A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentiebiad
o o r
2 e e u w s c h - VI a a r d e r e R.
PUBLICATIE.
H1NDERWET.
GBLDLBENING.
M\mm srooi f 2000 -
Bekendraaking.
BEPR0EFDE LIEFDE.
No, 5771,
Donderdag 6 Juni 1912.
52e Jaargspg
Buitenland.
BSBSTB IE3I1j.A.ID.
FETJILLETOIf.
Het Komnklijk Echtpaar te Parijs.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,65 en voor
bet overige Buitenland 2,Men abonneert zick bp aile Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brieyenbusbouders.
ADVERTENTISINi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regei meer 0,10.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adyertentie word- de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
T'elefoon
Inzending van advertentien v6or 1 uur op den dag der uitgave.
De Burgemeester van HOEE maakt aan
belanghebbenden bekend, dat aan het plakbord
de oproepingen tot herhalingsoefenin-
gen en deelneming aan het jaarlijksch onder-
zoek (inspectie) zijn gedaan.
Dat geene persoonlijke oproepingen worden
gezonden
dat alle verdere inlichtingen ter Secretarie
te bekomen zijn.
Hoek, 5 Juni 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. WOLFERT.
Zij streek hem liefkozend over het baar,
alsof hij werkelijk nog een knaap was. Daarop
hief zij het hoofd op.
t/Laat mij je aanzien," zeide zij, hem uit-
vorschend aanzien de. „lk zoek bet Kainsteeken
op je gelaat, maar ik vind 't niet. Je ziet er
uit als mijn kind, als mijn lieve, lieve jongen,
ik zou je moeten vloeken, maar ik kan 't niet
doen. Waaraan zal men zien, dat je thans een
geteekende bent, die over zich zelf en alien,
die met hem in aanraking komen, schande, en
ellende brengen moet Waar is het teeken
Mijn oogen zijn beneveld en ik kan niets
Stilwat was dat
//Het was slechts de wind,5' antwoordde Gu-
staaf dot en schor.
vJa, de wind. Elke windstoot, elk klapperen
van de deur herinnert mij aan hetgeen jij ge-
worden bent. Want ik moet je schuld deelen,
omdat ik er van weet, en je toch niet aan den
rechter kan uitleveren. Een moeder mag haar
Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG,
maken bekend, dat inschrijvingen naar de
ten behoeve van rioleering Dorp en Zaamslagsch
Veer en omheining Oude Vate, bij ben kunnen
ingeleverd worden voor 15 Juni a.8,
Zaamslag, 2 Juni 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER.
De Secretaris,
J. STOLE Lzn.
Door omstandigheden kwam het schrijven van
onzen berichtgever omtrent den dag van Zondag
niet tijdig voor het vorig nummer in ons bezit.
Wij deelen daarvan t,bans nog bet volgende
mede.
Des morgens omstreeks tien uur reden H. M.
en Prins Hendrik met klein gevolg uit om zich
te begeven naar de Kerk Saint Esprit in de
Rue Rocquepine tot het bijwonen der godsdienst-
oefeningen. Op uitdrukkelijk verlangen van
H. M. droeg deze dienst bet gewone karakter.
Een baldakijn was aan den ingang aangebracht,
terwijl een vlaggentrofee de eentonigheid van
den grijzen gevel brak. Bij de aankomst van
H. M. juichte bet publiek onze Vorstin harte-
lijk toe. De dienst in de overvolle kerk werd
geleid door Ds. Lacheret(den oniangs benoemden
hofkapelaan), die predikte naar aanleiding van
Markus 9 24 frJe crois mon Dieu et moi
dans mon incredilute".
Zoowel bij komen als bij het vertrek der
Hooge Gasten uit bet kleine Kerkgebouw werden
de Nederlandscbe Volksliederen gespeeld.
Teruggekeerd werd toen naar het ministerie
van Buitenlandscbe Zaken, waar H. M. de
vertegenwoordigers en leden der in Parijs ge-
vestigde Nederlandsche vereenigingen ontving.
Het was daar een va et vient van de verscbillende
dames en heeren die ten getale van ongeveer
300 bij H. M. hunne opwachting kwarnen maken.
Prins Hendrik was bij deze pleehtigheid niet
tegenwoordig. De bovenbedoelde corporaties
waren de Nederlandsche Vereeniging, de Neder
landsche Vereeniging van Weldadigheid, de
Ned. Earner van Eoophandel te Parijs en de
vereeniging van Ned. werklieden en employes te
Parijs genaamd „Neerlandia".
Bovendien ontving H. M. een deputatie van
de stad Orange in Vaucluse, die baar een album
kind toch niet aan de galg brengen. Godmoge-
mij vergiffenis schenken, als ik hieraan kwaad
doe.
Gustaaf stond op. Hij snikte niet meer. //Dat
kan ik niet' langer aanhooren," zeide hij, zeld-
zaam bedaard en kalm. ffMet dergelijke twijfe-
lingen moogt ge u niet langer kwellen, moeder.
Ik zelf zal mij gaan aangeven. Wet en recbt
moeten hun loop hebben."
Zij keek hem langen tijd aan, koud en als
een steenen beeld. Daarop ging zij naar een
kast, haalde er allerlei hem toebehoorende klee-
dingstukken uit en begon daarvan een pak te
maken.
Hij keek er bedaard naar, terwijl hij er eene
droefgeestige genoegdoening door ondervond,
baar weder in de oude bedrijvigheid te zien.
//De gerechtigheid is sterk genoeg, zelve te
nemen wat zij verlangt," zeide zij ruw. Jij
bekoeft baar daarbij niet te belpen. Jij hebt
tbans te doen, wat men je beveelt. Als je niet
aan den naam van je vader en aan mij gedacht
bebt, toen de booze je tot de slecbte daad aan-
zette, denk dan slechts op dit oogenblik daaraan."
z/Ik zal u gehoorzaam zijn, moeder," ant
woordde bij deemoedig.
Zij was ijverig in de weer met het in orde
met afbeeldingen der stad aanbood. Een der
leden van deze deputatie de burgemeester van
Orange de beer Auguste Lacour bield tot H. M.
een t.oespraak waarin by eerbiedige bulde aan
H. M. brengend, den wensch uitsprak dat Orange
nog eens de eer te beurt zal vallen een bezoek
van H. M. te mogen ontvangen. De burge
meester herinnerde er nog aan dat Willem
Frederik Earel in 1824 en Eoningin Sophia
in 1876 Orange bezochten.
De Eoningin zei in hartelijke woorden dank,
en sprak de beste wenscben uit voor de stad
Orange en haar burgerij.
Na afloop van deze receptie werd gereden
naar bet Nederlandscb gezantschapsgebouw in
de Avenue Eleber, waar het Nederlandsch
Koningspaar aan den heer en mevrouw Fallieres
een dejeuner aanbood. Op den weg dien de
stoet, begeleid door de kurassiers in hun zon-
beschenen kleur en levendigheid brengende
uniformen, nam, werden H. M. en de Prins op
vele plaatsen hartelijk toegejuicbt.
In den namiddag volgde een persoonlijke
bulde van H. M. aan de nagedachtenis van
wyRn aedmiraal de Coligny, vader van de vierde
vroilw van Prins Willem van Oranje, die de
moeder was van Prins Frederik Hendrik.
Deze bulde bestond uit het nederleggen van
een krans aan de voeten van het staudbeeld
van dezen zeeheld. Dit standbeeld bevindt zich
n de Rue de Rivoli bij bet Louvre en is otn-
sloten door een bekwerk waartoe toegang vrr-
kregen wordt door de Prot. Eerk de Temple de
l'Oratone.
H. M. en de Prins werden verwelkomd door
de predikanten Couveux en Roberty, die in
herinnering bracbten wat de voorvaderen der
Eoningin voor de godsdienstvrijheid gedaan
bebben.
De Eoningin noemde het een verheffende
gedachte alien daar bijeen te zijn, een in't levend
geloof in Christus, dat haar hecht aan haar ge-
loofsgenooten in Frankrijk verbindt. Admiraal
de, Coligny, zoo ging H. M. voort, heeft bet
geheim van dien heldenmoed gekend, die zijn
oorsprong vindt in vast geloofsvertrouwen in
God en heeft ons een voorbeeld achtergelaten
van een leven aan God en zijn zaak gewijd.
Door dit standbeeld heeft bet dankbare nage-
slacbt zijn nagedachtenis gehuldigd en ik acbt
mij gelukkig mij daarbij aan te sluiten.
Daarop met een laurier-krans in de hand
naar voren tredend zeide H. M.//Gaspar de
Coligny, admiral de France, machtig strijder
voor de beilige zaak van God, voorvader van
bet Huis van Oranje-Nassau, ik leg mijn ne-
derige bulde aan de voeten van dit standbeeld
neer."
De aandrang en menscbenmenigte die buiten
het hekwerk staande de pleehtigheid volgde en
waarnam was zoo geweldig dat de politiemacht
brengen van het pak. Haar handeu trilden bij
dit werk.
z/Thans heb je dus geleerd," antwoordde zij
met kaperende stem. //De les is je duur te
staan gekomen. Je had vroeger verstandig
kunnen worden, maar ik was te zwak en jij tehals-
starrig. Thans dragen wij samen de gevolgen."
z/De schuld ligt aan mij, moeder, niet aan u
z/Ik moet er echter voor betalen, alsof zij de
mijne is. Praten kelpt niet, wij moeten voor
de misdaad boeten, jij me't jou leven en ik met
bet mijne."
z/Ik ben daartoe bereid."
Zij knoopte de einden van den doek, dien zij
om bet pakje geslagen had, te zamen.
//Des te beter," zeide zij, slechts met de
uiterste inspanning de aangenomen, koele hou-
ding bewarend. //Luister naar bet vonnis, dat
je moeder over je uitspreekt. Je kunt bier
niet blijven. Je moet het land uit, ver weg
en moogt niet terugkomen. De wereld is groot
en tracbt je er in den vreemde flink doorheen
te slaan. Wees nederig tegenover iedereen, het-
zij hoog of gering, goed of slecht, want je
moogt niet vergeten, dat jij van alien de slecht-
ste zijt. Misschien zal God je dan eenmaal ge-
nadig zyn."
niet in staat was deze te weerstaan en de bar-
rieres verbroken werden.
Het grootste en scbitterendste evenement van
den dag was wel de ontvangst op bet prachtig
met bloemen en planten versierde stadhuis.
Het Vive la Reine dat uit duizende kelen weer-
klonk overstemde scbier het Wilhelinus en de
Marseillaise. Het entbousiasme van het publiek
was overweldigend.
De Eoningin werd na het uitstijgen, door
President Fallieres de ,/Cour d'honneur" van
bet Stadhuis binnengeleid. Prins Hendrik ge-
leidde Mevr. Fallieres. De burgemeesters van
Den Haag en Amsterdam waren bij den ingang
van het Stadhuis aanwezig en sch^eden met de
overige Haagsche en Amsterdamsche gemeente-
vertegenwoordigers en de verscbillende hoog-
waardigheidsbekleeders de Cour d'honneur binnen
waar bet Hooge Gezelschap door de vertegen
woordigers van Parijs werden ontvangen. in
deze stemmige, voorname en ryk gedecoreerde
omgeving waar bet electriscb licht de noodige
luister bijzette werd H. M. toegesproken door
Cesar Caire eerste vice-president van den Pa-
rijschen gemeenteraad en Delenney, prefect van
de|Seine.
H. M. beantwoordde deze redevoeringen met
een lofspraak op Parijs, dat zooveel bistorische
berinneringen wakker roept, en welks stadhuis
een symbool is van de gemeentelijke vrijheid.
Met groote instemming werden de redevoe
ringen aangehoord. Daarna volgde een rond-
wandeling door de verschillende schitterend
verlicbte zalen en salons van het stadhuis waarbij
het Eoninklyk Echtpaar warme hulde werd
gebracbt door een talryk elite-publiek dat zich
aan beide zijden van den door het stadhuis
gevolgden weg en baie had verzameld. In de
Salee des Arcades plaatsten H. M. de Eoningin,
Prins Hendrik, President Fallieres en Mevrouw
Fallieres hunne handteekeningen in het Livre
d'Or in de genoemde volgorde onder elkaar.
In het stadhuis werd H. M. bovendien namens
het Parijsche gemeentebestuur vereerd met een
waaier (stijl Lode wij k XV) waarop de wapens
der Seinestad, terwijl Prins Hendrik als geschenk
een speciaal tot dit doel geslagen gouden
medaille ontving.
Onder hetzelfde ceremonieel werd het Stadhuis
onder bet geestdriftig hoera geroep der menigte
weder verlaten.
De verdere berichten omtrent den uitslag der
verkiezingen in Belgie bevestigen de eerste
berichten omtrent eene overwinning door de
Eatbolieken. De meerderheid in de Earner zal
nu zestien, of misscbien 18 stemmen bedragen.
Vooral in Luik badden bloedige botsingen
plaats.
,/Wanneer zal ik weggaan?"
z/Thans in deze minuut.
Daar is je goed en hier is bet geld, dat de
beer Halenbek mij gegeven heeft toen je weg
waart. Ik beb er niet veel van gebruikt, het
was slechts voor het geval van nood. Ik had
niet durven denken, dat de nood zich zoo
spoedig en zoo vreeselijk zon vertoonen."
Zij had bij deze woorden een linnen zakje
de kast genomen en het Gustaaf ter band gesteld.
z/lk mag dus nooit meer tbuis komen vroeg
bij toonloos.
,/Nooit."
z/Zal ik uitgestooten en veracht zijn.
z/Beter geminacht dan een vogelverschrikker
aan de galg."
z/En gij, moeder
,/Ik Ik ben te oud om nog in de vreemde
te trekken. Mijn lijkgewaad ligt daar in de
kast. Maar ga nu, loop tot aan bet einde der
wereld, waar niemaud je kent, weg, eer bet te
laat is
Hij greep het pakje en ging naar de deur.
Hij bleef staan, nogmaals omziende.
Vaarwel, moeder," zeide hij met brekende stem.
z/Vaarwel, mijn zoon, mijn arm, arm kind
(Wordt vervolgd).
TER IEEZE5SCHE
Bit Itlad versehijnt ffuensdag- en Virijdaicavond, attgezonderd op Feeatdagen l»ij de Firma I". FA* 5SK lilSBE, le TPea H'razen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat tusschen den 9 en den 16 Juni 1912,
binnen deze gemeente de jaariijksehe collecte zalplaats
liebben, ten behoeve van het Bonds tot aanmoediging
en ondersteuning van den Gewapenden dienst in de
Nederlanden, welk Fonds uiteluitend strekt tot onder
steuning van al de verminkten in eenigerlei strijd, waar-
onder ook die in Nederlands Overzeesche Koionien of
bezittingen, en noodigen mitsdien een ieder uit, om door
een milde bijdrage, dat Fonds tot vervulling van bet
edele doel van deszelfs bestemming, te helpen in staat
te stellen.
Ter Neuzen, 4 Juni 1912.
Burgemeester en Wethouders^voOpnoemd,
J. HUIZINGA, IiWgemeester.
L. WABEKE, -Sesrtjaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad
no. 222 van 1896) maken bekend
dat op heden ter gemeente-seeretarie ter visie is
gelegd een verzoek van ABRAHAM CASTELE1JN,
schilder wonende te TER NEUZEN, om vergunning
tot het plaatsen van een electromotor in het te herbouwen
perceel, plaatselijk gemerkt 101 en gelegen aan de Noord-
straat, kadastraai Sectie L no. 23 tot het geven van
bioscoopvoorstellingen
en dat op Maandag 17 Juni 1912, dee namiddags
van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, ge-
legenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier
inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling
of schriftelijb toe te lichten.
Ter Neuzen, 3 Juni 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens
de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur
zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
43)