ssm,
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOF, ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6332.
Donderdag 27 Januari 1916.
56e Jaargang.
Bekendmaking.
IISIAFT
ABONNEMENT:
ADVERTENT1EN
Telefoon 25.
Pit Blad verschijnt Maanda^, Woensdag* en YrjjdagaYond, uitgezonderd op Feestdagen, hjj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen.
BINNENLAND.
jf ii I l 1, i T 0 M.
EttHMHRasBMaaramMOGiCBi
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /l.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
TER
COURANT
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis, dat het 2e suppletoir kohier van
den Hoofdelijken Omslag in deze gemeente voor
1915, in afsckrift, gedurende vijf maanden op de
secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Ter Neuzen, 24 Januari 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Een gift van den Paus.
Paus Benedietus XV, smartelijk getroffen
bij het vernemen van de tijding van de over-
strooming, die een gedeelte van Nederland
heeft verwoest en wenschende' bij te dragen
tot leniging van de veroorzaakte ellende,
heefc onmiddellijk mgr. Vallega, secretaris
der internunciatuur, opgedragen, aan den
aartsbisschop van Utrecht een som van
tienduizend lires te zenden om deze in naam
van den Paus aan de Algemeene Waters-
noodcommissie te doen toekomen.
Uilvoerverbod van sehepen.
Naar de N. K. Crt. verneemt, zijn eerst-
daags van hoogerhand maatregelen te ver-
wachten, waardoor zal worden bereikt, dat
Nederlandsche sehepen uitsluitend naar
Nederlandsche havens zullen moeten worden
bevracht. Tevens zal in het algemeen geen
toestemming meer tot vervreemding van
Nederlandsche sehepen worden verleend.
Verkoop van stoointreilers.
Uit IJrauiden rneldt men aan de N. R. Crt.
Naar wij met zekerheid vernemen, heeft
de maatschappij tot beheer van stooutreilers
en andere visschersvaartuigen te IJmuiden
haar geheele stoomvisschersvloot, bestaande
uit 14) stoomtreilers, naar Noorwegen ver-
kocht.
Verschillende andere maatschapppen van
stoomvisschersvaartuigen voeren onderhan
delingen over den verkoop naar het buiten
land van al hare sehepen.
Het Dagblad De Telegraaf.
Daar het dagblad De Telegraaf en hare
rich ting en handetingen den Laalsten tijd
dikwijls het onderwerp uitmaakten van be-
sprekingen, niet alleen van politieke perso-
nen in ons land, maar vooral na de in hech-
tenisneming van den hoofdredacteur ook in
het buitenland, en de houding van dat blad
alterwege de aandacht wekte, meenen wij,
dat onze lezers ook belang zullen stellen in
het volgende verslag, door de Amsterdam-
sche Journalistenvereeniging aan verschil
lende bladen toegezonden.
Het bestuur der journalistenvereeniging De
Amsterdamsche Pers had tegen Zaterdag-
avond een buitengewone, spoedeischende le-
denvergadering belegd, ler beliandeling van
het eenige punt der agenda: Arbeidsloe-
standen aan De Telegraaf.
De vergadering was zeer druk bezocht;
ruim 10 Amisterdamsche joumalisten van
alle richtingen waren aanwezig.
De voorzitter, de heer J. W. Helmer,
deelde in zijn openings woord made, dat deze
vergadering op initiatief van hem en den
secretaris, was belegd naar aanleiding van
het ontslaan, door de directie van het dag
blad De Telegraaf, van een aantal collega's,
zonder dat daarvoor aannemelijke redenen
bestonden. Het bestuur achlte liet nood-
DOOR
H. BERTRAND.
1 5) OAvr.-.--
De stijfhoofdige ler liep de tamer eenige
malen gej.aagd op en neer, daarna zei tiij,
©en weinig beteefder
Goed dan, ik zal volgens uw wenseh
handelen, maar het spreekt vanzelf, dat ik
tegenwoordig wit zijn bij uw onderhoud
met den gevangene.
Daar kan ik niets tegen hebben, inte-
gendeel, ik ben er zeer op gesteld; u zult
des te eeixier overtuigd 'wordietti van uw dwa-
ling.
Eenige oogenblikken later werd Berger
bimiengeleid in de spreekkamer. Er was
nu werkelijk een lange uiteenzetting noodig
oon de ware toedracht der zaak aan het licht
te brengen. Het hoofd van de geheime po
litic betwijfelde het, na Berger's duidelijke
verklaringen, ook niet meer, dat de misda-
diger zich door diefstal had meester ge-
maakt van de papieren van den detective
en vervolgens met beliulp van deze papie
ren, diens arrestalie had bewerkit. Mr. Smith,
zakelijk, een dergelijke daad, die op de ar
beidsverhoudingen in de journalistiek van
buitengewoon slechten invloed kan zijn, met
de leden te bespreken.
Op verzoek der vergadering werd dooi
daarloe alleszins bevoegde personen een uit
eenzetting gegeven van de gebeurtenissen,
die aan dit ontslag .voorafgingen. Bij dit
expose werd vooropgesteld, dat, ook blij-
kens de mededeeting aan het hoofd van
De Telegraaf, de heer F. W. J. Holdert di-
recteur is; doch dat de heer H. M. C.
Holdert, die de meerderheid der aandeeten
in eigendom heeft, de onderneming, waartoe
ook De Gourant behoort, beheerseht en tel-
kens weer in den gang van zaken, ook wat
de redactie belreft, zelfstandig ingrijpt. Dat
ingrijpen geschiedde maar al te vaak op een
wijze, die volkamien in istrijid is met wat men
„rechtspositie" en ,,bestaanszekerheid" pleegt
te noemen. Om vaak nietige redenen wer
den journalisten van algemeen erkende be-
kwaamheid ontslagen. De heer II. M. C.
Hotdert placht, als tegen een dergelijke wijze
van doen bezwaren werden ingebracht, te
zeggen: „Ik neem het recht iemand te ont
slaan, ook als z'n gezicht of z'n stem mij
niel bevallen." In de allerlaatste jaren was
in dez.en toestand verbetering gekomen,
doordat de heer H. M. C. Hotdert bui tens-
lands verloefde.
Toen in Augustus 1914 de groote oortog
uitbrak, kwam genoemde heer Holdert uil
Parijs naar Nederland terug en begon zich
onmiiddellijk weer met de intieme aangele-
genheden van directie en redactie van De
Telegrahf te bemoeien. In diezelfde maand
kwam ook naar Amsterdam de heer G. Si
mons, Berlijnsch correspondent van De Te
legraaf. Deze was, naar de heer Holder I
indertijd verzekerde, vergezeld van twee
ambtenaren, werkzaam bij het .Minis ter ic
van Buiitentandsche Zaken te Berlijn. De
heer Simons had tot opdracht, deze beide
heeren bij de directie van De Telegraaf te
introduceeren, met de bedoeling een voorstel
te doen tot het plaalsen van artikelen of
mededeelingen, waarin het Duitsche stand-
punt zou worden uiteengezet. De heer H.
Al. C. Holdert verklaarde pro-Fransch te zijn
en wees dat voorstel, naar hij aan zijn om-
geving mededeelde, van de hand. Hij voeg-
de daaraan loe, dat hij van den heer Si
mons verlangde, dat hij onmiddellijk zijn
correspondentenwerk te Berlijn zou her-
vatten.
fn den zonier van 1915 kwam genoemde
heer Simons met vac.antie weer te Amster
dam. De heer It. M. C. Holdert aehtte het
noodzakelijk zijn reeds vroeger aan de re
dactie gegeven waarschuwing, dat de heer
Simons ,,onbetrouwbaar en gevaarlijk" was,
te herhalen. Sterker nog, de heer Holdert
vond het raadzaam, zijn eigen Berlijnschen
correspondent door eenige particuliere de
tectives te laten volgen, omdal gevreesd
werd, dat liij naar Nederland was gekomen
om Duitsche belangen te behiartigen. Na
eenige weken op deze wijze in Nederland
vertoefd te hebben, vertrok de heer Simons
weer naar de Duitsche hoofdstad, maar,
slechts voor korten tijd.
Begin October 1915 nl. versc.heen hij op
het redactiebureau te Amsterdam, was ge
durende eenige dagen op de afdeeling fi-
nancien werkzaam en trad toen, zonder dat
de hoofdredacteur er in gekend wend of aan
de collega's daarvan mededeeting was ge-
daan, als Ghef-Binnenland op. Het is moei-
lijk de verbazing te schetsen van de betrok-
ken journalisten, sinds jaren aan De Tele
graaf verbonden, toen zij plotseling ieanand
boven zich gesteld zagen, tegen wi-en zij
nog kort geleden door den eigenaar der
kranl waren gewaarschuwd. Die verbazing
sloeg om in groote ongeriistheid, toen de
alias Mr. Pamberton, alias Mr. Stokes, zou
wet begrijpen, dat zijn vervolger niet lang
in arrest zou blijven; maar het was voor
hem al van groot belang, dat hij hem eeni-
gen tijd ophield. En de som geld, die hij
in de portefeuille gevonden had en die vrij
aanzienlijk was, zou hem ook niet onwel-
kom zijn geweest.
Ook werd Berger lerstond lierkend door
een paar Amerikaansche detectives, die hem
leeds in Chicago behulpzaam waren ge
weest, en er bleef den ler dus niets anders
over dan den gevangene, voor wien de con
sul zich persoonlijk borg stelde, te laten
vertrekken. Hij verontscliuldigde zich zelfs
bij Berger en deze antwoordde op inoni-
schen toon:
7" ja zelfs wij, mannen van de po
litic, kunnen ons vergissen.
Het hoofd van de politic beloofde nu ter-
stond maatregelen te nemen om Mr. Smith,
alias Mr. Pamberton, alias Mr. Stokes, op
te sporen en gevangen te nemen.
Berger begreep echter te goed, dat de brave
man zich reeds lang uit de voeten had ge-
maakt en een verdere vervolging voor het
oogenblik doelloos zou zijn.
I)e consul voorzag Berger opnieuw van
geld, totdat deze naar Holland had getele-
grafeerd om over nieuwe gelden te kunnen
beschikken. Berger was den consul harte-
heer Simons ging ingrijpen in hel werk van
collega's, die tot drsver leidende functies
vervulden. Zoo werd o.a. den chef-verslag
gever aangezegd, dat hij voortaan buiten het
verband der redactie voor die krant zijn
reportage-werk moesl blijven doen. Voor
ieder, die maar eenigszins van de organisa-
Lie eener redactie op de lioogte is, stond dit
gelijk met een pogdng om voornoemden chef-
verslaggever te verwijderon. Deze weigerde
dan ook pertinent oj> die wijze te werken,
waarna de heer Simons hem namens den
heer H, M. C. Holdert meedeelde, dat hij
zich dan als ontslagen kon beschouwen.
Toen echter verschillende collega's zicti
aan de zijde van den chef-verslaggever
schaar den en te ken nen gaven met hem te
zullen heengaan, werd dit ontslag ingetrok-
ken. Een der colleges, die zich met den
bedreigde homogeen had verklaard, kreeg
toen toch ontslag, hetwelk echter later, na
verschillende conferenties, ook werd ingie
Irokken, met dien verstande, dat deze col
legia aan een andere afdeeling van de re
dactie zou worden gepfaatst. Deze gebeur
tenissen braehten echter weining verbetering
in den inwendigen toestand. De heer Si
mons verdeelde, zonder eenige ervaring op
dit gebied te bezitten, eigenmachtig het werk,
waarbij de hoofdredacteur weer niet geraai-
pleegd werd. Jonge menschen werden be-
last met liet belangrijke verslaggeverswerk,
lerwijl de oude, geschoolde krachten werden
adder gesteld.
Ook in andere afdeelingeu ontstonden
moailijkheden. Zoo werd o.a. afdeeling fi-
nanc.ien „gereorganiseerd", d.w.z. 3 collega's
werden o n tstagen
In September 1915 vestigde De TelegTaaf
in eenige artikelen de aandacht op de sniok-
ketarij aan onze lanc:grenzen. De heer H.
M. G. Holdert ging h daarna zeer voor
deze aangelegenheid interessieeren.
Hij ric.htte, buiten de redactie van De Te
legraaf om, in zijn particuliere waning, Lo-
manstraat 73 te Amsterdam, een instelling
op, die ter vergadering kortheidshalve werd
genoemd: hel anti-smokketbure.au. Aan dat
bureau, waaraan belangrijke sommen ten
koste gelegd zijn, werden personen verbon
den buiten de journalistiek staande, die op
dracht kregen na te gaan, of en in welke
mate er aan de Duitsche en Belgische gren
zen gesmokketd werd.
Omtrent de „standing" dezer personen wer
den ler vergadering zeer ongunstige merie-
deelingen gedaan. Zoo werden de namen ge
noemd van een Engelschman, van een ge-
wezen spion in Duitsclien dienst, van een
Belgischen avon'turier en eenige Hollanders
van minder allooi. Sommigen dezer speur-
ders gaven zich dikwijls, zonder daarloe
gerechtigd te zijn, uit voor inspecteurs van
de N. O. T. Anderen weer, ofschoon geen
journalisten en niet in dienst van het blad
zijnde, bezaten verstaggevers-kaarten van De
Telegraaf. Bovendien werd met voorbeel-
den aangetoond, dat speurders van het anti-
snnokkelbure.au hel ook tot hun taak re-
keniden, smokkelarij en andere ongerechtig-
heid te provoeeeren. Zij onlzagen zich zelfs
niet met vervalschte documenten te wer
ken, om toch maar resullaten te kunnen
leveren.
Maar daarbij bleef liet niet. De heer Hol
dert trachtte verschillende redactie-Iedeii
voor zijn particulier anti-smokkelbureau te
laten werken. Zoo werd zelfs den hoofd
redacteur gevraagd, am te komen naar den
zetel van liet anti-smokkelbureau, om daar
aan de beriehten een scherperen en meer
journalistieken voi-m te geven, waarin de
heer Schroder niet trad. Een verzoek aan
coltega mej. H. van Meekeren, om als se-
cretaresse van dat bureau op te trecien,
stuitte eveneens op een weigering harerzijds,
lijk dankbaar, maar zei toch mistroostig:
Ik ben van plan vender geheel af te
zien van de vervolging. Ik heb den lust,
en, wat erger is, ik heb mijn zelfvertrou-
wen verloren. Wie zich zoo gemakkelijk in
de vat taat lokken als ik, heeft eigenlijk
niet eems meer liet recht bij de politic te
blijven.
De consul lachte:
Dwalen is menschelijk, en al bent u
vandaag ongelukkig geweest, u kunt mor-
gen wet fortuinlijk zijn.
De heeren namen met een handdruk af-
scheid en de consul zei vriendelijk tot Hans:
Ge hebt u zeer verstandig en flink ge-
dragen, mijn jonge vriend, ik kan niet na-
taten u dat te zeggen.
Berger en Hans begaven zich langzaam
naar het hotel. Het duurde geruimen tijd
eer Berger een woord sprak. Hij kon het
niet verkroppen, dat de inbreker hem ont-
snapt was en dat deze hem, den ervaren
detective, zoo leelijk had beetgehad.
Plotseling legde hij de hand op Hans'
schouder
Ik schaam "mij, mijn jongen. De dag
van heden zal mij nooit uit het geheugen
gaan, maar gij hebt gehandeld als een man!
i rek het u niet te zeer aan, mijnheer
Berger! Denk maar aan hetgeen de consul
daarstraks zei.
omdat, wat van haar verlangd werd. niet
meer lot het gebied der journalistiek be-
hoorde.
Collega Schotting werd midden in den
nacht opgedragen, de bewegingen van ecu
tweelal gelijk gekleurde Bijnschepen bij Lo-
bitli te gaan waarnemen. De sehepen wer
den niet gevonden en de heer Schotting
keerde terug, omdat daar, journalistiek ge-
sproken, voor hem niets viel te doen.
Ook aan andere redactieleden werden
soortgelijke verzoeken gedaan en opdrachten
gegeven.
Omtrent de gestie van dit bureau werd
nog medegedeeld, dat materiaal, door bo-
vengenoemde speurders verzameld, werd op-
gezonden naar de Fransche en Engelsche
legaties te 's Gravenhage.
De door den heer H. M. C. Holdert ont-
vangen rapporten werden vender herhaalde-
Iijk tot beriehten verwerkt, die buiten mede-
weten van hoofdredacteur of verantwoorde-
lijke chefs in De Telegraaf werden geplaatsl.
Deze beriehten werden vaak weersproken
en gaven aanleiding tot verschillende pro-
cessen. Nadat deze duistere manier van
doen eenigen tijd had geduurd, teekende de
lioofdi-'edacteur, de heer J. C. Schroder, daar-
legen verzet aan, wijl hij immers verant-
woiordelijk werd gesteld voor stukken, die
hij noch gesclireven, noch gezien had. Als
gevolg daarvan verscheen aan het hoofd van
de krant de naam van den heer H. M. C.
Holdert als „verantwoordelijk adviseur". Het
verzet van den heer Schroder hielp niet
en daarin, zoowel als in het feit, dat de
heer G. Simons herhaaldelijk in die rechlen
van den hoofdredacteur trad, zonder dat
deze blijkbaar macht had, daaraan een eindte
te niaken, vond de heer J. C. Schroder aan
leiding om midden November als zoodanig
ontslag te nemen. De heer H M. C. Hol
dert wist den lieer Schroder te bewegen, op
zijn ontslag-aanvTage terug te komen. Toen
de voor een hoofdredacteur vernederende
toestand niet veranderde, verklaarde de heer
Schroder op 1 December, dat hij voor den
inlioud van De Telegraaf niet ianger ver-
antwoordelijk wilde zijn. Dit gaf den heer
H. M. C. Holdert aanleiding, qp 2 Decem.biei-
den heer Schroder te beriehten, dat hij hetm
als hoofdrediacteur ontsloeg. Op denzelfden
dag verscheen aan het hoofd van de krant
de mededeeting: „Ver.antwoordeIijk voor den
inhoud H. M. C. Holdert", terwijl de naam
van den heer Schroder verdween. Dit ont
slag als hoofdredacteur beteekende echter
niet, dat de heer Schroder van De Telegraaf
zou verdwijnen. Hij moest, naar de woor-
den van den heer H. M. C. Hotdert, zfjn
gewone werk blijven doen. Laatslgenoemde
zou dan alleen verantwoordelijk blijven.
Zoo stonden de zaken, toen op den avond
van den fden December de heer J. C.
Schroder werd gearresteerd. Een groot deel
van het Nederlandsche Volk was veront-
waardigd en de sympathie-betuigingen, zoo
wel voor de betrokkenen, als voor de hou
ding van De Telegraaf, stroiomden het re
dactiebureau binnen. Op 21 December werd
de heer Schroder op bevel der recht bank
nil de voorloopige hechtenis ontslagen. Naar
ter vergadering werd medegedeeld, was dit
geschied, nadat de rechtbank o.a. kennis
had genomen van den ontslagbrief van 2
December, waaruit bleek, dat de heer Schro
der de veranlwoordelijike hoofdredacteur niet
meer was en dus vrees voor herh.aling van
het ten taste gelegde door hem niet moge-
Iijk was. Bovendien legde de heer Schroder
de helofle af, niet\ te vluchten. zoodat de
beide redenen, waarorn de rechtbank zijn
atresia tie liad gelast, vervallen waren.
Toen de heer Schroder in vrijheid was
gesteld, kwam de vraag op, welke positie
hij aan De Telegraaf zou innemen. Aan-
Hans nam Beiger's hand en drukte die
hartelijk; hij begreep zoo goed wiat er in
den detective omging.
Berger beanlwoordde Hans' handdruk zoo
krachtig. dat deze moeite had het niet luid
uit te schreeuwen, en gaf zoo uiting aan
zijn ingehouden wioede.
Weer ltepen zij zwijgend verder. Eindelijk
zei Berger kortaf:
- Ik moet het nu opgeven, mijn jongen,
er is niets aan te veranderen. Onze Mr.
Smith, alias Mr. Pamberton, alias Mr. Sto
kes, was verstandiger dan ik en lieeft mij
!>eroiOfd van mijn goeden naam bij de po
litic en van (mijn zelfvertrouwenZand daar-
over, ik moet beproeven, het een andermaal
goed te maken! Maar nu gaan wij terug
naar het vaderland!
V.
Een nieuw spoor.
Nog vier-en-twintig uren bleven onze
vrienden in Chicago, daarna maakten zij
een uitstapje naar de Niagara water vail en
in Montreal en kwamen na verloop van
eenige dagen in New-York aan. Zoo spoedig
mogelijk wilde Berger nu terugkeeren. Hij
was, geheel tegen zijn gewoonte, in een
slecht humeur, hij trok zich het mislukken
stands bleek, dat die positie niet zou zijn
die van een onafhankelijk hoofdredacteur.
Op 23 December toch verscheen in De
Nieuwe Rotterdainsche Courant een hoofd-
artikel onder den titel: De zit-redacteur,
waarin te kennen werd gegeven, dat eigen
lijk de heer H. M. G. Holdert verantwoor
delijk was voor alles, wat er in en met
De Telegraaf was gebeurd, terwijl de heer
Schroder zich had laten gebruiken voor de
rot van „zit-redacteur"i
De heer Schroder wenschte dit arlikel
te beantwoorden, doch het werd hern door
den heer H. M. C. Hotdert belet. Zoo
groot bezwaar had deze tegen een repliek,
dat tiij coltega John Coucke, die meer dan.
13 jaren aan het blad was verbonden, tele-
fonisch ontsloeg, omdat hij ten onrechte
vermoedde, dat de heer Schroder door den
heer Coucke tot het schrijven van een ant-
woord op hel artikel van de N. R. Crt.
was aangezet. Dit ontslag werd toen op
aandringen van den heer Schroder eerst
veranderd in schorsing en daarna geheel
ingetrokken.
Ter vergadering werd medegedeeld, dat na
dit incident de heer H. M. C. Hotdert blijk
baar afgunstig was op de sympathie eu de
populariteit, die den heer Schroder waren
ten deel gevallen. Kenmerkend daarvoor is
het feit, dat toen de betrokken redacteuren
uit de Nieuwjaarswenschen, die in de Am
sterdamsche schouwburgen. werden uilge-
sproken, de gedeelten, waarin de lieer Schro
der hulde werd gebracht, ter zetterij gaven,
deze buiten medeweten van de redacteuren
werden geschrapt.
De lieer Schroder voelde, dat de toestand
onhoudbaar werd en stelde in den aanvang
van dit jaar den heer H. M. C. Holdert den
eisch, dat hij de volte bevoegdheden van
een hoofdredacteur, zooats men die in Ne
derland begrijpt, zou krijgen. De heer Hol
dert gaf de toezegging, dat aan zijn verlan-
gen wel zou worden voldaan; waarna de
heer Schroder het artikeltje schreef, waarin
hij aankondigide, dat hij zijn werkzaamhe-
den zou hervatten.
De toezegging werd niet uitgevoerd. Yeel
meer dan de heer Schroder, deelde de heer
Simons op het redactiebureau de lakens uit
en veroorzaakte daar herhaaldelijk inciden-
ten. Dit bereikte zijn hoogtepunl op deu
dag dat de watersnood in Noord-Hollandj
intrad. De oude, ervaren krachten werden
werkeloos gelaten, terwijl jongere proteges,
o.w. familieleden van den heer Holdert,
werden uitgezonden. Collega mej. II. van
.Meekeren, vond daarin aanleiding", haar ont
slag te vragen. Collega L. Schotting, die
over dezelfde aangelegenheid aanmerking
maakte, werd op staanden voet door den
lieer Simons ontslagen. Collega Schotting
nam hiermede geen genoegen, doch het ont
slag werd den volgenden dag door de di
rectie bekrachligd, met de mededeeting, dat
zijn contract, loopende tot 1 Maart 1917.
werd opgezegd. '('evens werd hem verzocht,
de redactie-bureaux niet meer te bezoeken.
Twee dagen later kreeg collega Coucke,
zonder opgave van redenen, schriflelijk ont-
slag, terwijl de heer Pinkhoff bereids tegen
1 April opnieuw ontslag was aangezegd.
Vastgesteld moet worden, dat over het
werk van al deze ontslagenen die respcc-
tievelijk 13, 10, 10 en 7 jaar aan De Tele
graaf werkzaam waren door den hoofd
redacteur steeds met lof was gesproken.
Ten siolte werd medegedeeld, dat de heer
Schroder stappen heeft gedaan, am de ont
slagen ingetrokken te krijgen, daarbij voor
de zooveetste maal een ultimatum stellen-
de. Hel resultaat dezer stappen was, dat
alleen collega mej. v. Meekeren terug mocht
komen, van welke gunst zij, na al wat er
gebeurd was, en ook uit homogeniteit met
van al zijn pogingen meer aan, dan hij wil
de bekennen. Op Hans' verzoek bezochten
zij echter nog eenige bezienswaardigheden
van New-York en reden nog eens naar Ho
bo ken.
Toen zij daar op de landingsbrug stonden
gebeurde er iets heel bijzonders.
Een stoomhoot, die de Fransche vlag" voer-
de, was juist op het punt te vertrekken. Zij
had zich reeds in beweging gesteld, toen
Berger en Hans de aanlegplaats bereikten.
I.ensklaps zag Hans op het dek een langen
mageren man staan, gekleed in een lichte
jas; tusschen zijn voeten stond een geel kof-
fertje en in zijn handen hield hij een groo-
ten verrekijker.
Ten oogenblik staarde de jongen sprake-
loos naar de verschijning, toen greep hij
Berger's arm en fluisterde met een van on'-
gewondenlieid bevende stem
Daar is hij! Mr. Smith! Kijk
Berger volgde met zijn oogen de richting
die Hans aangaf en, toen hij de magere ge-
stalte van den reiziger op het dek had ge
zien, deelde de opgewondenheid van Hans
zich ook aan hem mee. Hij drong naar
oren, riep den wachthebbenden officier op
de conunandobrug een donderend „halt" toe
doch te laat, de istoomboot had zicli reeds
van den wat verwijderd.
(Wordt vervolgd).