ssm, ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOF, ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6332. Donderdag 27 Januari 1916. 56e Jaargang. Bekendmaking. IISIAFT ABONNEMENT: ADVERTENT1EN Telefoon 25. Pit Blad verschijnt Maanda^, Woensdag* en YrjjdagaYond, uitgezonderd op Feestdagen, hjj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. BINNENLAND. jf ii I l 1, i T 0 M. EttHMHRasBMaaramMOGiCBi Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /l.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. TER COURANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis, dat het 2e suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag in deze gemeente voor 1915, in afsckrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 24 Januari 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Een gift van den Paus. Paus Benedietus XV, smartelijk getroffen bij het vernemen van de tijding van de over- strooming, die een gedeelte van Nederland heeft verwoest en wenschende' bij te dragen tot leniging van de veroorzaakte ellende, heefc onmiddellijk mgr. Vallega, secretaris der internunciatuur, opgedragen, aan den aartsbisschop van Utrecht een som van tienduizend lires te zenden om deze in naam van den Paus aan de Algemeene Waters- noodcommissie te doen toekomen. Uilvoerverbod van sehepen. Naar de N. K. Crt. verneemt, zijn eerst- daags van hoogerhand maatregelen te ver- wachten, waardoor zal worden bereikt, dat Nederlandsche sehepen uitsluitend naar Nederlandsche havens zullen moeten worden bevracht. Tevens zal in het algemeen geen toestemming meer tot vervreemding van Nederlandsche sehepen worden verleend. Verkoop van stoointreilers. Uit IJrauiden rneldt men aan de N. R. Crt. Naar wij met zekerheid vernemen, heeft de maatschappij tot beheer van stooutreilers en andere visschersvaartuigen te IJmuiden haar geheele stoomvisschersvloot, bestaande uit 14) stoomtreilers, naar Noorwegen ver- kocht. Verschillende andere maatschapppen van stoomvisschersvaartuigen voeren onderhan delingen over den verkoop naar het buiten land van al hare sehepen. Het Dagblad De Telegraaf. Daar het dagblad De Telegraaf en hare rich ting en handetingen den Laalsten tijd dikwijls het onderwerp uitmaakten van be- sprekingen, niet alleen van politieke perso- nen in ons land, maar vooral na de in hech- tenisneming van den hoofdredacteur ook in het buitenland, en de houding van dat blad alterwege de aandacht wekte, meenen wij, dat onze lezers ook belang zullen stellen in het volgende verslag, door de Amsterdam- sche Journalistenvereeniging aan verschil lende bladen toegezonden. Het bestuur der journalistenvereeniging De Amsterdamsche Pers had tegen Zaterdag- avond een buitengewone, spoedeischende le- denvergadering belegd, ler beliandeling van het eenige punt der agenda: Arbeidsloe- standen aan De Telegraaf. De vergadering was zeer druk bezocht; ruim 10 Amisterdamsche joumalisten van alle richtingen waren aanwezig. De voorzitter, de heer J. W. Helmer, deelde in zijn openings woord made, dat deze vergadering op initiatief van hem en den secretaris, was belegd naar aanleiding van het ontslaan, door de directie van het dag blad De Telegraaf, van een aantal collega's, zonder dat daarvoor aannemelijke redenen bestonden. Het bestuur achlte liet nood- DOOR H. BERTRAND. 1 5) OAvr.-.-- De stijfhoofdige ler liep de tamer eenige malen gej.aagd op en neer, daarna zei tiij, ©en weinig beteefder Goed dan, ik zal volgens uw wenseh handelen, maar het spreekt vanzelf, dat ik tegenwoordig wit zijn bij uw onderhoud met den gevangene. Daar kan ik niets tegen hebben, inte- gendeel, ik ben er zeer op gesteld; u zult des te eeixier overtuigd 'wordietti van uw dwa- ling. Eenige oogenblikken later werd Berger bimiengeleid in de spreekkamer. Er was nu werkelijk een lange uiteenzetting noodig oon de ware toedracht der zaak aan het licht te brengen. Het hoofd van de geheime po litic betwijfelde het, na Berger's duidelijke verklaringen, ook niet meer, dat de misda- diger zich door diefstal had meester ge- maakt van de papieren van den detective en vervolgens met beliulp van deze papie ren, diens arrestalie had bewerkit. Mr. Smith, zakelijk, een dergelijke daad, die op de ar beidsverhoudingen in de journalistiek van buitengewoon slechten invloed kan zijn, met de leden te bespreken. Op verzoek der vergadering werd dooi daarloe alleszins bevoegde personen een uit eenzetting gegeven van de gebeurtenissen, die aan dit ontslag .voorafgingen. Bij dit expose werd vooropgesteld, dat, ook blij- kens de mededeeting aan het hoofd van De Telegraaf, de heer F. W. J. Holdert di- recteur is; doch dat de heer H. M. C. Holdert, die de meerderheid der aandeeten in eigendom heeft, de onderneming, waartoe ook De Gourant behoort, beheerseht en tel- kens weer in den gang van zaken, ook wat de redactie belreft, zelfstandig ingrijpt. Dat ingrijpen geschiedde maar al te vaak op een wijze, die volkamien in istrijid is met wat men „rechtspositie" en ,,bestaanszekerheid" pleegt te noemen. Om vaak nietige redenen wer den journalisten van algemeen erkende be- kwaamheid ontslagen. De heer II. M. C. Hotdert placht, als tegen een dergelijke wijze van doen bezwaren werden ingebracht, te zeggen: „Ik neem het recht iemand te ont slaan, ook als z'n gezicht of z'n stem mij niel bevallen." In de allerlaatste jaren was in dez.en toestand verbetering gekomen, doordat de heer H. M. C. Hotdert bui tens- lands verloefde. Toen in Augustus 1914 de groote oortog uitbrak, kwam genoemde heer Holdert uil Parijs naar Nederland terug en begon zich onmiiddellijk weer met de intieme aangele- genheden van directie en redactie van De Telegrahf te bemoeien. In diezelfde maand kwam ook naar Amsterdam de heer G. Si mons, Berlijnsch correspondent van De Te legraaf. Deze was, naar de heer Holder I indertijd verzekerde, vergezeld van twee ambtenaren, werkzaam bij het .Minis ter ic van Buiitentandsche Zaken te Berlijn. De heer Simons had tot opdracht, deze beide heeren bij de directie van De Telegraaf te introduceeren, met de bedoeling een voorstel te doen tot het plaalsen van artikelen of mededeelingen, waarin het Duitsche stand- punt zou worden uiteengezet. De heer H. Al. C. Holdert verklaarde pro-Fransch te zijn en wees dat voorstel, naar hij aan zijn om- geving mededeelde, van de hand. Hij voeg- de daaraan loe, dat hij van den heer Si mons verlangde, dat hij onmiddellijk zijn correspondentenwerk te Berlijn zou her- vatten. fn den zonier van 1915 kwam genoemde heer Simons met vac.antie weer te Amster dam. De heer It. M. C. Holdert aehtte het noodzakelijk zijn reeds vroeger aan de re dactie gegeven waarschuwing, dat de heer Simons ,,onbetrouwbaar en gevaarlijk" was, te herhalen. Sterker nog, de heer Holdert vond het raadzaam, zijn eigen Berlijnschen correspondent door eenige particuliere de tectives te laten volgen, omdal gevreesd werd, dat liij naar Nederland was gekomen om Duitsche belangen te behiartigen. Na eenige weken op deze wijze in Nederland vertoefd te hebben, vertrok de heer Simons weer naar de Duitsche hoofdstad, maar, slechts voor korten tijd. Begin October 1915 nl. versc.heen hij op het redactiebureau te Amsterdam, was ge durende eenige dagen op de afdeeling fi- nancien werkzaam en trad toen, zonder dat de hoofdredacteur er in gekend wend of aan de collega's daarvan mededeeting was ge- daan, als Ghef-Binnenland op. Het is moei- lijk de verbazing te schetsen van de betrok- ken journalisten, sinds jaren aan De Tele graaf verbonden, toen zij plotseling ieanand boven zich gesteld zagen, tegen wi-en zij nog kort geleden door den eigenaar der kranl waren gewaarschuwd. Die verbazing sloeg om in groote ongeriistheid, toen de alias Mr. Pamberton, alias Mr. Stokes, zou wet begrijpen, dat zijn vervolger niet lang in arrest zou blijven; maar het was voor hem al van groot belang, dat hij hem eeni- gen tijd ophield. En de som geld, die hij in de portefeuille gevonden had en die vrij aanzienlijk was, zou hem ook niet onwel- kom zijn geweest. Ook werd Berger lerstond lierkend door een paar Amerikaansche detectives, die hem leeds in Chicago behulpzaam waren ge weest, en er bleef den ler dus niets anders over dan den gevangene, voor wien de con sul zich persoonlijk borg stelde, te laten vertrekken. Hij verontscliuldigde zich zelfs bij Berger en deze antwoordde op inoni- schen toon: 7" ja zelfs wij, mannen van de po litic, kunnen ons vergissen. Het hoofd van de politic beloofde nu ter- stond maatregelen te nemen om Mr. Smith, alias Mr. Pamberton, alias Mr. Stokes, op te sporen en gevangen te nemen. Berger begreep echter te goed, dat de brave man zich reeds lang uit de voeten had ge- maakt en een verdere vervolging voor het oogenblik doelloos zou zijn. I)e consul voorzag Berger opnieuw van geld, totdat deze naar Holland had getele- grafeerd om over nieuwe gelden te kunnen beschikken. Berger was den consul harte- heer Simons ging ingrijpen in hel werk van collega's, die tot drsver leidende functies vervulden. Zoo werd o.a. den chef-verslag gever aangezegd, dat hij voortaan buiten het verband der redactie voor die krant zijn reportage-werk moesl blijven doen. Voor ieder, die maar eenigszins van de organisa- Lie eener redactie op de lioogte is, stond dit gelijk met een pogdng om voornoemden chef- verslaggever te verwijderon. Deze weigerde dan ook pertinent oj> die wijze te werken, waarna de heer Simons hem namens den heer H, M. C. Holdert meedeelde, dat hij zich dan als ontslagen kon beschouwen. Toen echter verschillende collega's zicti aan de zijde van den chef-verslaggever schaar den en te ken nen gaven met hem te zullen heengaan, werd dit ontslag ingetrok- ken. Een der colleges, die zich met den bedreigde homogeen had verklaard, kreeg toen toch ontslag, hetwelk echter later, na verschillende conferenties, ook werd ingie Irokken, met dien verstande, dat deze col legia aan een andere afdeeling van de re dactie zou worden gepfaatst. Deze gebeur tenissen braehten echter weining verbetering in den inwendigen toestand. De heer Si mons verdeelde, zonder eenige ervaring op dit gebied te bezitten, eigenmachtig het werk, waarbij de hoofdredacteur weer niet geraai- pleegd werd. Jonge menschen werden be- last met liet belangrijke verslaggeverswerk, lerwijl de oude, geschoolde krachten werden adder gesteld. Ook in andere afdeelingeu ontstonden moailijkheden. Zoo werd o.a. afdeeling fi- nanc.ien „gereorganiseerd", d.w.z. 3 collega's werden o n tstagen In September 1915 vestigde De TelegTaaf in eenige artikelen de aandacht op de sniok- ketarij aan onze lanc:grenzen. De heer H. M. G. Holdert ging h daarna zeer voor deze aangelegenheid interessieeren. Hij ric.htte, buiten de redactie van De Te legraaf om, in zijn particuliere waning, Lo- manstraat 73 te Amsterdam, een instelling op, die ter vergadering kortheidshalve werd genoemd: hel anti-smokketbure.au. Aan dat bureau, waaraan belangrijke sommen ten koste gelegd zijn, werden personen verbon den buiten de journalistiek staande, die op dracht kregen na te gaan, of en in welke mate er aan de Duitsche en Belgische gren zen gesmokketd werd. Omtrent de „standing" dezer personen wer den ler vergadering zeer ongunstige merie- deelingen gedaan. Zoo werden de namen ge noemd van een Engelschman, van een ge- wezen spion in Duitsclien dienst, van een Belgischen avon'turier en eenige Hollanders van minder allooi. Sommigen dezer speur- ders gaven zich dikwijls, zonder daarloe gerechtigd te zijn, uit voor inspecteurs van de N. O. T. Anderen weer, ofschoon geen journalisten en niet in dienst van het blad zijnde, bezaten verstaggevers-kaarten van De Telegraaf. Bovendien werd met voorbeel- den aangetoond, dat speurders van het anti- snnokkelbure.au hel ook tot hun taak re- keniden, smokkelarij en andere ongerechtig- heid te provoeeeren. Zij onlzagen zich zelfs niet met vervalschte documenten te wer ken, om toch maar resullaten te kunnen leveren. Maar daarbij bleef liet niet. De heer Hol dert trachtte verschillende redactie-Iedeii voor zijn particulier anti-smokkelbureau te laten werken. Zoo werd zelfs den hoofd redacteur gevraagd, am te komen naar den zetel van liet anti-smokkelbureau, om daar aan de beriehten een scherperen en meer journalistieken voi-m te geven, waarin de heer Schroder niet trad. Een verzoek aan coltega mej. H. van Meekeren, om als se- cretaresse van dat bureau op te trecien, stuitte eveneens op een weigering harerzijds, lijk dankbaar, maar zei toch mistroostig: Ik ben van plan vender geheel af te zien van de vervolging. Ik heb den lust, en, wat erger is, ik heb mijn zelfvertrou- wen verloren. Wie zich zoo gemakkelijk in de vat taat lokken als ik, heeft eigenlijk niet eems meer liet recht bij de politic te blijven. De consul lachte: Dwalen is menschelijk, en al bent u vandaag ongelukkig geweest, u kunt mor- gen wet fortuinlijk zijn. De heeren namen met een handdruk af- scheid en de consul zei vriendelijk tot Hans: Ge hebt u zeer verstandig en flink ge- dragen, mijn jonge vriend, ik kan niet na- taten u dat te zeggen. Berger en Hans begaven zich langzaam naar het hotel. Het duurde geruimen tijd eer Berger een woord sprak. Hij kon het niet verkroppen, dat de inbreker hem ont- snapt was en dat deze hem, den ervaren detective, zoo leelijk had beetgehad. Plotseling legde hij de hand op Hans' schouder Ik schaam "mij, mijn jongen. De dag van heden zal mij nooit uit het geheugen gaan, maar gij hebt gehandeld als een man! i rek het u niet te zeer aan, mijnheer Berger! Denk maar aan hetgeen de consul daarstraks zei. omdat, wat van haar verlangd werd. niet meer lot het gebied der journalistiek be- hoorde. Collega Schotting werd midden in den nacht opgedragen, de bewegingen van ecu tweelal gelijk gekleurde Bijnschepen bij Lo- bitli te gaan waarnemen. De sehepen wer den niet gevonden en de heer Schotting keerde terug, omdat daar, journalistiek ge- sproken, voor hem niets viel te doen. Ook aan andere redactieleden werden soortgelijke verzoeken gedaan en opdrachten gegeven. Omtrent de gestie van dit bureau werd nog medegedeeld, dat materiaal, door bo- vengenoemde speurders verzameld, werd op- gezonden naar de Fransche en Engelsche legaties te 's Gravenhage. De door den heer H. M. C. Holdert ont- vangen rapporten werden vender herhaalde- Iijk tot beriehten verwerkt, die buiten mede- weten van hoofdredacteur of verantwoorde- lijke chefs in De Telegraaf werden geplaatsl. Deze beriehten werden vaak weersproken en gaven aanleiding tot verschillende pro- cessen. Nadat deze duistere manier van doen eenigen tijd had geduurd, teekende de lioofdi-'edacteur, de heer J. C. Schroder, daar- legen verzet aan, wijl hij immers verant- woiordelijk werd gesteld voor stukken, die hij noch gesclireven, noch gezien had. Als gevolg daarvan verscheen aan het hoofd van de krant de naam van den heer H. M. C. Holdert als „verantwoordelijk adviseur". Het verzet van den heer Schroder hielp niet en daarin, zoowel als in het feit, dat de heer G. Simons herhaaldelijk in die rechlen van den hoofdredacteur trad, zonder dat deze blijkbaar macht had, daaraan een eindte te niaken, vond de heer J. C. Schroder aan leiding om midden November als zoodanig ontslag te nemen. De heer H M. C. Hol dert wist den lieer Schroder te bewegen, op zijn ontslag-aanvTage terug te komen. Toen de voor een hoofdredacteur vernederende toestand niet veranderde, verklaarde de heer Schroder op 1 December, dat hij voor den inlioud van De Telegraaf niet ianger ver- antwoordelijk wilde zijn. Dit gaf den heer H. M. C. Holdert aanleiding, qp 2 Decem.biei- den heer Schroder te beriehten, dat hij hetm als hoofdrediacteur ontsloeg. Op denzelfden dag verscheen aan het hoofd van de krant de mededeeting: „Ver.antwoordeIijk voor den inhoud H. M. C. Holdert", terwijl de naam van den heer Schroder verdween. Dit ont slag als hoofdredacteur beteekende echter niet, dat de heer Schroder van De Telegraaf zou verdwijnen. Hij moest, naar de woor- den van den heer H. M. C. Hotdert, zfjn gewone werk blijven doen. Laatslgenoemde zou dan alleen verantwoordelijk blijven. Zoo stonden de zaken, toen op den avond van den fden December de heer J. C. Schroder werd gearresteerd. Een groot deel van het Nederlandsche Volk was veront- waardigd en de sympathie-betuigingen, zoo wel voor de betrokkenen, als voor de hou ding van De Telegraaf, stroiomden het re dactiebureau binnen. Op 21 December werd de heer Schroder op bevel der recht bank nil de voorloopige hechtenis ontslagen. Naar ter vergadering werd medegedeeld, was dit geschied, nadat de rechtbank o.a. kennis had genomen van den ontslagbrief van 2 December, waaruit bleek, dat de heer Schro der de veranlwoordelijike hoofdredacteur niet meer was en dus vrees voor herh.aling van het ten taste gelegde door hem niet moge- Iijk was. Bovendien legde de heer Schroder de helofle af, niet\ te vluchten. zoodat de beide redenen, waarorn de rechtbank zijn atresia tie liad gelast, vervallen waren. Toen de heer Schroder in vrijheid was gesteld, kwam de vraag op, welke positie hij aan De Telegraaf zou innemen. Aan- Hans nam Beiger's hand en drukte die hartelijk; hij begreep zoo goed wiat er in den detective omging. Berger beanlwoordde Hans' handdruk zoo krachtig. dat deze moeite had het niet luid uit te schreeuwen, en gaf zoo uiting aan zijn ingehouden wioede. Weer ltepen zij zwijgend verder. Eindelijk zei Berger kortaf: - Ik moet het nu opgeven, mijn jongen, er is niets aan te veranderen. Onze Mr. Smith, alias Mr. Pamberton, alias Mr. Sto kes, was verstandiger dan ik en lieeft mij !>eroiOfd van mijn goeden naam bij de po litic en van (mijn zelfvertrouwenZand daar- over, ik moet beproeven, het een andermaal goed te maken! Maar nu gaan wij terug naar het vaderland! V. Een nieuw spoor. Nog vier-en-twintig uren bleven onze vrienden in Chicago, daarna maakten zij een uitstapje naar de Niagara water vail en in Montreal en kwamen na verloop van eenige dagen in New-York aan. Zoo spoedig mogelijk wilde Berger nu terugkeeren. Hij was, geheel tegen zijn gewoonte, in een slecht humeur, hij trok zich het mislukken stands bleek, dat die positie niet zou zijn die van een onafhankelijk hoofdredacteur. Op 23 December toch verscheen in De Nieuwe Rotterdainsche Courant een hoofd- artikel onder den titel: De zit-redacteur, waarin te kennen werd gegeven, dat eigen lijk de heer H. M. G. Holdert verantwoor delijk was voor alles, wat er in en met De Telegraaf was gebeurd, terwijl de heer Schroder zich had laten gebruiken voor de rot van „zit-redacteur"i De heer Schroder wenschte dit arlikel te beantwoorden, doch het werd hern door den heer H. M. C. Hotdert belet. Zoo groot bezwaar had deze tegen een repliek, dat tiij coltega John Coucke, die meer dan. 13 jaren aan het blad was verbonden, tele- fonisch ontsloeg, omdat hij ten onrechte vermoedde, dat de heer Schroder door den heer Coucke tot het schrijven van een ant- woord op hel artikel van de N. R. Crt. was aangezet. Dit ontslag werd toen op aandringen van den heer Schroder eerst veranderd in schorsing en daarna geheel ingetrokken. Ter vergadering werd medegedeeld, dat na dit incident de heer H. M. C. Hotdert blijk baar afgunstig was op de sympathie eu de populariteit, die den heer Schroder waren ten deel gevallen. Kenmerkend daarvoor is het feit, dat toen de betrokken redacteuren uit de Nieuwjaarswenschen, die in de Am sterdamsche schouwburgen. werden uilge- sproken, de gedeelten, waarin de lieer Schro der hulde werd gebracht, ter zetterij gaven, deze buiten medeweten van de redacteuren werden geschrapt. De lieer Schroder voelde, dat de toestand onhoudbaar werd en stelde in den aanvang van dit jaar den heer H. M. C. Holdert den eisch, dat hij de volte bevoegdheden van een hoofdredacteur, zooats men die in Ne derland begrijpt, zou krijgen. De heer Hol dert gaf de toezegging, dat aan zijn verlan- gen wel zou worden voldaan; waarna de heer Schroder het artikeltje schreef, waarin hij aankondigide, dat hij zijn werkzaamhe- den zou hervatten. De toezegging werd niet uitgevoerd. Yeel meer dan de heer Schroder, deelde de heer Simons op het redactiebureau de lakens uit en veroorzaakte daar herhaaldelijk inciden- ten. Dit bereikte zijn hoogtepunl op deu dag dat de watersnood in Noord-Hollandj intrad. De oude, ervaren krachten werden werkeloos gelaten, terwijl jongere proteges, o.w. familieleden van den heer Holdert, werden uitgezonden. Collega mej. II. van .Meekeren, vond daarin aanleiding", haar ont slag te vragen. Collega L. Schotting, die over dezelfde aangelegenheid aanmerking maakte, werd op staanden voet door den lieer Simons ontslagen. Collega Schotting nam hiermede geen genoegen, doch het ont slag werd den volgenden dag door de di rectie bekrachligd, met de mededeeting, dat zijn contract, loopende tot 1 Maart 1917. werd opgezegd. '('evens werd hem verzocht, de redactie-bureaux niet meer te bezoeken. Twee dagen later kreeg collega Coucke, zonder opgave van redenen, schriflelijk ont- slag, terwijl de heer Pinkhoff bereids tegen 1 April opnieuw ontslag was aangezegd. Vastgesteld moet worden, dat over het werk van al deze ontslagenen die respcc- tievelijk 13, 10, 10 en 7 jaar aan De Tele graaf werkzaam waren door den hoofd redacteur steeds met lof was gesproken. Ten siolte werd medegedeeld, dat de heer Schroder stappen heeft gedaan, am de ont slagen ingetrokken te krijgen, daarbij voor de zooveetste maal een ultimatum stellen- de. Hel resultaat dezer stappen was, dat alleen collega mej. v. Meekeren terug mocht komen, van welke gunst zij, na al wat er gebeurd was, en ook uit homogeniteit met van al zijn pogingen meer aan, dan hij wil de bekennen. Op Hans' verzoek bezochten zij echter nog eenige bezienswaardigheden van New-York en reden nog eens naar Ho bo ken. Toen zij daar op de landingsbrug stonden gebeurde er iets heel bijzonders. Een stoomhoot, die de Fransche vlag" voer- de, was juist op het punt te vertrekken. Zij had zich reeds in beweging gesteld, toen Berger en Hans de aanlegplaats bereikten. I.ensklaps zag Hans op het dek een langen mageren man staan, gekleed in een lichte jas; tusschen zijn voeten stond een geel kof- fertje en in zijn handen hield hij een groo- ten verrekijker. Ten oogenblik staarde de jongen sprake- loos naar de verschijning, toen greep hij Berger's arm en fluisterde met een van on'- gewondenlieid bevende stem Daar is hij! Mr. Smith! Kijk Berger volgde met zijn oogen de richting die Hans aangaf en, toen hij de magere ge- stalte van den reiziger op het dek had ge zien, deelde de opgewondenheid van Hans zich ook aan hem mee. Hij drong naar oren, riep den wachthebbenden officier op de conunandobrug een donderend „halt" toe doch te laat, de istoomboot had zicli reeds van den wat verwijderd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 1