ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Oorlog.
No. 6331
Dinsdag 25 Januari 1916.
56e J aargang.
Kamer nn Koopfaandel en Fabrieken
SIIBSLIJI ilSiAPT
ABONNEMENT
ADVERTENTIEN:
Telefoon 25.
Bit Blafl versctiijnt Maanflag-, Woensdag- en Yrydagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Openbare Vergadering
BINNENLAND.
fBlflLkiifOM.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /l.65,
overig Buitenland f 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1^ tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
te Ter Neuzen.
1 4j - - -
COURANT
'Ill II I SMHBIII MHIh Ullimiimi——1—IIH—HI III mil p 11 III mil Ii IHI n ■■■■■MM. mi—
op Donderdag den 27 Januari HUH, des
namiddags 7 uur.
De Ve Voorzitter,
M. G. A. BLINKERS.
De Secretaris,
A. P. DE VOS.
De Koningin peel.
Volgens 't „Hbl." is H. M. de Railing in
peel gevvorden over het dochtertje van het
echtpaar Van Riel op Marken.
Het kind werd geboren na den storm
liaeht, waarin de moeder in doodsangst haar
leven redde op een balk in een woning,
die nog slechts op enkele spijltjes ruslte.
Verbod van uitvoer van calcium, carbid
en acetyleengas.
Het St.bl. no. 53 bevat een Ron. besluit
van den 20sten dezer, houdende verbod van
uitvoer van calcium, carbid en acetyleengas.
De Kroon behoudt zich voor, dit verbod
lijdelijk op te beffen of in bijzondere ge~
vallen daarvan ontlieffing te doen vcrleenen.
Verbod van uitvoer van villpapier
en asphallpapier.
Het St.bl. no. 54 bevat een Kon. besluit
ran den 2Gsten dezer, houdende verbod van
uitvoer van viltpapier en asphaltpapier.
De Kroon behoudt zich voor, dit verbod
tijdelijk op te heffen of in bijzondere
vallen daarvan o nth effing te doen verleenen.
Een gift van Prinses Juliana.
Ook Prinses Juliana heeft, liet spreekt
vanzelf, gehoord van den water,snoodheeft
zij niet dagen aclitereen haar moeder, die
de overstrooande streken bezoclit, moeten
mi-ssen? Ook van de ellende, die geleden
wordt, van den nood, die gelenigd imoet wor
den, heeft zij gehoord. Toen is in het kin
derhoofdje het plan gerijpt ook iets te doen,
zelf iets te doen voor de ongelukkigen. En
dat plan heeft zij uitgevoerd. Zelve heeft zij
haar spaarpotje en haar beursje bijna ge-
lieel geledigd en het bedrag, f 20.13, met
een briefje, dat zij geheel a been schreef,
gezonden aan den voorzitter der Waters-
noodcommissie, den beer S. P. van Eegjhen.
Dat briefje is een doodgewoon kinder-
briefje, aardig, omdat er zoo goed uit blijkt,
dat het een briefje is van een bijna zeven-
jarige alleen, dat niemand dan de Prinses
alleen de hand heeft gehad in dieze kinder-
lijk-spontane daad van medelijden.
Ziedaar iets voor den noodlijdenden om
niet te vergeten: de kleine Prinses Juliana
heeft zelve bedacht hen te lielpen. En voor
het Nederlandsche volk om blij mee te zijn,
want liet weel nu: Prinses Juliana heeft
een goed Jiart, een medelijdend hart. Wat
kan men van een vrouw, Koningin of be-
delares, beter zeiggen? (Alg. Ilbl.)
Kunstm es t vomrzienlng.
Van vei'schillende zijden wordt de vraag
gesteld, of de aanvoer van kunstmest en
bepaaldelijk van Chilisalpeter, in voldoende
inate is te verwachten.
De Kunstmest-commissie kan tot haar ge-
noegen berichten, dat er geen enkele aanlei-
ding tot ongerustheid bestaat. De bereiding
ran superphosphaat gaat regel ma tig; de aan
voer van kalizouten en van zwavelzuren
ammoniak is zeer bevredigendde eerste
lading Chilisalpeter is reeds aangekomen
DOOR
H. BERTRAND.
Hans stoorde zich niet aan die hatelijke op-
merking. Hij herhaalde nog eens kortaf:
Ik verlang van u te weten, of die
heer nog op no. 582 logeert.
De portier keek den jongeman een oogen-
blik verwonderd aan. De ferme houding
ran t jonge mensch miste zijn uitwerking
dan ook niet. De portier haalde het vreem-
delingenboek, zocht eenige oogenblikken en
antwoordde toen J>rnmmig:
Als het u zo o veel kan sdhelen, neen!
De heer is vertrokken! Misschien naar een
ander hotel. Weet ik het?
Hans was nog niet tevreden. Hij nam
bijna al het geld, dat hij bezat, uit zijn
portemonnaie en zei:
- Hier, dat is voor dengene, die mij kan
zeggen, hoe de koffer van dien heer er
uitzag!
Hij wendde zich met die woorden tot de
kellners en loopjongens, die langzamerhand
nieuwsgierig waren komen aanloopen.
Eenst antwoordde niemand. Eindelijk
kwam een kleine zwarte boy naar voren
eu verdeeid. De najaarsbestellingen zijn
vo<or alle soorlen van kunstmest geheel afge-
loopen, terwijl reeds een groot deei op de
voorjaarsbestellingen van enkele artikelen
is verzonden. Het k-ouit der commissie der-
lialve voor, dat aan alle bestellingen, welke
in Augustus 1915 werden opgelieven, zal
kunnen worden voldaan. (St.ct.)
Wetsontwcrp heffing builcngewone
betas ting.
De „Vrijzinnig-Democraat" meldt, dat de
leden der vrijzinnig-demoeratische Kamer
groep bij de Tweede Kamer een wetsont
werp liebben ingediend tot het heffen van
een buitengewone belasting tot dekking van
de oorlogsuitgaven. Het wetsontwerp van de
commissie uit den Vrijz.-Dem. Bond is on-
gewijzigd ingediend. Het tarief lot heffing
van ongeveer .200 millioen is er in opge-
nomen. In de toelichting zijn de noodza-
kelijke wijzigingen gebracht.
PERSGESPREKKEN
MET DEN KONING VAN GRIEKENLAND
Boning Ronstantijn heeft, volgens de ,,N.
R. Crt.den correspondent van de Associa
ted Press in Athene, bij zich la ten komen
om opnieuw zijn verontwaardiging over de
handelingen van de geallieerden te lucliten.
Het eenige forum van de openbare meening,
dat nog open voor hem was, was het Ame-
rikaansche. En daarom wilde hij telkens
opnieuw een beroep op Amerika doen.
Ivijk eens, zeide liij, naar de Lijst van
Grieksch gebied, dat de troepen v;an de ge
allieerden nu al bezet hebben Lemmas
Imbros, Milylene, Caslellorizo, Rorfoe, Sa-
loniki, met inbegrip van het schiereiland
Chalkis, en een groot gedeeite van Mace
donie. in verhouding tot heel Griekenland
is dat gebied zoo groot, als de Vereenigde
Slaten na den Mexicaanscben oorlog op
Mexico veroverden. Wat geeft de belofte,
dat men schadeloosstetling zal betalen als
de oorlog gedaan is. Men kan liet lijden van
de Grieken, die van bun haardsteden vcr-
dreven zijn, niet vergoeden. Men beroept
zich op militaire noodzakelijkheid, betzelf-
de argument dat de Duitschers gebruiklen,
om Belgie binnen te vallen en Luxemburg
te bezetten. Men voert wet aan, dat de on
zijdigheid van Griekenland niet door de mo
gendheden, die haar schonden, gewaarborgd
was, zoo,als met Belgie het geval was, maar
dat houdt geen sleek, aangezien de onzijdig-
heid van Rorfoe door Engeland, Frankrijk,
Busland, Oostenrijk en Pruisen gewaar
borgd is.
En wa-t moet men nu denken van liet
argument betreffende de militaire noodzake
lijkheid? Wat was de militaire noodzake
lijkheid om de brug van Demir Hissor Le
vernielen, die anderhalf millioen dractimen
heeft gekost en die de eenige, bruikhare weg
is, waarlangs wij de Iroepen in Oost-Mace-
donie van leeftodit kunnen voorzien? De
brug was gemineerd en kon bij de nadering
van den vijand elk oogenhlik opgeblazen
worden. Men erkent, dat er geen vijanden in
de buurt van de brug waren en dat er geen
aan wij zing was, dat zij kwamen. Welke
militaire reden was er daarom om die brug
op le blazen, lenzij dat men de Grieksche
troepen van Seres en Drama wil'de uithon-
geren"? Wat is de noodzaak voor de bezet-
ting van Rorfoe? Griekenland is de bond-
genoot van Servie, zegt men, maar Italic i,s
dat even goed en de overbrenging van ide
Servisclie troepen uit Albanie naar Italic
is eenvoudiger dan naar Rorfoe. Bedan-
en zei met een verlangetiden blik naar het
zilvergeld, dat Hans in de geopende hand
hield
Ik geloof, dat ik het u kan zeggen.
Ik heb den koffer van den heer van no. 582
naar de cable-car gebraclit, het was een
gele handkoffer met koper-beslag.
Hans wierp den wakkeren jorigen het geld
toe en verliet snel het hotel. Hij was er 1111
van overluiigd, dat zijn gevolgtrekkingen juLst
waren. Hij was het ook met ziohzelven eens,
wat liij te doen had. Dat het Berger niets
zou helpen, al ging hij zelf naar de potitie,
dat deze hem eveneens zou verdenken, dat
Mr. Pamberton, alias Mr. Stokes, hem een
leelijke poets had gebakken, dat was duide-
lijk en klaar.
Maar er was gelukkig nog een andere
weg, dien liij in kon slaan.
Hij ging regelrechl naar den HolLandschen
consul.
Het was reeds avond, toen hij het huis
van den consul bereikte, het spreekuur was
reeds lang voorbij. Maar Hans handelde
met overleg en schreef op zijn visitekaartje
onder zijn naam: „Konit in het belang van
een Hollandsch aimbtenaar van den detective
Berger uil Amsterdam, die eenige uren ge
leden op een valsche beschuldiging door de
poiitie is gearresteerd."
Het duurde slechts een kwartier eer Hans
bij den consul werd toegelaten. Deze zat
voor zijn schrijfbureau en keek verwonderd
ken de Italianen er sonis voor, omdat zij
bang zijn, dat de Services cholera zullen
meebrengen? Maar denken de geallieerden
soms, dat de Grieken daar meer op gestell
zijn dan de Italianen?
De geallieerden zeggen, dat zij Castellorozo
Rorfoe en andere pun ten bezet hebben op
zoek naar steunpunlen voor duikbooten. Het
Engelsche gezantschap looft echter 2000
uit een groot forluin voor iederen Griek-
schen visscher voor inlichtingen, die lei
den lot de onldekking van zulk een steun-
punt, maar liet heeft nooit eenig bericht
ontvangen en geen visscher heefl nog een
duikboot gezien, die uit Griekenland voor-
raden kreeg.
De geallieerden liebben gespeeld met de
sympathie van het Grieksche volk. In liet
begin van den oorlog waren 80 pCl. van de
Grieken op hun hand, nu zijn liet geen 10,
geen 20 pCl. aneer, die een hand zouden
uitsteken, om de geallieerden te helpen.
Waarom demofoiliseert Uwe Majesteit
niet? vroeg de correspondent.
Ik zal liel misschien doen» anhvoordde
de Roning maar ik kan daar niet goed
toe overgaan, voor het lot van Saloniki be-
slist is. De geallieerden hebben Gallipoli 11a
een jaar onlruimd. Op een goeden dag
kunnen zij aangaande Saloniki ook van plan
veranderen, en d,an is die stad aan den
eerste den beste, die komt, overgeleverd. Sa
loniki is Grieksch. Ik wil, dat het Grieksch
blijft.
Gelooft Uwe Majesteit, dat Duitschland
het kan winnen
Dat hangt ervan af, wat men onder ..win
nen" verstaat. Als u daarmee bedoelt de
verovering van Londen, Parijs en St. Pe
tersburg, vermoedelijk niet. Maar ik geloof,
dat de Duitschers daar waar zij zijn, zich
heel lang kunnen veriodigen. Ais economi-
sche ui Lputting Duitschland niet dwingt, 0111
\rrede te vragen, geloof ik, dat het heel
moeielijk, zoo niet onmogelijk zal zijn, lie!
met militaire middelen eronder le krijgen.
Wat denkt Uwe Majesteit dan van den
afloop van den oorlog?
Remise; gelooft 11 niet?
Op bevel van den Roning werd het ver-
slag van dat onderhoud door Merkati, den
11 of maar s ch a 1 kgee on ir as igneerd
Een gezaghebbend Franschman heeft bij
dit interview tegenover den Parijschen cor
respondent van de Associated Press de vol
gende opmerkingen gemaakt:
Er is geen sprake van de bezetting van
Griekenland, maar alleen van het tijdelijk
gebruik van sommige deelen van het Griek
sche gebied. De eilanden worden tijdelijk
gebruikt, omdal Turkije altijd geweigerd
heeft, het bezil ervan door Griekenland te
erkennen.
De bevolking heeft overal de geallieerden
met de grootste hartelijkheid ontvangen en
gemerkt, dat zij een bron van voordeel
\roor haar waren.
De geallieerden zijn alleen naar Saloniki
gegaan, 0111 Servie, Griekenland's bondge-
nool, hulp te verleenen. Er kan geen ver-
gelijking gemaakt worden lusschen de be
zetting van Saloniki en van Belgie, zooals
Roning Ronstantijn doet.
Duilschland's woede over de aanwezigheid
van de geallieerden op Rorfoe en op Cas-
tellorizo' bewijst, dat het die eilanden als
steunpunten voor duikbooten gebruikte.
De mislukking van de onderneming op
Gallipoli en de verpletlering van Servie wa
ren te wij ten aan Griekenland's weigering
om zijn verpliclilingen jegens Servie 11a te
komen.
Aangaande Roning Ronstantijn's verkla-
op, toen liij in phials van een vohvassen
persoon, dien hij zeker verwacht had, een
vijflienjarigen jongen voor zicli zag staan.
Hij verzocht hem echter loch te gaan zitten
en zei:
Verlel mij eens uitvoerig, wat u liier
hrengt.
Hans had in de wacblkamer lijd gehad
om te overleggen, wat liij den consul zeg
gen zou. Hij vertelde nu alLes geregeld en
de consul scheen hem ook terstond te ge-
looven, want liij luisleixle aandachtig. En
op Hans' verzoek om den heer Berger nog
denzelfden avond op vrije voeten te slellen,
antwoordde de consul vriendelijk:
Indien .alles, wat u mij daar verteld
hebt, waar is, waaraan ik ook niet twij-
fel, hoe avontuurlijk uw verhaal ook klinkt
zal liet niet aan mij liggen, als de heer
Berger nog een uur langer in de handen van
de poiitie blijft!
Hij drukte op een knop naast zijn sclirijf-
tafel en een oogenhlik later verseheen zijn
bediende.
Breng mij hoed en stok, ik ga uit.
De consul wendde zich weder tot Hans:
Ga mede naar het politiebureau, wij
zullen zien, alias in orde le krijgen! Mis
schien is het ook nog niet te laat om dien
Mr. Pamberton meester te worden.
Het hoofdbureau van poiitie was geluk
kig niet ver en de komst van den consul
deed wonderen. Hij vroeg onmiddellijk 0111
ring, dat hij niet lot demobilisalie kan over
gaan, zeide de Franschman: De geallieerden
blijven, op 's Rollings verzoek, geld voor-
schieten voor de mobilisatie van het Griek
sche leger, en zij zullen, zoo noodig, nog
meer voorschieten.
De correspondent van den „Lokal-Anzei
ger" le Atliene heeft ook een onderhoud ge
had met Roning Ronstantijn. Ofschoon liij
zijn bericht veertien dagen geleden seinde
de lelegrafische verhinding lusschen
Athene en Beriijn schijnt niet al te best le
zijn is het nog aclueel genoeg am mede-
gedeeld le worden.
Het gesprek liep allereerst over de arres
tatie der consuls te Saloniki. De Roning
zei daai'omlrent:
„Hel spijt mij zeer, dat een dergelijke
inbreuk op de onzijdigheid, die bovendien
van mililair standpunt een fout is, kon
plaats vinden. De maalregelen tegen Grie
kenland worden steeds onverdragelijker". De
Roning wees als nieuw voorbeeld op het
gebeurde in Milylene, waar de bevelvoerende
EngeLsche admiraal met de blokkade van
het eiland dreigde, wanneer niet een paar
niisdadigers en smokkelaars door de Griek
sche autoriteilen onmiddellijk werden vrij-
gelaten. „Zoo bemoeit men zich met onze
binnenlandsche aangelegenheden. Ik ben
volkomen vrij. Mij bindt geen persoonlijk
belang en daarom kan ik met zuiver ge-
weten zeggen: ik heb alleen het welzijn van
mijn volk voor oogen. Van bet begin af
ben ik, met een groot, invloedrijk gedeeite
van mijn volk, van meening geweest, dat
Griekenland onzijdig moest blijven en zich
niet inlaten met dezen oorlog. Dit stand
.punt is van zekere zijde ten onrechte zwak
genoemd. Wanneer 011s land en onze vrij-
heid bedreigd worden, dan zullen wij onzen
man staan. Er is gezegd, dat wij bang zijn
voor de Bulgaren. Ook dat is niet waar.
Wanneer de Bulgaren (Oinzie helangen bedreig-
den, zou ik nieL dralen mij le verweren
Doch het lijkt mij loe, dat dit op het oogen
blik niet het geval is.
Of de Balkan-kwesties door dezen Euro-
peesclien oorlog goed geregeld zullen wor
den, weet ik niet. Niemand kan voorzien of
er geen nieuwe bloedige oorlogen zullen
onLstaan, voor er een oplossing gevonden
is van het moeilijke, ingewikkel-de nationali
lei ten-vraags tu kNiemand lioop I innigerdan
ik, dat dil vennedon zal kunnen worden.
Onze deelneming aan den legenwoordigen
Europeeschen oorlog zou geen Baikan-aan-
gelegenlieid zijn, maar het zicli mengen in
een wereld-conflict. Wij hebben echter al
leen op den Balkan belangen. Als klein,
vrij volk, met een groot verleden, hebben
de Grieken wel het rechl groote nationalis
tische droomen le hebben. Maar op zoo'n
ernslig oogenhlik mag de politiek niet ge-
haseerd zijn op droomen. Op ons rust voor
alles de pticht ons kleine gebied en onze
vrijheid te beschermen."
Omtrent de polilieke betrekkingen tot de
oorlogvoerende partijen zei de Roning:
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije heb
ben zich tegenover Griekenland tot 1111 toe
correct gedragen en liet vriendsch-ap be-
toond. Er is dus niet de minste reden, om
tegen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
op te treden. Ik wil geen oorlog, ik wil
mijn leger versterken. Ik hoop, dat wij aan
liet eind van den oorlog sterk en frisch zul
len zijn. Dat is voor mijn Land van liet
meeste gewicht, want dan kan het bij de
vredesonderhandelingen veel meer invloed
hebben dan wanneer het leger uitgeput zou
zijn. Onze onzijdigheid is niet het gevolg
van een gevoei van zwakte, maar het re-
bet hoofd van de geheime poiitie te spre-
ken en wat hij d-eze te zeggen had, was lang
niet malsch.
- En heeft de gearresteerde zich in het
geheel niet op mij beroepen en mijn be-
middeling gevraagd? vroeg hij ten siotle.
Het hoofd van de geheime poiitie, een Ier.
wreef een weinig verlegen zijn handen en
antwoordde
Zeer zeker, maar van dat verlangen
is proces-verbaal opgemaakt en
Ja, dat ken ik. Op die manier kan de
jgevangene, die onder piijn bescherming staat,
wel acht dagen onder uw bescherming blij
ven. Ik verzoek u nu dringend, mij bij den
beer Berger te brengen, maar mij allereerst
mee te deelen, op welken grand de arres-
tatie geschied is.
De Ier voelde zich diep beleedigd.
't Was geheel volgens de wet, mijn-
heer! Vanmiddag verseheen hier de detec
tive Berger, die ons door de geheime poiitie
reeds was aanbevolen, van de vereischte le-
gitimatie-stukken voorzien en wi-ens naam
de gearresteerde zich valschelijk had toege-
eigend en liij vorderde. van ons, op grand
van zijn volmacht, de arreslatie van een
man, die logeerde in het Palmer House
no. 583 en die zich in Nederland had schul-
dig gemaakt aan een grooten diefstal met
inbraak.
- En 11 bent natuurlijk terstond tot de
arrestatie overgegaan, u hebt u niet ge-
J,i-f
I sultaat van den weloverwogen wensch onze
krachten voor later te sparen. Daarom zal
ik bij mijn politiek blijven. de vrijheid en
de belangen van mijn land behartigen zon-
der Grieksch bloed te vergieten. Ik kan
daarbij op den steun van mijn volk rekenen.
En vleierij noch geweld van buiten, van
welke zijde dil ook komen mag, zal mij op
een dwaalspoor brengen."
Op de-vraag oT de Entente niet in staat
zal zijn door geweld Griekenland te dwingen
zijn onzijdigheid prijs te geven ten gunste
van de Entente, antwoordde de Roning:
„Mocht iemand daarop hopen, dan zal liij
wel mcrken, -dat die hoop ijdel was."
DE PERSCENSUUR IN DEN RIJKSDAG.
I11 de Bijksdagzitling, deze week gehou-
den, werd de uitoefening van de censuur
besproken en ten slo-tte is een voorstel lot
verzachting van de censuur aangenomen.
De meeste woordvoerders oefenden op de
wijze, waarop die censuur wordt uitgeoefend,
bittere kritiek.
De sociaal-demokraat Dittmann sprak van
„politieken gewetensdwang". Hij vermeldde
o.a. een geval, waarin een stuk uit het ver-
sLag van een rede, die een sociaal-demokraat
in het Parlement had gehouden, door d-e
censuur geschrapt was. Er wordt, zeide hij
verder, een atmosfeer geschapen, waarin
zelfs de onzinnigste gerucbten geloof vin
den. Naar Russisch voorbeeld wordt het
openbare leven door de poiitie en de over-
heid geregeld en de invloed van pers en
parlement terzijde gesteld. De officieren Iki-
schouwen de inlijving van veroverd gebied
als iets vanzelf sprekends. Dat is de reden
van het verbod om over het doel van den
oorlog van gedachte le wisselen.
Het volk is tegen het wilde veroverings-
geschreeuw. Zijn stem moet in het buiten
land gehoor vinden. Overal wit men vr-ede.
Maar overal verhindert men de uitvoering
van den volkswil. De staat van beleg is on-
wettig, de constitulioneele voorwaarden be-
staan niet meer.
Gerstenberger, lid van het cenb-um, be-
toogde, dat de preventieve censuur vooral
zeer noodlottig werkte, en de vrijzinnige
Fischbeck zei, dat de schending van het
briefgeheim met de rechtsidee in slrijd was,
vooral als men haar bij eerbiedwaardige
menschen, Alduilschers of pacifisten, met
verdenking wegens spionnage verklaart.
Dr. Stresemann (nationaal-liberaal) vond
liet dwaas om de beraadslagingen van den
Rijksdag, door schrapping van een gedeeite
van liet verslag onder censuur te plaatsen.
Wij houden op, zei spreker, een parlement
te zijn, dat meetelt, als wij hier nog van
de eenige tribune, van waar men vrij kan
spreken, onder het toezidht van de mili
taire overheid gesteld worden. Dat moeten
wij ons niet laten welgevallen. De rijkskan-
selier moet zijn invloed laten gelden, dat
zulke toestanden niet bestendigd worden,
welke Duitschland veel meer afbreuk doen
dan de scherpste redevo-eringen, die in den
Rijksdag gehouden worden.
Spreker haalde gevallen aan, waarin de
censor Goethe en Lenau onder handen ge-
nomen had. Op 1 April 1915 wilde de „AU-
deutsclie Blatter" een artikel van Emil Rir-
dorf opnemen, „op Bismarck's geboorte-
dag". Het opsclirift bleef staan. Dan kwam
er tot onderaan toe een kolom wat en len-
slotte de onderteekening „Emil Rirdorf".
(Gelach.) Toen veldmaarschalk Von Hinden-
burg het prachlige woord had gesproken:
Niet volhou-den, maar overwinnen! en me-
nig ander, dat bijzonder frisch was, heeft
men zelfs dat interview, nadat een courant
bet had afgedrukt, verboden!
stoord aan het verzoek van den gearres
teerde, om mijn lusscbenkomst in le roe-
pen?
I itvluchten ma ken alle misdaHigers,
dat weet u, mijnheer de consul, even goed
als ik. Bnilendien is de zaak zoo inge-
wikkeld, dat er geen sprake van kan zijn,
den gearresteerde terstond in vrijheid te
slellen.
De hoogmoedige toon, waarop dit gezegd
werd, maakte volslrekt geen indruk op den
consul. Deze merkte kalm op:
Er is hier geen sprake van een uiis-
daad, die op Amerikaanschen bodem be-
gaan is en waarin u uitspraak hebt te doen.
En bovendien verklaar ik u, dat u, volgens
mijn persoonlijke overtuiging, op een dwaal
spoor zijt geleid, dat niet de gearresteerde,
maar juist hij, die de arrestatie bewerkte,
de gezochte inbreker is.
Datzelfde beweert ook onze arrestant,
ik voor mij denk er in het minst niet aan,
zijn woorden te gelooven.
Zoo? Het laat mij tamelijk koud waar
u aan denkt. Ik verlang, dat de gearresteer
de terstond liier gebracht wordt.
En als ik dit weiger?
Nu, -dan zal ik mij telegrafisch tot
onzen gezant wenden!
(Wordt vervolgd).