ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOF. ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6487. Dinsdag 30 Januari 1917. 57e Jaargang. Openbare Verkooping Strandgoed. e e n K O E, ^lf 31UJ1 usvapt. De Oorlog. ABONNEMENT: ADVERTENTlfiN Telefoon 25. mt Riad vsrschiint MaaniJan^, Wosnsdag- en Yrpagavond, nitgezonderd op Feestdagen, til de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen. BINNENLANO. Jh iBa M> 1 I1VP DTPMTIFN. if%t 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10. SS| vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amenka 1.65. overig Buitenland 2.—. T k, Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij cSirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adverteniie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qrootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. van De Burgemeester van GRAACW en LANGENDAM zal op Zaterdag 3 Febcuari 1917, des natmddags ten 2 lire, op de hofstede van den laDdbouwer F. DIELEMAN, nabg het gehueht Paal, in het openbaar a contant verkoopen, het volgend strandgoed op 3 Januari 1917 gestrand. Graauw, den 27 Januari 1917. De Burgemeester vooriioemd, AUG. VAN CAM PEN. I niets minder, dan dat onze Regeering het Dat de Regeerins bij Duitschland heeft I incio O o n rn mp mt pcrtrincr van Dr. A. Kuyper. Naar de „Ned." verneemt, blijft de toe- stand van den oud-Minister Dr. A. Kuyper dezelfde. De gevaarlijke influenza-aanval is geweken, doch de patient is nog zeer zwak en daarom blijft hem alle arbeid verboden De wederinvoering van den zomertijd. Het Kamerlid Oerretson heeft dezer dagen de volgende vraag gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, betref- fende wederinvoering van den „Zomertijd". Is de Minister niet van meening, dat de vele hygienische en economische belangen, die gediend worden door den „Zomertijd", zooals die in het afgeloopen jaar gegolden heeft, thans, nu de kolenschaarschte en de dientengevolgen duurdere lichtproductie. het kunstlichtverbruik binnen de engst mo- gelijke grenzen behooren te doen bepefken, er toe moeten leiden den maatregel van het vorig jaar te herhalen en zelfs nog een stap verder te gaan door den „Zomertijd" b.v. reeds op 1 April a.s. te doen in- gaan, opdat eqn zoo hoog mogelijk profijt worde getrokken van het gratis ter beschik- king staande daglicht? De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft daarop geantwoord, dat hij, gelijk uit het ten vorigen "jare door hem ingediende voorstel zal zijn gebleken, ten voile door- drongen is van de groote voordeelen, welke besparing van daglicht meebrengt. Aangaande de economische en sociale gevolgen van den in 1916 getroffen maat regel is een uitgebreid onderzoek ingesteld. Aan de hand van de uitkomsten van dit, thans nagenoeg volbracht, onderzoek, zal zoo spoedig mogelijk een beslissing worden genomen over de vraag of, en in welken vorm de in 1916 getroffen voorziening kan hernieuwd worden. Gewaagde avonturen. Prof. Niermeijer is niet tevreden met het waardige protest, door onze Regeering ge richt tot de Duitsche in verband met de deportaties in Belgie, schrijft de H. Crt. De hooggeleerde heer betoogt in de Tel. initiatief moet nemen om, samen met de andere neutrale mogendheden, Duitschland met den meest mogelijken nadruk te doen weten, ,,dat het onmiddellijk alle gedepor- teerde Belgen en Franschen heeft terug te voeren naar hun haardsteden, of, indien zij dat verlangen, met hun gezinnen naar Ne derland heeft te laten gaan, en dat een weigering niet aanvaard wordt." En dat noernt prof. N. Nederland's „laatste kans" om onze „eer" te redden! En ons volk zou de Regeering moeten „nopen" tot het benutten van die kans! Dat beteekent dus een ultimatum, op initiatief van Nederland, aan Duitsch land. Dat beteekent dus: het uitlokken van oorlog. Te meer springt deze afschuwelijke beteekenis in 't oog, waar prof. N. zijn opmerkingen vastknoopt aan een Engelsch tijdschrift-artikel, waarin wordt betoogd, dat het thans Nederland's „laatste kans" is om met succes aan den oorlog deel te nemen. Gelukkig weten wij, dat noch onze Re geering, noch ons volk een oogenblik zul- len denken aan een dergelijk gevaarlijk avontuur; waarmee men al heel licht de oorlogsellende binnen onze grenzen zou halen, zonder dat het Belgische volk er in het minst mee gebaat zou zijn. (Is niet juist Nederland's neutraliteit een ware zegen voor de tienduizenden en honderd duTzenden Belgen, die hier een veilige schuilplaats hebben gevonden?) Wij zouden dan ook deze don-quichot- terie schouderophalend ter zijde kunnen leggen, als 't niet was dat prof. Niermeijer er de Nederlandsche pers een verwijt van maakt, dat zij, „met uitzondering van en- kele bladen", haar „plicht volkomen" heeft „verzuimd" door ons volk en onze Regee ring niet tot een dergelijk oorlogsavontuur op te zweepen.*. Dat verwijt dient onze pers af te wijzen Het strekt haar tot eer, dat zij over't alge- meen steeds ha'ar hoog taak als bescherm aangedrongen op een ruime uitlegging van haar toezegging in zake terugzending van gedeporteerde Belgen, is een nieuw bewijs, dat dezerzijds alles wordt gedaan wat met inachtneming van eigen groote verantwoor- delijkheid stechts mogelijk is. Of onze Re geering met deze nieuwe nobele poging succes zal hebben, lijkt ons echter twijfel- achtig. F o r m e e 1 toch kan men van Duit sche zijde volhouden, dat men tegenover Nederland het geschonken woord heeft her- steld door de gedeporteerde Belgen, die in- dertijd uit het rayon Antwerpen naar ons land waren gevluchf en van daar terugge- keerd, desverlangd weder uit Duitschland naar Belgie (c.q. Nederland) terug te voe ren. En in de destijds uitgegeven circu late van den Belgischen afgevaardigde Franck, en in die van den Nederlandschen consul-generaal te Antwerpen was alleen sprake van het rayon Antwerpen. Voor het feit, dat Nederlandsche autoriteiten de ge- ruststellende toezeggingen hebben uitge breid tot lieden, afkomstig uit het overig deel van Belgie, zou Duitschldnd streng f o r m e e 1 de verantwoordelijkheid kunnen afwijzen. Niet echter moreei. Want in Nederland had men geen enkele reden om te vermoeden, dat op de Belgen buiten 't rayon Antwerpen door de Duitsche over- heid andere regelen zouden worden toege- past dan op die uit dit rayon. Doch wil men in Duitschland het formeele voor het moreele laten gelden, dan kan men dezerzijds daarover denken zooals men wil, onze Regeering zal zich bij die opvatting wel moeten neerleg^en en za' slechts haar, dan beschaamd, te goed vertrouwen kun nen betreuren De Minister heeft in verband niet delude van den heer Duys in zake de Duitsche deportaties in Belgie een vrij belangrijke verklaring afgelegd. Men weet dat de Duit sche regeering zich bereid heeft verklaard, die Belgen uit de deportatie te bevrijden, zijn, dat geen glaswerk en flesschen meer over zee zullen worden vervoerd. Waar nu een zeer groot deel van onze glasindustrie bestaat van den uitvoer over zee, zal het gevolg van dezen Duitschen maatregel zijn, dat een groot deel def Indu strie zal worden stilgelegd en honderden arbeiders werkloos worden. De glasfabrikanten van geheel het land hebben vergaderd en reeds heeft een au- dientie bij den minister plaats gehad. Ook de Nederlandsche Vereeniging van Glas- en Aardewerkers heeft zich tot den minister gewend met het verzoek maatre- gelen te nemen en de dreigende werkloos- heid te voorkomen. ster van 's lands dierbaarste belangen zich die destijds uit ons land naar het rayon van on Ho Rpnrpprinff altiirt I Anfu/prnpn 7iin tenipmekeerd. in verband 120, Ligt die mijnheer werkelijk in zijn bed? Reeds sedert gisleravond? Weet ge dat zeker? vroeg Alvor den portier, die hem ver- baasd aankeek. Deze trok zijn schouders op en antwoord- de, wel een weinig verwonderd, ihaar toch op beslisten toon: Zeer zeker, mylord. Toen de' doiiter no. 86 had verlaten, zei hij itnij persoonlijk dat het geval bedenkelijk was. De kellner heeft later de medicijnen bovengebracht, die dr. Martens den patient had voorgeschreven zoo verlelde mi|, als ik mij niet vergis, de nachtportier ikzelf heb mr, Blackfield sedert dien tijd niet meer gezieu. Hij heeft dus naar alle waarsehijnlijkheid het hotel niet meer verlaten. En in denzeliden nacht, dai mr. Flack- field ziek te bed lag, was de inbraak in de Ottornaansche Bank gepfeegd. Wal moest men daarvan denken Ik heb nog een paar kamers noodig, portier Lord Alvor scheen reeds bij zieh- zelf een plan gevormd le hebben, Laat mij de lijisit eens zieii van de kamers die nog vrij zijn. Het toeval wilde, dat no. 8") en no. 87 vrij Vargn JTands \roeg de sleulels en bevab dat zijn kdffcrs terstond op no. 85 en tire is bewust geweest en de Regeering altijd heeft gesteund in haar streven tot behoud van den vrede. En pogingen om ons land mee te sleepen in gewaagde avonturen, zooals prof. N. er nu een heeft gedaan, die- nen voor alle zekerheid nu en dan als hoogst „gevaarlijk" te worden gesigna- leerd. Men mocht anders op den duur eens gaan denken, dat er ook buiten den kleinen kring van de „enkele bladen", die de „uitzonde- ring" vormen in de Nederlandsche pers eenige sympathie voor zulke avonturen be staat. En dat zou een scheeve voorstelling kunnen geven van de gezindheid van ons volk De rede, Donderdag door Minister Lou don in de Kamer gehouden, bevestigt ten overvloede, dat onze Regeering er niet aan denkt, zich en het land te storten in een zelfmoord-avontuur als door prof. Nier meijer wordt aanbevolen als onze „laatste kans". van mijnheer Geeren op no. 87 gebracht zouden worden. De portier schudde wel een weinig ver wonderd het hoofd en dacht zeker: Wat hebben die voorname vreemde- lingen toch dikwijls malle kuren! Het kon hem echter ook al weinig schelen, wie de kamers hetaalde! Het tweetal ging nu uaar boven; Ilans terneergeslagen, met haugend lioofd, want hij verkeer.de in de ondenstelling, dat hij Berger toch weer op een verkeerd spoor had gebracht; Francis daarentegen in een bij zonder goed humeur; hij floot zelfs een een vroolijk liedje. Toen zij de vestibule verlaten hadden en niemand hen kon verstaan, kon Hans niet nalaten te vragen: Maar hoe kunt ge nu in 's hemelsnaam zoo vroolijk zijn, Francis? Het geheele ge val draait weer op niets uit: want als de de man den vorigen nacht het hotel niet verlaten heeft, dan is het toch- oak geheel buiten quaestie dat hij betrokken is bij den diefistal. Alvor sloeg zijn jongen vriend krachtig op den schouder. Geduld, geduhl Hans. Voor wij Berger gesproken en nadere bijzonderheden omtrent de inbraak vernomen hebben, kunnen"' wij geen afdoend oordecl vellen. Wachten! Dat was nu juist iets wat Hans zoo moeilijk kon. Perroquet werd geroepen en, voor zoover noodig, van alles op de hoogte, gebracht. waarna men hem gelastte post le vatten op kamer no. 87. Ilij kreeg bevel, om iedcr Antwerpen zijn teruggekeerd, in verband met de geruststellende toezegging van den gouverneur dier stad. Nu heeft de heer Loudon, naar hij meedeelde, de Duitsche regeering er op gewezen, dat iedereen de toezegging van Antwerpen's gouverneur als geldende voor alle vluchtelingen had op- gevat, niet' alleen voor die, afkomstig uit het rayon. Daarom heeft onze Minister aan Duitschland verzocht, alle Belgen, die destijds vertrouwende op de geruststellende verzekeringen van Antwerpen's gouver neur, uit ons land zijn teruggekeerd naar Belgie, onverschillig naar welk gedeelte van het land, uit de deportatie vrij te laten. Moge het streven van onzen volijverigen regeerder met een goeden uitslag worden bekroond! Dat is te hopenvoor hem, maar in de eerste plaats voor de arme slachtoffers! Uit de glas-industrie. De Duitsche regeering heeft alle glas werk en alle soorten flesschen tot contra- bande verklaard. Het gevolg hiervan zal verdaeht geluid op 110. 86 terstond aan zijn heer te melden, om de deur van zijn eigen kamer, die naar de gang ieidde, niet te slui- ten, maar aan: te laten staan. Hij werd er verarflw oordelijk voor gesteld, dat de pa tient op no 86 zijn kamer niet jverliet zcncier dat lord Alvor terstond daarvan verwitligd werd. Hans en Francis namen zelf no. 8.) in beslag en de laatste onderzocht onmiddel- lijK of het sleutelgat vrij was en hij er door in de andere kamer kon zien. Helaas nietMen. scheen van den andc- ren kant iets voor het sleutelgat g-ehan- gen te hebben. misschien had men er ook een kast vo-or gezet. Hans had rust noch duur. Hij liep de groote kamer on- geduldig op en neer. Wie had een uur geleden kunnen denken,, dat hij hier in Constantinopel een nieuw spoor van den inbreker zou ontdekken; en het merk- waardigste was,, dat dit nieuwe spoor op het oogenblik, dat zij het wilden vol gen, reeds weer uitgewischt dreigde te wor den. Op hun enderneming rustte nu eenmaal geen gelulc Eindelijk na egn half uur misschien stale Berger zijn hoofd om de deur, die naar de gang leidde. Ilij wenkte Alvor en Hans, maar legde tegelijkertijd zijn vinger op den mond om hun het zwijgen op le leggen. De geroepenen s-nelden naar buiten, Ik heb reeds een onderhoud met den portier gcliad begon Berger gejaagd. Wij kunnen in uw kamer niet vrij praten, want DE „V 69". Naar uit Berlijn aan de Koln. Ztg. wordt gemeld, geniet de Duitsche torpedoboot V 69 ,die met averij de haven van IJmuiden is binnengeloopen, aldaar asylrecht. De Ne derlandsche regeering handelt daarmede in overeenstemming, zegt de Koln. Ztg., met haar neutraliteitsverkiaring van 27 Augus tus 1914, volgens welke verklaring een in nood verkeerend oorlogsschip zoolang- in een rieutrale haven mag verbiijven, tot de oorzaak van onzeewaardigheid is verdwe- nen en het schip derhalve weder zeewaar- dig is. Nederland heeft zich met deze neu traliteitsverkiaring gesteld op den grond- slag van de 13e Haagsche overeenkomst. Gelijk vanzelf spreekt, mogen verliezen, de scheepsartilierie betreffende, niet worden hersteld. Het betreffende artikel van de Haagsche overeenkomst is reeds verschil- lende malen toegepast, zoo bijv. na den zeeslag van Corenel, toen de Britsche krui- ser Glasgow zeven dagen met verlof van de Braziliaansche regeering te Rio de Ja neiro binnenliep. Bij een andere gelegen- heid vertoefde een Engelsch oorlogsschip, dat op een rif was geloopen, 26 dagen te Rio de Janeiro in het dok. Wij zelf hebben gebruik gemaakt van het asylrecht in het geval der stoomschepen Prins Eitel Fried- rich en Kronprinz Friedrich Wilhelm in Amerika. Beide schepen hadden veel van hun zeewaardigheid verloren en kregen daarop behoorlijk tijd voor de reparaties, doch konden van het recht om weer uit te loopen geen gebruik maken, daar een groot aantal Engelsche en Fransche kruisers de wacht hield en de Duitsche schepen slechts zwak bewapend waren. EEN GEVAARLIJKE RIT. Georg Queri schrijft uit het westen aan hot Berliner Tageblatt"Het Holsleinsche regiment was tegen het eind van de eerste week van 9 October zoo goed als afgesne- den van de achlerwaarSsche verbindingen. Een paar van de duizend granaten hadden ten slotte tocli de dunne lelefoondraden vernield en de telefonist in de loopgraaf en die in de oentrale van den kommandant schreeuwden in doove, ziellooze apparaten. Er was geen denken aan, de leidingen nu, tijdens het wilde roffelvuur, te repareeren. Maar verbinding naar den kommandant moest er zijn, natuurlijk. lluiters voor! De afstand been en terug was zeventicn kilomelers ovrer oneffen, stukgeschoten ler- rein. Men kon veronderstellen, dat ecu voel- ganger tenminste twee uur werk zou hebben om door dit gebied le rennen. Het woeden- de vuur eischte pauzes, zoowel bij het Ion- pen als bij het kruipen, en hield den man daarom bovenmatig lang in nood en angst. Een goede ruiter echter moest het werk doen in een vijfde van dezen tijd. Eenvou- dig door het gevaar jagen, er op of er onder en zijn leven in vijf-en-twintig minuten weer op het zadel terugbrengen of het naast het doode paard laten liggen. 'sAvonds gingen de huzaren Hiasny uit Berlijn, en de huzaar Hastedt uit Holstein, op weg. Zij dienden nu reeds vijf en een half jaar bij hun eskadron, prachtige, oude soldaten Zij wisten heel goed welk lot zij getrokken hadden adjuus, mooie wereld, adjuns. Zij rendeu wieg, het lichaam op den hals van liel paard en gaven de teugels bijna geheel vrij. Overal brulden de granaten. De schuw geworden dieren hadden de spo- ren niet nooaig, liepen zoo snel ze konden. Toen stonden ze trillend, schuimend en met zweet bedekt aan het doel. De liuzaren dienden hun i~apporl in, wachtten op ant- woord en galoppeerden den vuurweg terug. De wildsten van alle wilde jachten. Hui- lende, fluitende gezangen van de granaten, sproeiende dood en verderf spuwende (iel, donderende lucht. De paarden z,ijn nat van angst en iuspanning, de miters liggen op de halzen en jagen de dieren naar huis. .De minuten zijn lang. In elke minuut dreigt tienduizendmaal de dood. Tussehen de gra naten en menschen een afschuw^lijk spel, als tussehen kat en muis. Daar zijn zij! En zij weten niet hoe het mogelijk geweest is. Zij glijden als slaap- dronken van de paarden en willen de die ren, als altijd, naar stal brengen. Maar de paardenlichamen vallen om, slaan met de pooten uit en hinniken. Overal mengt zich hloed met het zweet; de brave dieren tril- len, en sterven zonder geluid te geven. Maar de huzaren gingen ongedeerd met de infanterie naar de reserve-stelling. EEN HELDIN. Marceile Seminer, een Fransch meisje van 21 jaar, is draagster van het Fransche oorlogskruis en van het kruis van het Le- gioen van eer. Marceile is een wees, haar vader was Elzasser, die er na '70 de voor- keur aan gegeven heeft in Frankrijk te wo- nen. Voor den oorlog woortde zij te Frise; vervolgens kwam zij zich te Eclusier ves- tigen, in het Somme-departement, waar zij familie had. Te Eclusier begon in Juli, naar men zich herinneren zal, het offensief in Pi- cardie. Na den slag aan de Marne bleef Marceile in haar dorp, waar ze al haar zorg wijden aan oude menschen eri aan de sol daten. Zelfs onder een bombardement, dat zijn weerga niet heeft, bleef Marceile tot December 1915 te Eclusier. Toen stemde zij er in toe, uitgeput als zij was, om te Parijs te komen, waar zij opgeleid werd voor verpleegster. Van het heldhaftige gedrag van Marceile Semmer heeft de oud-ministei Klotz Zon- dag in de Sorbonne, waar MarceHe gehul- digd is, o.m. het volgende verteld: Op het oogenblik van den inval, na Char- wij zijn ei* niet zeker van, dat die man daar op no. 86 ons niet beluistert. Komt dus weer naar de mijne. Toen de anderen aan Bergers verzoek void aan hadden, vervolgde deze: Ik ben naar het hoofd der politic ge- reden. Ik werd ee,rst ontvangen door een zijner ondergeschikten, wien ik mijn legi- limalie-papieren overlegde; gelukkig was er een lolk op het bureau, die wel geen Hol- landsch, maar toch Fransch verstond en zoo werd ik eindelijk door mijn voomamen collega zelf ontvangen. Van hem vernam ik de verdere bijzonder heden omtrent den diefstal. Die bijzonder heden zijn precies deztelfde als die bij de inbraak in de Hypotheek- en Credietbank. Gisteren heeft een Engelsch koopman, die zich mr. Terry noemde, naast de Bank een huis gehuurd. In den loop van den dag is hij er tweemaal geweest en eerst laat op den namiddag weer vertrokken, nadal hij het huis achtcr zich gesloten had. Van morgen, toen de boekhouder en de klerken het kantoor binnenkwamen, verloonde zich hetzelfde schouwspel aan hun oogen, dat Hans en ik van vroeger kennen. De in braak heeft precies op dezelfde wijze plaats gehad als in Hans' woonplaats. Be man is voor zijn taak berekend, dal moet gezegd wordem Men hehoeft er geen oogenbliK aan Ic fwijfclen, dat het dezelfde is. als degene, die het karweitje in uw woonplaats heeft vcrrieht, Hans! Hot lniis naast do Bank was gesloten. Van mr. Terry was niefcs te hooreai of te zien. Wij kunnen er mi zeker van zijn Berger s gelaat straalde van vreugde dat wij den vos eindelijk hebben gevangen. Maar, mijnheer Berger. u zei daar- even toch. dat u reeds een onderhoud met den portier had gehad; held u dan niet ge- hoord, dat die heer-van no. 86 ziek is en zijn kamer sedert gisteren niet heeft ver laten? Berger iachte. Weet ge niet, mijn jongen. wat een alibi is? Hans schudde ontkennend het hoofd. Nu, onder de uitdrukking alibi als Latinist zult ge loch wel weten. dat zij on- geveer beteekent: ergons anders onder alibi verstaal men het bewijs, dat de be- schuldigde kan geven, dat hij zich op het oogenblik van de misdaad niet heeft be- vonden op de plaats waar deze hedreven is, maar ergens anders. Gelukt hem dit, dan verliezen alle verder bewijzen Voor de schuld van den aangeklaagde hun .lu-acht. Ik ben er nu reeds moreei van overluigd, dat onze vriend zich op slinksche wijze ■een alibi liceft weten te verschaffen. -- Dal laat zich hooren, mijnheer Berger, merkte lord Alvor op, Die gedachtc is bij mij ook reeds opigekomen, maar toch vind ik liel vreemd, dat die vriend van u niet gebruik heeft gemaakt van den eersten trein of van een stoomboot om zich bijtijds uit de voeten te maken. iiqj n n i t v (Wordt vervolgd.) if COURANT lliecll bictup nacii nuug muu i uiv. r

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1917 | | pagina 1