en „en van waar komt het?"
„Van Rome, vrouwe, zoo snel de zeilen
ons wilden vooruitbrengen. En de zender is
de edele Marcus, de Gelukkige genaamd."
„0", zeide Mirjam blozend, „zeg mij, heer,
is hij gezond?"
„Zoo gezond, als hij maar kan verlangen,
en door den dood van zijn oom Caius is hij
schatrijk geworden. Misschien heeft daarom
de goddelijke Nero hem wel zoo lief gekre-
gen, dat Marcus het paleis bijna niet mag
verlaten. Ik mag dus eigenlijk niet zeggen,
dat hij volkomen gezond is, daar Nero's
vrienden soms niet lang leven. Neen vrees
niets, het is maar scherts; uw Marcus is in
veiligheid. Lees den brief, vrouwe en ver-
spil geen tijd. Mijn zending is volbracht.
Dank mij niet; het is belooning genoeg, dat
ik uw lief gezichtje mocht zien. Marcus is
inderdaad onder een gelukkig gesternte ge
boren; en ofschoon ik jaloersch op hem ben,
bid ik om uwentwil, dat zijn ster hem tot u
inoge terugvoere'n. Vaarwel, vrouwe".
„Snijd den zijden draad door, Nou", be-
val Mirjam, toen kapitein Gallus vertrokken
was. „Vlug wat. Ik heb geen mes".
vrede kan sluiten, omdat hjj het voor een
autocratie houdt. Het geheele gebouw
zijner redevoering stort reddeloos ineen,
als Duitschland toont, dat het geen auto
cratie is."
Dit is het eenige noodige. Laat Duitsch
land toonen dat het geen //corrupte, eng-
hartige autocratie" is, zooals Lloyd George
Rusland noemde waarmede toch Enge-
land een bondgenootschap sloot maar
dat een frissche, ontwakende democratische
geest, als gevolg van den oorlog in Duitsch
land is ontwaakt, en dat het werkelijk een
democratischen regeeringsvorm wil invoeren,
die het mogelijk m;.akt, niet alleen om
vrede te sluiten, maar ook om dien vrede
duurzaam te doen zijn.
Meer duideljjkheid is echter gewenscht,
aan beide zijden. Wat dat is knoodig om
de partijen te doen iczien, dat zij feitelijk
alien naar vrede verlangen, en dat er nog
slechts een misverstand, een onjuiste op-
vatting bestaat, die door bespreking kan
worden weggenomen.
Kerensky wil dan ook nu, dat de En
tente-conferen tie, waarop in Rusland reeds
sedert lang js aangedrongen, en waarin
o. m. de oorlogsdoeleinden zullen worden
herzien, in Augustus zal worden gehouden.
De uitnoodiging daartoe is zoo dringend,
dat de westelijke geallieerden zich daaraan
niet meer zullen kunnen onttrekken. Kerens
ky zal dus thans, en dat met meer nadruk
doen, wat de Revolutie in Rusland van
den aanvang vorderde, zoo krachtig mogelijk
bij de geallieerden aandringen op het nader
brengen van de vredesmogelijkheid.
De //Frankf. Ztg." zegt naar aanleiding
dezer nieuwe uitnoodiging van Kerensky
z/Wij hebben steeds gewaarschuwd tegen
de illusie— die in sommige Duitsche krin-
gen werd gekoesterd dat een afzonder-
lijke vrede met het revolutionaire Rusland
zou zijn te bereiken. De redenen, die een
dergelijke oplossing meer dan onwaarschijn-
lijk maakten, bestaan ook thans nog doch de
vooruitzie'nten voor een verstandige en in-
nerlijk zich van haar doel bewuste Russi
sche politiek, zijn aan merkelijk beter ge
worden.
De wensch naar '..rede is niet meer te
onderdrukken. De verklaring van den
Duitschen Rijksdag schept in alle landen
voor de oprechte vredesvrienden nieuwe
mogelijkheden. De tot nog toe door Ke
rensky gevolgde politiek gaat te gronde,
zoo de Russische dictator dit niet tijdig
inziet, en den weg betreedt, die een ver-
standig overleg hem van den beginne af
had moeten wijzen."
Dat dit vrij juist is, toont ook de mede
deeling van den Engelschen Minister Hen
derson, die uit Rusland is teruggekeerd.
Henderson zeide te betwijfelen, of het
geheele leger, of de meerderheid der ge-
matigde socialisten, van wie zooveel afhangt,
hun uiterste best zullen doen den oorlog
met succes voort te zetten. //Zij zijn toch
van meening, dat alle regeeringen de heer-
schende kiassen vertegenwoordigen, de
midden- en hoogere kiassen, kapitalisten
en imperialisten, door hen bourgeoisie ge
noemd, en zij koesteren achterdocht tegen
Britsche en Fransche arbeiders alleen om
reden, dat deze dezelfd® staatkunde steunen
als de bourgeoisie, die zij zoozeer wan-
trouwen."
Dit is, met eenigszins andere woorden,
een verklaring, dat de vredesstemming in
Rusland toeneemt.
Dat bij de Russen de strijdlust afneemt
blijkt uit de berichten van het Russische
front. Na den terugtocht uit het gebied ten
O. van Lemberg, begonnen ook de Russen
in het terrein ten zuiden daarvan eveneens
terug te trekken, zoodat nu niet alleen in
Glimlachend gehoorzaamde Nehushta en
de brief werd geopend. Hij luidde aldus:
„Aan vrouwe Mirjam, van Marcus den
Romein, haar vriend, door tusschenkomst
van kapitein Gallus.
„Waarde vriendin en vrouwe, gegroet.
Na mijn aankomst hier schreef ik u reeds
een brief, doch heden ontving ik het bericht,
dat het schip, dat hem medenam, voorbij de
kust van Sicilie schipbreuk had geleden.
Daar Neptunus nu dien brief heeft en vele
goede soldaten erbij, zend ik u, ofschoon de
kunst van schrijven niet tot mijn beste werk
behoort, hierbij een anderen, in de hoop, dat
gij mij niet hebt vergeten, en dat de lezing
ervan u genoegen zal doen. Mijn lieve Mir
jam, weet, dat ik mijn reis naar Rome in
veiligheid volbracht heb en onderweg uw
grootvader bezocht, om hem een som geld
te betalen, die ik hem schuldig was. Maar
dat zult gij misschien reeds vernomen heb
ben.
„Van Tyrus vertrok ik per schip naar
Italie, doch werd op de kust van Melitta ge-
worpen, waar velen onzer verdronken. Door
de genade van den een of anderen god
ik vraag mij af, welken werd ik echter
gered, en kwam met een ander schip veilig
te Brindisi aan, van waar ik zoo snel als
paarden mij konden vooruitbrengen, naar
Rome reisde. Ik kwam juist op tijd, want
ik vond mijn oom Caius erg ziek. En in de
meening, dat ik bij de schipbreuk te Melitta
was verdronken, was hij op het punt zijn
bezittingen bij testament te vermaken aan
Keizer Nero. Gelukkig had hij hier echter
niets van gezegd want dan was ik misschien
vandaag even arm, als toen ik u verliet,
lieve mogelijk nog'armer, want tegelijk
met mijn erfenis had ik wellicht mijn hoofd
verloren.
„Ik vond genade in de oogen van mijn
oom Caius; een week na mijn aankomst
maakte hij een formeel testament, waarbij
hij mij al zijn landerijen, goederen en gelden
vermaakte, die ik bij zijn dood, drie maan
den later, erfde. Ik ben dus rijk geworden
zoo rijk, dat ik, nu ik over veel meer geld
kan beschikken, door een onverklaarbare
tegenstrijdigheid zuinig ben geworden, en
zoo min mogelijk uitgeef. Toen ik in het be-
zit was van mijn erfenis, besloot ik, naar
Judea terug te keeren, en wel alleen, om in
uw nabijheid te zijn, mijn liefste Mirjam. Op
het laatste oogenblik werd ik door een on-
gelukkig toeval teruggehouden. Het borst-
beeld dat gij van mij gemaakt hebt, had ik
uit de schipbreuk weten te redden en veilig
naar Rome te brengen nu wenschte ik,
dat het op den bodem der zee lag, en gij
zult vernemen, waarom.
„Toen ik in bezit kwam van het mooie,
groote huis in de Via Agrippa, gaf ik het
de eereplaats in de voorzaal, en liet den
beeldhouwer GlauCus,- van wien ik u ge-
sproken heb, en andere kunstenaars komen,
om hun oordeel over het werk uit te spre
ken. Zij kwamen, staarden en zwegen, want
ieder hunner vreesde, door het te prijzen,
een mededinger in de hoogte te zullen ste-
ken. Eindelijk vertelde ik hun, dat dit het
werk was van een dame in Judea; zij ge-
loofden mij niet, want alien verklaarden,
dat geen vrouw dit beeld had gemaakt,
maar daar zij begrepen dat zij niets te vree-
zen hadden van een kunstenaar die zoo
veraf woonde, begonnen zij eenstemmig het
werk te prijzen, en niemand sprak dien
avond over iets anders, totdat de wijn hun
te machtig werd. Den volgenden morgen
gingen zij met hun lofuitingen voort, tot
dat deze eindelijk Nero bereikten, die ook
een kunstenaar is op muzikaal en ander ge
bied. Op zekeren dag bracht de Keizer, zon
der voorafgaande waarschuwing, een be-
zoek aan mijn huis, en verzocht, het borst-
beeld te mogen zien. Gedurende vele minu-
ten bekeek hij het door een smaragd, waar
mede hij zijn gezicht te hulp komt, en vroeg
toen:
„Welk land heeft de eer, het genie te her-
bergen, dat dit werk schiep?"
(Wordt vervolgd.)
TEIt SElZEfSl'DE COIRMT.
it
V