ALGEMEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. No. 6387. Dinsdag 6 Juni 1916. 56e Jaargang. De Oorlog*. De groote zeeslag. ABONNEMENT: ADVERTENTlfiN: Telefoon 25. Bit Blad verschpt Maandag^, Woensdag- en Yrjjdagavend, uitgezonderd op Feestdagen, by de Firrna P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. BINNENLAND. BUITENLAND. Per 3 maanden binnen de stad I.—. Franco per post voor Nederland 1.10. SiJ vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2, Men abonneert zich bi] de Uitgeefster, of buifen Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van clriemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tvveemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 &3U1" op den dag der uitgave. De m>oigieiijklh©id van ioenadering tusschen de oortogvoeTenden. In aaiislniting aan de dezer dagen ge- publiceerde verklariogen van vooraanstaande Nederlanders, hetreffende de mogelgkheid van toenadering tusschen de oorlogvoerenden, in verband met de laatste uitlatingen der verantwoordelijke staatslieden in Duitsch- land en Engeland, deelt het bestuur van den Nederlandscben Anti-Oorlog Raad nog mede, dat Mr. W. H. de Beaufort, oud-minister van buitenlandsche zaken, eere-voorzitter der eerste en onder-voor- zitter der tweede vredesconferentie, zich aldus uitsprak ,/Wat betreft de vraag, of na de uitingen van sir Edward Grey en deta rijkskauselier de weg gee'ffend is tot toenadering van beide zijden, ben ik van oordeel, dat deze uitingen eenigszins beantwoorden aan de wensehen in alle oorlogvoerende landen, waar men inderdaad snakt naar vrede. Maar daarmede is de weg tot den vrede nog niet gee'ffend. Om den vrede te kun- nen sluiten, moeten er voorwaarden zijn, of waarover de oorlogvoerenden het eens zijn, of die aan een der oorlogvoerenden kunnen worden opgelegd. In dien toestand zijn wij nog niet. Ziet maar eens naar Frankrijk en naar Duitschland. Gelooft gij waarlijk, dat op dit oogenblik een overeen- komst tusschen deze beide landen mogelijk is, die het nationaal gevoel in beide landen eenigermate bevredigd Daarbij meet men ook wel overwegen, dat een vrede, die niet anders dan een wapenstilstand is, af- keuring verdient. Moet er op dezen oorlog weder een gewapende vrede nog meer gewapend dan die voor 1914 volgen, dan zal die vrede door de ontevredenheid der volken en den nijd der regeeringen weder spoedig verbroken worden. Komt er thans een vrede tot stand, dan moet het een duurzame zijn, die vooreerst door een goede regeling van het stelsel der scheidsgereehten tot groote vermindering van de wapeningen der legers en der vloten leidt. Zoodoende alleen zal het mogelijk zijn, de dreigende geldeiijke crisis, die in alle landen oorlogvoerende en onzijdjge voor de dear staat, te bezweren. Wanneer de regeeringen het zelve er- kennen en tevens tot de overtuiging komen, dat het geen hunner zal gelukken den anderen te verpletteren, dan is de weg gewezen. Maar er komt hier een groote z/maar" bjj. Zij moeten het beiden tege- lijkertijd erkennen. Erkent een hunner het, dan prikkelt dit de tegenpartjj om vol te houdenvandaar dat hij het alleen in den uitersten nood zal doen. Orn het evenwel gezamenlijk te erkennen op hetzelfde tijdstip, moet er iemand zijn, die als bemiddelaar optreedt. z/Aangaande de vraag, wie die taak op zich zou moeten nemen, isnaarmjjnmeening, wat zijn stelling in de wereld betreft, de meest geschikte persoon daarvoor de Paus, maar men kan een hoogst bekwaam, hoogst achtenswaardig en hoogst rechtschapen man zijn en toch de hoedanigheden missen, die voor het uitvoeren van deze moeiiijke taak vereischt worden. Ik kan de geschiktheid van den tegenwoordigen Paus als vrede- stichter niet beoordeelen. Ik weet ook niet of hij bijzondere wensehen koestert voor zijn wereldlijke macht. Is dit het geval, dan staat hij gelijk met andere vorsten, die alien min of meer hun eigen belangen bij de aanstaaDde vredesonderhandeiingen en daarom niet kunnen geacht worden, vol- komen onpartijdige bemiddelaars te zullen zijn. //Met het oog op zijn taak, moet de be middelaar de man van vertrouwen zijn van beide strijdende partijenhij moet weten tot welke opofferingen iedere partij bereid is dan alleen kan hij beoordeelen of een vergelijk mogelijk is. Vervolgens moet hij niet eigenmachtig, maar in overeen- stemming met partijen de voorwaarden ontwerpen, die wederzjjds aannemelijk zijn. Gemakkelijk zal dit niet wezen, want er zijn door de geheele wereld heen allerlei bestaande regelingen op losse schroeven gezet. Intusschen zal met geduld en vol- harding voor vele vragen wel een oplossing te vinden zijn, maar er zijn enkele, waar- voor dit met zeer groote bezwaren zal ge- paard gaan. //Welke ik tot deze vragen reken? Hier- over zou ik liever willen zwjjgen. Iedereen zal die wel kunnen aanwijzen, wanneer hij den loop der gebeurtenissen en den stand der meeningen in de laatste halve eeuw met zorgvuldigheid heeft gadegeslagen. Nogmaals echter een duurzame vrede of geen vrede, moet de leus van alle wel- denkenden zijn. Niet elke vraag kan wor den opgelost, maar laat men de oplossing der neteligste aan de toekomst over, dan blijfi Europa een legerkamp en dan worden deze groote legers weer spoedig handge- meen. Worden zij dat niet, dan zullen wij bianenlandsche omwentelingen en beroerten zien, tengevolge van de nooden der volken en de ontevredenheid der welgestelden, die stelselmatig zullen moeten worden uitge- mergeld, om den staat in de mogelijkheid te stellen, aan zijn geldeiijke verplichtingen te voldoen. Zonder een aanzienlijke ver mindering van de oorlogslasten, zie ik geen vreedzame toekomst dagen." Be suikerncoJ. In de Tel. onderwerpt een medewerker de cijfers van onzen buitenlandschen handel in d'e eerste vier maanden van dit jaar aan een beschouwing. Bet blad vestigt vooral de aandacht op de cjjfers hetreffende onzen suiker-uitvoer, waaruit biijkt, dat tegenover de 1000 K.G. ruw-suiker, die wij in de eerste 4 maanden van 1914 naar Duitsch land uitvoerden, thans staan ruim 19 mil- lioen K.G. Voor witte suiker zijn de cijfers onderscheidenlijk 12 en twaalfduizend ton Er dreigt een suikernood met in zijn gevolg stopzetten van tal van suikerwerk- fabrieken. Wittebrood. Naar aanieiding van de in het blad ffIn en Gitvoer" uitgesproken verwachting dat wanneer ae aanvoeren van tarwe in de eerstvolgende tjjden -op gelijke hoogte blij- ven, het te verwachten is dat met Pinksteren op den feestdisch wederom wittebrood zal prijken, deelt het Rijksgraanbureau mede, dat het met de aanvoeren nog niet zoo gunstig staat om te mogen verwachten dat althans reeds tijdens Pinksteren weer dage- Ijjks wittebrood zal kunnen worden gebak- ken, en de bruinbrood-regeling dan zou kunnen worden ingetrokkeD. Besehikfoaarsieiiing van levensmiddelen. Burg, en Weth. van Dirksland hebben zich tot den Minister van Landbouw gericht met het verzoek te willen bevorderen, dat de bedoeling van het wetsontwerp omtrent de beschikbaarstelling van levensmiddelen, onlangs ingediend, aldus worde gewijzigd, dat het rijk, evenals tot nog toe, de voile kosten der bruinbroodvoorziening bljjve dragen. Burg, en Weth. achten het een onbillijk- heid, om, nu het rjjk de voile kosten dier voorziening eenmaal op zich genomen heeft en daardoor vele gemeenten de bruinbrood- regeling heeft gebracht, thans ]/4 van dien last op de gemeente af te wentelen. Regeeringswoi. De prjjs van de regeeringswol naar schat- ting door de burgemeesters zal bedragen 1.85 per K.G. vette weiwol, 1,10 per K.G. vette zandwol en 1,95 per K.G. ruwgewasschen wol. Levering van suiker. (Officieel Bericht.) In verband met veel- vuldige klachten over niet-levering van suiker, terwijl er genoeg voorraad in het land is en er gegronde redenen zijn om prijsopdrijving en achterhouding aan te nemen, zal d8 Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel met kracht tegenover hen, die zich daaraan schuldig maken, op- treden. Reeds is aan firma's, die voorraden con- sumptiesuiker geacht mogen worden achter te houden, de vraag gericht deze tegen grossiersprijs beschikbaar te stellen, bij ge- breke waaraan onteigening zal volgen. Rout uil Zweden. Gisteren is het Zweedsche stoomschip Norma als eerste houtboot uit de Oostzee, van Soderhamn naar Zakndam bestemd, IJmuidengepasseerd. Naar onzeberichtgever aldaar van kapt. Nilsson vernam, was de haven van Soderhamn ijsvrjj, alleen had men in de Oostzee nog licht drijfijs ont- moet, dat echter door den aflandigen wind in zeewaartsche richting verdreven werd. Binnenkort zullen dus wel meer stoom- en zeilschepen, welke alle op het open- komen der Oostzeehavens wachtten, binnen- komen. (Hbld.) Roosevelt aan Ret woord. De campagne voor de presidentsverkiezing is aan den gang en Roosevelt is reeds op verschillende plaatse;. alssprekeropgetreden. De Amerikaansche bladen wijden, zooals de „Times"-correspondent te New-York aan zijn blad seint, uitvoerige beschouwingen aan het optreden van Roosevelt in het hart der pacifistische mldden-westelijke staten, o. a. te Kansas City, waar hij door eene op 100.000 personen geschatte menigte werd toegejuicht. Zijne redevoering was eene herhaiing van zijne bekende opratting om trent de oorlogsuitrusting en van zijne veroordeeling van Wilson's politiek, die hij „een vuursteen-geweer-staatsmanschapin het tijdperk van het machinegeweer" noemt. Thans zijn ook van Engelscbe zijdeMje- richten ontvangen omtrent den geweldigen zeeslag die Woensdag op de Noordzee heeft plaats gehad en waarvan we in on3 vorig numrner verschillende van Duitsche zijde atkomstige berichten konden melden. Do Engelsche berichten erkennen de ernstige verliezen, die aan hunne vloot zijn toegebracht, maar wijzen er tevens op, dat de verliezen der Duitsche vloot ook ernstig6r waren dan dezen doen voorkomen. Bij de groote afstanden waarop ook de zeege- vechten geleverd worden, zal het steeds moeilijk zijn, de verliezen van den vijand na te gaan, als met een zoo talrijke macht gestreden wordt, daar ook verschillende psrtieele gevechten plaats hebben, ter- wgl than3 bovendks ook gebleken is, dat men zelfs niet terstond het lot van alle schepen van de eigen vioot kent. Een aaneengeschakeld verhaal van den zeeslag is er nog nieL Doch uit de Engelsche rapporten kan men eenigszins den loop der gebeurtenissen schrijft het Hbl., aldu9 construeeren Een machtige Duitsche vloot verliet het beschermde gebied ten zuiden van Helgoland en voer in noordeljjke richting opmet deze vloot, waarbij zich ook de zware Duitsche slagschepen bevonden, kregen de voorboedesckepen van de Engelsche vloot voeling en in den strijd die daarop volgde, werden aan de slagkruisers en kruisers der Britten door de zwaardere Duitsche schepen duchtige verliezen toegebracht. Terwijl deze strjjd reeds aan den gang was, naderde echter de Engelsche hoofdmacht, waarmede de Dnitschers den strijd vermeden, waarna zij onder tot in den nacht voortgezette achterhoedegevechten, zich weer op hun havens terugtrokken. Deze voorstelling van het gebeurde, die steun vindt in het niet te weerspreken feit, dat de Duitschers zich op hun basis terugtrokken en dus aan de Engelschen de zee lieten, wordt in de be richten van Duitsche zijde in zooverre niet bevestigd, dat hierin nadrukkelijk wordt verklaard, dat de wederzijdsche hoofdmachten wel met elkander in gevecht zijn geweest. Er zijn trouwens in de wederzijdsche be richten nog meer tegenspraken. De mede- deelingen omtrent de verliezen aan weers- zijden, immers dekken elkaar niet volkomen. Terwijl de Duitschers bijv. met beslistheid verklaren, dat het Britsche slagschip//War- spite" verloren is gegaan en booze ver- moedens uiten omtrent de //Marlborough", zegt het Britsche aamiraliteitsrapport, dat geen Engelsch slagschip is gezonken. _Wel erkennen de Engelschen den ondergang van de /Queen Mary", de /Invincible" en //In defatigable" en van de beide schepen van het Achillestype //Black Prince"en //Defence" (de //Defence" behoort eigenljjk tot het eenigszins afwijkende Minotaurtype, maar dit versckil is niet zoo belangrijk), terwijl zij nog eveneens vermelden een verlies, dat den Duitschers niet bekend was, dat de //Warrior", een ander schip van het Achilles-type door de bemanning moest worden verlaten. Eindelijk erkennen de Engelschen het verlies van een achttal torpedobootjagers vijf alreeds met name genoemd. Het groote verschil in de Duitsche en Engelscbe opgaven omtrent de Britsche ver liezen is dus voornamelijk de mededeeling omtrent het lot van de //Warspite". Grooter is het onderscheid in de mededeelingen omtrent de Duitsche verliezen, die volgens de Britsche rapporten ernstiger zouden zijn dan de Duitschers toegeven. De Duitschers erkennen het verlies van de //Pommern"L van een kleinen kruiser, de Wiesbaden" en van den pantserdekkruiser //Frauenlob" en eenige torpedobooten. De Engelschen echter beweren, dat vermoede- ljjk nog een tweede Duitsche linieschip is vernietigd, dat een Duitsche slagkruiser in de lucht sprong en een ander reddeloos werd gescboten, en eindelijk dat een Duit sche lichte kruiser en zes Duitsche torpedo bootjagers zijn gezonken en een paar andere lichte kruisers buiten gevecht werden ge- steld. Dit verschil in opgave zal voor een groot deel wel hieruit kunnen worden ver klaard, dat de Duitschers, die betrekkeljjk dicht bij hun basis waren, er in geslaagd zijn eenige reddeloos geschoten schepen nog weg te sleepen, zoodat deze niet dadelijk als geheel verloren behoeven te worden aan- gemerkt. Dat echter overigens de opgave omtrent de Duitsche Veriiezen, van Duit sche zijde gedaan, niet geheel volledig is, blijkt uit het feit, dat te IJmuiden gered- den zijn aangebracht van den kruiser r/E1- bing", die zoo gehavend was, dat de com mandant besloot het schip te doen zinken. In den Rjjksdag erkende dan ook de schout- bij-nacht Hebbinghaus, dat omtrent de aan de Duitsche vloot toegebraehte schade nog geen bepaaide mededeelingen zijn te doen, maar dat het te begrijpen is, //dat ook een deel van onze schepen zeer heschadigd is". Niettemin dient erkend, dat de Duitschers den Britten zeer zware verliezen hebben toegebracht en het spreekt van zelf, dat dit succes groote vreugde en voldoening wekt in het Duitsche land en dat alle Duitsche bladen in hooggestemde artikelen aan die gevoelens uiting geven. Maar er is daarbij natuurlijk veel overdrijving, en als de eerste indruk van de blijdschap wat is vervaagd, zal men in Duitschland, waar nu de namen van Trafalgar en Lissa in de herinnering worden geroepen, waar men al spreekt van de vernietiging yanEngeland's zeeheerschappij, van de vernielde //eisecge- schiitzten Panzerburgen unter dem Union Jack", wel tot het meer nuchter besef komen dan met de vernieling van eenige schepen Engelands zeemacht nog volstrekt niet is vernietigd. De Duitsche vloot keerde naar de havens terug en evenals Voor Woensdag 31 Mei biijft Duitschland inge- sloten in den ijzeren gordel over de zeeen getrokken, bljjft het afgesloten van de landen over zee. De zeeslag bij Jutland is door het geweldig verlies den vijand toegebracht een. succes voor de jonge Duitsche marine, maar het is een succes, dat geen beslissing brengt en aan de maritieme positie niets wijzigt. Opgehelderd is nog niet welke de bedoe- lingen waren van de wederzijdsche vloten. Aan Engelsche zijde meent men, dat de Duitschers een actie tegen de Britsche kust in den zin hadden, een voornemen, dat dus door dezen zeeslag tot mislukking is ge bracht. Aan Duitsche zijde beweert men, dat de Engelschen een betooging in den zin hadden speciaal om Denemarken onder den indruk te brengen van Engeland's macht eD dus meer toegeTend aan Engeland's ver- langens in zake de blokkade van Duitsch land. Wij zullen die beweringen laten voor hetgeen ze zijn, daarover zal men later wel meer hooren. VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE. De bijzondere. ver&laggever van de „H. Ct." meldt uit IJmuiden: Kapitein Pun I, gezagvoerder van den stooimtrawler John Brown, IJmuiden 109, die 15 Duitsche en 1 Engelschen schipbreu- keling oppikte, deelde ons mede, dat hij Woensdag op ongeveer 80 niijlen van de Duitsche kust, op 56 gr. 31 min. N.B. en 6 gr. 15 min. O.L., 'smiidoags om 2 uur, een aanzienlijke vloot van slagschepen en torpedojagers in Noord-Westelijke richting zag ops to omen. Zij bestond uit 50, ver- moedelijik Duitsche oorlogsschepen, waarvan de kenmerken, op de nationaliteit wijzende, evenwel niet konden worden waargenomen. Ongeveer 4Vs uur later hoorde de kapitein het eerste schot. De sphepen draaiden toen om en stooteden ongeveer 20 mijlen Noorde- lijker op. Het was venmoedelijk een voor- hoede, er ontv/ikkdde zich een kort, maar hevig gevecht. Het weder was hei'ig, zoodat men niet goed het verloop van den strijd kon onderscheiden. Daarna kwamen Engel- sclie oorlogsschepen opzetten en werden bei- derzijdis schoten gel.ost. De Engelschen be vonden zich toen vermoedelijk diclit bij de Dcensche kust; de Duitschers, die vermoe delijk van Helgoland kwamen, keerden te rug naar de Monkeybank. Evenwel gingen daarop de schepen der beide partijen Noord- Noord-Oostwaarts in de richting van Skage- rak. Idel scheen alsof de Engelsche vloot loen beter stand hield, terwijl de Duitsche Westwaarts opstootede. Woensdagavond te gen 7 uur veranderden de Duitsche schepen weder van positie, waarna de actie tusschen de beide vloten tusschen 56 gr. 38 min. 6 gr. 57 gr. N.B. en 6 gr. 25 min. 40 min. O.L., zich verder kraclilig ontwik- kelde. Volgens kapitein Punt zijn de Duitschers op de vluclit gegaan. Voorts verklaarde hij dat, toen de strijd drie kwartier duurdje, twee groote rookzuilen waargenomen wer den, hetgeen er, volgens hem, op wees, dat 2 Duitsche schepen in Sen grond waren geboord. Oin* 5 uur in den namidrdag haalde kapitein Punt zijn netten in en bleef tot ongeveer 7 uur op deze'fde plaats drijven. De strijd duurde inaniddels voort, doch de kapitein bleef ter plaatse om eventueel sche pen van de groote vaart te kunnen waar- schuwen. Zijn h-awler bleef visschen tot Woensdagavond kwart voor 11, toen hij een lichikogel waarnam, die door de Duitsche vloot werd afgevuurd. Onze zegsman denkt, dat dit een sein was om in Zuidelijke rich ting. te vluchten, want een kwartier later, dus tegen 11 uur, voeren 7 groote. Duitsche slagschepen met een snelheid van 30 mijlen, zijn trawler voorbij. Een adhtervolgingsgevecliJ. Kapitein Punt wilde met zijn trawler in Westelijke richting uitwijken, maar de ach- terviolgende Engelsche schepen. wgrkten met hun zodkiichten en openden het vuur op de vluchtende DuiLsche oorlogsbodeins. De trawler lag feitelijk te midden van de strij dende vaartuigen en de granaten v to gen dan ook over het schip heen. Alom werd het kmallen van het geschut vernomen; de ge heele omgeving was in rookwolken gehuld; dichte waterzuilen stegen op. De Duitsche schepen zetten hun vluclit voort in de richting van Helgoland; zij werden, naar de schatting van kapitein Punt, door de Engelsche schepen achtervolgd op een afstand van 200 meters. De kapitein zag twee schepen in brand staan, maar kon niet waarnemien of het Engelsche of Duitsche vaartuigen waren. De brand duur de echter niet lang, daar de schepen spoe dig waren gezonken. Om 2 uur 's nachts was de lucht nog door het vuren rood-ge- kleurd. Den volgenden dag, Donderdag, vroeg in den morgen, gingen nog twee Engelsche lorpedojagers en drie Engelsche onderzeeers in de richting van Helgoland. Daarop zag onze ooggetuige weder Engelsche schepen nit Westelijke richting opdagen. Hij denkt, dat deze Engelsche schepen te liulp waren geroepen, want Woiensdagmiddag om' 4 uur had hij een Engelsch schip in razende vaart voorbij zien stoomen, vermoedelijk om hulp te halen. De Duitsche lezing van den zeeslag. Als aanvnlling van het bericht van den chef van den Marinestaf verneemt Wolff van bevoegde zijde: Aan den zeeslag namen van Duitsche zijde, onder bevel van den chef der vloot, vioe-adlmiraal Scheer, de Duit sche Hochsee-vloot deel met liaar groote slagschepen, oude linie-schepen, slagkruisers, verder alle lichte strijdkrachteu, welke zich in de Noordzee bevonden, torpedobooten en duikbooten-flotiljes; van Engelsche zijde had de Duitsche vloot tegenover zich het groot- ste gedeelte ider Engelsche taoderne slagscha- penvloot. 'Bevelhebber der verkenningsmacht was vice-admiraal Slippen. Deze laatste kwam met de Engelsche slagkruisers en lichte kruisers tegen 5 uur 'smiddags in gevecht. Daarop kwamen van beide zijden de verdere strijdkraehten in liet gevecht. De slag, die overdag werd gevoerd, waarbij ner- haaldelijk de Duitsche torpedobooten en een der flotiljes alleen driemaal gelegenbeiJ had met succes in te grijpen, duurde tot onge veer 9 uur 's avonds. Hierbij verloren de Engelsclien de War- spite, Queen Mary en een pantserkruiser, vermoedelijk van de Achiltes-klasse, en ver- schelden torpedoj agers. In den nacht hadden van beide zijden ver- bitterde torpedoboot-aanvallen en kbniserge- vechten plaats, waarbij de overige reeds ge- melde Engelsche schepen als offer vielen. Een Duilsch schip alleen vernielde zes En gelsche torpedoj agers. Alle tot nu toe in- gekomen rapporten van de Duitsche strijd kraehten stemmen overeen in de vaststelling van de dapperheid, door den vijand' in Jen bijrta onafgebroiken slag van 12 uur be wezen. Met het verlies van de Frauenlob moet definitief worden rebelling gehouden. Het schip schijnt in den nacht van 31 Mei op 1 Juni gedurende een deel van het. gevecht te zijn gezonken. Van de torpedostrijdmacht zijn vijf boo ten niet teruggekeerd. Een groot deel der bemanning is echter geborgen. On- danks de voor de verkenning in de lucht ongunstigen weerstoestand gednrende beide dagen van den strijd droegen de marine- luchtschepen en vhogers door hun verken- ningen en Lnlichtingendienst werkdadig bij tot het succes der Duitsche vloot. De vreugde in Duitselhiand. In den Rijksdag deelde de voorzitter gis- ter raee, dat bij den zeeslag, de eerste bot- sing van de Duitsche vloot met het hoofd- deel van de Engelsche marine, de Duitschers een groot succes hebben behaala. Welis- waar zijn verschillende van onze mooie sche-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 1