ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6554. Dinsdag 10 Juli 1917. 57e Jaargang. De Oorlog. ABONNEMENT: i ADVERTENTlEN Dit BM verscliUat Maandag>, Woeasiiag- en YrpagaiaM, isitgezoMerl op Feestdagen, hi] de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Nenzen. Maximumprijzen vroege Aardappelen. Verkoop Aardappelen. BIWHENLAND I E PI L E f 0 M. I Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Sijj vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Telefooira Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 &1U1" op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat met ingang van 10 dezer is vastgesteld een maximum- kleinhandelprgs van 10 cent per K.G. voor vroege aardappelen, z. g. groote, waar- onder wordt verstaan de gewone consumptie- waar, terwgl deze voor poters of drielingen wordt 7 cent per K.G. Ter Neuzen, 9, Juli 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen hi«rmede ter kennis van belanghebbenden, dat verkoop van aardappelen andern dan per K.G. beslist verboden is en wordt nogmaals met nadruk gewezen op handhaving der maximumprijzen, zullende orertreding van beide gestraft worden volgens de bepalingen der Distributiewet 1916. Ter Neuzen, 9 Juli 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Een nieuwe leening van 50 millioen voor Ned.-Indie. Bg de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ingekomen tot het aangaan van een geld- leening ten name en ten laste van Ned.- ludie, groot 50 millioen gulden, met een rente van 5 pCt. per jaar. De Ministers van Kolonien en van Fi- nancien deelen in de memorie van toelicb- ting mede, dat binnenkort de vlottende schuld van Ned.-Indie weer tot 50 millioen gulden zal zgn aangegroeid. Zij acbten het wenschelgk deze schuld om te zetten in gevestigde schuld. "Vooreerst is zulk een omzetting, waarmee vanzelf terugbetaling van de uit's Rjjks schatkist ontvangen voor- schotten gepaard gaat, met bet. oog op den stand van 's Rgks kas en bet bedrag der ten laste van het Rgk loopende vlottende schuld, zeer wenschelgk en bovendien zal voor een Indische leening van 50 millioen thans beboorlgk plaatsing zgn te vinden. De Minister van Kolonien meent den rentevoet weer op 5 ten honderd te moeten stellen. Het laat zich aanzien, dat de om- standigheden, waaronder deze leening zal worden uitgegeven, weinig of niet zullen verschillen van die, waaronder de Indische leening van 1916 tot plaatsing kwam. Het ligt voorts in het voornemen de gelegenheid tot deelneming in de leening ook in IndiS open te stellen. De duur der aflossing is, evenals bg de leening van 1916, gesteld op ten hoogste 40 jaar, met voorbehoud evenwel van de bevoegdhejd om na vgf jaren meer en dus DOOR H. RIDER HAGGARD. „Ik ben uw dienaar, heer," zeide Benoni ernstig en hoffelijk. „Meesfer, ik ben uw slaaf," antwoordde Caleb. „Men heeff mij gezegd, dat gij mijn vader gekend hebt; daarom kom ik, bij mijn eerste bezoek aan Tyrus, u mijn eerbied betuigen. Jk ben de zoon van Hillel, die vele jaren geleden in Jeruzalem omkwam. Misschien hebt gij zijn geschiedenis en de mijne wel vernomen." „Ja," sprak Benoni, „ik heb Hillel ge kend een verstandig man, doch die ten laatste in de val gelokt werd, en ik zie, dat gij zijn zoon zijt. Dat bewijst uw uiter- lijk; het is, of ik Hillel voor mij zie staan." „Daar ben ik trotsch op!" antwoordde Caleb, ofschoon hij reeds vermoedde, dat de verhouding tusschen Benoni en zijn va der niet bijzonder goed was geweest. „Gij weet," voegde hij erbij, „dat eenige rnan- nen van ons volk zich meester maakten van mijn erfenis, die mij nu is teruggegeven althans gedeeltelijk." „Zeker door Gessius Florus, den procu- desgowenscht bij mogelgkheid van[conversie, de geheele leening af te lossen. In het wetsontwerp is niet weer opge- nomen de bevoegdheid tot toekenning van een z.g. /.guichet-commissie". De Minister van Kolonien heeft ditmaal voornamelgk het oog gericht op de mogelgkheid om door middei van vrije mededinging van lichamen, die met goed gevolg voor deze nitgifte zullen kunnen werkzaam zgn, de leening te plaatsen door tusschenkomst van bank- instellingen, die haar zullen overnemen en voor eigen rekening zullen uitgeven. Franciscus Lieftinck. f Zaterdagmiddag 12 uur is in het St. Eli - zabethsgasthuis te Haarlem overleden de heer F. Lieftinck, lid van de Tweede Kamer, voor het district Zutphen. De heer Franciscus Lieftinck is in 8 Juni 1835 te Odoorn, in Drente, geboren, waar zgn vader predikant was. Hij is dus 82 jaar oud geworden. De beer Lieftinck studeerde in de tbeologie aan de booge school te Groningen en werd in September 1860 predikant te Boil (Weststelliugwerf), in October 1863 te Kimswerd bij Harlingen. In 1879 verliet hij den kanselop 18 Fe- bruari van 'dat jaar werd hg gekozen tot lid van de Tweede Kamer voor bet dubbele kiesdistrict Leeuwarden en na de splitsing van dat district voor het kiesdistrict Fra- neker, waarvoor hg zitting had tot 1905. In dat jaar, toen de heer Goeman Borgesius in twee districten werd gekozen, liet deze het district Zutphen voor den heer Lieftinck open. De heer Lieftinck heeft een langdurige parlementaire loopbaan achter den rug. Hg was bekend als een warm spreker, die door zgn studie en liefbebberg met velerlei onder- werpen van algemeen belang vevtrouwd was en door zgn vlug verstand en helder inzicht was hg in staat, zich spoedig in te werken in de onderwerpen, die hem belang inboe- zemden. In de Kamer interesseerde hg zich veel voor zakfen op het gebied van landbouw en verkeer, maar vooral het onder- wijs had zijn bgzondere voorliefde, hetgeen nog gebleken is, toen hg bij de Grondwets- herziening meende het oude standpunt te ■oeten blgven handhaven en stemde tegen de Grondwetsberziening, die de verhouding tusschen openbaar en bijzonder onderwgs wgzigde. Toen hg nog in Friesland woonde, was hij voorzitter van een landbouwver- eeniging. Te Haarlem, waar hg zich sedert vestigde, was hg gedurende 27 jaar voor zitter van de afdeeling Haarlem en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Tot de vele onderwerpen op landbouwkun- dig gebied, waarvoor hg in de Kamer gverde, behooren de verdeeling van de markgronden, de landbouwproefstations en de Boterwet. Ook het belastingvraagstuk voor den land bouw had zgn aandacht, eveneeiis de in~ stelling van het departement van landbouw, de openstelling van de Duitsche grenzen voor Nederlandsck vee, bevordering van vee- en paardenfokkerij en de behandeling van mond- en klauwzeer, waaraan bij nog in de laatste jaren zgn bgzondere aandacht wgdde. Kanaalverbindingen in verschillende rator, die hiervoor verschillende Joden ook onschuldige in de gevangenis heeft geworpen." „Is dat werkelijk waar? Welnu, juist over dien Florus kwam ik u raad vragen. De Romein heeft de heTft van mijn eigen- dommen voor zich gehouden." Caleb zuchtte en keek verontwaardigd. „Gij moogt wel blij zijn, dat hij niet alles gehouden heeft." „Ik ben opgevoed in de woestijn, ver van de steden," bracht Caleb in het midden. „Is er geen wet, die mij recht verschaft te gen dien man? Kunt gij, een der grooten van ons volk, mij niet helpen?" „Zulk een wet bestaat niet," antwoordde Benoni. „Romeinsche burgers hebben rech- teh, Joden kunnen slechts nemen, wat zij krijgen. Als gij wilt, kunt gij u op Cesar beroepen zooals de jakhals, zich beriep op den leeuw. Maar als gij verstandig zijt, stelt gij u met de helft van de prooi tevre- den. En groot ben ik ook niet; ik ben slechts een oude koopman en heb niets in te brengen." Caleb scheen verslagen. „Het schijnt een harde tijd te zijn voor de Joden," zeide hij. „Welnu, ik zal tevre- den zijn, en trachten, mijn vijanden vergif- fenis te schenken." „Wees liever tevreden, en tracht uw vij- provincies zgn mede aan zgn verdediging in de Kamer te danken. Hg bepleitte steeds uitbreiding van het spoorwegnet en subsidieering van verschillende verkeers- middelen. De heer Lieftinck leefde voornamelgk voor zijn Kamerlidmaatschap. Hg was onder zijn medeleden een zeer gezien man vooral door zgn interrupties wist hg menig- maal een humoristisehen toon in het debat te brengen. Als nestcr der Tweede Kamer heeft hij eenige malen het praesidium waargenomen. Ook te Haarlem was zgn gave van inter- rumptie welbekend. Als ,/keizer" van de societeit Trouw moet blijken was hg vaak hef middelpunt van een gezelsehap. Ook in de vergaderingen van de Hollandsche Maatschappen van Landbouw wist hg door menigen kwinkslag een aangenamen geest te brengen. Eene waarschuwing van de Belgische Regeering. In verband met de pogingen om in het bezettegebied ontvreemde fondsen bier te lande op de markt te brengen, verzoekt het bestuur van de Vereenigmg voor den Efifectenhandel te Amsterdam bekendheid tegeren aan een »beschut-wet" der Belgische Regeering, do. 31 Mei 1917, de volgende bepalingen bevattende Artikel I. Zgn nietig en van geener waarde, tenzij zij afhankelgk zgn van een normaai beheer, alle handelingen met be- schikking over of verpeuding van roerendd of onroerende goederen die den staat toebe- hooren en op dewelke de vgand, sedert 4 Augustus 1914, beslag heeft gelegd of doen leggen. Art. 2. Zgn eveneens nietig en van geener waarde alle handelingen met be- schikking over of verpanding van .roerende of onroerende goederen die vanwege den vgand, sedert 4 Augustus 1914, het voor- werp zgn geweest van verbeurdverklaringen, beslagleggingen, gedwongen verkoop, of van alle andere, op het privaat eigendom inbreuk makende maatregelen. Worden als privaat eigendom beschouwd de goederen van de gemeenten, provincien en openbare instellingen. Art. 3. De bij artikelen 1 en 2 bedoelde goederen kunnen tegenover welken bezitter ook teruggeeischt worden, zonder dat de eigenaar in geen geval er toe verplicht is den prgs dien ze gekost hebben terug te betalen, de bezitter kunnende alleen nog zgn verhaal hebben op diengenen van wien hg de goederen bekomen heeft. Geen verzoek tot terugeisching zal kunnen ingediend worden na het verstrgken van de drie jaren volgende op het sluiten van den vrede. Art. 4. Alwie, te rekenen van den dag, waarop deze wet bekend gemaakt is, vrgwillig zgn# medewerking zal hebben verleend aan de uitvoering ten opzichte van bedoelde goederen genomen, alwie goe deren die het voorwerp van die maatregelen zgngeweest, zal hebben verkocbt, verworven, gegeven oftot onderpand aanvaard, zal gestraft worden met gevangenzetting van een jaar tot 5 jaren en met geldboete van anden slagen toe te brengen," antwoordde Benoni. „Gij waart vroeger arm, nu zijt gij rijk, dank daar God voor." „Elken avond en elken morgen dank ik Hem," hernam Caleb ernstig en naar waar- heid. Beiden zwegeii eenige oogenblikken. „Is het uw bedoeling, in Hezron's ik meen in uw huis in Tyrus te gaan wo- nen?" vroeg Benoni. „Voorloopig misschien, totdat ik een huurder vind. Ik ben niet gewend aan dev stadslucht, en op het oogenblik is het, alsof ik hier zal stikken." „Waar zijt gij opgevoed, heer?" „Bij de Esseeers, te Jericho. Maar ik ben geqn Esseeer ik heb een afkeer van hun geloof; ik behoor tot het geloof mij'ner vaderen." „Zij zijn zoo kwaad niet," hernam Benoni. Een broer van mijn overleden vrouw is een Esseeer, een goedhartige dwa^s; hij heet Ithiel, misschien hebt gij hem wel gekend." „0 ja, ik ken hem. Hij is een van hun curatoren en de voogd van vrouwe Mirjam, zijn achternichf." De oude man ontstelde hevig. Toen hij zichzelf weer meester was, zeide hij: v,Vergeef mij, maar Mirjam was de naam van mijn overleden vrouw, en als ik dien 500 frank tot 20,000 frank of enkel met eene dezer straffen. De gerechtshoven en rechtbanken zullen aan de veroordeelden ook de uitoefening der kiesrechten en der rechten opgesomd in artikel 31 van het Strafwetboek kunnen ontzeggen voor een tjjdsbestek van vgf tot tien jaren. Al de bepalingen van het eerste boek van het Strafwetboek zgn toepasselgk op die inbreuken. Deze, wanneer zg in den vreemde gepleegd werden, kunnen in Belgie vervolgd worden, zelfs al wordt de beschuldigde daar niet gevonden. In dit geval, kan de vervolging bg alle Belgische correctioneele rechtbanken aanhangig gemaakt worden. Vluchtende stoomtrawlers. Men meldt uit IJmuiden Binnengekomen stoomtrawlers rapportee- ren, dat andere visschersvaartuigen, onge- veer een vgftiental, welke bg het vuurschip Terschellingerbank het bedrgf uitoefenden, moesten vluchten omdat de vaargeul door Britsche mgnenleggers met mijnen werd onveilig gemaakt. Zjj kwamen daarom meer zuidwaarts om bg de Haaka verder te visachen. Verschillende stoomtrawlers moeten door de mijnen reeds een deel van hun vischtuig verloren hebben. Nieuwe oliebrcm. Op het boorterrein der Bataafsche Petro- leummaatschappij te Pangkalan Soesoe is dezer dagen een nieuwe oliebron aange- boord, die niet minder dan 1,500.000 liter per dag geeft. Dit is op 't oogenblik de rgkste oliebron van geheel Indie. 't Is te bopen, dat de regeering in! Djambi dergelijke meevallertjes ondervindt. Een bron als de te Soesoe aangeboorde, levert een jaarlijksche netto opbrengst op, waaruit het geheele Europeesch en ln- landsch onderwgs in Indie kan worden betaald Te Pangkalan-Soesoe boort men 11/4 millioen liter olie per dag aan, en in het moederland krijgt moeder-de-vrouw geen spat olie voor.haar kooktoestellen Ziedaar de Nederlandsche oorlogsorga- nisatie. (Alg. Hbl-K Tot zinken gebrachte loggers. De Vlaardinger zeilloggers Thor VL. 91, van de reederg Mercurius, en Proefneming VL. 134, van de Proefneming, door een Duitsche duikboot tot zinken gebraeht, waren dezer dagen te Stornoway losgelaten. LUCHTAANVAL OP LONDEN. Omstreeks half tien Vrijdagochtend ver- toonde zich een sterke vijandelijke lucht- flotille, waarschijnlijk uit twee gedeelten bestaande, boven het eiland Thanet en aan de Oostkust van Essex. Nadat bommen op Thanet waren geworpen, begaven de vlieg- fuigen zich in de richting van Londen. Zij bleven den Noordelijken Theemsoever daar- bij volgen. Zij naderden Londen in Noord- oostelijke richting, veranderden toen den koers in Noordelijke en Westelijke rich- hoor, schrik ik altijd. Maar hoe kan dat meisje een achternicht van Ithiel zijn? Hij had geen andere bloedverwanten dan zijn zuster." „Dat weet ik niet," zeide Caleb onver- schillig... „Vrouwe Mirjam, die alien de koningin der Esseeers noemen, werd negen- tien of twintig jaar geleden bij hem ge braeht door een Lybische vrouw, NehUsh- ta genaamd" opnieuw schrikte Benoni „die vertelde, dat de moeder van het kind, Ithiel's nicht, schipbreuk had geleden, en stierf na de'geboorte van het kind; zij had bevolen, dat het tot hem geb'racht, en daar opgevoed moest worden. Met toe- stemming van de Esseeers nam hij de taak op zich, en daar is zij nu nog." „Behoort die vrouwe Mirjam dus tot de gemeente der Esseeers?" vroeg Benoni langzaam en moeilijk. „Neen, zij is van de secte der Christenen en volgens den wensch van haar moeder in dat geloof opgevoed." De oude man stond op van zijn divan en liep in de veranda op en neer. „Vertel mij eens wat van vrouwe Mirjam, heer," verzocht hij, „want ik stel belang in dat verhaal. Hoe ziet zij eruit?" „Naar het mij voorkOmt, is zij het mooi- ste meisje van de wereld, al is zij klein en tenger; en ontwikkeld en lieftallig is zij ting en trokken over Londen van Noord-< Westelijke tot Zuid-Oostelijke richting. De corresp. van het Hbl. meldt: Ik stond des morgens juist op het punt om mijn woning in het Noordelijk gedeel- te vai Londen te verlaten, toen omstreeks half elf uit een voortdurend gedonder van het geschut bleek, dat vijandelijke lucht- raiders boven de stad waren. Tien minu- ten later werd het geschutvuur heviger en nu gaf het barsten van projectielen de ze- kerheid, dat een aanval plaats had. Iksnel- de naar mijn achterbalkon, yanwaar ik een ruim uitzicht heb over dat deel van Londen. De lucht was heel helder. Plotseling zag ik van het Noorden in Oostelijke richting eenige vliegmachines gaan; zij vlogen niet bijzonder hoog en langzaam, zoodat zij duidelijk zichtbaar waren met het bloote oog. Uit het Zuidwesten kwamen er spoe dig veei meer en op een gegeven oogenblik telde ik er 28, maar waarschijnlijk bevon- den zich hieronder eenige Britsche vervol- gers. Het gedopder van het afweergeschut duurde onafgebroken voort; ik zag her- haaldelijk vijandelijke bommen ontploffen. Duidelijk zag men de Engelsche projectie len onder de Duitsche vliegtuigen uiteen- spatten, terw/ijl de rookwolkjes als groo te hoop^n wol er om heen dreven. Ik kon echter niet waarnemen, of een vliegtuig werd getroffen. Een of twee keer meende ik te zien, dat een Duitscher in gevecht wak met een Engelschen aanvalier. Het vijan- delijk eskader vloog langzaam verder, toen het zich plotseling splitste in twee groepen, waarvan de eene meer Westwaarts ging en de andere naar het Zuidoosten. Het had er alien schijn van, dat ze naar ons toe- kwamen. Zij naderden zoo snel, dat ik het veiliger achtte niet langer op het balkon te blijven, maar met mijn huisgenooten een schuilplaats te zoeken in het onderhuis. Kort daarop hield het schieten op. De raid was ten einde en had ongeveer een kwartier geduurd. Het was bijzonder interessant ge weest, maar men kon toch niet nalaten te denken aan het treurige feit, dat ongetwij- feld weer vele onschuldige burgers waren gedooa, door de neergeworpen bommen. Ik haastte mij naar de City. Alle omnibus- sen in die richting, waren overvol. Duizen- den gingen de schade zien. Wij kwamen vele ziekenauto's en andere vervoermidde- len tegen, die gekwetsten naar de hospi- talen brachten. De aanvallers hebben over verschillende deelen van de stad gevlogen. Dit keer is meer Westwaarts dan de vori- ge maand schade aangeficht. In sommige straten is de materieele schade zeer belang- rijk. Het aantal gebroken spi-egelruiten, is ongetwijfeld zeer groot. Sommige straat- gedeelten zijn door de politie afgezet. Ik zag ergens een geweldig gat, dat in een straat was geslagen door een bom. Aan de gebouwen is veel schade toegebracht, of schoon men meestal van buiten niets ervan zien kon. In een groot gebouw sloeg een bom door de achterplaats in een restaurant, gevestigd in de benedenverdieping, die ge heel vernield werd, maar wonder boven wonder werden geen kellnerinnen of koks gedood of gewond. Te oordeelen naar de plaatsen, waar de bommen zijn gevallen, is het niet duidelijk, waarop de Duitschers het ook." „Gij spreekt met veel lof over haar," zei de Benoni. „Ja heer, en misschien overdrijf ik wel eenigszins, wat niet meer dan natuuriijk is." „Waarom is dat natuuriijk?" „Omdat wij,samen opgevoed zijn, en zij, naar ik hoop, eenmaal mijn vrouw zal wor den." „Zijt gij dan met dat meisje verioofd?" „Neen, verioofd' niet nog niet, ten- minste," antwoordde Caleb, even glim- lachend; „maar ik zal u niet met de ge schiedenis van mijn liefde lastig vallen. Ik heb reeds te lang van uw vriendelijkheid misbruik gemaakt. Ik had u iets te vragen, wat ik eigenlijk niet durf, omdat gij mis schien niet veflangt, mij te leeren kennen, maar als gij mij de eer wilt aandoen, mor gen bij mij het avondeten te. gebruiken, zal uw dienaar u zeer erkentelijk zijn." „Heel graag, jonge man, ik zal komen, want," voegde hij er haastig bij, „ik ver- lang zeer, te hooren wat er in Jeruzalem gebeurt, waar gij, naar ik hoor, pas van- daan komt, en ik bemerk dat gij iemand zijt, die oogen en ooren operihoudt." (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COURANT 34) n .law.'

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1