ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
shbiliji usvaft
No. 6372.
Dinsdag 2 Mei 1916.
56e Jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN:
FEUILLETOX.
TeleSoon 33,
Dit Blad verschijnt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, by de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen.
Uitbetaling inkwartieringsgeld.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland /1.10.
Slj vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bi] direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend,
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor I uwr op den dag der uitgave.
Nad ere ullbreiding van den landstorm.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de wet van 31 Joli 1915 (St.bl. no. 315)
tot nadere uitbreiding van den landstorm,
enz.
Aan de memorie van toelichting1 is het-vol
gende ontleend
De beweegredcnen van de wet van 31
Juli 1915 heeft tijdens de behandeling van
het ontwerp in de Tw'eede Kamer een zoo-
danige lezing verkregen, dat de oproeping
van landstormplichtigen voor zoover zij met
die wet verband hondt, slechts kan dienen
om 1 andweermamien met verlof te zen-
den.
Naar de regeering hoopt, zal het gaande-
weg naar huis zenden van landweermannen
kunnen worden uitgestrekt tot de-geh'eele
landweer, ook tot de manschappen, die bij
het lot stand komen van die wet nog tot de
miiitie behoorden, rnaar op 1 Jan. tot die
landweer zijn overgegaan of in den loop van
dit_ jaar naar de landweer zullen overgaam
ALsdan zal zich echter de wenschelijkheid
doen gevoelen om de manschappen, die tot
de miiitie zijn blijven behooren als deel
uitmakende van een bereden korps van het
korps pantserfortartillerie of van het korps
torpedisten eveneens met verlof te laten
gaan voor zoover zij van dezelfde miiitie-^
lichting zijn, waarvan de voor verlof in aan-
merking komende landweerplichligen afkom-
stig zijn.
Voor zooveel de oudste militielichting
(1906) betreft, zijn de tot die korpsen be-
hoorende dienstplichtigen reeds met verlof
gezonden. De volgende lichtingen zullen ech
ter, indien haar aflossing slechts kan ge-
schieden door jongere militieplichligen, eerst
met zeer lange tusschenrnimte voor verlof
aan de beurl kunnen komen.
Teneinde voor zooveel doenlijk, dit naar
huis zenden te versnellen, is het noodig, ook
bij deze korpsen landstormplichtigen in te
deelen en voor bedoelde aflossing te be-
stemmen.
Daartoe gelegenheid open te stellen is het
doel van het ontwerp.
Tevens zal nader kunnen worden over-
wogen, wordt het ontwerp aangenomen,"
door voortgezette indienststelling van land
stormplichtigen voor zoover de in art. 1
der wet van 31 Juli 1915 gestelde ieeftijds-
grens het toelaat ook een of meer nog
niet voor overgang naar de landweer in aan-
merking komende militieplichtigen, zoomede
dienstplichtigen van die lichtingen, behoo-
rende tot de zeemilitie en lot de korpsen,
waarbij geen overgang naar de landweer
plaats heeft, af te lessen. Echter zal dan de
regeering het tot dusver gevolgde stelsel in
zoover moeten verlaten, dat de onder de
wapenen zijnde dienstplichtigen niet steeds
door jongeren, maar ook door landstorm
plichtigen van gelijken of anderen leeftijd
worden vervangen. De lange duur van het
verblijf onder de wapenen van hen, die
reeds bij de algemeene mobilisatie zijn opge-
komen, vergeleken bij den vrijdom van
dienslplicht, die zoo vele anderen vrijge-
stelden en vrijgeloten tot nog toe hebben
H. BERTRAND.
38)
Neen, neen! zei Berger, de onuitge-
sproken vraag, die hij in Hans' blik had ge-
lezen, beantwoordend. Wij zullen blijven
leven, wij zullen ook verder gered worden!
Na eenigen tijd gezocht te hebben, von-
den zij werkelijk onder een kleine groep
palmen een borrelende bron met drinkwa-
ter. Zij droegen het meisje in de schaduw
van de boomen en bevochtigden haar ge-
zichtje en haar brandende lippen. Zij sloeg
de oogen op en keek verwilderd om zich
heen, zij lag nog altijd in een harde
koorts. Haar lippen bewogen zich, alsof zij
wilde spreken, misschien beproefde zij haar
moeder te roepen, maar zij kon geen geluid
geven.
Hans maakte een bedje van zijn jas, die
reeds gedroogd was door de zon, en legdie
er. het meisje op; van een handvol gras
maakte hij een kussen.
Laat mij nu eindelijk uw arm eens
genoten, maakt het raadzaam. de aflossing
verder voort te zetten dan te vorigen jare in
de bedoeling lag.
Miliiie, landweer en landstorm.
Ingediend zijn wetsontwerpen tot: langer
in dienst houden van ingelijfden bij de miii
tie en van dienstplichtigen bij de landweer
en verlenging van den duur van den dienst-
plicht bij den landstorm; een en ander tot
31 December 1916.
Wat de miiitie betreft, geldt dit hoofdzake-
lijk hun, die behooren tot de bereden korp
sen tot de lichtingen 1906, 1907 en 1908,
de korpsen pantserfortartillerie en torpedis
ten tot de lichtingen 1906, 1907, 1908 en
1909 en bij zeemilitie tot de lichtingen 1909,
1910 en 1911, deze alien zouden volgens de
lhans geldende bepalingen op 31 Juli 1916
uit den dienst bij de miiitie moeten worden
ontslagen.
Verdere verlenging van militiedienst wordt
niet noodig geaclit ten aanzien van dienst
plichtigen van de lichting 1908 van de" onbe-
reden korpsen, die iop; 1 Aug. 1915 voor over-
gang naar de landweer aan de beurt waren,
doch wier militiediensttijd werd verlengd tot
31 Juli 1916.
Deze dienstpliehligen en eveneens die
der lichting 1909 van de bedoelde korpsen
zullen zonder overwegend bezwaar op 1
Augustus 1916 naar de landweer kunnen
overgaan. Zij kunnen dan, zoodra de sterkle
van de in werkclijken dienst gestelde land
storm jaarklassen en de geoefendheid van
deze het toelaten, in aanmerking komen om
met voorloopig klein verlof le worden ge
zonden.
Uit den dienst bij de landweer zouden op
31 Juli 1916 moeten worden ontslagen en
vervolgens tot den landstorm komen te be
hooren de dienstplichtigen van de landweer-
liehLingen 1907, 1908 en 1909 (mililielichtin-
gen 1899, 1900 en 1901), wier diensltijd laat-
slelijk ingevolge de wet van 31 Dec. 1915
werd verlengd, zoomede de dienstplichtigen
van de landweerlichting 1910 (militielich
ting 1902).
Ofschoon bedoelde dienstplichtigen, voor
zoover zij het verlangden, in het algemeen
reeds met voorloopig (klein) verlof zijn ge
zonden, is het om gelijke reden, welke lot
genoemde wet heeft geleid, noodig er voor
loopig niet toe over te gaan, hen uit den
dienst bij de landweer te ontslaan, zoo de
heerschende buitengewone omstandigheden
na 31 Juli a.s. nog voortduren.
Wat aahgaat den dienstplicht bij den land
storm wordt opgemerkt, dat die op 31 Juli
1916 zou moeten eindigen voor de dienst
plichtigen, die in het loopende jaar het
lOste levensjaar volbrengen of hebben vol-
bracht. Dit zijn vooniamelijk personen, die
landstormplicJitig zijn geworden krachtens
de wet van 11 Juni 1915 en in 1911 als
dienstpLichtige van de landweerlichting 1904
(militielichting 1896) uit den dienst zijn ont
slagen.
Ofschoon het niet in het voornemen ligt,
deze voor de landstormjaarklasse 1896 inge-
schreven personen tot werkelijken dienst te
doen oproepen, zoolang de buitengewone
oniistandigheden voor ons land zich niet in
ongunsligen zin wijzigen, is het toch noodig,
dat zij voorloopig tot den landstorm blijven
behooren.
Gemis aan deze groep geoefende personen
uit het militair verband toch zou nadeelige
gevolgen voor 's lands verdediging kunnen
hebben.
Duitsehe propaganda in Oost-Indie.
Het ,/Nieuws van den dag van Ned.-lrtdie"
publieeert, blijkens een telegram aan //de
Tel.", uit officieele bron verschillende ver-
klaringen van getuigen voor den assistent-
resident te Buitenzorg afgelegd in de zaak
zien, zei hij daarna tot Berger, nadat ook
zij hun dorst gelescht liadden.
Hans hielp zijn vriend om zijn jas nit le
trekken; de onderanm was reeds sterk ge-
zwollen, hij moast de hemdsmouw open-
scheuren. Berger klemde zijn tanden op
elkaar.
Ik ben er zeker van, dat mijn arm ge-
broken is, zei hij, wij zullen tenminste onzen
plicht jegens ons broos lichaam doen en
hem spalken en stevig omzwaclitelen.
Hans knikte. Hij raapte een paar pakn-
bladeren van den grond en fatsoeneerde ze
zoo good mogelijk met zijn mes. Toen Iegde
hij ze om den gekneusden arm en wikkel-
de er daarna zijn eigen zakdoek en dien
van Berger stevig omheen. Voorzichtig
scheurde hij daarna den zoom van het jurkje
van het kleine meisje af om er een draag-
band van te maken, waar de arm in kon
rusten.
Nadat zij hiermee gereed waren, gingen
zij naast elkaar zltten om te overleggen
wat hun verder te doen stond.
Mijn beste jongen, het eersle wat wij
te doen hebben is, hoe prozaisch het ook"
moge klinken, aan onze maag te denken.
Tot nu toe had Hans onder al de weder-
waardigheden, die hem overkomen waren,
niet aan honger gedacht en het frissche
tegen Keil, den Duitschen ex-administrateur
van //Straits Soecda-syndcicaat", beschuldigd
de Arabische bevolking tegen de Neder-
landsche regeering te hebben opgezet. Die
stokerijen hebben van November tot Januari
onrust en beroering verwekt. De getuigen-
verklaringen moeten zeer in het nadeel van
Eeil zijn.
Zoo werd verklaard, dat Keil in meetings
waar voorname Arabieren en regenten uit
West-Java, zelfs uit de Vorstenlanden tegen-
woordig waren beloofde, dat de oorlog
spoedig zou uitbreken. De Nederlanders
zouden uit Java verdreven worden en Duitsch-
land -zon zorgen voor het noodige geld,
voor geweren en mnnitie. Volgens deze
getuigen werd onder de vergaderden reeds
een aantal geweren uitgedeeld.
De quaestie heeft in geheel Indie groote
verontwaardiging gewekt.
De officier vau Justitie beeft de zaak
thans in handen.
Een onderhoud met oud-.Minisler Treub.
Volgens berichten uit Boedapest heeft
de correspondent in den Qaag van het
Hongaarsche blad u A Nap" een onderhoud
gehad met oad-minister Treub. Volgens
dezen correspondent zei minister Treub
o.a.Volgens mijn opinie zal Holland tot
het einde van den oorlog in zijn neutraliteit
volharden, zoolang geen mogendheid ons tot
den oorlog dwingt. Volgens mijn beoordeeling
van den oorlogstoestand zullen beslissende
gevechten eerst op het einde van de lente
en in den zomer plaats vinden. Ik geloof
dat bq het sluiten van deD vrede in het
Westen geen bijzondere veranderingen zullen
intreden. Duitschland jal Belgie en het
bezette gedeelte van Frankrjjk voor de
weggenomen kolonien ternggeven.
Minister Treub zeide nog verbaasd te
zijn over de reusacbtige militaire en eco-
nomische macht van de centrale mogend-
heden.
Den onderzeebooten-oorlog houdt hij voor
volkomen gerechtvaardigd doch de Duitschers
mogen geen neutrale schepen in gevaar
brengen.
Wordt de „Tubantia" vergoed?
Ter beurze te Amsterdam ging Vrijdag
het gerucht, dat de dader van de torpedeering
der //Tubantia" zich zou hebben bekend
gemaakt en bereid zou zijn een schadever-
goeding te betalen. Volgens dat gerucht
zou Duitschland geneigd zijn zeven tot
negen millioen schadevergoeding te betalen.
Bij de directie van den Kon. Holl. Lloyd
was hiervan niets bekend.
In verband echter met dit gerucht stegen
de aandeelen Kon. Holl. Lloyd met 10 pCt.
boven den vorigen koers.
Deze geruchten dateeren reeds van eeni
gen tijd tevoren. Het onderzoek, door de
Duitsehe regeering gelast, en omtrent welks
bijzonderheden overste Canters met de
grootste tegemoetkoming op de hoogte wordt
gehouden, mcfet reeds tot de overtuiging
geleid hebben dat de officieele ontkenning
van alle schuld die enkele dagen na den
ondergang van de //Tubantia" te Berljjn
werd uitgegeven, niet zal worden vol-
gehouden.
Dat het voor de Duitsehe regeering
vooral op dit oogenblik bijzonder moeilgk
is sehuld van een Duitsehe duikboot inzake
de ^Tubantia" te erkennen, laat zieh ge-
makkelijk begrjjpen, sehrijft de //N. Ct."
water had hem buitendien verkwikt. Maar
nu liet de maag eensklaps haar rechten gel-
dien. Hij tastte werktuiglijk in zijn zak, maar
daar vond hij nietsja toch, eeai stuk cho-
colade.
Hij liet het echter terstond weer in zijn
zak iglijden; het moest bewaard blijven voor
liet kleine meisje.
Het is het beste, dat een van ons bei-
den hier blijft, dan kan de andere op onl-
diekking uitgaan.
Hans was reeds opgesprongen.
Laat mij gaan! riep hij levendig uit.
Berger knikte toestemmend.
Maar wees voorzichtig, mijn beste jon
gen; wees vooral op uw hoede als ge merkt,
dat het eiland bewoond is. Ik geloof wel
niet, dat het een kwade soort van inboor-
liiigen zal zijn. Voorzichtigheid is echter in
elk geval raadzaam. En nu, veel succes!
Hans begat zich naar den kant van het
eiland, die door den Oceaan werd bespoeld.
Dit kostte niet. veel tijd; nauwelijks had
hij vijfhonderd schreden afgelegd of hij had
den Oceaan weer bereikt. Hij volgde toen
de steenaehtige kust. Het eiland was toch
kleiner dan hij had gedacht. Hij had nau
welijks een half uur noodig om het rond
te wandelen. Het was voor het grootste
gedeelte kaal en leeg, slechts hier en daar
In de spanning tusschen haar en de regee
ring der Vereenigde Staten is de kwestie
van de torpedeering der //Sussex" (het
Fransche schip bij welks ondergang Ame-
rikanen omkwamen) een belangrijk element.
Ook te dien aanzien verscheen van Duii-
schen kant een formeele ontkenning. Men
gevoelt het politieke gewicht van een er-
kenning, op dit oogenblik, der torpedeering
van de ^Tubantia", waardoor de onwaar-
de van een kategorische loochening van
het Marine Amt in het licht zou worden
gesteld.
Nader verneemt de #Tel", dat de Dnitsche
regeering den wensch zou hebben te kennen
gegeven een bespreking met de directie van
den K. H. L. te voeren. Deswege vertoeven
momenteel de Lloyd-directenr, de heer
Wilmink en de kapitein van de .Tubantia",
de heer Wytsma, te Berlijn.
Holland geeft geen zaad vrij voor Engeland.
De la'ndbouw-correspondent van de //Mor
ning Post" sehrijft
Tengevolge van een ongelukkige omstan-
digheid heeft de Engelsehe Suikerbiet-
vereeniging de landbouwers moeten ontslaan
van hun verplichting suikerbieten te ver-
bouwen en te leveren voor 't ffCantly
Factory" in Norfolk. Het schijnt 'dat het
zaad, dat in Rotterdam op verscheping
wachtende is, bij besluit van de Neder-
landsche Regeering niet vrijgelaten zal
worden.
De Engelscbe Suikerbiet-vereeniging zal
zich dus genoodzaakt zien haar contrac-
tanten van hun overeenkomsten te ontslaan.
Het land dat voor de bieten klaarge-
maakt is zou evenwel voor andere nuttige
doeleinden gebruikt kunnen worden, en door
de groote zorg die er aan besteed is zal het
ongetwijfeld een betere oogst geven dan
anders het geval zou geweest zijn.
De Dubhe.
De reederij van het stoomschip Dubhe
heeft van den gezagvoerder het volgende
telegram ontvangen uit Gravesend dato
gisteren
Dubhe is op. een mijn geloopen bij de
Gallooper boei, arriveerde te Gravesend
alles wel. Tank No.l, ruim No. 1 en voor-
piek-tank vol water, andere ruimen droog.
De Berkelstroom.
Vanwege de marineautoriteiten is terstond
bp aankomst te Rotterdam van de beman-
ning van de Berkelstroom een onderzoek
ingesteld omtrent het gebeurde met dat schip.
Men meldt uit Amsterdam aan de N.
R. Crt.
De equipage van de Berkelstroom van
de Hollandsche Stoomboot Maatschappij is
gisterenavond 11.05 hier ter stede terug-
gekeerd. Heden had de kapitein, de beer
Kalishoek, een ouderhoud met de directie.
Eenigen der opvarenden deden ons een
omstandig verhaal van hetgeen zij onder-
vonden hadden. Nadat het schip op den
tweeden Paaschdag des avonds IJmuiden
verlaten had, hobrde men op ongeveer 97
mijl afstand van IJmuiden, dus midden op
zee, des morgens ongeveer kwartier voor
vijf, twee schoten. De projectielen werden
met kennelijke bedoeling op de Berkelstroom
afgevuurd. Het scheelde maar 15 a 20
meter, of het schip was midscheeps geraakt,
Terstond daarop rees een onderzeeer, waar
van even te voren de periscoop als een
stip zichtbaar was geworden, omhoog en
stonden groepen palmboomen, waartussclien
zich grasvlaklen uitstrekten.
Ook trot hij plaatsen aan, waar niets
groeide en die bedekt waren met blinkettd
koraalzand; van bewoners was geen spoor
te onldekken, het kleine eiland lag vol
komen onbewoond in den Oceaan; ver in
het Zuid-Oosten kon Hans een breedere
strook land onderscheiden. Dat was zeker
een van de Fidsji-eilanden; de afstand was
echter te groot om liet eiland zwemmend
te bereiken.
Met vermoeide, langzame schreden wan-
delde Hans langs de smaragdkleurige lagune
terug naar de plek, waar hij Berger had
verlaten. Onwillekeurig, lioezeer zijn ge-
dachten ook door andere zaken waren inge-
nomen, moest hij de bonte, praehtige ko-
ralen bewonderen, die in het water zicht
baar waren, op enkele plaatsen groen als
een malsche weide, op andere purperrood
gekleurd. Wat had hij nu aan al die kleu-
renpraoht?
Plotseling stootte hij met zijn voet tegen
een rond voorwerp. Eerst meende hij, dat
het een Steen was, maar toen hij het nader
beschouwde, had hij bijna een juichkreet
geslaakt van vreugde. Het was een kokos-
noot, en twee stappen verder lag er nog een,
en verderop nog een derde. Dat was hulp
kort daarna werd nog een tweede onder
zeeer zichtbaar. Het waren de U 18 en
een ongenummerde duikboot der Duitsehe
marine.
De Berkelstroom moest 9toppen en de
scheepspapieren toonen. De equipage der
Berkelstroom trachtte nog in allerjjl wat
proviand, het laatste uit Holland medege-
nomen wittebrood te verzamelen en zoo
veel mogeljjk het allernoodzakeljjkste bijeen
te brengen. Intussehen gingen de stuur-
man en een matroos met het kistje scheeps
papieren ea ladingljjsten in een sloep naar
den onderzeeer. Onmiddellijk daarop
schreeuwde de kapitein van de eene onder-
zeeboot, dat de lading der Berkelstroom
contrabande inhield en dat hij aan de be-
manning 10 minuten tgd gaf om in de
sloepen te gaan. Midderwjjl bleef de mi-
trailleur aan boord der onderzeeboot voort-
durend op de Berkelstroom gericht.
De gezagvoerder van de Berkelstroom
protesteerde tegen dit bevel, daar men midden
op zee was. Bovendien zeide hij, dat er
niet noemenswaardig contrabande aan boord
was de lading bestond in hoofdzaak uit
papier en verder wat viscb en cacaoboonen.
Hjj voegde erbij, dat Duitschland toch
voortdurend van Holland uit met levens-
middelen enz. voorzien werd. //Wirkriegen
gar nichts aus Holland" luidde het antwoord
en bovendien zei de kapitein van de U 18
„lm Krieg gibt's keine Freunde". Het
schip was tot ondergang gedoemd. De
kapitein der andere onderzeeboot stond nog
5 minuten langer toe, zoodat men een
kwartier had om het schip te verlaten.
Nadat het kwartier verstreken was en
de sloepen met de 24 man equipage waren
weggeroeid, werden door de onderzeeers
zeven schoten op de Berkelstroom gelost.
Het duurde eenige uren voordat zi] zonk.
Een der onderzeeers nam toen de sloepen
op sleeptouw, met de bedoeling ze in de
richting van de Engelsche kust te sleepen.
De behandeling was volgens onze zegs-
lieden allerminst hoffelijk. De kapitein
van de onderzeeer keerde zich voortdurend
om; als hij door kapt. Kalishoek werd aan-
gesproken.
Nadat men een uur op deze wijze ge-
varen had, zag men plotseling een vlieger,
die blijkbaar van Fransche natie was. De
onderzeeer ging snel omlaag en was op
dat oogenblik door de bemanning der Ber
kelstroom niet snel de sleeptros doorge-
sneden, dan zouden de sloepen vermoedelijk
mede omlaag zijn gesleurd. De vlieger
kwam naderbjj en streek op het water neer.
Nadat kapitein Kalishoek den vlieger de
hachlijke positie, waarin de bemanning der
Berkelstroom verkeerde, kenbaar gemaakt
had de zee stond vrij hoi en men vreesde
zeer slecht weer steeg de vlieger weer
op teneinde als koerier aan de Engelsche
kust hulp te zoeken. Om 11 uur kwam
de Engelsche torpedojager Penelope hulp
brengen. De gansche bemanning werd snel
aan boord genomen, maar met het oog
op het onderzeeersgevaar wilde de kapitein
der Penelope de sloepen zelf niet opnemen.
Het zou te lang geduurd hebben. Snel
werd toen in de richting der Engelsche
kust gekoerst, zoodat men om ongeveer
4 uur Harwich bereikte.
De bemanning was vol lof over de be
handeling aan boord der Penelope. Zij
zagen den volgenden dag de Penelope op-
nieuw in Harwich binnengekomen, nadat
zij voor Lowestoft in een slag was geweest
en deerlrjk gehavend metverlies van tien man
was teruggekeerd. In den nam iddag hebben
wij ook kapitein Kalishoek zelf gesproken,
Wij stelden hem speciaal een vraag omrent
de lading van de Berkelstroom. De kapi
tein wees er ons op, dat tot dusver als regel
heeft gegolden, dat niet meer dan 50 pet.
van de lading mag bestaan uit levensmid-
delen, voorwaardelijke contrabande.
De Batavier, die minder dan 50% in had,
in den no-od.
VI ug raapte hij de vruchten op en snel-
de naar de bron terug. Berger hurkte naast
liet kind, welks hoofdje hij op zijn knie liet
rusten.
Nu, wat hebt ge ontdekt? vroeg hij,
omkijkend, toen hij Hans hoorde aanko-
men.
Verheugd liet de jongen hem de vruch
ten zien en ook Berger toonde zijn vreug
de over de vondst. En terwijl Hans de noot
voorzichtig openbrak om niets van den kost-
baren inhoud te verliezen, vertelde hij wat
hij op zijn wandeling had opgemerkt.
Zwijigend luisterde Berger. Zoo nu en dan
schudide hij bedenkelijk het hoofd.
(Wordt vervolgd.)
COURANT
De Burgeraeester van TER NEUZEN brengt t,er
kennis van belanghebbenden dat op Woensdag 3 Mei
1916, des namiddags van zeven tot aclit uur, ten
gemeentehuize, op vertoon van bet inkwartierings-
biljet, de uitbetaling zal plaats heBben van de ink war-
tieringsgelden.
Ter Neuzen, den 1 Mei 1916.
De Burgeraeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
DOOR