ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6415.
Zaterdag 12 Augustus 1916.
56e Jaargang.
biiiiiitismb.
Onderwljzeres.
Onderwijzeres,
BIVBlfiUS USIAFT.
De Oorlog.
De krijgsMrijven
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
I
Bit BM Ysrseliijat Maaadag-, Wsensiiag- en Yrijfiagayond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAH DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Regeerings-eieren
Herhalingsonderwijs.
B1NNENLAN 0.
F E U IL L is T O H
BUITENLAND.
Landbguwberichten.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland fl.10.
Ssj vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland /2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
TelefooK 25.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
ZBXjA-IEX
De P R Ij S der
is deze week 67s cent per stuk.
De Burgemeester van Ter Neuzen
Sept. a. s.
COURANT
I
rp—I l.|. I I I I ll .1 I III 1.1,1.1.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
VrijtlnK den IS Aug. des voormid-
dags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 11 Aug. 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat zij, die aan deft cursus voor heTT
herhalingsonderwijs voor meisjes, aanvangende 2
September a. s., wenschen deel te rfemen en de zes
leerjaren der lagere school hebben doorloopen, zich
moeten aanmelden voor 15 Augustus a. s. voor de
kom der gemeente bij het hoofd van school A, en
voor Sluiskil bij het hoofd van school D. Bij ge-
noemde hoofden kunnen tevens nadere inlichtingen
voor het herhalings-onderwijs worden verkregen.
Na den aanvang der cursus worden geene leer-
lingeri meer toegelaten.
Ter Neuzen, den 7 Augustus 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van ZAAM-
SLAG roepen op, sollicitanten naar de met
ingang van 1 September a. s. vacant komende
betrekking van
aan de Openbare Lagere School in den
Grooten-Huyssenspolder (hoofd de beer J.
J AN sen) in het bezit van akte j en k.
De jaarwedde bedraagt f 25,boven
het wettelijk minimum, terwijl voor het
bezit der akte k /IOO,— wordt genoten.
De belooning voor het geven van her
halingsonderwijs bedraagt 60 cent per
gegeven lesuur.
Inzending van stukken voor den |sten
Zaamslag, den 7 Aug. 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLK Lzn, Secretaris.
Ilel opbrengen van' visschers sehep en
Reuter seint uit Londen aan de N. R. Crt.
Naar wij uit gezaghebbende bron ver-
nemen, schijnt in Nederland eenig misver-
stand te bestaan over het lot van de be-
Wat waren dat voor gekke kunsten,
Richard? vroeg Mr. Dikson opnieuw. Hoe
haalt ge het in uw hoofd omj u zoo aan te
stellen? Het is scbande!
Monsieur Perroqmel schudde zich als een
nalte poedel en zei toen verlegexi:
Maar mijnheer, ik meende vast en
zeker, dat ik dood was. Het was ook zoo
verschrikkelijk, toen ik plotseling op den
vloer werd geworpen. juist op het o'ogen-
blik, dat ik een klein hartversterkinkje wilde"
nemen, en de geheele least over mij heen
viel. Toen heb ik mijn bewustzijn verlo-
ren; of, om de waarheid te zeggen, ik weet
niet recht of ik misschien ook gedrooind
heb.
Hij schudde zich nog eens, zoodat de
druppels in het rond spatten, en voegde
er toen op meewarigen toon aan toe:
Ik dacht warempel, dat ik kamerdie-
naar was bij de grootmoedier van Rarrarabay.
Weer lachten alletlMr. Dikson zond zijn
getrouwen kamerdienaar weg; liij. moest
maar zorgen, dat hij er gauw weer als een
fatsoenlijk mensch uitzag.
Toen de mannen op het dek/ kwamen
om te zien hoe daar die zaken stonden,
was de hemel weer geheel holder.
Maar lioe zag de arme „Vliegende Leeu
werik" er uit':
.Do kapitein stond moedeloos met zijn
manning van de Nederlandsche visschers-
schepen, welke voor het Britsche prijzen-
hof zijn gebracht.
De Britsche regeering is niet voornemens
eenigen hinderpaal in den weg te leggen
van huu terugkeer naar Nederland en in-
structies zijn gegeven om hun te veroor-
loven aan land te gaan, wanneer zij willen,
om naar huis terug te keeren.
Uit Engeland.
In het Lagerhuis heeft McKenna gisteren
naar aanleiding vaD het ni'euwe oorlogs-
krediet gezegd: Onze geheele schuld zaleinde
Maart-1917 naar schatting 3,440,000,000
bedragen. Als men daarvan de voorschotten
aan bondgenooten en overzeesche gewesten
ten bedrage van 800,000,000 aftrekt,
blijft onze eigen schuld 2,640,000,000.
Dat is buiten alle verhouding in vergelijking
met vroeger.
Het geheele nationale inkomen bedraagt
per jaar ongeVeer 2,700,000,000, zoodat
de nationaie schuld daarmee ongeveer ge-
lijkstaat. Dat kan niet als een ondraagljjke
last worden beschouwd.
Wij betalen dagelijks aan het buitenland
meer dan een millioen pond, waarschijnlijk
dicht by de twee millioen, voor onze eigen
rekening en die onzer bondgenooten.
Spr. verdedigde de uitgifte van schuld-
brieven op korten termijn en verklaarde
dat de regeering, zoodra de staat van de
schuld was vastgesteld, zonder aarzeling
,£§Jl lego in g zou sluiten en haar belofre
logsleening zou nakomen.
Onze nationale rijkdom vervolgde de
minister wordt geschat op een waarde
van 1650 milliard, zoodat de staatsschuld
in Maart 1917 daarvan ongeveer 1jt deel
zal bedragen. Wij dienen een reserve van
20 percent te hebben en uit de bestaande
belastingen den interest te betalen en het
amortisatiefonds met belangrijke bedragen
te voorzien.
Wat er dan overschiet, moet dienen voor
de verlaging der belastingen. Zoo lang de
Engelsche belastingbetaler zijn belasting
betaalt en bovendien geld uitleent, zijn wij
in staat ons krediet te handhaven tot het
eind van den oorlog, hoe lang die ook
moge duren.
DE BREMEN.
Het Berner Tageblatt, een Duitschgezind
blad, verneemtvolgens Havas, dat de handels-
duikboot Bremen, een zusterschip van de
Deutschland, tengevolge van een gebrek
aan de machine is gezonken.
Men hoort zegt het blad niet meer
van het schip spreken. Niemand weet of
de bemanning den dood heeft gevonden,
maar in elk geval verzekert hun helden-
moed hun de achting van iedereen.
breeden rug tegen een van de pijpen ge-
leund de tweede was omvergeworpen
en zei, dat zijn dierbaar schip voor het
oogenblik niet meer zeewaardig was.
Het roer weigerde - te gehoorzamen, de
bezaansmast was omvergeworpen, van de
andere mas ten waren de raas afgerukt.
Overal waarlieen men het oog wendde, ver-
nieling en ver woes ting.
- Wij zullen len minste een halven dag
noodig hebben om de meest noodzakelijke
reparatjes lot stand te brengen, zei de ou'de
man eindelijk mismoedig. Had mijnheer nu
maar naar mij geluisterd. dan waren wij
naar Manilla g'ezeild. Als de zeeroovers, die
wreedaardige honden, ons in dezen toestand
aantrei'fen
Mr. Diksoit legde den kapitein met een
geha,ar het zwijgen op. Hij had gezien, dat
de dames met Ellen op diet dek waren ge-
konnen en hij wilde niet, dat zij noodeloos
verontrust zouden worden.
De volgende uren werd er hard gewerkt
door de geheele bemanning. Tegen een uur
'8 middags werd hun arbeid eindelijk in
zooverre beloond, dat het roer weer- ge-
hoorzaamde en de noodzeilen wind vingen.
De zee was kalmer geworden, de kapitein
hoopte, indien die bries ten minste uit het
Oosten bleef waaien, dat de Ghineesche kust
op den middag van den volgenden dag-in
zicht zou komen.
hoopte het,
voorden kon
weer, tegen zijn gewoonle, volstrekt niet
opgewekt uit. En toen Hans den ouden
man aansprak, die voor zich uit stond te
staren, schrikLe deze op en zei:
Hij hoopte het, indien men allhans op
zijn woorden kon vertrpuwen. Hij zag er
BRAND 30MMEN.
Een verslaggever van de „Petit Parisien"
vertelt over branabommen:
Boven het dorpje, waar ik zit te onlbij-
ten, op ongeveer twee kilometer van de
Duitisiehe linies gelegen, hoort men sedert
een kwarlier, bijna onophoudelijk, eennood-
loltig gefluit, gevolgd door vreeselijke don-
deristagen. De herbergierster zei zonder
groote emotie tot mij:
,.Dai is het tijdslip, dat ze ons gaan bom-
bardeeren. Ik gaf u immers den raad in
een kelder af te dalen, mijnheer, maar Jiicr
hebben wij geen kelder meer."
Dat was dus een afdoende reden' om
maar met mijn ontbijt door te gaan. Bijna
op helzelfde oogenblik echter komt er een
kind aansnelten, met oogen, die van nieuws-
gierigheid schilteren:
„Ze liebben het huis van M. D. in brand
ges'choten. Dal zal aardig brand,en!"
Het was het mooiste huis van het dorp-,
op z&slig meter afstand gelegen van de plek,
waar ik mij bevond. Met een kleinen jon-
gen ga ik er heen. Aan het eind van het
straatje Snellen reeds menschen toe, zon
der aclit te siaan op de bommen. Zij wijzen
naar het bovensie gedeelte van het huis,
een met aarde bedekt terras, en vervolgens
naar den weg, waarin een gat van 25 cen
timeter middellijn is geslagen.v Uit dit gat
stijgt rook op, groen en geel van kleur
en beiemmierend voor de ademhaling.
„Drommels", roept een buurman, met den
voet in het gat woelende, „het is een brand-
stichlende bom". Werkelijk brandt de aar
de in het gat, nu hij ze met de zool van
zijn schoen heeft aanger^akt. En ook aan
den schoen vertoont zich een vreemd vlam-
metje.
„Mijnheer, kijk eens", roept een jongen,
terwijl liij me in orze onmfddiellijke nabij-
p. v.l p ;uvdyrjit- 0,sir! i ci idir* \Z^1T1. .GP.n
een bom geworpen!"
Terwijl de buurman driftig zijn zool aan
het plaveisel afwrijft, bereiken wij de bin-
nenplaats. Twee-mannen, wien het zweet
van het voorhoofd gutst, zijn er in geslaagd,
met groote emmers water den brand te blus-
schen, die door een projectiel in een soort
looids is gesticht. De bom is tusschen een
kar, die met kislen geladen stond, eneenige
landbouwwerkluigen gevallen, en heeft de
kar in stukken geslagen, die in brand zijn
geraakt. Indien de beide mannen niet vlug
ter hulpe waren gesneld, zou de geheele
loods in brand zijn geraakt. Een vreemde,
walgelijke, zoetachtige lucht stijgt uit de
loods op. Men zou zeggen: een fosforlueht,
vermengd met een onbekende substantie.
Op den grond ontdek ik onder een hoop
puin een roze tube van celluloid, die een
verpestenden stank verspreidt. Een En-
gelsch officier, die opdracht heeft de plaat-
sen te noteeren, waar de bommen neerval-
len, verklaart mij, dat het de huis is van
de slof, bestemd om brand te veroorzaken.
Als jde bom springt, deelt de vlam zich
aan liet chemische preparaat mede, dat on
der het verbranden een ongelooflijk-hoioge
iemperatuur ontwikkelt en een vuurwerk
van sterren te zien geeft, die alle een brand-
stichtende vonk bevatten.
„Ik deed thuis mijn middagdutje", ver
telt een der mannen, „toen de bom neer-
viel. Ik weixi tegen den grond geslingerd.
Tegelijkertijd nam ik een afgrijselijken stank
waar. Ik ging op verkenning uit en ont-
dekte, dat de boel at smeulde. Toen ging
Zqoals God witgeen appel vait van
den boom zonder Zijn wil en geen zaad-
korrel ontkiemt, ponder dat Hij het weet!
De jongeman keek den zeeman met zijn
grijzen baard, voor wien hij grooten eer-
bied koesterde, vragend in het sombere ge-
laat.
Wat scheelt er toch aan, Mr. Aber-
kroon?
Nn legde de kapitein zijn hand zwaar
op Hants' schouder en antwoordde:
Het lijkt wel, alsof ik in een drbom
spreek, maar ik ben toch goed wakker en
volkomen ernstig. Ik zal geen rust heb
ben, voor'wij de bastions van Hongkong
in zicht hebben. Deze Chineesche Zee
deze Chineesche Zee ik heb niet voor
niet zidk een angst hier brak hij plot
seling af en liet den jongeman alleen staan.
Het kon ongeveer drie uur zijn, toen de
tweede sluurman, die op den uilkijk stond,
plotseling uitriep:
Twee schepen aan lijzijde!
Aberkroon begaf zich met zware schre-
den vooruit, nam den verrekijker en on-
derzoclit nauwkeurig den thorizon.
De ouide man bleef langen tijd door zijn
kijker staren en reikte dezen daarna aan
Hans, die naast hem was komen staan:
Kijlt u eens, mijn- oogen schijnen zwak
te worden.
Zondek zich te bedenken, voldeed Hans
aan het verzoek. Hij kon aanvankelijk niels
ondebscheiden dan den omtrek van twee
zeilschepen; liet was onmogelijk om te zien
welke vlag zij voerden of op dien afstand
uit te maken, wat voor soort van schepen
ik water halen Als dat 's nachts alles
zoo gebeurd was, zou cte geheele wijk er
aan zijn gegaan. Hij wees mij op de huizen,
in de. nabijheid van de loods. Alle zagen
er in eens zeer veranderd uit, en waren
dik onder de stof. Twee, liuizen waren
bijna geheel uit hout opgetrokken. Die zou
den dus igebrand hebben als een lucifer
ITALIAANSCH-OOSTENRIJKSCHE
GEVECHTSTERREIN.
Wij ontleenen de volgende telegrammen
aan de „N. R. Crt.":
vVEENEN, 10 Aug. (Wolff.) Officieel: In
verband met den door de ontruiming van
het bruggehoofd van Gorz ontstanen toe-
stand is ook de stad Gorz prijs gegeven.
Nadat nieuwe vijandelijke aanvallen bloe-
dig Waren afgeslagen, hebben wij qp de
Iioogvlakte van Doberdo de noodige verbe-
tering onzer stellingen ten. uitvoer gelegd,
zonder daarirq door den vijand te zijn be-
moeilijkt. In dit Aak hebben onzie troepen
de laatste dageii 4100 Italianen gevangen ge-
nomen.
Bij den inval van den vijand in liet
bruggelioofd van Gorz hebben wij 6 onzer
kanonnen niet meer kunnen bergen.
Gisteren heeft de vijand zijn krachtigste
pogingen gericht tegen het vak van Plava.
Nia een uiterst hevig gesichutvuur heeft de
Italiaansiche infanterie v,ier aanvallen gedaan
op Zagora en drie op de hoogten ten Oos
ten van Plava. At deze stormloopen zijn
door den taaien tegenstand onzer troepen
gebroken. ATdeelingen van het 22e en 52e
reg. infanterie liebben zich daarbij opnieuw
onderscheiden.
Op het front in TirW..--
jaanvntsnorinijcn 126? -? de Pasubio 3 aan
vallen op onze stellingen.
ROME, 10 Augustus. (Stefanj.) Officieel:
De krijgsverrichtingen in het gebied van
Gorz vorderen goed. Nadat de bruggen wa
ren liersteld is de overtocht onzer troepen
over de rivier gisteren den geheelen dag
voortgezet. Ruiterij en wielrijders rukten
ten Oosten van de stad snel vooruit, ont-
vangen door een levendig vunr van de om-
ringende lioogten en van de linie van Ver-
tojba (hoogte ten Zuiden van Gorz). Onze
vermetele cskadrons voerden op verschei-
dene punten scliiUereiidc charges uit tegen
den vijand, bracliten hem zware verliezen
toe en maakten eenige honderden gevangenen.
Op den Kanst zijn onze dappere troepen
na lievigen strijd de sterk verschanste vij
andelijke linies ten N.-O. van den San Mi-
chele en bij San Martino binnengedrongen
en liebben Baschini genomen.
In de verzamelplaatsen van krijgsgevan-
genen zijn tot dus ver geteld: 268 officieren
en 12072 man. De gevangenen blijven toe-
stroomen.
In de ijdele hoop, onze aandacht af te
leiden en onze actie aan de benedien-Isonzo
te vertragen, heeft de vijand gisteren plot
seling op de rest van het front hevige aan
vallen gedaan en een felle beschieling on-
derhouden. Zoo op den Tonale, in de dalen
van Judicarie en Lagarina, op den Pasubio,
bij den MonteCimone, in het Travignolo-
dal en op den Monte Nero. We hebben
overal onze stellingen vast in handen ge
houden.
liet waren.
Hans gaf den kijker weer aan den ka
pitein, en deze zette zijn waamemingen
voort.Zoo verliep e-r een half uur; eens-
klaps meende Hans te bemerken, dat de
beide schepen van koers veranderden en
rectitstreeks op „De Vliegende Leeuwerik"
afkwaroen, die betrekkelijk nog sleclils lang-
zaam voorui tkwam. Bijna op hetzelfde
oogenblik liet ook de kapitein een half on-
deridrukten vloek hooren en riep uit:
Heb ik het niet gezegd! Heb ik het
niet gezegd
Wat dan, kapitein? vroeg Hans-leven
dig.
De oude man antwoordde niet terstond.
Hij keek onafgebroken in de verte en zei
toen haastig .tot den jongeman, zonder den
kijker van de oogen te nemen:
Roep eens zoo spoedig mogelijk Mr.
Dikson, en ook Mr. Berger en Mi'- Luitjens.
De toon, waarop hij deze woorden uit-
jsprak, was zoo ernstig, dat Hans geen tijd
met een wedervraag wilde verliezen. Hij
snelde naar het achterdek om Mr. Dikson,
die daar met de dames stond te praten, te
waahschuwen en toen naar beneden om Ber
ger en Luitjens te lialen.
Toen liij weer op het dek kwam en zich
bij den kapitein en Mr. Dikson voegde, wa
ren de beide schepen reeds duidelijker te
onderscheiden. Het schenen twee Chinee
sche kuslvaarders te zijn, niet groot, log
en met de eigenaardige j aloezieachtige zei-
len van de Chineesche schepen.
Heeren, begon, Mr. Dikson, en ook zijn
stem klonk niet meer zoo- opgewekt als
anders, de kapitein deelt mij daareven mee,
TEB NEUZEN, 11 Aug. 1916.
Het weerbericht van het meteorolo-
gisch iustituut te De Biidt van heden luidt
als volgt
Hoogste barometerstand 766.2 Vlissingen.
Laagjde barometerstand 754.6 Haparanda.
Yerwachting tot den avond van 12 Aug.
zwakke tot matige wind, meest uit Noorde-
lyke richtingen, meest licht tot half be-
wolkt, waarschijnlijk droog beboudens kans
op onweer, vooral in het Oosten, zelfde
temperatuur.
Gemeenteraad.
In de op Vrijdiag 18 Augustus 1916, des
voormididags 10 uren, in het gemeentehuis
alhier, te houden vergadering van den ge
meenteraad, zullen de volgende punten be-
bandeld "worden:
1. Nolulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Goedkeuring van die rekening van het
bestuur der brandweer over 1915.
4. Voorslel tot verpachting van gemeente-
grond.
5. Vooratel tot het verleenen van vergun-
ning tot aansluiting op een gemeente-
■riool.
6. Wijziging van de jaarwedden van amb-
tenaren bij de politie.
7. Idem van de hoofden en het verder
onderwijzepd perisoneel der scholen A,
B, C en D.
8. Idem van de ambtqnaren bij den rei-
nigings- en beerruimingsdienst.
9. Idem van het personeel ter secretarie.
10. Idem van den gemeentebouwmeester.
11. Idem van den bode.
12. Voorloopige vaststelling der gemeente-
rekening over 1915.
A^jg-age van een crediet in zake vuil-
bo U W^TOfrrct™_
15. Voor stel in zake ad res P. H. Wieck-
horst, verzoek om huur van grond.
Over de Schelde zwemmen.
Naar wy vernemen, is een koene zwemmer,
die reeds meermalen blyk gaf van zijn kracht
eD uithondingsvermogen op dat gebied,
en die tydelyk hier vertoeft, voornemens
Zaterdagnamiddag eene poging te wagen
om van hieruit zwemmende oyer de Wester-
Schelde Ellewoutsdijk, aan den Zuid-Beve-
landschen oever, te bereiken.
Een boot met bemanning zal hem ver-
gezellen.
Naar we vernemen zal de tocht aanvangen
met hoogwater, ongeveer half 2 uur.
HoHandsehe visschers naar. Duitschlantl
o>er gebracht.
De opvarenden van de Heijster vissehers-
boot H 60 die van uit Breskens waren
uitgevaren en door de Duitschers naar Zee-
brugge waren opgebracht, zijn naar het
civiele gevangenkamp te Sicnelager over-
gebracht.
Levering van vee.
Naar de N. R. Crt. verneemt, heeft
Woensdag in 's Gravenbage een vergadering
plaats gehad van bet hoofdbestuur van den
jdat hij niet geheel gerust is over den aard
van die twee schepen. Ik wil hopen, dat
hij zich vergisl. Maar ik "mag u niel ver-
bergen, dat Mr. Aberkroon liet niet voor
onmogelijk houdt, da I die jonken... sche
pen van zeeroovers zijn.
Allen zonder onderscheid ontstelden.
Onder andere omstandighedeii, indien
de Leeuwerik" nog in het bezit van al
haar zeilen was, zou het gemakkelijk zijn
die lompe vaartuigen te ontwijken. Maar
na die averij, die wij geleden hebben, ver
klaart Mr. Aberkroon dit voor onmogelijk.
Kunnen wij geen stoom maken? viel
Hans hem in de rede.
Ja, als wij maar kolen hadden, mijn
besle jongen! Maar onze bunkers zijn leeg
tot op het laatste kruimeltje! antwoordde
de kapitein somber.
Laten wij dan met hout stolen, laten
Wij alles, wat wij missen kunnen, bij el-
kaar brengen, dat zal toch wel voldoenac
zijn om voor een paar uur stoom te maken!
Dan is er ook nog petroleum aan boosed, al
is het niet veel, waagde Hans in zijn opge-
wondenheid voor te stellen.
De kapitein trok echter de schouders op
en verwierp liet voorstel geheel eii al.
Dc machines zijn er niet op ingericht
om met hout gestookt te worden. Boven
dien zou, het veel te lang duren, voor wij
voldoenden stoom hadden.
Eenige oogenblikken stonden de mannen
zwijgend te kijken naar de vaartuigen, die
met snelheid naderden.
(Wordt vervoLgd.)