ALGEMEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
No. 6387.
Dinsdag 6 Juni 1916.
56e Jaargang.
De Oorlog*.
De groote zeeslag.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN:
Telefoon 25.
Bit Blad verschpt Maandag^, Woensdag- en Yrjjdagavend, uitgezonderd op Feestdagen, by de Firrna P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad I.—. Franco per post voor Nederland 1.10.
SiJ vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2,
Men abonneert zich bi] de Uitgeefster, of buifen Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van clriemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tvveemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 &3U1" op den dag der uitgave.
De m>oigieiijklh©id van ioenadering tusschen
de oortogvoeTenden.
In aaiislniting aan de dezer dagen ge-
publiceerde verklariogen van vooraanstaande
Nederlanders, hetreffende de mogelgkheid
van toenadering tusschen de oorlogvoerenden,
in verband met de laatste uitlatingen der
verantwoordelijke staatslieden in Duitsch-
land en Engeland, deelt het bestuur van
den Nederlandscben Anti-Oorlog Raad nog
mede, dat Mr. W. H. de Beaufort,
oud-minister van buitenlandsche zaken,
eere-voorzitter der eerste en onder-voor-
zitter der tweede vredesconferentie, zich
aldus uitsprak
,/Wat betreft de vraag, of na de uitingen
van sir Edward Grey en deta rijkskauselier
de weg gee'ffend is tot toenadering van
beide zijden, ben ik van oordeel, dat deze
uitingen eenigszins beantwoorden aan de
wensehen in alle oorlogvoerende landen,
waar men inderdaad snakt naar vrede.
Maar daarmede is de weg tot den vrede
nog niet gee'ffend. Om den vrede te kun-
nen sluiten, moeten er voorwaarden zijn,
of waarover de oorlogvoerenden het eens
zijn, of die aan een der oorlogvoerenden
kunnen worden opgelegd. In dien toestand
zijn wij nog niet. Ziet maar eens naar
Frankrijk en naar Duitschland. Gelooft gij
waarlijk, dat op dit oogenblik een overeen-
komst tusschen deze beide landen mogelijk
is, die het nationaal gevoel in beide landen
eenigermate bevredigd Daarbij meet men
ook wel overwegen, dat een vrede, die
niet anders dan een wapenstilstand is, af-
keuring verdient. Moet er op dezen oorlog
weder een gewapende vrede nog meer
gewapend dan die voor 1914 volgen,
dan zal die vrede door de ontevredenheid
der volken en den nijd der regeeringen
weder spoedig verbroken worden. Komt
er thans een vrede tot stand, dan moet
het een duurzame zijn, die vooreerst door
een goede regeling van het stelsel der
scheidsgereehten tot groote vermindering
van de wapeningen der legers en der vloten
leidt. Zoodoende alleen zal het mogelijk
zijn, de dreigende geldeiijke crisis, die in
alle landen oorlogvoerende en onzijdjge
voor de dear staat, te bezweren.
Wanneer de regeeringen het zelve er-
kennen en tevens tot de overtuiging komen,
dat het geen hunner zal gelukken den
anderen te verpletteren, dan is de weg
gewezen. Maar er komt hier een groote
z/maar" bjj. Zij moeten het beiden tege-
lijkertijd erkennen. Erkent een hunner
het, dan prikkelt dit de tegenpartjj om
vol te houdenvandaar dat hij het
alleen in den uitersten nood zal doen. Orn
het evenwel gezamenlijk te erkennen op
hetzelfde tijdstip, moet er iemand zijn, die
als bemiddelaar optreedt.
z/Aangaande de vraag, wie die taak op
zich zou moeten nemen, isnaarmjjnmeening,
wat zijn stelling in de wereld betreft, de
meest geschikte persoon daarvoor de Paus,
maar men kan een hoogst bekwaam, hoogst
achtenswaardig en hoogst rechtschapen man
zijn en toch de hoedanigheden missen, die
voor het uitvoeren van deze moeiiijke taak
vereischt worden. Ik kan de geschiktheid
van den tegenwoordigen Paus als vrede-
stichter niet beoordeelen. Ik weet ook niet
of hij bijzondere wensehen koestert voor
zijn wereldlijke macht. Is dit het geval,
dan staat hij gelijk met andere vorsten, die
alien min of meer hun eigen belangen
bij de aanstaaDde vredesonderhandeiingen
en daarom niet kunnen geacht worden, vol-
komen onpartijdige bemiddelaars te zullen
zijn.
//Met het oog op zijn taak, moet de be
middelaar de man van vertrouwen zijn van
beide strijdende partijenhij moet weten
tot welke opofferingen iedere partij bereid
is dan alleen kan hij beoordeelen of een
vergelijk mogelijk is. Vervolgens moet hij
niet eigenmachtig, maar in overeen-
stemming met partijen de voorwaarden
ontwerpen, die wederzjjds aannemelijk zijn.
Gemakkelijk zal dit niet wezen, want er
zijn door de geheele wereld heen allerlei
bestaande regelingen op losse schroeven
gezet. Intusschen zal met geduld en vol-
harding voor vele vragen wel een oplossing
te vinden zijn, maar er zijn enkele, waar-
voor dit met zeer groote bezwaren zal ge-
paard gaan.
//Welke ik tot deze vragen reken? Hier-
over zou ik liever willen zwjjgen. Iedereen
zal die wel kunnen aanwijzen, wanneer hij
den loop der gebeurtenissen en den stand
der meeningen in de laatste halve eeuw
met zorgvuldigheid heeft gadegeslagen.
Nogmaals echter een duurzame vrede of
geen vrede, moet de leus van alle wel-
denkenden zijn. Niet elke vraag kan wor
den opgelost, maar laat men de oplossing
der neteligste aan de toekomst over, dan
blijfi Europa een legerkamp en dan worden
deze groote legers weer spoedig handge-
meen. Worden zij dat niet, dan zullen wij
bianenlandsche omwentelingen en beroerten
zien, tengevolge van de nooden der volken
en de ontevredenheid der welgestelden, die
stelselmatig zullen moeten worden uitge-
mergeld, om den staat in de mogelijkheid
te stellen, aan zijn geldeiijke verplichtingen
te voldoen. Zonder een aanzienlijke ver
mindering van de oorlogslasten, zie ik geen
vreedzame toekomst dagen."
Be suikerncoJ.
In de Tel. onderwerpt een medewerker
de cijfers van onzen buitenlandschen handel
in d'e eerste vier maanden van dit jaar aan
een beschouwing. Bet blad vestigt vooral
de aandacht op de cjjfers hetreffende onzen
suiker-uitvoer, waaruit biijkt, dat tegenover
de 1000 K.G. ruw-suiker, die wij in de
eerste 4 maanden van 1914 naar Duitsch
land uitvoerden, thans staan ruim 19 mil-
lioen K.G. Voor witte suiker zijn de cijfers
onderscheidenlijk 12 en twaalfduizend
ton
Er dreigt een suikernood met in zijn
gevolg stopzetten van tal van suikerwerk-
fabrieken.
Wittebrood.
Naar aanieiding van de in het blad ffIn
en Gitvoer" uitgesproken verwachting dat
wanneer ae aanvoeren van tarwe in de
eerstvolgende tjjden -op gelijke hoogte blij-
ven, het te verwachten is dat met Pinksteren
op den feestdisch wederom wittebrood zal
prijken, deelt het Rijksgraanbureau mede,
dat het met de aanvoeren nog niet zoo
gunstig staat om te mogen verwachten dat
althans reeds tijdens Pinksteren weer dage-
Ijjks wittebrood zal kunnen worden gebak-
ken, en de bruinbrood-regeling dan zou
kunnen worden ingetrokkeD.
Besehikfoaarsieiiing van levensmiddelen.
Burg, en Weth. van Dirksland hebben
zich tot den Minister van Landbouw gericht
met het verzoek te willen bevorderen, dat
de bedoeling van het wetsontwerp omtrent
de beschikbaarstelling van levensmiddelen,
onlangs ingediend, aldus worde gewijzigd,
dat het rijk, evenals tot nog toe, de voile
kosten der bruinbroodvoorziening bljjve
dragen.
Burg, en Weth. achten het een onbillijk-
heid, om, nu het rjjk de voile kosten dier
voorziening eenmaal op zich genomen heeft
en daardoor vele gemeenten de bruinbrood-
regeling heeft gebracht, thans ]/4 van dien
last op de gemeente af te wentelen.
Regeeringswoi.
De prjjs van de regeeringswol naar schat-
ting door de burgemeesters zal bedragen
1.85 per K.G. vette weiwol, 1,10 per
K.G. vette zandwol en 1,95 per K.G.
ruwgewasschen wol.
Levering van suiker.
(Officieel Bericht.) In verband met veel-
vuldige klachten over niet-levering van
suiker, terwijl er genoeg voorraad in het
land is en er gegronde redenen zijn om
prijsopdrijving en achterhouding aan te
nemen, zal d8 Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel met kracht tegenover
hen, die zich daaraan schuldig maken, op-
treden.
Reeds is aan firma's, die voorraden con-
sumptiesuiker geacht mogen worden achter
te houden, de vraag gericht deze tegen
grossiersprijs beschikbaar te stellen, bij ge-
breke waaraan onteigening zal volgen.
Rout uil Zweden.
Gisteren is het Zweedsche stoomschip
Norma als eerste houtboot uit de Oostzee,
van Soderhamn naar Zakndam bestemd,
IJmuidengepasseerd. Naar onzeberichtgever
aldaar van kapt. Nilsson vernam, was de
haven van Soderhamn ijsvrjj, alleen had
men in de Oostzee nog licht drijfijs ont-
moet, dat echter door den aflandigen wind
in zeewaartsche richting verdreven werd.
Binnenkort zullen dus wel meer stoom-
en zeilschepen, welke alle op het open-
komen der Oostzeehavens wachtten, binnen-
komen. (Hbld.)
Roosevelt aan Ret woord.
De campagne voor de presidentsverkiezing
is aan den gang en Roosevelt is reeds op
verschillende plaatse;. alssprekeropgetreden.
De Amerikaansche bladen wijden, zooals
de „Times"-correspondent te New-York aan
zijn blad seint, uitvoerige beschouwingen
aan het optreden van Roosevelt in het hart
der pacifistische mldden-westelijke staten,
o. a. te Kansas City, waar hij door eene op
100.000 personen geschatte menigte werd
toegejuicht. Zijne redevoering was eene
herhaiing van zijne bekende opratting om
trent de oorlogsuitrusting en van zijne
veroordeeling van Wilson's politiek, die hij
„een vuursteen-geweer-staatsmanschapin het
tijdperk van het machinegeweer" noemt.
Thans zijn ook van Engelscbe zijdeMje-
richten ontvangen omtrent den geweldigen
zeeslag die Woensdag op de Noordzee heeft
plaats gehad en waarvan we in on3 vorig
numrner verschillende van Duitsche zijde
atkomstige berichten konden melden.
Do Engelsche berichten erkennen de
ernstige verliezen, die aan hunne vloot zijn
toegebracht, maar wijzen er tevens op, dat
de verliezen der Duitsche vloot ook ernstig6r
waren dan dezen doen voorkomen. Bij de
groote afstanden waarop ook de zeege-
vechten geleverd worden, zal het steeds
moeilijk zijn, de verliezen van den vijand
na te gaan, als met een zoo talrijke macht
gestreden wordt, daar ook verschillende
psrtieele gevechten plaats hebben, ter-
wgl than3 bovendks ook gebleken is, dat
men zelfs niet terstond het lot van alle
schepen van de eigen vioot kent.
Een aaneengeschakeld verhaal van den
zeeslag is er nog nieL Doch uit de
Engelsche rapporten kan men eenigszins
den loop der gebeurtenissen schrijft het
Hbl., aldu9 construeeren
Een machtige Duitsche vloot verliet het
beschermde gebied ten zuiden van Helgoland
en voer in noordeljjke richting opmet
deze vloot, waarbij zich ook de zware
Duitsche slagschepen bevonden, kregen de
voorboedesckepen van de Engelsche vloot
voeling en in den strijd die daarop volgde,
werden aan de slagkruisers en kruisers der
Britten door de zwaardere Duitsche schepen
duchtige verliezen toegebracht. Terwijl
deze strjjd reeds aan den gang was, naderde
echter de Engelsche hoofdmacht, waarmede
de Dnitschers den strijd vermeden, waarna
zij onder tot in den nacht voortgezette
achterhoedegevechten, zich weer op hun
havens terugtrokken. Deze voorstelling van
het gebeurde, die steun vindt in het niet
te weerspreken feit, dat de Duitschers zich
op hun basis terugtrokken en dus aan de
Engelschen de zee lieten, wordt in de be
richten van Duitsche zijde in zooverre niet
bevestigd, dat hierin nadrukkelijk wordt
verklaard, dat de wederzijdsche hoofdmachten
wel met elkander in gevecht zijn geweest.
Er zijn trouwens in de wederzijdsche be
richten nog meer tegenspraken. De mede-
deelingen omtrent de verliezen aan weers-
zijden, immers dekken elkaar niet volkomen.
Terwijl de Duitschers bijv. met beslistheid
verklaren, dat het Britsche slagschip//War-
spite" verloren is gegaan en booze ver-
moedens uiten omtrent de //Marlborough",
zegt het Britsche aamiraliteitsrapport, dat
geen Engelsch slagschip is gezonken. _Wel
erkennen de Engelschen den ondergang van
de /Queen Mary", de /Invincible" en //In
defatigable" en van de beide schepen van
het Achillestype //Black Prince"en //Defence"
(de //Defence" behoort eigenljjk tot het
eenigszins afwijkende Minotaurtype, maar
dit versckil is niet zoo belangrijk), terwijl
zij nog eveneens vermelden een verlies,
dat den Duitschers niet bekend was, dat
de //Warrior", een ander schip van het
Achilles-type door de bemanning moest
worden verlaten. Eindelijk erkennen de
Engelschen het verlies van een achttal
torpedobootjagers vijf alreeds met name
genoemd.
Het groote verschil in de Duitsche en
Engelscbe opgaven omtrent de Britsche ver
liezen is dus voornamelijk de mededeeling
omtrent het lot van de //Warspite". Grooter
is het onderscheid in de mededeelingen
omtrent de Duitsche verliezen, die volgens
de Britsche rapporten ernstiger zouden zijn
dan de Duitschers toegeven.
De Duitschers erkennen het verlies van
de //Pommern"L van een kleinen kruiser, de
Wiesbaden" en van den pantserdekkruiser
//Frauenlob" en eenige torpedobooten. De
Engelschen echter beweren, dat vermoede-
ljjk nog een tweede Duitsche linieschip is
vernietigd, dat een Duitsche slagkruiser in
de lucht sprong en een ander reddeloos
werd gescboten, en eindelijk dat een Duit
sche lichte kruiser en zes Duitsche torpedo
bootjagers zijn gezonken en een paar andere
lichte kruisers buiten gevecht werden ge-
steld. Dit verschil in opgave zal voor een
groot deel wel hieruit kunnen worden ver
klaard, dat de Duitschers, die betrekkeljjk
dicht bij hun basis waren, er in geslaagd
zijn eenige reddeloos geschoten schepen nog
weg te sleepen, zoodat deze niet dadelijk
als geheel verloren behoeven te worden aan-
gemerkt. Dat echter overigens de opgave
omtrent de Duitsche Veriiezen, van Duit
sche zijde gedaan, niet geheel volledig is,
blijkt uit het feit, dat te IJmuiden gered-
den zijn aangebracht van den kruiser r/E1-
bing", die zoo gehavend was, dat de com
mandant besloot het schip te doen zinken.
In den Rjjksdag erkende dan ook de schout-
bij-nacht Hebbinghaus, dat omtrent de aan
de Duitsche vloot toegebraehte schade nog
geen bepaaide mededeelingen zijn te doen,
maar dat het te begrijpen is, //dat ook een
deel van onze schepen zeer heschadigd is".
Niettemin dient erkend, dat de Duitschers
den Britten zeer zware verliezen hebben
toegebracht en het spreekt van zelf, dat
dit succes groote vreugde en voldoening
wekt in het Duitsche land en dat alle
Duitsche bladen in hooggestemde artikelen
aan die gevoelens uiting geven. Maar er
is daarbij natuurlijk veel overdrijving, en
als de eerste indruk van de blijdschap wat
is vervaagd, zal men in Duitschland, waar
nu de namen van Trafalgar en Lissa in
de herinnering worden geroepen, waar men
al spreekt van de vernietiging yanEngeland's
zeeheerschappij, van de vernielde //eisecge-
schiitzten Panzerburgen unter dem Union
Jack", wel tot het meer nuchter besef
komen dan met de vernieling van eenige
schepen Engelands zeemacht nog volstrekt
niet is vernietigd. De Duitsche vloot keerde
naar de havens terug en evenals Voor
Woensdag 31 Mei biijft Duitschland inge-
sloten in den ijzeren gordel over de zeeen
getrokken, bljjft het afgesloten van de landen
over zee. De zeeslag bij Jutland is door
het geweldig verlies den vijand toegebracht
een. succes voor de jonge Duitsche marine,
maar het is een succes, dat geen beslissing
brengt en aan de maritieme positie niets
wijzigt.
Opgehelderd is nog niet welke de bedoe-
lingen waren van de wederzijdsche vloten.
Aan Engelsche zijde meent men, dat de
Duitschers een actie tegen de Britsche kust
in den zin hadden, een voornemen, dat dus
door dezen zeeslag tot mislukking is ge
bracht. Aan Duitsche zijde beweert men,
dat de Engelschen een betooging in den
zin hadden speciaal om Denemarken onder
den indruk te brengen van Engeland's macht
eD dus meer toegeTend aan Engeland's ver-
langens in zake de blokkade van Duitsch
land. Wij zullen die beweringen laten voor
hetgeen ze zijn, daarover zal men later wel
meer hooren.
VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE.
De bijzondere. ver&laggever van de „H. Ct."
meldt uit IJmuiden:
Kapitein Pun I, gezagvoerder van den
stooimtrawler John Brown, IJmuiden 109,
die 15 Duitsche en 1 Engelschen schipbreu-
keling oppikte, deelde ons mede, dat hij
Woensdag op ongeveer 80 niijlen van de
Duitsche kust, op 56 gr. 31 min. N.B. en
6 gr. 15 min. O.L., 'smiidoags om 2 uur,
een aanzienlijke vloot van slagschepen en
torpedojagers in Noord-Westelijke richting
zag ops to omen. Zij bestond uit 50, ver-
moedelijik Duitsche oorlogsschepen, waarvan
de kenmerken, op de nationaliteit wijzende,
evenwel niet konden worden waargenomen.
Ongeveer 4Vs uur later hoorde de kapitein
het eerste schot. De sphepen draaiden toen
om en stooteden ongeveer 20 mijlen Noorde-
lijker op. Het was venmoedelijk een voor-
hoede, er ontv/ikkdde zich een kort, maar
hevig gevecht. Het weder was hei'ig, zoodat
men niet goed het verloop van den strijd
kon onderscheiden. Daarna kwamen Engel-
sclie oorlogsschepen opzetten en werden bei-
derzijdis schoten gel.ost. De Engelschen be
vonden zich toen vermoedelijk diclit bij de
Dcensche kust; de Duitschers, die vermoe
delijk van Helgoland kwamen, keerden te
rug naar de Monkeybank. Evenwel gingen
daarop de schepen der beide partijen Noord-
Noord-Oostwaarts in de richting van Skage-
rak. Idel scheen alsof de Engelsche vloot
loen beter stand hield, terwijl de Duitsche
Westwaarts opstootede. Woensdagavond te
gen 7 uur veranderden de Duitsche schepen
weder van positie, waarna de actie tusschen
de beide vloten tusschen 56 gr. 38 min.
6 gr.
57 gr. N.B. en 6 gr. 25 min.
40 min. O.L., zich verder kraclilig ontwik-
kelde.
Volgens kapitein Punt zijn de Duitschers
op de vluclit gegaan. Voorts verklaarde hij
dat, toen de strijd drie kwartier duurdje,
twee groote rookzuilen waargenomen wer
den, hetgeen er, volgens hem, op wees, dat
2 Duitsche schepen in Sen grond waren
geboord. Oin* 5 uur in den namidrdag haalde
kapitein Punt zijn netten in en bleef tot
ongeveer 7 uur op deze'fde plaats drijven.
De strijd duurde inaniddels voort, doch de
kapitein bleef ter plaatse om eventueel sche
pen van de groote vaart te kunnen waar-
schuwen. Zijn h-awler bleef visschen tot
Woensdagavond kwart voor 11, toen hij een
lichikogel waarnam, die door de Duitsche
vloot werd afgevuurd. Onze zegsman denkt,
dat dit een sein was om in Zuidelijke rich
ting. te vluchten, want een kwartier later,
dus tegen 11 uur, voeren 7 groote. Duitsche
slagschepen met een snelheid van 30 mijlen,
zijn trawler voorbij.
Een adhtervolgingsgevecliJ.
Kapitein Punt wilde met zijn trawler in
Westelijke richting uitwijken, maar de ach-
terviolgende Engelsche schepen. wgrkten met
hun zodkiichten en openden het vuur op de
vluchtende DuiLsche oorlogsbodeins. De
trawler lag feitelijk te midden van de strij
dende vaartuigen en de granaten v to gen dan
ook over het schip heen. Alom werd het
kmallen van het geschut vernomen; de ge
heele omgeving was in rookwolken gehuld;
dichte waterzuilen stegen op.
De Duitsche schepen zetten hun vluclit
voort in de richting van Helgoland; zij
werden, naar de schatting van kapitein Punt,
door de Engelsche schepen achtervolgd op
een afstand van 200 meters. De kapitein
zag twee schepen in brand staan, maar
kon niet waarnemien of het Engelsche of
Duitsche vaartuigen waren. De brand duur
de echter niet lang, daar de schepen spoe
dig waren gezonken. Om 2 uur 's nachts
was de lucht nog door het vuren rood-ge-
kleurd.
Den volgenden dag, Donderdag, vroeg in
den morgen, gingen nog twee Engelsche
lorpedojagers en drie Engelsche onderzeeers
in de richting van Helgoland. Daarop zag
onze ooggetuige weder Engelsche schepen
nit Westelijke richting opdagen. Hij denkt,
dat deze Engelsche schepen te liulp waren
geroepen, want Woiensdagmiddag om' 4 uur
had hij een Engelsch schip in razende vaart
voorbij zien stoomen, vermoedelijk om hulp
te halen.
De Duitsche lezing van den zeeslag.
Als aanvnlling van het bericht van den
chef van den Marinestaf verneemt Wolff van
bevoegde zijde: Aan den zeeslag namen van
Duitsche zijde, onder bevel van den chef
der vloot, vioe-adlmiraal Scheer, de Duit
sche Hochsee-vloot deel met liaar groote
slagschepen, oude linie-schepen, slagkruisers,
verder alle lichte strijdkrachteu, welke zich
in de Noordzee bevonden, torpedobooten en
duikbooten-flotiljes; van Engelsche zijde had
de Duitsche vloot tegenover zich het groot-
ste gedeelte ider Engelsche taoderne slagscha-
penvloot. 'Bevelhebber der verkenningsmacht
was vice-admiraal Slippen. Deze laatste
kwam met de Engelsche slagkruisers en
lichte kruisers tegen 5 uur 'smiddags in
gevecht. Daarop kwamen van beide zijden
de verdere strijdkraehten in liet gevecht. De
slag, die overdag werd gevoerd, waarbij ner-
haaldelijk de Duitsche torpedobooten en een
der flotiljes alleen driemaal gelegenbeiJ had
met succes in te grijpen, duurde tot onge
veer 9 uur 's avonds.
Hierbij verloren de Engelsclien de War-
spite, Queen Mary en een pantserkruiser,
vermoedelijk van de Achiltes-klasse, en ver-
schelden torpedoj agers.
In den nacht hadden van beide zijden ver-
bitterde torpedoboot-aanvallen en kbniserge-
vechten plaats, waarbij de overige reeds ge-
melde Engelsche schepen als offer vielen.
Een Duilsch schip alleen vernielde zes En
gelsche torpedoj agers. Alle tot nu toe in-
gekomen rapporten van de Duitsche strijd
kraehten stemmen overeen in de vaststelling
van de dapperheid, door den vijand' in Jen
bijrta onafgebroiken slag van 12 uur be wezen.
Met het verlies van de Frauenlob moet
definitief worden rebelling gehouden. Het
schip schijnt in den nacht van 31 Mei op
1 Juni gedurende een deel van het. gevecht
te zijn gezonken. Van de torpedostrijdmacht
zijn vijf boo ten niet teruggekeerd. Een groot
deel der bemanning is echter geborgen. On-
danks de voor de verkenning in de lucht
ongunstigen weerstoestand gednrende beide
dagen van den strijd droegen de marine-
luchtschepen en vhogers door hun verken-
ningen en Lnlichtingendienst werkdadig bij
tot het succes der Duitsche vloot.
De vreugde in Duitselhiand.
In den Rijksdag deelde de voorzitter gis-
ter raee, dat bij den zeeslag, de eerste bot-
sing van de Duitsche vloot met het hoofd-
deel van de Engelsche marine, de Duitschers
een groot succes hebben behaala. Welis-
waar zijn verschillende van onze mooie sche-