ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
m i
No. 8560.
57® jaargang.
~57Tn u tT¥o~
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Telefoon 25.
Bit BM vemhjjnt riaanflag-, Woensflag- en Yrpagavond, nitgezonilra op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
De Burgemeester der gemeente Ter Neuzen,
Maximumprijzen
Aardappelen.
aanbesteden
E UI L L I 0 N.
!P®r 3 maanden binnen de stad /l.Franco per post voor Nederland /1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.Jndie en Amerika 1.65.,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt d«
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van adverteutien voor 1 UUP op den dag der uitgave.
brengt ter kennis van belanghebbenden de
volgende beschikking van den Minister van
Landbouw, Njjverheid en Handel van 18
Juli 1917, Staatscourant No. 166.
Artikel 1.
Eigenaren en bezitters van ongedorsckte
granen en peulvruchten zijn verplicht, telken-
male onmiddellijk na het dorschen opgave
te doen van de door hen gedorschte hoe-
veelheden, nitgedrukt in kilogratnmen, aan
den Burgemeester hunner woonplaats.
Art. 2.
Eigenaren en bezitters van gedorschte
granen en peulvruchten zijn verplicht al
hun granen en peulvruchten, met uitzonde-
ring van de hoeveelheden, waarover hun
uitdrukkeljjk de beschikking is geiaten, te
bezorgen, of te doen bezorgen uitsluitend
op de plaats waar en op aentijd, dat
zulks door den regeeringscommissaris van
de Rijksgraanverzameling wordt gewenscht,
overeenkomstig de daaromtrent bestaande
plaatselijke gebruiken.
Art. 3.
Yoldoen de eigenaren en bezitters niet
aan de' in art. 1 en 2 genoemde verplich-
tingen, dan zal, onverminderd de straf-
rechtorljjke vervoiging die zal worden in-
gesteld, de beschikking over de hoeveel
heden, in art. 2 bedoeld, worden ingetrokken.
Art. 4.
Onder granen wordt in deze regeling
verstaanwintertarwe, zomertarwe, spelt,
winterrogge, zomerrogge, wintergerst, zomer-
gerst, haver, evene, boekwoit en kanariezaad.
Onder peulvruchten wordt in deze rege
ling verstaan veldboonen, (wier-, paarden-,
duiven-, schapen- en waalsche), alle soorten
groene en gele erwten, alle soorten grauwe
erwten, alle soorten bruine, gele en witte
boonen.
Ter Neuzen, den 23 Juli 1917.
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN,
maakt bekend, dat involge Ministerieele
beschikking met ingang van 24 dezer een
maximum-kleinhandelprjjs voor vroege aard
appelen is vastgesteid van 9 cent per K.G.
voor groote (gewone consumptiewaar) en van
6 cent per E.G. voor poters of drielingen.
Deze prijzen gelden niet voor de z. g.
fijne zandaardappelen.
Ter Neuzen, 23 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders
yan HOEK zullen op Oinsdacg
24 Juli 8917, des nam. ten 4 tire
ten raadhuize
HET UITVOEREN VAN WERKEN
IN VERBAND MET HET OPRICHTEN
DOOR
a RIDER HAGGARD.
„Dan ziet gij vrouwe Mirjam voor het
eerst en het laatst," antwoordde de presi
dent, terwijl de anderen goedkeurend knik-
ten. „Wij zijn mannen des vredes, maar,
koopman, daarom moet gij niet denken, dat
wij machteloos zijn. Wij moeten scheiden
van vrouwe Mirjam, die wij alien als onze
dochter beschouwen, omdat zij volgens de
onverbrekelijke wetten onzer Orde niet als
volwassen vrouw bij ons mag vertoeven.
Doch waar zij ook moge zijn, onze liefde
zal haar vergezellen tot den laatsten dag
van haar leven, en onze Orde zal haar be-
schermen met haar geheele macht. Indien
eenig gevaar haar bedreigt, zullen wij het
spoedig vernemen, en haar te hulp komen.
Weigert gij onze voorwaarden, dan ver-
dwijnt zij voor u, en dan, koopman, dan
moogt gij de geheele wereld doorzoeken,
Syrie, Egypte, en alle steden van Italie
en gij zult haar niet vinden. Wij hebben
gesproken."
„Uw taal klinkt hoogmoedig," zeide
EENER ELECTRISCHE CENTRALE IN
EEN BESTAAND GEBOUW TE HOEK.
Het bestek met teekening is tegen be-
taling van 0,50 ter secretarie verkrijgbaar.
Aanwijzing zal gegeven worden op den
dag der besteding, 's nam. 2 uur.
Hoek, 18 Juli 1917.
Burg, en Weth. voornoemd,
A. WOLFERT, Burgemeester.
J. M. DREGMANS, Secret,aris.
Aanwij zing
YerkrUgbaarstellmgLevensmiMelen.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente ZAAMSLAG maken bekend dat in
de week van 2228 Jisii geldig is:
Groene Erwten bon no. 1 Ip serie
en dat daarop mag worden afgegeven
0,100 E.G.
Zaamslag, 20 Juli 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLE Lz., Secretaris.
TWEEDE KAMER.
De Export-Cenfrale.
De behandeling van de wet b-etreffende
de Export-Centrale werd Vrijdag voortge-
zet.
De heer Dresselhuys (V.-L.), zijn rede
voortzettende,meent, blijkens het ver-
slag der H. Crt. dat de gedachte van een
vennootschap niet alleen wenschelijk, maar
noodzakelijk is. Daarom valt de naamlooze
vennootschap toe te juichen. Ze zal uit be
langhebbenden bestaan, maar dezen zullen
door Regeeringscommissarissen worden ge-
controleerd. De instelling doet denken aan
een bedrijfsparlement, terwijl de toestand,
zooals die tot nu toe was, vergeleken kan
worden bij een door den Koning benoemd
heerenhuis. De Export-Centrale zal ten
goede komen aan bepaalde bedrijven, die
door den oorlog lijden, zooals de boom-
kweekerij, het bloembollenbedrijf e. d.,
waaraan het buitenlandsch afzetgebied zal
worden teruggegeven. Dezelfde bezwaren,
die men nu tegen de Nederlandsche Uit-
voer-Maatschappij aanvoert, hadden ook
tegen de N. O. T. kunnen worden uitge-
speeld. Over het algemeen zijn ze casu'is-
tisch.
De Minister van Financien, de heer Treub,
meent, dat de krasheid der woorden van
den heer Patijn staat in omgekeerde even-
redigheid tot het onderzoek, dat deze heer
naar de werkelijke bedoelingen der Regee-
ring heeft gedaan. De heer Patijn immers
heeft gesproken van „een rad voor de
oogen draaien", van „boerenbedrog", e. d.
Als het waar was wat de heer Patijn gezegd
heeft, zou de Earner den Minister van Fi
nancien onmiddellijk haar vertrouwen moe
ten opzeggen.
De hoofdbedoeling der centrale is, wa-
ren te krijgen in ruil voor waren, maar
er zal altijd een hoeveelheid kredietpapier
noodig blijven.
Benoni, over zijn witten baard strijkend.
„Indien ik mijn oogen dichtdeed, zou ik
mij kunnen verbeelden, dat ik de stem
hoorde van- een Romein, die de besluiten
van Cesar afkondigt. Ik wil echter aanne-
men dat gij kunt handelen zooals gij zegt,
want ik ben overtuigd, dat gij, Esseeers,
nog iets anders zijt, dan onschadelijke ket-
ters, die engelen en duivelen aanbidden,
visioenen zien, met hulp van uw geleigees-
ten toekomstige dingen voorspellen, en de
zon vereeren in hutten in de woestijn."
Hij zweeg, doch de voorzitter, zonder acht
te slaan op zijn sarkastische woorden, her-
haalde:
„Wij hebben gesproken!"
En als een groote echo, riepen honderd
stemmen tegelijk:
„Wij hebben gesproken!"
„Hoort gij dat, meester?" zeide Nehushta
in de stilte die hierop volgde. „Welnu, ik
ken hen. Zij meenen wat zij zeggen, en gij
hebt gelijk zij kunnen hun bedreiging
ten uitvoer brengen."
„Laat mijn kleinkind spreken," zeide Be
noni. „Dochter, is het uw verlangen, dat ik
in zulke onteerende boeien zal gesiagen
worden?"
„Grootvader," antwoordde Mirjam met
zuivere, heldere stem, „ik mag mij niet ver-
zetten tegen iets wat voor mijn eigen best
De heeren Van Beresteyn, De Wycker-
slooth en Patijn meenen, dat het wetsont-
werp is ingediend op aandrang van ban-
kiers. Dit is onjuist. Er is geen oogenblik
aandrang geweest, van welke bankiers-
groep ook.
De heer Van Beresteyn (V.-D.): Ook niet
voor uw optreden?
Minister Treub: Ook toen niet. Verleden
jaar is er een conference van bankiers. ge
weest, maar zij zeiden toen integendeel, het
zaakje zeif te wilier, opknappen. Thans
weigeren de bankiers op deze wijze voort
te gaan, niet omdat het papier niet soliede
is. Ten onrechte wekt men den indruk, als-
of dit papier alieen goed zou zijn voor de
vodder.mand. De bankiers hebben bij de
regeling niet zooveel belang. Zij kunnen
zeggen: „ik doe het niet", maar daardoor
verliezen ze nog niets. De uitvoer echter
wordt daardoor benadeeld. Het papier, dat
gefinancieerd wordt door de groote bank-
insteliingen met medewerken der Neder
landsche Bank, is aan alle kanten gedekt.
Van koersverschil, dat aanleiding tot valu-
ta-speculatie jzou geven, is geen sprake,
want het verschil is in de stukken verwerkt.
De eenige mogeiijkheid, waardoor de pa-
pieren zouden zakken, zou een buitenland-
sche wet zijn, gericht tegen Nederlandsche
en andere crediteuren, maar dit is 't laat-
ste, wat men zal doen, want dan zou die
staat zich even goed bankroet kunnen ver-
klaren. De kleine man aileen heeft het ri-
sico van het buiteniandsche papier. De
grooten hebben er geen last van, die hebben
hun bankinstellingen. De Export-Centrale-
bank zal op dezelfde degelijke wijze te werk
gaan als de andere groote banken tot nu
toe.
De bankiers, die nu met buitenlandsch
kredietpapier zitten, zullen dit op geen
enkele wijze aan de Nederlandsche Bank
kunnen overdoen. Te denken, dat dit wel
gebeuren zal, spruit voort uit een alles over-
treffend wantrouwen.
Het risico van den exporteur met zijn
papier is gering, want de Export-Centrale
zal zorgen, dat hij goed gewaarborgd pa
pier krijgt. De voorstelling, dat de expor-
teurs zouden worden afgeslacht, is pure
fantasie. Bijna zou spreker zeggen: kwaad-
aardige fantasie. Dat de regeling voor de
kleine exporteurs gevaarlijk zou zijn, be-
twist de Minister absoiuut.
Het is de bedoeling van het ontwerp, het
buitenlandsch kerdietpapier te beperken. In
alle memories heeft ten duidelijkste gestaan,
dat het er op aan komt, te krijgen waren
voor waren. Dat kan nooit met een bevor-
dering van het buitenlandsch papier ge-
paard gaan.
Een gewone vennootschap met een kapi-
taal van vijf millioen, die 125 millioen aan
obligaties uitgeeft, is een kind met een wa-
terhoofd. Maar deze vennootschap is een
semi-officieel lichaam. Telkens wordt on-
derzocht dat de tegenwaarde der obligaties
niet aan schommelingen onderhevig is.
Het gaat bij het buitenlandsch papier niet
om de soliditeit, maar om de mate van
likwiditeit. Als de termijn van het papier
verlengd wordt, is het een groot belang, dat
de bankiers niet vol zitten met papier, dat
ze niet kwijt kunnen.
geschiedt. Om rijkdom bekommer ik mij
weinig, maar ik zou geen slavin willen wor
den, die slechts in naam vrij is, en even-
min verlang ik den weg in te slaan, dien
mijn ouders betreden hebben. Wat mijn
ooms zeggen deze alien, die spreken in
naam der duizenden daarbuiten dat doe
ik, want zij hebben mij lief, en ik heb hen
lief, en hun besluit is mijn besluit, en hun
woorden zijn de mijne."
„Trotsch van hart en welbespraakt als
haar geheele geslacht," mompelde Benoni.
Hij streek nog steeds over zijn baard en
aarzelde.
„Wees zoo goed, ons uw antwoord mee
te deelen," zeide de Voorzitter, „zoodat
ons gesprek ten einde loopt voor het avond-
gebed. Bedenk1 wel/siriat wij geen nieuwe
voorwaarden stellen. De overeenkomst,
waarvan wij een afschrift ontvirrgen, en die
gij in tegenwoordigheid van Marcus, den
Romein, hebt bezworen en geteekend, is
ons genoeg."
Mirjam keek op, en sloeg toen de oogen
weer neder. Haar grootvader werd bleek
van toorn en lachte bitter.
„Nu begrijp ik.
dat de arm der Esseeers langer is
dan gij dacht, want hij reikt van hier tot
Rome," zeide de Voorzitter.
„Ja! en dat gij samenspant met de Ro-
Er is gevraagd waarom de Staat het ri
sico niet op zich kan nemen, als dat zoo
klein is. Maar wat zou de heer Patijn heb
ben gezegd als de Minister had voorge-
steld, den Staat ongelimiteerd garant te
doen stellen? Het is nooit gebeurd, dat de
Staat zich garant stelde, ook niet voor het
meest soliede papier. De Staatsgarantie
heeft met de soliditeit niets te maken. Als
de Nederlandsche Bank bereid is te garan-
deeren tot het maximum van 125 millioen,
acht de heer Patijn daarnaast dan nog
Staatsgarantie noodig?
Als er geen aparte bank voor de Export-
Centrale werd opgericht, zou feitelijk een
der groote banken de'financiering aan zich
trekken en dat zou een wantoestand schep-
pen.
Wat men den Minister persoonlijk toe-
voegt, laat hem koud, maar als men de
Regeering dingen in de schoenen schuift
waardoor men den toestand om't zacht
te zeggen niet juist weergeeft, dient
daartegen van de Regeeringstafel zoo kras
mogelijk te worden geprotesteerd.
Hoofddoel der wet is niet, den export
zooveel mogelijk te bevorderen. Veeleer te
beperken. Op een debacle loopt't niet uit.
De Export-Centrale is een schakel in
't moeilijke werk der Regeering: de artike-
len tot binnenlandsch verbruik beschikbaar
te stellen tegen lagen prijs.
De heer De Jong (U.-L^) vraagt den Mi
nister, in de wet op te nemen een bepaling,
aangevende een maximaal percentage, dat
voor den uitvoer zal worden geheven van
de netto-winst.
De vrije vaargeul.
Het beleid van Minister Loudon.
De heropening van de veilige vaargeul in
de Noordzee is volgens de Tel. een
concessie, die wij in de eerste plaats aan het
diplomatiek beleid van Minister Loudon te
danken hebben.
In zijn vertoog aan de Engelsche Regee
ring deed onze Minister van Buiteniand
sche Zaken uitkomen, dat, zelfs in geval het
Duitsche gouvernement op verzoek van
onze Regeering bereid was de vaargeul on
middellijk te verleggen, het een tijdruimte
van verscheidene weken zou vorderen, al-
vorens alle duikboot-kapiteins van deze ver-
legging in kennis konden worden gesteld.
In dien tusschentijd zou ten gevolge van
den Engelschen maatregel ons geheel trans-
atlantisch scheepvaartverkeer stilliggen,
wat op den economischen toestand van ons
land een niet te overzienen invloed zou uit-
oefenen.
Men heeft te Londen de juistheid van dit
argument erkend en daarom tijdens den
duur der onderhandelingen door onze Re
geering te Berlijn te voeren, de vaargeul
weer opengesteld.
Dit kon te gemakkelijker geschieden,
daar de Engelsche marine nog niet tot het
leggen van mijnen in het door Duitschland
veilig verklaarde gebied was overgegaan.
De bommen op Zierikzee.
(Officieel.) Het Ministerie van Buiten
iandsche zaken bericht het volgende
De Britsche regeering heeft, onder dag-
teekening van 20 dezer, aan Hr. Ms. gezant-
schap te Londen medegedeeld, dat de Britsche
meinen. Pas maar op, dat het zwaard dier
Romeinen niet langer blijkt te zijn, dan gij
dacht, en zelfs uw hart treft, o vreedzame
woestijnbewoners!" En alsof hij een ant
woord vreesde, voegde hij er haastig bij:
„Ik had wel lust om weer af te reizen, en
dit meisje bij u te laten, om er mee te doen
zooals gij wilt. Ik zal dit echter niet doen,
want zij is heel mooi en bevallig en met
den rijkdom dien ik haar kan schenken, zal
zij misschien een hooge plaats in de wereld
innemen. En wat nog meer zegt: ik ben oud
en nader mijn einde, en zij is de eenige van
mijn bloed. Daarom stem ik in al uw voor
waarden toe, en neem haar mee naar Tyrus,
in het vertrouwen, dat zij zal leeren mij lief
te hebben."
„Goed," zeide de voorzitter. „Morgen
zullen de papieren gereed gemaakt en ge
teekend worden. Intusschen verzoeken wij
u, onze gast te willen zijn."
Den volgenden avond werd alles in orde
gebracht. Benoni onderteekende de door
de Esseeers gestelde voorwaarden, en stond
bovendien Mirjam gedurende zijn leven een
zekere som toe voor haar eigen gebruik.
Nu hij zijn kleindochter eenmaal gezien
had, wilde hij haar niet missen; hij zou zelfs
nog meer hebben gedaan, om haar te be-
houden.
Drie dagen daarna nam Mirjam afscheid
admiraliteit zich verplicht gevoelt de juist
heid te erkennen van het standpnnt der
Nederlandsche Regeering ten aanzien van
de op Zierikzee geworpen bommen.
Zij erkent, dat deze zijn geworpen door
een Britschen vlieger, die meende boven
het door de Duitsche troepen bezette gedeelte
van Belgie te zijn. Deze vlieger was een
van de twee, die volgens het eerste antwoord
der Britsche regeering Zeebrugge zouden
hebben aangevallen en die, naar thans blijkt9
buiten zijn koers was geraakt.
De Britsche staatssecretaris voor buiten
iandsche zaken verzocht Hr. Ms. gezanfc
aan de Nederlandsche regeering het ernstig
leedwezen der Britsche Regeering over deze
betreurenswaardige vergissing Over te bren
gen, met de verzekeriDg, dat alle mogelijk©
voorzorgsmaatregelen steeds zijn en zullen
worden genomen om soortgelijke gebeurte-
nissen te voorkomen.
De Britsche regeering verklaart zich bereid
om een schadevergoeding te betalen, die
in overeenstemming met de Nederlandsche
regeering zal worden vastgesteid.
Het is niet noodig schrijft de N. R. Crt„
aan dit bericht onzerzijds veel toe te voegen.
De Britsche admiraliteit erkent nu ruiterlgk
haar schuld voor het gebeurde te Zierikzee,
nadat zij die eerst op grond van een nauw-
keurig onderzoek van zich af had geworpen.
Ieder weet, hoe moeilijk zoo'n frontveran-
dering voor gewone menschenkinderen is
yoor admiraliteiten zal zij zeker niet
gemakkelijk zijn. De Britsche regeering
heeft hieraan betuiging van ernstig leed
wezen vastgeknoopt en zich bereid verklaard,
schadevergoeding te betalen. Hiermede kan
deze betreurenswaardige vergissing, die
helaas ook drie menschenlevens heeft gekost,
voor zooveel ons land aangaat, gesloten
worden verklaard.
Maar wij mogen toch eene algemeene
opmerking hierbij voegen. In het vorig
communique der Britsche regeering over
deze zaak, werd de schuld voor het over
Zierikzee gebrachte onheil onverbloemd op
de Duitsche oorlogvoering geworpen. Ons
gaat dat in zooverro niet aan, dat de leer-
ling, die uit dit geval voor de oorlogvoe-
renden, welke elkaar toch gaarne als ridder-
lijke tegenstanders moeten willen beschou-
wen, valt te puttpn, wel door hen zelven
zal warden getrokken. N a ons land echter
juist dezer dagen opnieuw in een incident
betrokken is, mogen wij hier te landeeruit
begrijpen, dat wij met de vriendelijke en
onvriendelijke aitiatingen, die van uit de
oorlogvoerende landen daaromtrent tot ons
overwaaien, voorzichtig moeten zijn, en ons
daardoor niet van streek moeten laten bren^
gen. Al dergelijke incidenten worden door-
de oorlogvoerenden graag gebezigd, om
stemming te maken tegen elkaar. 'Laten
wij daartegenover onzen nuchteren, kalmen,
Holiandschen aard behouden.
De Engelsche aanval op Duitsche koop-
vaarders in onze wateren.
Soms laat de vraag zich niet weerhonden
zegt de //Standaard" of men ons met
alle geweld in den oorlog drijven wil'.
Eoele bezonnenheid is noodig om bij de
van haar beschermers, waarvan velen haar
vergezelden tot aan den heuvel buiten het
dorp. Toen het oogenblik van scheiden daar
was, begon Mirjam te schreien.
„Schrei niet, mijn lief kind," zeide Ithiel,
„al scheiden wij naar het lichaam, in den
geest zullen wij altijd met u zijn in dit en in
het volgend leven. Dag en nacht zullen wij
over u waken, en indien iemand u kwaad
mocht willen doen" hij wierp een blik op
Benoni, den schoonbroeder, van wien hij
weinig hield „zal de wind ons het bericht
overbrengen, en zult gij hulp ontvangen,
langs welken weg dan ook."
„Vrees niet, Ithiel," viel Benoni in, „ik
heb mijn woord gegeven, en de liefde zal
het overige doen."
„Dat geloof ik ook," zeide Mirjam; „en
dan, grootvader, zal ik liefde met liefde ver-
gelden."
„Wees niet mismoedig," zeide Ithiel met
schorre stem, „want ik hoop zelfs in dit
leven u weder te zien."
„Dat zij zoo!" sprak Mirjam.
De Esseeers keerden droevig naar hun
woningen terug, en Benoni sloeg den weg
in naar Jeruzalem.
(Wordt vervolgd.)