ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
MaximumprijzenEijst.
No. 6561.
Donderdag 26 Juli 1917.
57e Jaargang.
I
B I H N InTTFdT"
ABONNEMENT
ADVERTENTlfiN:
Telefoon 25.
Bit Blad yerschynt Maandag^, Woensdag^ en Vrijdagayond, uitgszonderd op Feestdagen, &y de Firma* P. J. VAN DE 8ANDE ts Ter Neuzen.
Maatregelen tegen gebrek
aan veevoeder.
EEUILLBTOK.
summ
Psr 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0.10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt di
prijs slechts twee ma al berekend.
Grootere letters en ciiche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uui* op den dag der uitgave.
De Burgemeester van TER NEUZEN
wijst landbouwers en veehouders op onder-
staande raadgevingen van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel in de
Staatscourant van 18 Juli 1917 en beveelt
met aandrang aan zooveel mogelijk in de
door den Minister aangegeven richting
werkzaam te zijn.
DOOR
ft RIDER HAGGARD.
Den avond van den tweeden dag sloegen
zij hun kamp op in de open lucht, niet ver
van de poort van Damascus in de Heilige
Stad. Benoni wilde de stad niet binnen-
trekken, uit vrees dat de Romeinsche solda-
ten hem zouden uitplunderen. Toen de
maan opkwam, nam Nehushta Mirjam bij
de hand en bracht haar tusschen de rus-
tende kameelen door naar een plek op kor-
ten afstand van het kamp.
Daar, met den rug tegen den wal staande,
wees zij haar een rots, steil, doch niet zeer
hoog, vol holten en rimpels, die haar op
dezen afstand eenige gelijkenis met een
menschenschedel gaven.
„Zie," zeide zij plechtig, „daarginds werd
de Heer gekruisigd."
Mirjam viel op de knieen, om te bidden.
Daar hoorde zij de ernstige stem van haar
grootvader achter zich, die haar beval op te
staan.
„Kind," zeide hij, „het is waar. Het is
ook waar, dat er na den dood van dien val-
schen Messias teekenen en wonderen ge-
beurden, en dat Hij voor mij en mijn volk
een vloek naliet, die misschien nog in ver-
vulling moet konten. Ik ken uw geloof, en ik
heb beloofd, dat ik u in vrede uw weg zou
st-
en
en,
en
ar-
er.
?r-
lar
handelprijs van f 49.per 100 K.G., een
maximumtusschenhandelprjjs van f 50.
per 100 K.G. en een maximumkleinhandel-
prjjs van 30 cent per 1/2 K.G.
b. voor boekweitmeel (gruttemeel) en
boekweitgort vast te stellen een maximum-
groothandelprjjs van 61.per 100 K.G.,
een maximumtusschenhandelprijs van /62.
per 100 K.G. en een maximura-kleinhandel-
prijs van 38 cent per 1/2 K.G.
C. voor bakmeel (50 °/0 boekweitmeel,
50 °/0 rjjstmeel) vast te stellen een maxi-
mumgroothandelprijs van 55,— per 100
K.G., een maximum tusschenhandelprjjs
van 56,— per 100 K.G., en een maxi-
van 34 cent per
te .axel, is wegens het niet voldoen
het bevel van een ambtenaar veroordet mumklainhandelprgs
tot 10 boete of 10 dagen hecht. 13 K.G.
J. F. v. I., oud 56 j., scbippersknec "te bepalen, dat sub 2a, b en c be
te Graauw, is wegens huisvredebreuk, wed, doelde maximumgroolhaudel en tusschen-
spannigheid en beleediging van een amb handelprijzen zijn te veistsan per 100 K.G,
naar, veroordeeld tot 10 boete of
dagen hecht.
A. J., oud 18 j., vlasbewerkersknech
St. Jansteen, is wegens mishandeling v
oordeeld tot 10 boete of 10 dagen he<
^&Lt> tmaCWiau-g" van aen Minister van
Landbouw, Njjverheid en Handel van 16
Juli 1917 Staatscourant van 16 Juli 1917
No. 164.
lo. het is behoudens zjjn bijzondere
toestemming of die van den Minister van
Oorlog met ingang van heden verboden
a. tarwe, rogge, peulvruchten en boek-
weit te verwerken tot voedermiddelen voor
dieren of te vermengen met voedermiddelen
voor dieren
fo. tarwe, rogge, peulvruchten en boek-
weit, gedorscht of ongedorscht, verwerkt of
onverwerkt, gemengd of ongemengd met
andere stoffen, als voedermiddel voor dieren
te gebruiken
2o. dat het onder lo bepaalde niet van
toepassing is op paarden-, wier-, schapen-,
dniven- en Waalsche boonen.
Ter Neuzen, 20 Juli 1917.
De Burgemeester,
J. HU1ZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, ingevolge circ. No. 59437,
dato 19 Juli 1917, dat Z.Exc. den Minister
van Landbouw, Njjverheid en Handel, gezien
art. 8 der Distributiewet 1916
heeft goedgevonden
1. a. voor middel maalrjjst (industrie-
rjjst) vast te stellen een maximumgroot-
en tusschenhandelprijs van 46.50 per
100 K.G.
b. te bepalen, dat de sub a bedoelde
prijs is te verstaan netto, inclusief baal,
af fabriek, contant zonder korting.
2. a. voor rijstgries, rijstmeel en rjjst-
bloem vast te stellen een maximumgroot-
laten vervolgen. Toch verzoek ik u, niet hier
in het openbaar tot uw God te bidden, waar
hij als boosdoener met boosdoeners gestraft
werd. Anderen, minder verdraagzaam dan
ik, mochten het eens zien, en u den dood
van uw vader doen sterven."
Mirjam boog het hoofd en keerde naar-
het kamp terug. Er werd niet meer over de
zaak gesproken, doch voortaan zorgde zij
ervoor, niets te doen wat haar grootvader
in verdenking kon brengen.
Vier dagen daarna bereikten zij de rijke,
mooie stad Tyrus, en Mirjam zag de zee,
waarop zij geboren was. Tot dusverre
meende zij dat haar wateren geleken op die
van de Doode Zee, aan welke oevers zij zoo
veel jaren gewoond had. Toen zij echter de
hooge golven met witte schuimkanTmen zag
aanstormen en donderend tegen de muren
van het eiland Tyrus breken, klapte zij van
blijdschap in de handen. Van dien dag af
had zij de zee lief in al haar stemmingen;
uren lang kon zij er naar kijken mis
schien wel omdat het sissen der golven het
eerste geluid was, dat haar oor had verno-
men, omdat zij bij haar geboorte de zilte
lucht had ingeademd.
Van Jeruzalem uit had Benoni boden op
vlugge paarden gezonden, om zijn dienaars
te bevelen, dat zij alles moesten gereedma-
ken voor een gast. Toen zij dus zijn paleis
in Tyrus betraden, vond Mirjam het inge-
richt als om een bruid te ontvangen. In ver-
bazing wandelde zij, die nooit iets anders
gekend had dan de leemen woningen der
Esseeers, door het oude gebouw, dat in
vroegere tijden vorsten en landvoogden had
netto, zakken op rekening, af fabriek of
pakhuis, grossier, contant zonder korting,
en de maximumkleinhandelprjjzen netto met
inbegrip van alle onkosten als verpakkiDg
enz., contant zonder korting.
Ter Neuzen, 25 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 24 Juli 1917.
Interpellatie- Schaper.
Aan de orde is, volgens de H. Crt., de
interpellatie van den hp Schaper over de
door de Regeering aan te nemen houding
naar aanleiding van het votum op 17 Juli
jl. door de Eerste Kamer uitgebracht ten
aanzien der wetsontwerpen, die door haar
niet in behandeling zijn genomen.
De heer Schaper (S.-D.) treedt niet in
een baoordeeling van het Eerste Kamer-
besluit tot niet-behandeling van de wets
ontwerpen,. haar door de vroegere, nu ont-
bonden Tweede Kamer toegezonden.
De Eerste Kamer had 't recht, dat besluit
te nemen. Wat is de Regeering nu van plan
te doen Zij kan de wetsontwerpen op-
nieuw indienen. Ook kan de Tweede Ka
mer ze van de Eerste Kamer terugvragen
om ze vervoigens desnoods na afdeelings-
onderzoek opnieuw aan te nemen. De zaak
is van belang ook met het oog op de
Ouderdomswet, die tot genoemde categorie
van wetsontwerpen behoort en nog in
openbare behandeling in de Eerste Kamer
moet komen.
De tijdelijke voorzitter van den Minister-
raad, de heer Cort van der Linden, doet
voorlezing van een schrjjven van den voor
zitter der Eerste Kamer, meldende, dat
deze als haar meening heeft uitgesproken,
dat de wetsontwerpen door ontbinding van
rechtswege vervallen zijn. Zij stelt zich
hiermee op een ander standpunt dan de
Regeering, die meent, dat de Eerste Kamer
verplicht is de wetsvoorstellen te behandelen.
geherbergd. Benoni volgde haar, totdat zij
alles gezien had behalve de tuinen, die op
het vasteland lagen.
„Bevalt uw nieuw tehuis u, mijn dochter?"
vroeg hij eindelijk.
„Grootvader, het is prachtig," antwoord-
de zij. „Nooit had ik mij zoo iets kunnen
voorstellen. En mag ik nu in een van deze
groote vertrekken mijn kunst beoefenen?"
„Mirjam", antwoordde hij, „van dit huis
zijt gij voortaan de meesteres, evenals gij
mettertijd.de eigenares ervan zult zijn. Ge
loof mij, kind, het was niet-noodig, dat zoo-
velen zekerheid van mij zouden eischen voor
uw genot en uw veiligheid. Al wat ik bezit,
is het uwe, terwijl al het uwe, met uw ge
loof en uw vrienden, die talrijk schijnen te
zijn, uw eigendom blijft. En als het u mag
behagen, mij in ruil daarvoor een weinig
liefde te schenken, zal ik, die kinderen, noch
vrienden heb, u daarvoor dankbaar zijn."
„Dat is mijn wensch," antwoordde Mir
jam haastig; „doch, grootvader, tusschen u
en mij
„Spreek het niet uit," zeide hij met een
wanhopig gebaar, „of liever, ik zal het uit-
spreken tusschen u en mij stroomt het
bloed van uw ouders. Het is zoo, doch Mir
jam, ik wil u bekennen, dat ik berouw heb
over die daad. De ouderdom doet ons zach-
ter oordeelen. Uw geloof is niets, en uw God
een bedrog voor mij, maar toch weet ik nu,
dat men door hem te vereeren, niet den dood
verdient op heden zou ik tenminste nie-
mand ter dood, of zelfs tot gevangenschap
veroordeelen. Ik ga nog verder; ik wil iets
van zijn geloof overnemen. Gebiedt zijn leer
Nu de zaak evenwel zoo staat, kan de j
Regeering niet anders doen, dan H. M. de
Koningin voor te stellen de wetsontwerpen
in te trekken en ze opnieuw in te dienen.
Er is evenwel twijfel omtrent een drietal
voorstellen: de Radenwetsverandering, 't Ver-
bandwetje en de Ouderdomswet. De Regee
ring heeft verklaard, zoowel in de Eerste
Kamer als in de Troonrede, dit jaar geen
politieke wetsontwerpen te zullen indienen.
Tegen deze overwegingen staan twee
andere. Vooreerst kon de Regeering, toen
zjj deze verklaring aflegde, niet weten, dat
da zaken dezen loop zouden nemen, en ten
tweede was haar bedoeling geen nieuwe
politieke wetsontwerpen in te dienen. De
Regeering behoudt zich op dit oogenblik
haar houding jegens deze drie wetsontwer
pen voor. Zij zal ze nader vaststellen.
Wel staat vast, dat de Regeering ze nu
niet zal intrekken, want intrekking kan
alleen geschieden als ze weder-indiening
tot doel heeft. Bet denkbeeld des heeren
Schaper, om van de JEerste Kamer de wets
ontwerpen terug te vragen, gaat voor dit
geval niet op. Zooiets is gebeurd bjj de
grondwetsherziening, toen het drukfouten
betrof, maar thans zou het aanleiding tot
nieuwe moeilijkheden geven.
Een motie-Schaper.
De heer Schaper (S.-D.) laat nu genoemd
denkbeeld vallen, omdat het wellicht aan
leiding tot nieuwe stroosnjjderjj zou geven.
Spreker dient een motie in, waarin de
Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat de
besliasing der Eerste Kamer de wederin-
diening van genoemde wetsontwerpen wen-
schelgk maakt en de wederindiening er
van door de Regeering, alsmede de aan-
neming er van door de Tweede Kamer een
zuivere formaliteit zijn, en daarom de Re
geering verzoekt, de wederindiening dezer
wetsvoorstellen met bekwamen spoed te
bevorderen.
De heer Nolens (R.-K.) zegt, dat 't een
moeiljjke kwestie is en hij de Regeering
noch in de eene noch in de andere rich-
ting een duw wil geven. Daarom zal
spreker zjjn stem niet aan de motie geven.
De heer Visser van IJzendoorn (V.-L.)
gaat over het algemeen van ganscher harte
met de motie mee, maar meent, dat de
wederindiening niet een zuivere formaliteit is.
Yanaf het oogenblik dat het wetsontwerp
weer is ingediend, is het een wetsontwerp
net als ieder ander. Men kan tegen deze
ontwerpen dan oppositie voeren als men er
neiging toe heeft, al zal men bjj de be-
paling zjjner houding in aanmerking nemen,
dat er reeds veel over gezegd is. Daarom
geeft spreker den voorsteller in overweging,
de desbetreffende uitdrnkking uit de motie
te nemen.
De heer Van Raalte (U.-L.) is 'tin
hoofdzaak met den heer Visser eens en
meent, dat de belofte der Regeering, om
geen politieke wetsontwerpen in te dienen,
onmogeljjk op dit geval kan slaan.
u niet, hen te vergeven, die u kwaad ge-
daan hebben?"
„Ja, en daarom hebben de Christenen alle
menschen lief."
„Breng dan die wet over in ons huis,
Mirjam, en heb mij lief. Ik betreur wat ik
in- mijn blinden ijver gedaan heb, en nu, op
mijn ouden dag, vervolgt mij de herinnering
daaraan."
Toen viel Mirjam voor het eerst den
ouden man om den hals en kuste hem op
het voorhoofd.
Zoo maakten zij vrede en werden samen
gelukkig.
Met elken dag hield Benoni meer van
haar, totdat zij eindelijk alles voor hem was,
en hij jaloergch was op alien, die haar ge-
zelschap zochten, en vooral op Nehushta.
Zoo kwam Mirjam in Tyrus, waar zij vele
maanden vreedzaam en gelukkig leefde.
Eerst had zij gevreesd, Caleb te ontmoeten,
want van haar grootvader had zij verno-
men, dat hij daar woonde. Doch toevallig
was hij voor zaken de stad uit, zoodat zij
voorloopig van hem bevrijd bleef. In Tyrus
waren veel Christenen, met wie zij vriend-
schap sloot en godsdienstoefeningen bij-
woonde, terwijl Benoni zich hield, alsof hij
niets van de zaak wist. Op dat tijdstip had-
den in Tyrus de Joden meer dan de Chris
tenen te vreezen van de Syriers en de Grie-
ken, die hen haatten om hun rijkdom en
hun geloof, en hen gedurig met roof en
moord bedreigden. Maar nog barstte die
storm niet los, en intusschen ontsnapten de
Christenen, die gering in getal, nederig en
De heer Koolen (R.-K.)De overeen-
komst der partijen voor de laatste stembus,
dat geen politieke beslissingen wordenj ge
nomen voor de volgende verkiezingen,
brengt mee, dat de 3 genoemde wetsont
werpen, thans niet behandeld kunnen worden.
Dient de Regeering ze toch in, dan handelfc
ze in strjjd met de afspraak.
De motie gewijzigd.
De heer Schaper (S.-D.) wijzigt zjjn motie
in de door den heer Visser aangegeven
richting en schrapt de desbetreffende uit-
drukking.
De heer Rutgers (A.-R.) meent, dat de
eer van hen, die bjj toelating meerderheid
zjjn (gelach), meebrengt, dat zij het twijfel-
achtige geval uitleggen in den geest der
minderheid. (Vrooljjkheid). Laat men de
arme ouden van dagen er niet bjj halem,
want die hebben er geen belang bjj, of de
motie-Scbaper wordt aangenomen, evenmin
als ze er belang bjj hadden, dat in 1913
het roer omging. (Gejoel).
De heer Limburg (V.-D.) protesteert
tegen de opvatting des heeren Koolen om
trent het convenant der partjjen. Als men
niet alleen let op de letterteekens, maar
ook op de ware bedoeling, bepaalt het
convenant alleen, dat noch links noch rechts
politiek voordeel behalen. Als men de
opvatting van den heer Koolen volgt, zal
de rechterzjjde in zoover politiek voordeel
behalen, dat wetsontwerpen, waar zjj tegen
is en die de Tweede Kamer aangenomen
heeft, geheel ongedaan zouden worden ge-
maakt.
De heer Schaper (S.-D.) protesteert tegen
de insinuaties van den heer Rutgers, die
politieke bedoelingen er bjj heeft gehaald.
De 70jarigen hebben er wsl mee te maken.
Een 70jarig schoenmakersbaasje schreef aan
spreker, dat hjj niets had aan de wet van
Posthuma
Stemmen Posthuma
De heer Schaper (S.-D.)Die man
schreef de Ouderdomswet toe aan Posthu
ma Zooals Posthuma overal de schuld
van krjjgt. (Vreugde). Ik noem den naam
van den schoenmaker niet, want dan zou
ik hem overleveren aan de wraak der
christeljjken. (Gejoel).
De he6r Rutgers (A.-Rrepliceert en
wordt daarbij nogal eens in de rede ge-
vallen. Aan de linkerzijde wordt zijn
stemgeluid geparodieerd.
De tijdeljjke voorzitter van den Minister^
raad, de heer Cort van der Linden, zegt
nog, als rege8rder niets te maken te hebben
met 't convenant der partjjeu. Van dat
convenant is den Minister schrifteljjk mee-
deeling gedaan, maar hjj heeft er geen
antwoord op gegeven.
De motie wordt met 35 tegen 23 stem-
men (rechts tegen links) aangenomen^
Tweede Kamerverkiezing Zulfen.
Gekozen bjj enkele candidaatstelling tot
lid van de Tweede Kamer in het kiesdistrict
Zutfen, de heer Mr. J. van Gilze (Unie
liberaal), kantonrechter te Steenwjjk.
van verschillend ras waren, aan de aan-
dacht.
En zoo woonde Mirjam in vrede in het
groote huis en hield zich bezig met haar
kunst. Zij was door weelde omringd, doch
het hinderde haar, het kind der woestijn,
dat zij niet vrij kon uitgaan, omdat het voor
de kleindochter van den rijken Jood niet vei-
lig was, zich op straat te vertoonen. Uren-
lang zat zij te staren naar de zee, denkende
aan haar moeder, die hier vroeger gewoond
had; aan haar vader, die door de zwaarden
der gladiatoren was omgekomen; aan de
vriendelijke oude mannen, die haar hadden
grootgebracht, en aan het lijden van haar
geloofsgenooten in Rome en Jeruzalem.
Doch het meest dacht zij aan Marcus, haar
Romeinschen geliefde, dien zij maar niet kon
vergeten zelfs geen uur. Zij had hem
lief, en tusschen hen golfden de wateren,
niet slechts van de zee die was met sche-
pen te bevaren doch van het gebod der
overledenen. Hij was een heiden, en zij was
een Christin, en zij mochten niet samen hu-
wen. Hij zou haar bovendien nu wel verge-
ten hebben het meisje, dat in de woestijn
zijn aandacht trok. In Rome waren veel
edele, schoone vrouwen o! zij kon er bij—
na niet aan denken. Toch bad zij elken
avond voor hem, en elken morgen dacht zij
aan hem. Waar was hij? Wat deed hij?
Misschien was hij wel dood. Of neen, dan
zou haar hart haar zeker gewaarschuwd
hebben. Zij smachtte naar eenig bericht,
doch helaas! dat kwam maar niet.
(Wordt vervolgd.)
NEUZENSCHE COURANT
Mede door den slechten hooioogst zal er in den
komenden winter ongetwijfeld een groot gebrek aan
veevoeder ontstaan.
Daarom dienen alle- mogelijke pogingen te worden
aangewend om dit gebrek tot den kleinst mogelijken
omvang te beperken. Dit zal kunnen geschieden
door het zooveel mogelijk verbouwen van de hier-
onder genoemde gewassen in de stoppels van vruchten,
die vroeg het veld ruimen, dus na vroege aardappelen,
wintergerst, rogge, karwij, koolzaad, vlas e. d., als-
mede door er voor te zorgen, dat er zoo weinig
mogelijk voedsel verlor.n gaat.
Daardoor zullen de akkerbouwers in staat zijn een
groot deel van de door hen voor veevoeder geteelde
vruchten, als mangelwortels, voederbieten en kool-
rapen, alsmede erwten-, boonen- en haverstroo naar
elders te verkoopen, om zelf producten, die zij in
normale jaren niet of in mindere mate daartoe
bezigden, als veevoeder te gebruiken.
"Van de gewassen, die met kans op succes nog na
de hierboven genoemde vruchten geteeld kunnen
worden, zouden genoemd kunnen worden de kool-
rapen, knolrapen of raapknollen, overal waar nog
planten verkrijgbaar zijn (voor het zaaien van kool-
rapen is de tijd verstreken); de herfst-of stoppeU
knollenzoowel op zand- en veen-, als op lichte
kleigronden. Per H.A. heeft men 24 K.G. zaaizaad
noodigzoowel het loof als de knollen kunnen tot
zeer laat in den herfst worden gevoederd.
Ook leent dit gewas zich zeer goed om in zijn
geheel ingekuild (geensileerd) te wordende vikken,
op de zavel- en kleigronden; men heeft per H.A.
ongeveer 2 H.L. zaaizaad noodig het boterzaad of
zomtrraapzaad, op alle gronden. Hoeveelheid zaaizaad
25 liter per H.A. Het groene gewas kan tot laat in
den herfst gevoerd worden en tegen den winter
worden ingekuild de gele mosterddie op de meeste
grondsoorten, gezaaid naar een hoeveelheid van 2535
liter per H.A., nu nog een groote massa blad produ-
ceert, dat, mits voor den bloei gemaaid en ingekuild,
een goed veevoeder vormthet koolzaad op de betere
gronden hoeveelheid zaaizaad 2535 liter per H.A.
de groene massa kan gemaaid en ingekuild worden
het Westenvoldsch- en Italiaansch Raaigrasnu
gezaaid naar een hoeveelheid van pi. m. 65 K.G. per
H.A., mag men op de meeste gronden nog ee» be-
hoorlijke snede gras verwachten; de spurriedeze
leent zich vooral voor de lichte zandgronden en is
daar voldoende bekeud.
Behalve door het telen van een z.g. tweede vrucht
kan bijkans iedere landbouwer den nood helpen
lenigen, door zoo zuinig mogelijk met de stoffen,
die waarde hebben als veevoeder, om te gaan.
Nog in vele streken van het land worden de koppen
en bladeren van bieten niet met die zorg verzameld,
welke redelijkerwijs voor den volgenden winter
geeischt mag worden. Tegen wat meer arbeid mag
daarbij niet worden opgezien.
Daarom zij er hier op gewezen, dat men daar,
waar men geen overvloed van jonge klavers heeft,
in den herfst zoo lang mogelijk de koppen met
bladeren versch dient te vervoederen.
Van een gedeelte kunnen koppen en bladeren van
elkaar gescheiden worden. De koppen blijven be-
waard tot den tijd, dat men wegens nachtvorsten
geen versch loof meer kan voeren, en al het andere
wordt zoo zorgvuldig mogelijk ingekuild.
Hij, die uitsluitend grasland heeft, zal verstandig
doen zijn vee niet zoo lang als maar eenigszins mogelijk
is buiten te laten, doch dit wat eerder op te stallen
en te voederen met gras, dat dan nog gemaaid wordt
van land, dat men voor dit doel vroegtijdig zonder
heweiding laat liggen.
Door alles wat niet meere in verschen toestand aan
het opgestalde vee vervoerd kan worden, zorgvuldig
in te kuilen, kan men laat in den herfst nog heel
wat kostbaar veevoeder verzamelen.
Ten slotte zal het in sommige streken mogelijk
zijn door het maaien van groen riet de beschikking
te krijgen over voeder, dat in verschen of geansileerden
toestand door de dieren gaarne gegeten wordt.
Ook zij hier in herinnering gebracht, dat het
hakselen van hooi en stroo tot besparing van deze
voedermiddelen leidt.
Zij, die een voor hen onbekende cultuur van voe-
dergewassen willen toepassen, of, terwijl ze niet
voldoende vertrouwd zijn met het inkuilen van
groenvoer, daarmede willen beginnen, zullen goed
doen, vooraf het advies van den Rijkslandbouwleeraar
of veeteeltconsulent in te winnen.
Ter Neuzen, 24 Juli 1917.
ilS