,1
i1
e e
Nieuws- en Advertentieblad
eeu
e r e n.
So. 5433.
Dinsdae: 22 iVIaart 1910.
50 Janrgana;.
TEE A AD.
Prijsopgaaf
800,000 K G. Porfler-Steenslag
Binnenland.
Gemengde berichten.
ONNEMENT:
Ter Neuzen j 1,—. Franco per post: Voor
Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,321/g en voor
Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij aile Boekbande-
A B
Per drie maanden binnen
Nederland 1,10.
het overige
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 2 5.
Van 1 tot 4 regels 0,40. 0
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie o
prys slechts t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters wordeu naar plaatsruimte berekend.
adverted
Voor elken
TIEN:
regel meer 0,10.
de
Inzending van advertentien v6or 3 unen op den dag der uitga e.
ZE1ZE]IE5>STZH3 "BXj-AJD.
wordt gevraagd voor de levering franco
losplaats station Kijkuit van
waar van 400,000 KG. af metingen 4—6 c.M.
260,000 2-4
140,000 zoogenaamde ballast.
Het gewicht wordt bepaald ter plaatse van
levering op de weegbrug. De kosten hiervan
voor rekening van de koopster.
Opgave van prijs, onder bijvoeging van
monsters, inleveren ten gemeentehuize van
Zaamslag op Dinsdag 5 April I9IO,
voormiddag IO uur.
Onmiddellijk daarna kunnen worden ingeleverd
prijsopgaven voor het VERVOER van ge-
melde hoeveelheden steenslag naar den te ver-
harden weg over den Pouckepolderschen difk.
De steenslag moet gestort worden in hoopen
van 750 K.G. en op regelmatig aan te geven
afstanden.
Zaamslag, 18 Maart 1910.
Burgemeester en Wethouders,
WORTMAN, Yoorzitter.
M. DE JONGE, Wethouder.
het lijk van het bijna 8jarig zoontje van den
olieslagersknecbt A. v. 't W., te Alphen, dat
sedert Vrijdag 25 Februari vermist werd. Ter
plaatse waar bet lijk thans is opgehaald, werd
onmiddellijk na vermissing van den jongen
twee dagen gedregd en gevischt.
In November 1903 zou te Magdeburg
een zekere Lipke ter dood gebracht worden,
wegens moord op zijn vrouw. Maar daar hij
toen teekenen van krankzinnigheid gaf, denke-
lijk veroorzaakt door den angst voor het nood-
lottig oogenblik, werd een terechtstelling
onmogelijk, en de keizer veranderde de straf in
levensdurende opsluiting.
In een kraukzinnigengesticht werd hij onge-
neeslijk verklaard. Tegen alle verwaehting
nochtans genas de zieke en werd in 1906 weer
naar de gevangenis gebracht. Op dat oogenblik
vroeg hij de herziening van zijn proces, op
grond van de veroordeeling wegens meineed
van een der getuigen. Na een lang onderzoek
door het hof van Leipzig werd Lipke weer voor
het assisenhof van Magdeburg gezonden en nu
is de oud terdood veroordeelde vrijgesproken.
Een Rus, met een bewogen-verleden achter
zich, die in een hotel te Geneve intrek had,
beeft zich daar aan de open tafel doodgeschoten.
Hij had zich onder den naam van prins Seibor
ingeschreven.
In het ziekenhuis te Rotterdam overleed
Donderdagavond, na een operatie te hebben
ondergaan, de heer Mr. H. C. Moolenburgh,
burgemeester van Zierikzee.
Mr. Huibrecht Cornelis Moolenburgh werd
29 April 1860 geboren en was een zoon van
wijlen den bekeuden heer Mr. Jacob Moolen
burgh, notaris te Zierikzee, lid der Provinciale
Staten van Zeeland en lid der Eerste Kamer.
De nu overledene promoveerde 6 April 1888
te Leiden in de rechten, werd raadslid te
Zierikzee in 1893, wethouder in 1894 en werd
den 6 Juni 1908 als burgemeester dier ge
meente geinstalleerd.
Zijne benoeming als zoodanig werd toen
door de ingezetenen met groote ingenomen-
heid begroet en zijn overlijden zal te Zierik
zee zeker met innig leedwezen worden ver-
nomen.
Sedert 6 Juni 1905 was de overledene lid
van de Provinciale Staten van Zeeland, waarin
hjj voor het district Zierikzee zitting had.
In de boofdbestuursvergadering der Maat-
schappij tot bevordering van Jandbouw en vee-
teelt in Zeeland van 22 April 1909 werd de heer
Moolenburgb, in plaats van den heer Mr. P. C.
J. Hennequin, tot algemeen voorzitter der
Maatschappij gekozen.
Dat men hem algemeen den voor die be-
trekking aangewezen man achtte, bleek wel
hieruit dat hij gekozen werd met 19 van de
20 stem men.
Met den heer Moolenburgh is een zeer ver-
dienstelijk man heengegaan, van wien en voor
de provincie en voor de gemeente, aan het
hoofd waarvan hij stond, en voor de Zeeuwsche
Landbouwmaatschappij nog veel was te ver-
wachten. (M. Ct.)
Vrijdagnamiddag is uit den Rijn onder
Alphen, ter hoogte van's Molenaars, opgehaalt
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
I»it Mad verachijnt WHanilnn-, IViikiihiIhk- Vr
de^lr.n* te Te, Meoaeo.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering
Tan den Gemeenteraad ia belegd tegen Oinailag den
S3 Maart lillO, des voormiddags te half elf ure.
Ter Neuzen, den 19 Maart 1910.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
V ergadering van Donderdag 17 Maart 1910.
(V E R V O L G.)
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heeren Visser, Dees, Wieland, Moggre, De
Jager, De Feijter en Kerkhoven.
Afwezig de heeren Scheele, Lensen, Drost, Van de Ree
en De Bruijne.
n. Een adres van J. A. van Leaven en 40 anderen,
alien wonende in de kom of in den naasten omtrek van
Sluiskil, waarin deze te kennen geven dat sedert den dood
van mej. Elsing zich nog geen verloskundige te Sluiskil ge-
vestigd heeft; toch is de behoefte aan verloskundige hulp
niet minder groot dan vroeger;
dat de Raad aan die behoefte heeft trachten tegemoet
te komen, door eene verloskundige uit Ter Neuzen voor
Sluiskil beschikbaar te stellen, vvaarvoor adressanten wel
dankbaar, maar niet voldaan zijn, daar de afstand tusschen
Ter Neuzen en Sluiskil te groot is, om in dringende ge-
vallen op tijdige hulp te kunnen rekenen, en een be-
grijpelijk gevolg daarvan is dat de hulp van een onbe-
voegde wordt ingeroepen
dat adressanten dit verzoeksehrift niet wenschen opge-
vat te zien als eene motie van afkeuring van het werk
dier onbevoegden, die uit een echt menschelijk gevoel
vrouwen in de bange ure ter hulpe Snellen, maar de
dadelijke beschikking over deskundige hulp is hun, be-
grijpelijkerwijze, toch verkieslijker.
Redenen, waarom ondergeteekenden den Raad eerbiedig-
lijk verzoeken maatregelen te willen nemen, dat eene
gediplomeerde verloskundige hare standplaats krijgt te
Sluiskil.
De Voorzitter herinnert, dat Burg, en Weth. ook altijd
van meening waren, dat er te Sluiskil eene verloskundige
behoort gevestigd te zijn, en dat dan ook na het vertrek
der laatste julfrouw weder herhaalde pogingen zijn aan-
gewend, om eene opvolgster te krijgen. Er werd zelfs
een verhoogd salaris van f 450 uitgeloofd, doch er kwamen
geen sollicitanten. Nu is er te Sluiskil eene juffrouw die
een Belgisch diploma bezit, doch dat heeft haar geen recht
om aldaar de practijk uit te oefenen. Zooals men weet
zijn er pogingen aangewend om voor haar eene machti-
ging daartoe te verkrijgen, doch zonder gunstig gevolg.
Het eenige middel zou zijn dat die julfrouw een Neder-
landsch diploma verwierf, doch daaraan zijn natuurlijk te
groote bezwaren verbonden. Daar Burg, en Weth. niet
kunnen verwachten dat zich thans op het laatst uitgeloofde
salaris sollicitanten zullen opdoen en zij ook van meening
zijn dat de gemeente-flnancien niet toelaten een nog
hoogere bezoldiging uit te loven achten zij het adres niet
voor inwilliging vatbaar.
De heer Van de Ree komt ter vergadering.
De heer Visser merkt op dat in het verslag der Gezond-
lieidscommissie de meening wordt uitgesproken, dat er
met rijkshulp een verloskundige zou kunnen worden ver-
kregen. Hij vraagt of de heer Van de Ree daaromtrent
misschien nadere inlichtingen zou kunnen geven, of daarop
eenige kans bestaat.
De heer Van de Ree wijst er op, dat in het verslag staat
dat er »misschien met rijkshulp een verloskundige zou
kunnen worden verkregen." Men is tot die uitdrukking
gekomen, het oog hebbende op andere gemeenten, die
voor het oproepen van een verloskundige subsidie van
rijkswege kregen. Spreker weet echter niet of Ter Neuzen
daarvoor in de termen zou komen.
Hij kan nog mededeelen dat door de Gezondheidscom-
missie over deze aangelegenheid al eens met Burg, en
Weth. is geschreven, en dat nu eene sub-commissie is
aangewezen om daarover eene conferentie met Burg, en
Weth. aan te vragen. Misschien was het gewenscht om
thans niet verder op de zaak in te gaan, maar hetre&ul
taat van die commissie eens af te wachten.
Wanneer zich eene verloskundige te Sluiskil vestigt, zal
men haar een hoog salaris moeten toekennen. Spreker
die kan dan best achter-
h.oeft het aantal bevallingen te Sluiskil en in de omgeving
ens nagegaan en dan blijkt dat dit gemiddeld 30 per
jaar is. Wanneer men dan daaraf rekent eenigen die
voor meerdere zekerheid de voorkeur zullen blijven geven
aan de hulp van een geneesheer, dan kan men rekenen
dat die juffrouw hoogstens 25 verlossingen kan hebben.
Zij kan daarvoor niet meer dan gemiddeld f 5 ontvangen,
dus totaal f 125, wat met de uitgeloofde f 450 salaris
nog geen bestaan voor haar oplevert. Men zou dus, zoo
als hij reeds zeide, wel f 600 moeten uitloven, om kans
te hebben dat zich een sollieitant opdoet.
Dan moet ook niet uit het oog verloren worden, dat
door den Raad mej. Bijl is aangesteld om te Sluiskil dienst
te doen, en dat deze zich ook gaarne ter beschikking
stelt. Nu komt men neer op den afstand van Sluiskil
naar Ter Neuzen, maar dan dient men toch ook in het
oog te ho'uden, dat Sluiskil niet gelegen is zooals andere
gehuchten, die afgelegen liggen, maar dat men er ver-
schillende communicatie middelen heeft. Herhaaldelyk
rjjdt er een trein naar Ter Neuzen terwijl er ook gelegen-
heid is om per telefoon hulp in te roepen. W anneer men
tijdig hulp inriep, zou deze er behoudens enkele gevallen
die zeer spoedig verloopen, maar wat zich ook in de kom
wel voordoet, vroeg genoeg kunnen zijn.
Nu zal men zeggenmaar 's nachts dan Dan moet
men echter in het oog houden dat er ook nog op andere
plaatsen menschen wonen die verloskundige hulp noodig
hebben, die minstens evenver van de kom verwijderd zijn
als de Sluiskillenaars. Wat moeten die menschen dan
doen 7
Spreker herinnert dat hij ook gaarne had meegewerkt
om de daarwonende Belgische verloskundige de noodige
machtiging te bezorgen, maar dit kon niet tot een gunstig
einde komen. In het verkrijgen van een andere julfrouw
is men niet kunnen slagen en ze zullen dan daar ook
steeds wegloopen, zoodra ze een andere plaats kunnen
krijgen, omdat ze daar geen voldoende bestaan hebben.
De heer Dees gelooft dat de door den Raad voor Sluiskil
aangewezen julfrouw, daar niet Veel hulp verleent.
De heer Vail de Ree deelt mede dat zij er in den be-
giiine eenigen heeft gehad, maar later is dat verminderd,
men roept hare hulp niet meer in, hoewel dat zeer wel
zou kunnen, met de tegenwoordige vervoermiddelen.
Aliicht is er wel een uur tijd en na waarschuwing per
telefoon of per liets, k^n binnen het uur de hulp aan
wezig zijn.
Spreker stelt voor deze zaak nog eens aan te Uouuen
en af te wachten welk resultant het onderhoud van Burg,
en Weth. met de sub-commissie heeft.
De heer De Jager kan daarmede wel instemmen, als de
heer Van de Ree meent dat het resultaat dier conferentie
zoodanig kan zijn, dat de inwoners van Sluiskil er mede
worden gebaat. Is dat niet het geval, dan baat het niets,
om die conferentie af te wachten
wege blijven. ,i
Het komt spreker voor, dat over dit verzoekschntt met
los mag heengegaan worden, er is vroeger eene juffrouw
geweest, de Raad heeft er een aangesteld, en daardoor te
kennen gegeven dat hij van de wenschelijkheid eenei
erloskundige te Sluiskil overtuigd is. De laatste julfrouw
,s vertrokken en zij is niet vervangen. Bij de vroeger
erkende noodzakelijkheid mag de Raad er zich thans met
met een Jantje van Leiden afmaken.
De VoorzitterHet is nimmer de bedoeling van Burg,
en Weth. geweest om er zich van af te maken.
De heer Dees heeft als oorzaak van de weinige praktyk
der julfrouw hooren noemen, de omstandigheid datdege-
neesheeren voor hunne hulp hetzelfde tarief rekenen als
de julfrouw en dat de menschen dan liever een dokter
hebben.
Hij weet het rechte er niet van, maar dat zou een
oorzaak kunnen zijn.
De heer De JagerDe redenen zijn wel bekend
men kan die niet uitspreken.
De heer Van de Ree weet niet wat zijne collega s doen,
maar hij voor zich kan verklaren dat hij voor hulp bij
verlossingen steeds een tarief rekent hooger dan dat der
julfrouw: aanmerkelijk hooger zelfs.
Of zijne collega's anders handelen dan hij, weet spreker
niet. maar hij mag dat niet aannemen, aangezien dat
tegen de afspraak zou zijn.
De eigenlij ke reden is de onbevoegde hulp die verleend
wordt, die moest ophouden, dan zou men niet zoo lang
wachten om hulp te komen halen, men wacht nu tot het
uiterste en krijgt dan onbevoegde hulp. Gaat het dan,
dan houdt men bovendien de centen in den zak.
De heer Moggre Maar zou het ook niet in den verren
afstand zitteu?
De heer Van de Ree acht dat geen argument om niet
naar de kom om hulp te komen. Hij heeft reeds aange-
toond dat er in de meeste gevallen tijd genoeg is om de
hulp te halen, behoudens voor gevallen met een zeer
vlug verloop, maar die komen in de stad ook voor en dan
is het gelijk of men op 1 uur dan wel op 10 minuten
afstand woont. Men wacht veel te lang, daar zit de fout.
Er wordt in het request ook gezegd dat dit niet moet
beschouwd worden als een motie van afkeuring jegens de
hulp der onbevoegden. Spreker vindt het treurig dat
men zich daarop wil beroepen, dat moet men juist afkeuren
De Voorzitter is het daarmede eens. De kwestie komt
nu echter op een ander terrein, het verleenen van hulp
door onbevoegden is eene zaak die politie en j ustitie aan-
gaat. In meerdere gevallen is daarnaar onderzoek gedaan
maar het kon niet bewezen worden dat het de waarheid was.
De heer MoggreHet schijnt dat ze er te Sluiskil niet
mede tevreden zijn dat eene juffrouw van hier voor het
verleenen van hulp is aangewezende verre afstand is
daarvan wel de reden. Ik zou ook gaarne zien dat er
verbetering in gebracht werd.
De Voorzitter: Dat zullen wij gaarne doen, zegt udan
maar hoe 1
De heer Moggre Welk bedrag zijn we er nu voor kwijt 7
De Voorzitter 200
De heer Moggre Ik dacht dat het toch meer was
De Voorzitter Er is vroeger f 350 salaris betaald, later
f 450 uitgeloofd en daarvoor kwamen geen sollicitanten
Toen is om uitbreiding van den kring waarin ze dienst
moeten doen aan de verloskundigen in de kom f 150
en f 50 meer gegeven.
De heer Wieland meent dat eerst berekend zou moeten
worden wat het zou kosten om er verandering in te
brengen. Als er doen aan was om daar eene julfrouw te
krijgen zou hij het wel willen probeeren.
De heer Dees meent dat het gewenscht is om in te gaan
het denkbeeld van den heer Van de Ree, om de zaak
aan te houden in verband met de conferentie die vanwege
de Gezondheidscommissie zal worden aangevraagddaarin
zitten deskundigen en het kan gewenscht zijn hunne
meeningen te kennen. Als we nu toch niet direct ver
betering kunnen brengen kan deze discussie wel achter-
wege blijven, daar de zaak dan later toch weer aan de
orde komt.
De Voorzitter kan zich daarmede ook vereemgen.
De heer De Jager zou daar niets op tegen hebben, als
hij kon vermoeden dat de conferentie tot eenig resultaat
ten gunste der inwoners van Sluiskil zou leidenhet zou
echter misschien nog eerder op het tegendeel kunnen uit-
loopen en dat zou hem spijten.
De heer Scheele komt ter vergadering.
De heer Van de Ree merkt op dat de Gezondheids
commissie geen bestuursmacht kan uitoefenen en alleen
adviseerend kan optreden.
De Voorzitter beaamt dat eventueele voorstellen toch
van Burg, en Weth. moeten komen en dat als de verdere
behandeling van het request nu wordt aangehouden dit
later toch opnieuw in den Raad moet komen, zoodat de
leden dan in elk geval nog gelegenheid hebben om cl
over te beslissen.
De heer De Jager wijst er op dat aanhoudmg der be
handeling, uitstel van eene oplossing der zaak tengevolge
heeft.
De Voorzitter en enkele leden meenen dat enkele weken
uitstel geen bezwaar zal zijn.
Z. h. s. wordt besloten de verdere behandeling van het
request aan te houden.
o, De Voorzitter deelt mede dat naar aanleiding van
de door den Raad uitgesproken meening dat te Sluiskil
dringend behoefte bestaat aan een urinoir, het noodig
3 voor dat plaatsen vergunning te vragen aan den
Minister van Waterstaat. De meest gescliikte plaats werd
goacht aan het kanaal nabij het station. Op het stations-
emplacement zelf is er ook wel een van de spoorweg-
maatschappij, maar het is gewenscht dat er ook een
beschikbaar is voor het publiek dat zich daar buiten ophoudt.
En al komt die dan te staan op den publieken weg, zoo
moet toch aan Waterstaat vergunning worden gevraagd,
omdat de weg aan dat Departement in eigendom behoort.
In antwoord op het verzoek is ingekomen eene be
schikking van den Minister van Waterstaat, dd. 1 Maart
1910, no. 241, waarbij onder verschillende voorwaarden,
behoudens ieders recht, tot wederopzegging vergunning
wordt verleend tot het plaatsen van een urinoir met
ontvangputje en afvoerleiding op den westelijken dijk van
het kanaal van Ter Neuzen, nabij het station Sluis
kilbrug.
Tot erkenning van het eigendomsrecht van den staat
op den in te nemen rijksgrond moet de gemeente eene
jaarlijksche recognitie van f 0,25 betalen.
De beschikking vervalt indien het werk binnen het
jaar na de dagteekening niet is uitgevoerd.
De heer Wieland De Minister vraagt dus ook betaling
van een jaarlijksch bedrag; maar dat is nog al geen
bezwaar.
De VoorzitterNeen. maar de uitvoenng van het werk
komt, volgens de raining op 151,44; maar daarvoor
hebben we dan op Sluiskil ook dat onmisbare voorwerp.
De heer Wieland Ja, ze beginnen zich daar op Sluiskil
ook te doen gelden.
De heer Van de ReeDaar hebben ze gelijk in.
De Voorzitter vraagt voor Burg, en Weth. machtiging
n tot de uitvoering van het werk over te gaan, de
kosten zullen uit eene leening moeten gevonden
worden, er moet toch nog een leeningsbesluit worden
genoraen zoodat dan daarbij ook op het hiervoor noodig
bedrag gerekend kan worden.
Z. h. s. wordt het plan goedgekeurd en de gevraagde
machtiging verleend.
p. Een schrijven van den Ontvanger der Registratie
en Domeinen te Hulst welke bericht dat de Minister van
Financien bereid is de vergunning tot het dempen (op
kosten der gemeente) van het gedeelte sloot dat Staats-
eigendom is, te verleenen, mits de noodige werken voor
afwatering en grensseheiding door de gemeente worden
bekostigd.
Hij vestigt er de aandacht op dat de demping, op grond
van art. 83 van het algemeen reglement van politie voor
rivieren, kanalen enz. niet zou mogen worden uitgevoerd
zonder vergunning van den Minister van Waterstaat.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor niet
op deze voorwaarden in te gaanzij hadden het voor-
nemen voor te stellen de sloot van gemeentewege te
dempen en dat dan de afscheiding overeenkomstig de
bepalingen vail het Burgerlijk Wetboek voor de helft
voor rekening der gemeente zou komen, en de andere
helft voor den aangrenzenden eigenaar, de Staat. Om
alle kosten ten laste der gemeente te brengen, daartegen
hebben Burg, en Weth. bezwaar en stellen daarom voor
er niet verder op in te gaandan moet de sloot er maar
blijven, hoewel de toestand door demping veel zou ver-
beteren.
Nog deelt de Voorzitter mede de hoop te hebben gehad,
dat vanwege de Domeinen de geheele sloot lia demping aan
de gemeente zou worden gelaten, doch uit het ontvangen
schrijven blijkt dat de Staat alle kosten voor rekening vail
de gemeente laat en buitendien ook zijne rechten op de
halve sloot wenscht te behouden. Waar de grensseheiding
aldaar is, schijnt ook niet duidelijk te kunnen worden
uitgemaakt. Sommigen beweren dat nog een strookje
grond aan de overzijde der sloot liggende, dat niet door
den Staat in erfpacht is uitgegeven, zou behoord heb
ben aan de familie Buijze, van wie de gemeente het ter
rein voor de school heeft gekocht, maar hoe heteigenlijk
is, is nog niet uitgemaakt. Nu zou de gemeente, al kreeg
zij de geheele sloot, weinig met dat strookje grond kunnen
doen, alleen zou het terrein achter de school iets ruimer
worden. De Staat zou, wanneer hij liet aan zich hield,
het in erfpacht kunnen uitgeven aan hen die de daarvoor
liggende gronden reeds bezitten.