1 h
m
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
PUBLIGATIE.
No. 6080.
Donderdag 11 Juni 1914.
54e Jaargang.
Kamer van Koophaodel eo Fabrieken.
S IIISIM.
ha m
ADVERTENTlfiN
ABONNEMENT:
GEMENGDE BERICHTEN.
Telefoosi 33.
Dit Blad versshijnt Maandag-, Woensdag- en Vrydagayond, uitgezondjrd op Feestdagen, bij de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Neuzen.
BEKENDM AKIN G.
FEPILLBTOH.
Per 3 maanden binnen de stad f\ Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regela'oonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 u&ir* op den dag der uitgave.
(Herziening der kiezerslijst).
Notaris T. "Plafl^Hga te Kampen heeft
naar de Stand, meldt, van een onbekende
f 10.000 ontvangen voor de Yer. tot Chr.
Verzorging van Krankzinnigen.
Een langdurige procedure. In Fe-
bruari 1908 werd, vol^gens het Hbl., te
Ylissingen een huis verbouwd in de Wal-
straat, waarbij aan het aangrenzend pand
Zijn vrouw! Gravin Norton! Zelfs in haar
droomen mocht Charles niet meer voor
komen.
Zij slond op, de vochtige avondlucht deed
haar rillen. Nu zij het toppunt van haar
streven bereikt had, kwam haar dit niel
zoo verrukkelijk voor, als zij zich had voor-
gesteld. Haar hart geleek een steen; zij
begon te vreezen voor zich zelve en voor
haar echtgenoot?
Maar waar was hij?
Zij keek achter zich in liet gedeelte der
kamer, waar de maan niet scheen. Neen,
daar was hij niet, dus moest hij nog bui
ten zijn. Zij zou op hem wachten! Daar
sloeg de klok half acht! Hij was zelter al
terug en wachtte haar in de eelzaal. Zij be-
slool daar heen te gaan. Met dit voornemen
ging zij naar haar kleedkamer, maakte daar
haar kapsel en toilet vluchtig in orde en
keerde naar de woonkamer terug. Het blad
papier lag daar nog onopgemerkt; zij schel-
de en een bediende kiwam.
„Is de graaf reeds terug, Anton? Is hij
in de eetzaal?"
Mijnheer de graaf, mevrouw? Ik dacht,
dat hij hier was!" luidde het antwoord.
Berlha schudde het hoofd.
„Spoedig na onze aankomst verliet de graaf
het huis, zooals je weet! Is hij nog niet
terug?"
Blijkbaar nam de bewondering van den
bediende toe.
„Mijnheer de graaf is reeds meer dan een
veel schade werd berokkend, en dit ge-
deeheiijk verzakte. Door den eigenaar van
dit pand werd een actie om schadevergoeding
ingesteld en nu eindelijk deze week heeft
de rechtbank te Middelburg den eigenaar
van het eerstbedoelde huis veroordeeld tot
het betalen van alle kosten, schade en
interesse, doch tevens den aannemer der
verbouwing veroordeeld tot het vergoeden
van alles aan den eigenaar van het verbouwde
perceel. Sinds September 1908 was het
verzakte pand onbewoond.
Het revolverdrama te Arnhem. Men
meldt uit Arnhem aan de H. Crt.
De instructie in het bekende drama te
Haarlem, waarbij W. v. d. Host, uit Amster
dam, werd doodgeschoten, is beeindigd.
De inspecteur van politie A. v. d. M. zal
binnenkort voor de rechtbank terechtstaan.
Zaterdag is de termijn verstreken.
binnen welken cassatie kan worden aange-
teekeud van het arrest van het Haagsche
gerechtshof, waarbij de Leidsche student
G. B. v. L. werd veroordeeld tot 8 jaar
gevangenisstraf met aftrek van de voor-
loopige hechtenis wegens moord op zijn
verloofde.
Naar men verneemt, heeft v. L. in dit
arrest berust, en heeft ook het Openbaar
Ministerie geen cassatie aangeteekend, zoo-
dat de veroordeelde begin dezer week naar
de strafgevangenis te Leeuwarden zal wor
den overgebracht.
Veer tig visscbersbooten hebben Vrijdag
jl. tijdens een hevigen storm op de kust van
Nieuw-Brunswiik schipbreuk geleden. 20
der opvarenden zijn verdronken.
Toen Zaterdagmiddag de koddebeier
Goudard te Vitry-le-Franfois met zijn gezin
aan tafel zat, werd, volgens bet Hbl., zijn
huis plotseling met granaten gebombardeerd.
Na vrouw en kinderen in allerijl in den
kelder in veiligheid te hebben gebracht,
vloog Goudard naar buiten, om te zien wat
er eigenlijk gaande was. HHP*
En toen bleek hem, dat een in het nabij-
gelegen scbictkamp opgestelde batterij bij
vergissing in de richting van zijn huis vuurde.
Behalve materieele schade liep alles wonder
boven wonder zonder ongelukken af.
Oevaavlijk bioscooptheater.
De correspondent te Djocja van de //da'a-
Bode" schrijft
DinsdSgmiddag ontlastte zich boven onze
kotta een hevige regen, vergezeld van een
paar fliDke windvlagen. De bamboe-tent
van onze bioscoop was hiertegen niet bestand
en woei finaal in elkander. Het bamboe-
dak lag boven op de stoelen. Gelukkig
was er niemand in de tent, zoodat er geen
persoonlijke ongelukken te betreuren vallen.
Direct na het ongeluk ben ik gaan kijken
en het eerste wat ik zag, was, dat de
rneeste bamboes, waarop bet dak rustte.
finaal \errot waren en bet beele zaakje
bij een flinke windvlaag wel in elkander
uur terug, ik heb hem zelf zien thuis ko-
men. Mevrouw sliep bij het geopende ven-
ster, toen hij kwam. In de eetzaal sclireef
mijnheer de graaf eenige regelen; ik zag
het papier in zijn hand, toen hij naar dit
vertrek ging. Zoo dacht ik, dat hij hier was."
Verbaasd luisterde Bertha naar dezewoor-
den, terwijl de bediende vorschend rondkeek.
„Ik meende, dat mijnheer de graaf nog
hier was, anders had ik de vrijlieid ge-
nomen om 't venster te sluilen", vervolgde
Anton. „Als mevrouw het goedvindt, zal ik
licht aansteken en dan mijnheer gaan op-
zoeken."
Zij gaf hem een goedkeurenden wenk en
ging weer naar het venster. Anton stak de
lichten aan, doch in het volgende oogenhlik
Liet hij een kreet van verrassing hoDren.
„Het schrijven van den graaf, hie is het!"
De bediende had gelijk, daar lag hetbrief-
je op de tafel. Bertha nam het papier op.
Het schrift was van den graaf, de inhoud
voor haar bestemd. Wat moest dat bedui-
den? Een oogenblik hield ze het in de hand,
toen wendde zij zicli tot den bediende en
zeide:
„Het is goed! Als ik je noodig heb, zal
ik schellen!"
Anton boog eerbiedig en verdween.
Beflha draalde, voor zij hel papier open-
vouwde. Waarom sclireef hij aan haar?
Waarom kwam hij niet zelf? Eindelijk nam
zij het schrijven, dat met bevende hand
geschreven scheen, en las:
„Bertha, heb medelijden met mij
schenk mij vergiffenis! Nooit zal je mij
wederzien! Acli, geloof mij, ik heb! je
nooit zoo innig lief gehad, als op het
oogenblik, dat ik je verlaat. Als ik je
niet zoo lief had, zou ik niet van je kun
nen sclieiden, maar ik waag het niel bij
moest storten. Ht is tieurig, zooals bet
pnbliek er maar aa< gewaagd wordt. Als
dit ongeluk een paar uur later was gebeurd,
zouden er een groot aantal dooden geweest
zijn. De persoou of personen, die belast
zijn met het toezich' op dergelijke publieke
vermakeiijkbeden mogen wel eens een beetje
beter uit bun oog:n kijken. Yoor den
heer Helint, den bioscoopondernemer, is
het natuurlijk een scbadepostje, doch deze
beer, die hier in Djokja een aardig cenlje
verdient, mag tocb wel een beetje beter
voor bet ondeihoud van zijn loods zorgen.
Seas moordens^r* in esntopen.
De Weensche blac'en bevatten, naar het
R. N. meldt, uitvoerige verbalen omtrent
een dramatiscb voor-al te Groszboflein bij
Eizenstadt in Hongauje.
Een boerenjongeu Tomschitz te Grosz-
bofieiu was veriietd op de dochter van den
daar woonachtigen boer Krauscher, maar
deze weigerde zijn toestemmirg tot een
huwelijk. Over die weigering wilde Tom
schitz wraak nemen. Eerst sloop hij een
buis binnen, waar bij een geweer en scbiet-
voorraad stal en daarna ging hij zich ver-
mommen opdat zijn slacbtoffers hem niet
herkennen zouden. Hij sloeg een langen
mantel om, dekte zich bet boofd met een
Servische roodlederea muts en plakte een
volleu zwarten baard aan.
Zoo toegei'ust ging Tomschitz Donderdag
naar het veld waar bet echtpaar Krauscher,
bun dochter en de herbergier Kienhol aan
den arbeid waren. Deze vier menschen
nam hij terstond oader vuur en bij de
eerste schoten ;eeds Krauscher en
zijn vrouw dood, terwijl de dochter en
Kienbof, zwaar gewond en badend in bun
bloed, bleven liggen. Andere boeren snelden
op de schoten toe en zetten den moorde-
naar die de vlucht nam, acbteriia, maar bij
de invallende duisternis wist hij zich aan
bun verdere vervolging te onttrekken. In-
middels was de gendarmerie gewaarschuwd
en Vrjjdagmorgen vroeg bad men bet spoor
van den moordenaar teruggevonden.
Toen deze zich opnieuw vervolgd zag,
nam hij de wijk in den 30 M. boogen kerk-
toren van Groszboflein, waar hij de klok
begon te luiden, naar hij liep yvoor het
zieleheil van zijn slacbtoffers." Daarna
klom hij in de torenspits, van waar bij
opnieuw begon te scbieten op de menschen,
die op bet plein voor de kerk waren saam-
gestroomd. Twee van dezen stortten, door
de kogels van den dolleman getroffen neer,
terwijl deze schreeuwde fflk ben Essad-
Pasja en ge zult vandaag nog meer van
mij beleven."
Uit de naburige gemeente Kismarton
kwam gendarmerie aangernkt, om die van
Groszboflein te versterken, maar de moor
denaar was zoo sterk verschanst, dat men
den toren niet durfde naderen. Er werd
dus een beleg om geslagen, in de hoop dat
bij zich wel zou overgeven, wanneer zijn
ammunitie was uitgeput.
je te blijven! Meer durf ik niet te zeggen,
een gelofte bindt mij. Aan mijn leven is
op gehefmzinnige en noodlotlige wijze een
misdaad verbonden! Keer terug naar (ante
Elisabeth! O, mijn eenige liefde, mijn
hoogste geluk! Yer van jc verwijderd, zal
mijn hart broken en loch terwijl ik deze
woorden neerschrijf breng ik aan dal-
zelfde hart ecu doodelijke wonde toe.
Vaarwel! Ik heb nog slechts een
wensch, een bede: dat mijn leven spoe-
dig moge eindigen!
Victor."
Bertha las en herlas bet schrijven en
ze begreep er niets van, niels. Zou dat
nu een grap zijn of had graaf Victor zijn
verstand verloren?
Weer las zij den brief over. Een mis
daad aan zijn leven verbonden? Hij bedoelde
zeker den dood van zijn mama. Maar was
dat een reden om haar te verlaten? Daar
wist zij burners reeds lang van. „Als ik je
zoo liefhad, zou ik niet van je kunnen scliei
den." Hij beminde haar en verb el zijn
geliefde? Er was geen twijfelen aan, hij
was niet good bij zijn verstand, onmogclijk
kon hij goed bij zijn verstand zijn.
Zij dacht nog eens na over de laatste twee
drie welcen en vond, dat hij loch al zoo
veranderd was, sedert den dood van zijn
papa. Was hij niel meermalen zichtbaar
voor haar teruggeschrikt? Toen vatte zij ver-
denlcing op, nu had zij zelcerheid. De lcrank-
zinnighcid van den vader bestond daarin,
dat hij meende zich te moeten verbergen
en voor dood door te gaan. De waanzin van
den zoon bestond daarin, dat hij zich in
beelde op den dag van het huwelijk zijn
braid te moeten verlaten.
Op den dag van hel huwelijk! Haar lip-
pen bewogen zich krampachtig. Was dat
Het bleek inmiddels, dat Tomschitz zijn
daad al dagenlang bad voorbereid. Van
zijn broeder had bij ook nog een geweer
gestolen, dat hp vooraf in den toren had
verborgen, evenals een grooten voorraad
patronen, door hem te Eisenstadt gekocht.
Ook van mondvoorraad was hij goed voor-
zien. De toren is slechts door bet koor
van de kerk te bereiken over eeu vier
meter hooge ladder, die Tomschitz bad weg-
genomen.
De gendarmes schoten telkens, als zij
den moordenaar voor een venster of op
den torentrans gewaar werden, maar na elk
salvo, dat op hem werd afgevuurd, luiide
Tomschitz de klok ten teeken, dat bij nog
ongedeerd was. Onder de bevolking beerscbte
de grootste angst, niemand durfde zijn
buis verlaten, want uit zijn hooge stelling
schoot Tomschitz op alles wat bij zag.
Ook de dieren spaarde bij niet en eeu aantal
paarden, koeien, varkens, bonden en katten
zijn door hem doodgeschoten.
Tot Vrjjdagavond bad hij naar schatting
130 schoten gelost en de toren werd door
50 gendarmes belegerd. terwijl ook uit deom-
liggende dorpen brandweer was gekomen om
aan de belegering deel te nemen. Dat heeft
nog een tweede onbeil veroorzaakt Te
Kismarton brak Vrijdagavond brand uit iu
de z.g. Jodenwijk en 50 huizen werden door
het vuur vevwoest, omdat er geen brand
weer was, die het vuur kon beteugelen.
In den nacbt van Vrijdag op Zaterdag
bleef alles rustig. Tomschitz schoot niet
meer en veischeideno moedige gendarmes
boden zich aan om te tracbten nu in de
kerk en den toren door te dringen, doch
de officieren wilden daartoe geen toestem-
ming verleenen om het levensgevaar waaraan
de manschappen zich zouden blootstellen.
Tot Vrijdagavond tocb had Tomschitz
14 menschen gewond, waarvan er 4 ge-
storven waren met inbegrip van bet echt
paar Krauscher.
Zaterdagmorgen om 4 uur vertoonde
Tomschitz zich weder op den torentrans en
hij riep den gendarmes toe
z/Ik dank je, dat je mjj bebt laten slapen,
nu kan ik weer met vernieuwde kracht
aan het werk gaan. Wat er gisteren ge
beurd is, beteekent nog niets, vandaag
begint bet pas goed."
Weer knalden de schoten en iedereen in
bet dorp zocbt een goed heenkomen, want
de kogels ketsten tegen de muren der huizen,
verbrijzelden glasruiten en rukten pannen
van de daken. Om 9 uur 's morgens,
toen bet schieten een oogenblik ophield,
waagden de vader en de broeder van Tom
schitz zich voor de kerk en riepen bun
zoon en broeder toe, dat bij zich zou over
geven. Zij smeekten hem aan het scbandaal
een eind te maken, maar hij dreigde, dat
hij ook hen zou neerschieten, wanneer zij
daar nog langer bleven. //Om tien uur zal
ik mij overgeven" riep hij hnn na.
Men wachtte tot 10 uur en toen naderde
een sergeant der gendarmerie den toren,
j terwijl hij hem vroeg, of hij nu beneden
wilden komen.
Het antwoord was een schot, dat den
sergeant zwaar verwondde. Hij bad Zater
dagmorgen ook nog een gendarme in den
mond getroffen en den koster van den kerk
een cog uitgeschoten. Toen zich in de
omgeving der kerk niemand meer vertoon
de waar hij op scbieten kon, ging Tom
schitz in de kerk en begon op bet orgel te
spelen, maar weldra knalden de schoten op
nieuw, ditmaal in de kerk, waar hij de al-
taarbeelden en de gekleurde vensterglazen
stuk schoot.
Hij klom vervolgens weer op den toren
trans en liet zien dat hij nog brood en
spek bad, zoodat hij zich niet spoedig door
den honger tot overgave zou laten dwingen.
</En drinken heb ik ook, er is nog volop
wijwater in de kerk".
Twee vliegers van de Fischamender
vliegafdeeling boden het Ministerie van
oorlog aan met bun vliegmachines over
den toren te zweven en bedwelmende stoffen
daarop te werpen, om Tomschitz buiten
gevecht te stellen.
Zaterdag moest ook de begrafenis van
bet echtpaar Krauscher plaats hebben, maar
dat kou niet gebeuren, omdat alles wat men
voor de plechtigheid gebruiken moest, in
de kerk was.
Vau de door Tomschitz verwonden zijn
er vijf naar het ziekenhuis van Wiener-
Neustadt vervoerd, waaronder ook de 16
jarige Hermine Krauscher, het meisje, wier
hand Tomschitz was geweigerd.
Zaterdagnamiddag diende de gendarmerie
een snelvuur op den toren, teneinde Tom
schitz daaruit te verdrijven. Dat scheen
te gelukken. Hij stak een witte vlag uit
een der vensters en toen men met sehieten
ophield, riep hij fLaat den pastoor bier
komen, ik wil met hem spreken". Onder
sterk gewapend geleide begaf de pastoor
zich Daar een nabij de kerk gelegen buis
en van daaruit sprak hij Tomschitz toe.
Hij bezwoer hem, uit naam van den
goisdienst, geen verder bloed te vergieten,
zich over te geveu en berouw te toonen.
De rechter van instructie, die met den
president van de rechtbank uit Oedenburg
ter plaatse was gekomen, voegde erbij, dat
bet een verzacbtende omstandigheid voor
hem zou zijn, als hij zich overgaf, waarop
Tomschitz antwoordde //Het kan mij niet
schelen, ik geef mij over."
Tegelijk wierp hij zijn beide geweren
naar omlaag. Nu drong men de kerk binnen,
greep den moordenaar en boeide hem.
Zij i) gelaat was gebeel zwart van den kruit-
datnp en bij riep voortdurend
»Ik ben onscbuldig."
Hij werd naar bet raadhuis overgebracht,
waar men hem een verhoor afnam. Zijn
eerste schoten, zeide bij, bad bij om zijn
versmade liefde gelost, maar de belegering
in den kerktoren had hij afgespeeld naar
het voorbeeld van een roman, dien hij eens
bad gelezen.
de rechtvaardige straf voor haar begeerte
naar rang en rijkdom? Gestadig liep zij de
kamer -op en neer. Wat nu begonnen „Keer
terug naar tanle Elisabeth", had hij haar
bevolen. Zou zij als een versmade terug-
keeren naar de plaals, waar zij, weinige uren
geleden, als een gevierde en bewonderde bruid
van haar vrienden en kennissen afscheid
nam? Er kwam bij haar een onovcrwin-
nelijke liaal op tegen den man, die haar dit
had aangedaan. Of hij waanzinnig was of
niet, dit gevoel alleen bezielde haar legen-
over hem.
Er waren twee uren verloopen, sederl zij
den bediende liet weggaan, wat had zij in
dien tijd gedaan? Zij wist hel niet. Een
soort van wanhoop was bij haar binncnge-
slopen. Eindelijk dacht zij er aan, dat de
tijd verliep. Wat zou het dienstpersoneel
denken, als het vernam, dat graaf Norlon
niet zou lerugkeeren en dat zij morgen al
leen naar Cheshire ging?
Maar twijfelen hielp niel, zij moest han-
delen. Zij schelde; de bediende verscheen
en bedekle zijn brandende nieuwsgierigheid
met een zeer onderworpen houding.
„Anton", sprak zij rusfig, terwijl zij den
bediende scherp onderzoekend aankeek,
„mijnhcer de graaf is genoodzaakt geweest
plotseling Wales te verlaten. Hij zal hier
niet lerugkeeren. Je moet vannacht de kof-
fers pakken, morgen in de vroegte vertrek
ik weer naar Cheshire."
„Zcer goed, mevrouw!"
Geen spier in zijn gelaat bewoog zich. Als
zij gezegd had, dat zij op reis ging naar d,
maan, had hij eveneens geantwoord: „Zeer
goed, mevrouw!"
Js de tafel gereed? Je kan opdragen, bin
nen twee minuten kom ik aan het diner."
En twee minuten later zat zij aan tafel
om te dineren. Zij liet volslrekt geen axm-
doening of ongeruslheid blijken. Anton
diende zwijgend de verschillende schotels op.
Zoodra de maaltijd was afgeloopen, stond
zij met aristocratische bedaardlieid op en
verliet de zaal.
In haar beurs had zij nog twee of drie
goudstukken, ruim voldoende om de reis-
koslen te betalen. Zij wilde den volgenden
morgen naar het slot Powsys terugkeeren
en aan lady Carley mededeelen, wat er was
voorgevallen. Verdere plannen had zij voor-
loopig niet. Zij kon zich het vreeselijke
schandaal nog niet voorstellen, dat op dezen
stap zou volgen. Zij wist, wat zij morgen
te doen had; wat er verder gedaan moest
worden, daarvan kon ze zich op het oogen
hlik nog geen voorstelling maken.
Wat was de nacht sclioon? Wat zou Bea
trice nu doen? En wat Charles? Onwille-
keurig dacht zij aan zijn woorden: „Wat
er oolc gebeure moge, maak mij nooit een
verwijt!"
Hoe lang scheen haar die regenaclitige dag
in Sandypoint al verleden, en dan die
nacht in de sneeuw, hoe lang voorbij.
Het sloeg drie uur. Bertha dacht er niet
aan. Zij zat nog altijd in de woonkamer,
stil en stom. Schreien kon ze niet, alleen
loosde zij nu en dan een zucht. Duidelijk
kwam haar voor den geest, wat zij door-
leefd had, sedert dien dag in Sandypoint
Wat had zJij de coquette gespeeld, tot zij
liet doel had bereikt, dat zij nastreefde.
Toen stond het beeld eener lady verlokkend
voor haar geest, en zij liad aan dat beeld
een man geofferd, dien zij lief had. Om dat
beeld sclieidde zij van haar vrienden, op
liet oogenblik, dat die ongelukkig werden
en ziedaar nu het einde!
(Wordt vervolgd.)
TER
EUZENSCHE COURANT
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kennis, dat een afsclirift van het proces-verbaal en
van het advies der Commissie uit Gedeputeerde
Staten, welke in deze gemeente zitting heeft ge-
houden inzake de onteigening voor den aanleg van
havenwerken, voor ieder die dit verlangt, ter lezing
liggen ter gemeente-secretarie.
Ter Neuzen, 8 Juni 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. IIU1ZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
Gelet op art. 7, 2e lid, sub B van het Koninklijk
besluit van den 4den Mei 1896 (Staatsblad no. 76)
Noodigt hen, die niet voorkomen op de laatst
vastgestelde lijst van kiesgerechtigden voor de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen, maar
aanspraak kunnen maken om op de kiezerslijst te
worden geplaatst uit, daarvan voor 1 Jllli a. s.
aangifte te doen.
Het model dezer aangifte is door den Heer Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid vastgesteld
en ter Secretarie verkrijgbaar. Om kiezer van leden
eener Kamer te zijn, moet men
A. kiezer zijn van leden van den Raad der
gemeente waar de Kamer is gevestigd
B. aldaar bestuurder of mede-bestuurder zijn en
gedurende ten minste twaalf acbtereenvolgende
maanden zijn geweest van een bedrijf van liandel
of nijverheid.
Voor eene gemeenschappelijke Kamer moeten de
kiesgerechtigden, ten opzichte van de Gemeente
hunner inwoning voldoen aan de sub A en B
hiervoren genoemde vereischten.
Ter Neuzen, 8 Juni 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUiZlNGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat tusschen den 21 en Hen 27
Juni 1914 binnen deze gemeente de jaarlijksche
collecte zal plaats hebben, ten behoeve van bet Eonds
tot aanmoediging en ondersteuning van den Ge-
wapenden dienst in de Nederlandenwelk Fonds
uitsluitend Strekt tot ondersteuning van al de ver-
minkten in eenigerlei strijd, waaronder ook die in
Nederlands Overzeesche Kolonien of bezittingen, en
noodigen rnitsdien een ieder uit, om door een milde
bijdrage, dat Fonds tot vervulling van het edele doel
van deszelfs bestemming, te helpen in staat te stellen.
Ter Neuzen, 8 Juni 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
■9