A I g e m e e n
euws- en Advertentieblad
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No- 5425.
Donderdaa: 3 Maart 1910.
50e Jaargang
o o r
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10- Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,321/s en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bp directe opgaaf' van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Telefoon No. 25.
Inzending van adverterxtien voor 3 aren op den dag der uitgave.
T W E E D E K A M E R.
Vergadering van Dinsdag 1 Maart.
Aan de orde is de interpellatie van den heer
Marchant over de houding der Regeering ten
aanzien van de maatregelen, genomen door de
directie der Hollandsche IJzeren Spoorweg
maatschappij inzake het pensioenfonds van haar
personeel.
In een uitvoerig betoog kritiseert de heer
Marchant den tegen woordigen toestand, volgens
welken de Raad van Administrate der H. IJ. S.
terzake van het pensioenfonds voor het personeel,
dit personeel medezeggenschap onthoudt en het
fonds aan Regeeringstoezicht onttrekt. Daardoor
is het kunnen gebeuren, dat de bijdrage van 2 pCt.
door den Raad van Administrate eensklaps is
gebracht op 7 pCt., hpj^eerfjgeen kleinigheid
is voor hen, die het' nijbi ihjssen kunnen, en
gelijk staat met een^lh^pid'atie van 't fonds,
omdat nu een uitt^e^erf qa\ groote schaal het
gevolg zal zijn. \A 'v.'-
Dit acht spreker een Lanlfeling ver van be-
hoorlijk. En als 'it op .-(Tdiiiip wijze tot liquidate
van 't fonds komt, wat staLd-an geschieden met
het kapitaal daarvan
In verband hiermee wijst spreker er op, dat
als er later geen kapitaal meer is, en het pen
sioenfonds als rechtspersoon opgedoekt is, de
Staat bij naasting zal komen te staan voor de
rechten en verplichtingen der maatschappij, en
dan het personeel het pensioen zal moeten be-
talen, terwijl er geen kapitaal meer is. Op
zulk een wijze kan de Spoorwegmaatschappij
royaal zijn ten koste van den Staat. Daarom
vraagt interpellant: Wat heeft de Regeering
naar aanleiding van den maatregel van den
Raad van Administrate gedaan, en wat is zij
voornemens te doen in het belang van het
personeel, en ter voorkoming dat de Staat
scbade lijdt.
De Minister van Waterstaat verklaart reeds
dadelijk, dat de maatregel, door den Raad van
Administrate genomen, zijn inziens afkeuring
verdient, zoowel om reden van personeelen aard,
als wegens de strekking van den maatregel, die
als zij gehandhaafd bleef, ontegenzeggelijk aan
het personeel zeer aanzienlijke schade zou be-
rokkenen. Waar de Minister over het algemeen
ingenomen is met de wijze waarop de H. IJ. S.
bij haar exploitatie de belangen van publiek
en personeel behartigt, verklaart hij ronduit
dat de onderhavige maatregel door niets goed
te praten is, en reeds voor dat invloeden van
buiten op den Minister hadden ingewerkt, had
hij reeds stappen gedaan, ten doel hebbende
r/Stil, Frank" zei Johan Tempest ernstig.
"We mogen nog niet beschuldigen. 't Arme
kind is zeer overspannen geweest
//Eleonora vertelde ons toch, hoe ze gestadig
Violets gezondheid ondermijnden. Haar voedsel
werd door Richard Sorosis zelf bereid. Het
werd vergiftigd. Denk eens, wat haar dood
voor hen beteekende. Een enorm fortuin."
Plotseling rees hij met een verschrikten
kreet op.
«En al dien tijd (wanneer Eleonora werkelijk
lolet Thorne is) zijn zij bezig geweest haar
dood te zoeken, uit vrees dat, wanneer 't een-
maal zou uitkomen, zij het geld zouden moeten
afstaan. O, Johan, ik kan het niet langer
uithouden. Ik kan hier niet blijven. Ik word
krankzinnig. Wanneer ze haar hebben gelokt,
zullen ze geen middelen ontzien Ze moeten
W m t°Pr/ Z^n in hun wiIde hegeerte naar het
ge vermoeden, dat ze op het punt zijn
ontmaskerd te worden. Johan, ik kan niet
langer werkeloos blijven
de maatsclmppi; ontevxedenheid te betuigen. dat
zonder eenig overleg met den Minister, de be-
wuste maatregel door den Raad van Administrate
is genomen.
De Minister deelt mee, dat by ontvangen
had een commissie nit den Raad van Admini
strate, die hem nader toelichtte dat als het
pensioenfonds, door den maatregel van het ver-
hoogen der bijdrage tot 7 pCt., zou opgebeven
worden door algemeene uittreding, de maat
schappij een nieuw fonds zou oprichten, waarin
zij de contante waarde van het ingegane pen
sioen van het personeel zou storten. Maar
zelfs op deze wijze acht de Minister de zaak
nog niet in het reine. En in elk geval blijkt
deze bedoeling niet uit de circulate, welke de
H. IJ. S. in December deed uitgaan, zoouat
die circulate onoprecht was.
De Minister betwist daarenboven de •maat
schappij het recht haar pensioenfonds op te
heffen en een nieuw fond6, als bovenbedoeld
in te stellen, zonder goedkeuring van de Re
geering. Den toestand, door de maatschappij
geschapen, acht de Minister onrecbtmatig, zonder
nut, en schadelijk voor het personeel, -- vooral
bij naasting. En het spreekt van zelf, dat de
Regeering een dergeiijk standpunt niet kan
aanvaarden. Ingrijpende maatregelen zijn dus
noodig, maar met overijiing wil de Regeering
niet handelen. Een drieledige weg zou kunnen
worden ingeslagen 1. een bijdrage van 12
pCt. door het personeel, echter gepaard gaande
met evenredige loonsverhoogiug door de U. IJ.
S. 2o. een wettelijke pensioenregeling3o.
en dat acht de Minister nog't beste het zoeken
van een goede oplossing met de directie der
H. IJ. 8., waaraan de Minister niet wanhoopt,
b.v. in dien zin, dat door de maatschappij werd
betaald 7 pCt. en door het personeel eveneens
7 pCt. echter met zoodanige tegemoetkoming
van Regeeringswege, dat de bijdrage van het
personeel niet meer dan 4 a 5 pCt. zou be-
dragen.
Op den voorgrond blijve staan, bij het zoeken
naar een oplossing, samenwerking tusscben Re
geering en Spoorwegmaatschappij.
Na korte repliek van den interpellant. meent
de heer Schaper, dat de houding van de spoor
wegmaatschappij, om buiten de Regeering te
handelen, eigenlijk begrijpelijk is, waar de
spoorwegmaatschappijen door de houding van
den Minister zelf, bij de begrootingsdebatten,
wel in den waan moeten gebracht zijn dat zij
kunnen sollen met een Regeering, die alles
goedkeurt wat de maatschappijen doen, zelfs
als het personeel, b.v. ten aanzien der arbeids-
en rusttijden, in nadeelige positie komt.
Overigens acht spreker 's Ministers oplossing
sub 3o. een vermeerdering van lasten voor het
personeel.
z/Sst" zei de predikant. //Ik hoor een rijtuig."
Een paar minuten daarua trad de prins bin
nen. Ilij zag Frank aan.
z/Dit is de man, dien Eleonora lief heeft",
zei de predikant.
z/'tls, zooals ik dacht," zei de prins gejaagd.
z/De prinses is niet thuis. Kolonel Browne
is naar Scotland Yard en ik ga naar het opge-
geven adres. Wat Richard Soris betreft
hem behoeven we niet meer te vreezen."
,Hoe? Wat?"
//Hij is dood. Ik ging naar zijn huis. Alles
is in rep en roer. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Hij voorzag, dat het einde nabij was. En nu
heeren, laat ons gaan. U is verwonderd
zei hij tot 1 rank. //Een Schehersoff zal voor
alles het recht verdedigen. Dezen dag, hoop
ik, zullen wij u uwe vrouw in de armen voeren."
LI1.
Toen Eleonora tot bewustzijn kwam, zag zij
zich alleen met Magdalen.
z/Wat heb ik je toch gedaan, Magdalen," riep
het arme meisje. ,/Waarom breng je me hier.
Laat mij er uit."
z/Ik heb je hier gelokt om je eenige vragen
te^ stellen", zei Magdalen koud. //Wanneer je
mij niet helpen wilt, houd ik je hier. Atnalia
De heer Patijn waarschuwt in het licht van
ftr heden gevoerde debatten, tegen de onduide-
lijkheden in artikel 63 der spoorwegovereen-
komst, regelende de aanspraken van het personeel
hi] naasting, onduidelijkheden die tot groote
onzekerheid aanleiding geven. Indien dus de
onderhavige peusioenskwestie tot oplossing komt
moet dit gepaard gaan met een verbetering
van bedoeld art. 63, in dier voege dat aan die
onzekerheid een einde worde gemaakt.
In zijn repliek doet de Minister uitkomen
dat hij, hoewel persoonlijk tegenstander van
naasting, omdat hij overtuigd is dat de voor-
deelen tegen de vele nadeelen niet opwegen,
hij als Minister, als het tot naasting komt,
niets zal nalaten om die naasting op de voor
den staat meest voordeelige wijze te doen tot
stand komen.
Verder deelt de Minister mede, dat spoedig
te verwachten is een wetsontwerp tot wijziging
van art. 63 der spoorwegovereenkomst met de
Staatspoor in het belang van Staat en personeel.
De interpellatie wordt gesloten.
Na de pauze komt in behandeling het wets
ontwerp betreffende wijziging van de wet tot
regeling van het militair onderwijs bij de land-
macht.
De heer Tydeman bepleit o. m. opheffing van
de Cadettenschool.
Ook de heer Duymaer van Twist. Spreker
acht het wetsontwerp op zich zeli onnoodig
het is iugediend om voorziening te brengen in
het incompleet aan offieiereu. Hij wil echter
wel voorscemmen, indien de Minister de perti-
nente verzekering geeft dat de Hoofdcursus niet
in slechte conditie komt.
De Minister van Oorlog antwoordt den heer
Tydeman dat als hij tot uitvoering zal kunnen
brengen, wat hij zich als Minister heeft voor-
geuomen te doen, hij zoo spoedig mogelijk de
hand zal slaan aan een nieuw ontwerp tot al-
geheele herziening betreffende de opleiding. Ook
de Minister acht de Cadettenschool, hoe goede
diensten zij ook bewezen heeft, overbodig, zij
is dan ook ten doode opgeschreven, en, zoo
noodig, kan haar dood nog verhaast worden.
Ook de Hoofdcursus is den Minister niet
sympathiek, want in wetenschappelijke opleiding
staat deze onderwijsinrichting verre ten achter
bij de Militaire Akademie.
De Minister bestrijdt reeds nu het op dit
ontwerp ingediende amendement van de com
missie van rapporteurs.
Het algemeen debat wordt gesloten.
TER NEUZEN, 2 Maart 1910.
Men deelt ons mede dat bij de IJzen-
dijksche stoomtrammaatschappij te IJzendijke
bericht is ingekomen, van den Minister van
is even naar beneden gegaan om verdere maat
regelen te nemen. Niemand, die je hier vinden
zal. Je kunt hier gemakkelijk van het tooneel
verdwijnen, zonder dat ooit iemand weten zal,
dat je'hier was."
z/Je vergeet," zei Eleonora, //dat ik je briefje
thuis liet. Juffrouw Dearwen zal het vinden.
En 't is niet meer dan waarschijnlijk, dat ze
me hier zoeken zullen, als ik wat lang naar
kun zin wegblijf."
vWanneer je niet toestemt in mijn verzoek,
zal ik je elders heen brengen, waar nooit ie
mand je vinden kan. Luister, we hebben niet
veel tijd. Om te beginnen dan je bent niet
Eleonora Sorosis, maar Violet Thorne."
//Violet Thorne? Wat bedoel je," vroeghet
meisje verbieekend. //Wie was dan het meisje
dat vermoord werd
z/Haar werkelijken naam zou je niet interes-
seeren. Ze werd ondergesckoven, begrijp je.
't Andere zullen ze je later wel vertellen
de zaak is niet geheira meer. Laat het je ge-
noeg zijn te weten, dat je op vierjarigen leef-
tijd verdween. We veronderstelden dat je ge-
stoleu werd. Mijn vader had het vruchtgebruik
van je vermogen. En zoo je voor je meerder-
jarig worden stierf, zou hij in het bezit komen
van je enorm vermogen. Hij zocht dus een
Waterstaat, dat hij'bereid is, een wetsontwerp
in te dienen tot het verleenen van een renteloos
voorschot, voor den aanleg van de ontworpen
nieuwe lijnen.
Wanneer belanghebbenden dus de zaak spoedig
tot stand wenschen gebracht te zien, is het noodig
dat bet bedrag van een derde der kosten van
aanleg zoodra mogelijk volteekend is. Het valt
daarom te bejammeren dat de belanghebbenden
in de gemeenten Hoek, Ter Neuzen en Zaamslag
niet meer belangstelling in de zaak toonen,
in tegenstelling met die aan de andere zijde van
den Braakman, waar voor een aanzienlijk getal
aandeelen is ingeteekend. Niet alleen dat door
het totstandkomen der tram de algemeene en
veler particuliere belangen worden gediend,
vooral die van landbouwers en neringdoenden,
maar er bestaan voldoende vooruitzichten dat het
kapitaal in deze onderneming belegd, rente zal
afwerpen.
Gisterenavond gaf de afdeeling Ter Neuzen
van de vereeniging „Volksweerbaarheid" met
medewerking van hare ouder-afdeeling //Voor
Vaderland en Koning" een propaganda-avond
in het Hotel de Commerce" die zeer druk be-
zocht was. Bij afwezigheid van den Voorzitter,
werd de bijeenkomst geopend met eene toespraak
van den vice-voorzitter, den heer Van der Peijl,
die in korte woorden wees op het streven der
vereeniging en de resultaten die daarmede werden
verkregen, terwijl hij vooral in het licht stelde
den bijval die de vereeniging in Zeelaud ge-
niet, daar gedurende de tien jaren die ver-
loopen zijn sedert de vereeniging, door de toen-
malige tijdsomstandigheden ontstaan, werd op-
gerichl, op vele plaatsen afdeelingen werden
gescicht, en Zeeland alleen een vierde telt van
het geheele aantal leden der vereeniging in het
geheele land.
Hij wees op het nut van het beoefenen der
gymnastiek, een krachtige factor voor ontwik-
keling van lichaam en geest, en beval den cursus
in de gymnastiek, vanwege de vereeniging voor
knapen gegeven wordende, ten zeerste in aller
belangstelling aan.
Hij gaf vervolgens het woord aan den heer
J. F. de Cooker, den nog alleen hier woon-
achtige stichter der voor 24 jaren opgerichte
scherpschuttersvereeniging //Voor Vaderland en
Koning," om de prijzen uit te reiken, uit-
geloofd bij den in den namiddag van wege die
vereeniging gehouden onderlingen schietwed-
strjjd, op de baan van 200 M., met geweer
model M 95.
De pryzen waren ten deel gevallen aan de
heeren C. van Fraeyenhove met 53 p. eerste
prijs, M. van Luijk met 52 p. tweede prijs,
H. van der Vliet met 50 p. (laatste sckot 11)
derde prijs, G. J. F. Rijnberg met 50 p. (1. s. 10)
vierde prijs, K. Hamelink met 49 p. (1. s. 11)
remplaqante voor je want je begrijpt wel.
het geld wilden wij houden. We vonden een
uitstekende. Een vrouw wilde haar kind afstaan
en wij waren geholpen. Jaren later vond mijn
vader je terug. Je liep aan de hand van
Margaretha Holden. Hij berkende je terstond.
Je gelijkt sprekend op je moeder en bij een
volgenden keer zag hij het merk op je hand.
Toen verlorer. we je weer een tijd lang uit het
oog, tot op zekeren dag, kort voor Margaret ha's
dood. Herinuer je je niet een groote vrouw
met sneeuwwit haar en een dichten sluier voor
Dat was ik. Ik kwam nu en dan eens zien
hoe je het maakte. Het verdere weet je. Je
kwam bij ons in huis, Yiolet stierf en wij
erfden haar vermogen. Dat is alles."
z/Neen, niet alles," kreet Eleonora. //Dat
verhaal over mijn ontoerekenbaarheid dan
z/Ik begrijp zelf niet, hoe dominee Tempest
daar toe kwam. Zi]n vrouw moet op haar
sterfbed gefantaseerd hebben. Anders weet ik
er niet op."
z/En gij hebt daar profijt van getrokken,
Magdalen. Wat ben ik al dien tijd ongelukkig
geweestJe hebt mij mijn rechtmatig eigen-
dom onthouden, maar nu zult ge het hebben
af te staan
(Wordt vervolgd).
mm
nit blad ve*schijnt tl»and»r{', Woeasda);. en Vtijda^avond, nOce*ond«rd op PeeB(dB»en- bij tie p'irnm 1*. «8. frA.% UK SA ABBS'. te Ter Hfiiieii.