A I g 6
Nieuws- en Ad
J
i
voor
sch-Vlaanderen.
Schoolgeld.
No. 5543.
Donderdag 8 December 1910.
AATOBSTEDIITQ.
Binnenland.
FEU 1 LlTtonT
50e Jaargan^.
Tolefoon No. 2 5.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,321/J en voor
het overige Buitenland f 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
S3EBS17EI IBXjAJD.
Burgemeester en Wethouders van TER NEE-
ZEN zullen op Maandag 19 December
a. s.j des namiddags 4 uren, in bet openbaar
bij enkele inschrijving in 4 afzonderlijke per-
ceelen aanbesteden
a. het schoonhoudein en verwar-
men gedurende ISfil van de
openbare school A
b. idem van school B
c. idem van school C
d. idem benevens het verlichten
van school D.
De voorwaarden liggen ter inzage op de
gemeente-secretarie en in de berberg van BRAK-
MAN te S1 u i s k i 1.
laschrijvingsbiljetten, op zegel gesteld, kunnen
ter gemeente-secretarie in eene verzegelde bus
tot het oogenblik der besteding worden ingeleverd.
Ter Neuzen, 6 December 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
T 1 E [I E K A M E R.
Vergadering van Dinsdag.
Het algemeen debat over de begrooting
Buitenlandsche Zaken wordt voortgezet.
De Minister van Buitenlandsche Zaken zet
zijn Vrijdag onderbroken rede voort. Hij ver-
klaart, dat wel is waar onze diplomatieke be-
trekkingen met Venezuela nog niet geheel bersteld
zijn, maar dat daaraan geen groot gewicht be-
hoeft gebecht te worden. De tegenwoordige
toestand geeft geen enkele reden tot klagen.
Met onze naaste naburen hebben wij geen
enkel punt van wrijving. Het optredeu van
Nederland ter Brusselscke tentoonstelling heeft
Nederland en Belgie nog nader bijeen gebracht,
evenals het bezoek van bet Belgiscbe konings-
paar. Met Frankrijk en Engeland zijn onze
91)
..Denk eens aan, dokter", zuchtte ze, ,,wat een
lijden het voor mij zou wezen, indien ik mijn
voogd volgen en dit vriendelijk huis verwisselen
moet met die geheimzinnige woning, die niet
voor niets het ,,Spookhuis" genoemd wordt. Het
sombere gezicbt van den kolonel, zijn trotscben
toon, zijn heerscbzucbtig kar'akter mijn
God, mijn God, welke eigenschappen voor een
voogd! O, mijn lieve 'oeste papa, hoe kon hij,
die het tocb zoo goed met mij meende, mij zulk
een man tot voogd geven, van wien ik zeker weet,
dat hij mij vijandig gezind is
„Juist ter wille van uw papa moet ge trachten
uw lot te dragen. Indien ik u een goeden raad
kan geven, volg dan morgen zonder tegenspreken
uw voogd. De weg naar zijne woning leidt door
Staunton, daar zal Lenoir zich moeten onder-
werpen aan de uitspraak van den recbter, die te
beslissen heeft of gij uw voogd moet volgen of
weer naar Willow-Heights kunt terugkeeren."
verhoudingen van den allerbesten aard, en de Mi
nister behoeft niet te verhelen dat er ten aanzien
van die beide landen wellicht eerlang een blijk
gegeven zal worden in den vorm als door het
Belgiscb koninklijk eehtpaar getoond is.
Ten aanzien van Duitschland hebben wij een
eervol jaar achter ons. De Minister wijst er
op, dat de Regeering al het mogelijke doet om
den stroom van internationale congressen Haul
's Gravenhage te leiden.
Tegenover den beer Hugenboltz verdedigt
de Minister het departement van Buitenlandsche
Zaken tegen bet verwijt dat wij als onzijdige
mogendheid, aanleiding tot aanstoot geven.
Dit afwijken van de neutrale lijn ontkent de
Minister beslist, en die grief is niet te distil-
leeren uit het niet noemen in de Troonrede
van het bezoek van het Belgiscb Koningspaar
nocb uit de behandeling door de Indische auto-
riteiten van bet Portugeescbe schip, dat in een
der havens lag, na bet uitroepen van de re-
publiek.
Ook het ontwerp betreffende de kustverdedi-
ging heeft met dit verwijt van den heer Hu-
genholtz niets uitstaande. De Minister verzekert
dat niet alleen dat ontwerp absoluut niet gericbt
is tegen Engeland, maar dat bet tegen geen
enkele mogendheid speciaal is gericht, tegen
geen enkelen bepaalden vijand, maar tegen een
vijand in bet algemeen, die onze neutraliteit
of onze onafhankelijkheid zou willeu bedreigen.
Van Engelsche zijde heeft den Minister geen
enkele opmerkiDg naar aanleiding van dat ont
werp bereikt, en het heeft hem niet de minste
moeite gekost de Engelscbe gezaghebbende
kiingen te overtuigen dat Nederland, door zijn
kust te beschermen, niets anders deed dan een
algemeenen maatregel nemen als bovenbedoeld.
Door de toepassing van bet vestigingsverdrag
met Duitschland worden geen belangen van
Nederiandsche arbeiders benadeeld zet de
Minister verder tegenover den heer Hugenholtz
uiteen.
Het beleid en bet standpunt van den Minister
en van bet geheele Kabinet inzake de Rijntollen.
heeft niet de minste kentering ondergaan. Het
Kabinet blijft van oordeel, dat de vrije Riju te
beschouweu is afs een der levensvoorwaarden
voor Nederland, en blijft zich baseeren op bet
traktaat. van 1866. Van haar standpunt is zij
geen duimbreed geweken. Dit aarzelt de Mi
nister niet, voor geheel Nederland te verklaren.
De regeering zal handbaven.
Op intrekking van het verbod van melkinvoer
in Liuitscbland bestaat eenige mindere kans,
maar dit behoeft geen aanleiding tot tegenmaat-
regelen te geven.
De Minister verdedigt daarna de wijze waarop
onze diplomatieke vertegenwoordiging in Por
tugal onder de gegeven omstandigbedeu tijdelijk
geregeld is acht leerstoelen in internationaal
recht aan onze universiteiten beter eu prak-
.,En dunkt u, dokter dat deze beslissing ten
mijnen gunste zal uitvallen vroeg Clara
angstig.
'•Ik hoop het tenminste", hernam de dokter,
„anders zou ik dezen stap niet doen. Dus den
moed niet verloren, lieve miss-" voegde hij er bij,
„tot weerziens, morgen in Staunton!"
Mistress Rocke vergezelde den geueesheer tot
in. den tuin, waar deze dokter James vond, wien
bij uitnoodigde met hem te rijden.
Terwijl de twee geneesbeeren van Traverse
afscheid namen en hem dringend vermaanden,
zich niet door drift te laten vervoeren, zagen zij
den k olonel te paard stijgen en ook de rich ting
naar Staunton inslaan.
,,Hm, fluisterde dokter Williams, ,,ik ben blij,
dat hij weggaat, dan kan Traverse niet met hem
in botsing komen. Tn Staunton gaat hij zeker
naar de recbter Milot, die niet geheel onom-
koopbaar is.
,,Bah hernam dokter James, indien het
moet, bieden wij meer dan de kolonel; dat
in ons gezegend Amerika de justitie tocb zoo
laag gezonken is."
De geneesbeeren wisselden met Traverse een
laatsten groet en stapten in den wagen. Kolonel
'tischer, dan hier te lande een umversiteit van
volkenrecht op te richten. En in verband hier-
mee deelt hij mee dat in de vorige week
verscbillende eminente mannen op dat gebied,
zijn byeengekomen om een regeling dier kwestie
te bespreken.
De Minister heeft thans definitief afgezien
van oprichting van een Persbureau ter weder-
legging van onjuiste berichten over ons land
in bet buitenland. Het is gebleken dat onze
gezanten daartegen afdoende maatregelen kunnen
nemen.
Wettelijke regeling van emigratie is niet
te verwacbten. De kwestie of de Vreemdelin-
genwet wijziging zal behoeven, in verband met
vreemdelingen die hierheen komen, om onze
verhoudingen met bet buitenland te vertroebelen,
zal de Minister met zijn ambtgenoot van Justitie
overleggeu. Op een uuiform postverdrag met
Belgie bestaat geen uitzicht.
Ten slotte wijst de Minister er op, dat er
naar aanleiding van de zaak Van Heeckeren
gesproken is van desorganisatie van ons buiten-
landsch beleid in 1901 -—1905. Spreker meent
dat men te ver is gegaau om aan die zaak
Van Heeckeren een dergelijke algemeene con-
clusie te verbinden. Spreker geeft de verzeke-
ring, dat, al moge er wellicht tusscben die
jaren iets abnormaals aan het departement van
Buitenlandsche Zaken zijn voorgevallen, de toen-
malige Minister Van Tets van Goudriaan er in
goSlaagd is de machine weer geheel te herstellen,
die thans weer loopt als gesmeerd.
Voorts verzekert de Minister, dat in de erfe-
nissen, door vorige Ministers en verder door
hem zelf overgenomen bij bet aanvaarden van
het bewind, geen enkel stuk voorkomt, dat bet
bewijs zou leveren dat het Ministerie van Buiten
landsche Zaken in zijn vrijheid gebonden zou
zijn tegenover wie ook of waarop een klad
door vreemde hand is geworpen.
Voorts berust er geen enkel stuk of geen
enkel wetsontwerp, dat niet voortspruit uit
motieven van zuiver nationaal en volksbelang.
Bij de replieken stelt de beer Hugenboltz
een motie voor waarbij de Kamer, van oordeel
dat de Nederiandsche belangen bij bet vestigings
verdrag met Duitschland betrokken, niet mogen
worden opgeofferd, den Minister van Buiten
landsche Zaken uitnoodigt stappen te doen om
te komen tot een scheidsrechterlijke beslissing
in zake de toepassing van art. 1 van bet ver-
drag.
De heer Patijn bandbaaft zijn grieven in de
Van-BLeeckeren-zaaktegen den oud-voorzitter van
den Ministerraad van 1901, door aldus te ver
klaren ,,Ik beschuldig den driestarschrijver in
de //Standaard" van 6 Juli in strijd met's lands
belang in een hoogst ernstige aangelegenheid
opzettelijk onwaarheid te hebben geschreven ten
aanzien van de verklaringen, door den Minister
van Buitenlandsche Zaken in de Eerste Kamer
Lenoir reed nog geen duizend passen voor hen.
Hij kwam eerst laat in den nacht terug, waardoor
bij onze vrienden bet genoegen bereidde, hen bij
de thee niet te storen door zijne tegenwoordig-
heid. Het was voor langen tijd de laatste keer,
dat ze ongestoord kondeu spreken over bun lief
en leed.
„In elk geval," zei Traverse tot Clara, wier
band hij in de zijne hield, „zal ik u morgen naar
Staunton vergezellen en naast uw rijtuig rijden
al is uw voogd nog zoo woedend. In Staunton
ga ik met u naar den recbter, ik boop, dat
't mij vergund zal wezen, u weer in triornf bier
terug te brengen."
itOok ik hoop het, beste Traverse" hernam
Clara, in wier oogen de tranen parelden, als ze
in stilte nadacht, hoe weinig boop haar hier-
voor gegeven was.
Den volgenden morgen om acbt uur liet
kolonel Lenoir aan zijne pupil zeggen, dat het
rijtuig gereed was. Ook zy was klaar, luidde
Clara's antwoord.
Na een pijnlijk afscheid van mistress Rocke
uit wier armen zij zich ternauweruood kon
losrukken, nam Clara naast haren voogd in
diens rijtuig plaats. Eenige minuten later was
afgelegd, en zulks met het oogmerk den indruk,
die 's Ministers woorden vestigden, en ook be-
oogden te vestigen, te vervalscben."
Een oogenblik later verklaart de heer Patijn,
in verband met den indruk, dat het Kabinet
van 1901 plichtverzuim heeft gepleegd„Ik
beschuldig, of wel den driestarschrijver ook
ten deze onwaarheid te hebben geschreven of
wel het Kabinet van 1904 en 1905 van het
ernstigste plichtverzuim."
(Een ongekend tumult ontstaat naar aanleiding
van beide bescbuldigingen en naar aanleiding
van de vraag of de beer Patijn, die de 10
minuten spreektijd overschreden heeft, voort
mag gaan. Ten slotte werd den beer Patijn
verlof verleend verder te repliceeren.)
De beer van Idsinga verkrijgt voor zijn repliek
niet eer bet woord dan nadat, op verzoek van
den heer Lobman, er over gestemd is. Met
39 tegen 17 stemmen wordt hem verlof tot
repliek verleend.
Spreker betoogt de booge noodzakelykheid
dat nog eens pertinent verklaard worde dat het
verbaal van Van Heeckeren op misverstand be
rust. Als dat niet gebeurt, zal aitijd kunnen
beweerd worden dat de beer Van Heeckeren, hoe
verkeerd hij misscbien gehandeld heeft, en hoe
onbeleidvol wellicht, hij tocb grond had te be-
weren dat er een zekere uitlating van den
Duitschen Keizer bestond.
Aan den beer Van Karnebeek, (tegen wiens
repliek de heer Lobman eveneens opponeert)
wordt met 38 tegen 15 stemmen verlof verleend
te spreken.
Deze spreker zegt, bet Gemeentebestuur van
's Gravenhage niet verweten te hebben weinige
medewerking met de Carnegie-stichting, doch
dit bestuur te hebben willen doordringen van
bet beset van de noodzakelijkbeid van mede
werking.
Het algemeen debat is daarmee gesloten.
Bij de artikelsgewijze behandeling der be
grooting verdedigt de heer Hugenholtz een
amendement, om de aanstelling van een kanselier
aan het gezantscbap te Petersburg niet te be-
willigen, in atwachting van een meer bevredigende
regeling der werkzaamheden, aan dezen post bij
bet gezantschap verbonden.
Na verdedigiug door den Minister, wordt bet
amendement verworpen met 61 tegen 6 stemmen.
Daarna licht de beer Hugenboltz een amende
ment toe strekkende om geen verhoogde ver-
blijfsvergoeding toe te kennen aan onzen consul
te Buenos-Ayres.
De heer De Kanter bepleit uitbreiding van
het aantal der beroepsconsuls.
De beer Hubrecbt verklaart zich tegen de
aanstelling van een beroepsconsul te New-\ork.
Besloten wordt op de Zaterdagen 10 en 17
dezer te vergaderen.
De beer J. van Elk, candidaat-notaris en
rechtskundig adviseur te Dordrecht, heeft een
ze uit de oogen van mistress Rocke en de be-
dienden verdweuen.
,,Zal zij terugkeeren vroegen zich alien
af, en de meesten dacbten, zooals mistress
Rocke Neen
Traverse sprong te paard en volgde het
rijtuig.
Nog eer ze Staunton bereikten, werd bet rijtuig
aangehouden door een gerechtsdienaar.
,/lk beb bevel," sprak de agent, „u geen
anderen weg te laten nemen dan dien naar de
Rechtbank. Gij zult mij dus wel veroorlooven
naast den koetsier op den bok plaats te nemen.
,,Wat beteekeut zulke plagerij riep kolo
nel Lenoir misnoegd, ,,een oponthoud van een
half uur, verder niets," voegde hij er met een
veracbterlijk schouderopbalen bij. „Lwe vrien
den zijn onvermoeid, lieve Clara, om my mijne
rechten te betwistenze zullen echter zien,
dat bet hun niets zal baten en ze mij een
triomf zullen bezorgen."
Eenige minuten later kwamen zy bij de
rechtbank aan.
Helaas 1 de woordeu van Lenoir werden be-
waarheid en tegen aller verwachting besliste
de recbter Milot ten gunste van den kolonel.
rout
185t b'ttd vemchijnt Waami»n., Vtiienmlftg. en VrijdagHvoiid, ■iigezoDderd op FeeitdaRen. bij de Firms I". J. VAW MS IAMB® te le* Menaen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis dat het kohier van het schoolgeld
voor het openbaar lager onderwijs in deze gemeente
over het 4e kwartaal 1910 in afschiift, gedurende vijf
maanden op de Secretarie der gemeente, voor een ieder
ter lezing is neergelegd.
Ter Neuzen, 6 December 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.