Ter Neuzensche Courant Zaterdag 7 Augustus 1909. 49' Jaargang. TeTTlTeto n. No. 5336. Buitenland. Binnenland. TWBEDB BXjAJD. S P A N J E. Z W EDEN. EVIAROKKO. RUSLAND en ENGELAND, TER NEUZEN, 6. Augustus 1909. Het blijkt dat de opstandelingen van Barcelona vreeselijk hebben huisgehonden tijdens't oproer van 27 31 Juli. Niet minder dan 37 kerken en kloosters zijn in brand gestoken, o. a. de kerken San Pedro-de-las Paellas, San Cucufate, San Pablo, Santa Madona, San Andres, de Marcus-kapelverder de kloosters van Pueblo Nuevo, San Antonio, van de monniken van la Granja en Sarria, 't Franciskanerklooster Santal en het Capucijnerldooster Galvany, de Lorette-, San Miguel-, Madelaine-, Vicentius-,Carmelieten- en Maria-klooster e. a. religieuse instellingen. De meeste werden den 2isten in brand gestoken, maar de volgende dagen, toen de onderdrukking van 't oproer in vollen gang was, namen de oproerlingen telkens de kans waar om wraak te nemen op de kloosterlingen. Als 'n bewijs dat rustiger periode is ingetreden wordt gemeld, dat enkele gearresteerde repu- blikeinen, o. a. Emanuel Iglesias, die men reeds doodgeschoten waande, op vrije voeten zijn ge- steld. Ook de perscensuur werkt minder streng. Het aantal gevangen revolutionnairen, dat in lianden der autoriteiten is, bedraagt rond 2000. De krijgsraden zullen hen vonnissen. Het juiste aantal dooden dat tijdens den opstand is gevallen zal wel nooit met juistheid zjjn te bepalen, daar na elk straatgevecht de oproerlingen huu dooden, die verscheidene honderden zouden bedragen, begroeven. Het „Berl. Tagebl." meldt dat men in hofkringen al toebereidselen nam om de koningsfamilie in tijd van gevaar buitenslands te brengen. In de baai van San Sebastian lag een Engelsch oorlogsschip gereed om de koningin en de kinderen naar Eugeland overte brengen. Overigens ligt San Sebastian zoo nabijdeFran- sche grens dat de koningsfamilie zich spoedig in veiligheid had kunnen stellen. De Ministers wenschten dat Koning Alfous zich naar Biarritz zou begeven omdat zij bewijzen in handen kregen, dat men een aanslag op zijn leven in 't schild voert. In San Sebastian heerscht'n vroolijke stemming nu 't oproer gedempt is. Feesten worden geor- ganiseerd, men steekt vuurwerk af en stieren- gevechten worden voorbereid. De uitsluiting die door den Zweedschen bond van werkgevers in verschillende bedrijven is afgekondigd is aanstonds gevolgd door een groote werkstaking. Dertig bij de uitsluiting betrokken vakver- eenigingen besloten den strijd aan te binden. Verder besloten de lijnwerkers bij de rijkstele- foon, de melkventers en gemeentewerklieden te Stockholm, alle georganiseerden te Malmo, behalve 't trampersoneel, den arbeid neer te leggen. Maar de staking is lang niet alge- meen. 't Tramverkeer in de hoofdstad wordt onderhouden, de gemeente-werklieden zijn als gewoonlijk aan den arbeid, alleen het werk in de fabrieken is stop gezet, maar ook zijn er uitzonderingen. Orde en rust zijn niet verstoord de zaken zijn geopend. Uit Malmb wordt gemeld, dat het werk in de haven, wanrin maar weinig schepen liggen, voor het grootste gedeelte is neergelegd. Het aantal stakers in Schonen is ongeveer 45,000, waarvan 8000 te Malmo. i) i. De predikant van Rivercross, de heer Tem pest, sloeg met een vriendelijke, besliste bewe- ging het hek, dat de pastorie van de kerk scheidde, dicht en trad met verhaasten tred op de kerk toe. Het was reeds laat. Nog weinige ininuten en het klokgelui zou ophonden de menschen ter kerk te roepen. Hij had den geheelen na- middag bij een oude, stervende vrouw gezeten en dronk nu met gretige teugen de beerlijke, frissche lucht in. Hij ontblootte het hoofd en liet het zoele zomerkoeltje door zijn korte, donkere haren spelen. Halverwege de kerk gekomen, ontmoette hij een meisje. Zij behoorde niet tot zijne gemeente, want hij kende iedere ziel, elks vreugde en smart. Zij zag verlegen naar de zwarte gedaante, in sombere toga gehuld, op. De predikant vertraagde zijn stap. Zijt gij de predikant van Rivercross, Tem pest V" vroeg zij. Hij schrikte op het hooren van hare stem. In langen tijd had hij zulk een stem niet ge- hoord. zij leek hem toovermuziek, de aanhef was beschaafd, het accent zuiver. ffDie ben ik," antwoordde hij, „kan ik iets voor u doen In Gotenborg zijn een 200 werkwillige haven- arbeiders uit vrees voor mishandeling wegge- bleven, maar men heeft de laatste dagen haast gemaakt met de werkzaamheden in de haven, zoodat de stoomschepen van de vaste lijnen op den gewonen tijd konden vertrekken. De noodzakelijke ladingswerkzaamheden werden nog door de bemanning der schepen gedaan. Het aantal stakers in Gotenborg is 10,000. Onafgebroken zendt de Spaansche regeering versterkingen naar Marokko. Alles wordt er nu opgezet om de weerspannige Mooren tot rede te brengen. Zelfs de onderhandelingen met sultan Moeley Hafid, die geheel buiten den strijd in Noord-Marokko staat, omdat bij evenmin als de Spanjaarden er iets te zeggen heeft, zijn afgebroken. Eerst dient de Melilla- kwestie opgelost. Deze is reeds van ouden datum. Sedert 4 eeuwen behoorde Melilla aan Spanje. In 1496 had Ferdinand de katho- lieke de als onneembaar beschouwde rotsvesting veroverd. In de 19e eeuw moest Spanje niet minder dan 5 expeditities uitrusten om zijn gezag te handhaven. De veldtocht van 1859 duurde bijna 2 jaren. De laatste groote strijd in Noord-Marokko dateert van 1893. Toen sneuvelde generaal Margallo en maarschalk Martinez Campos kon eerst met 'n leger van 29 generaals en 25000 man aan de Mooren 't hoofd bieden. Bij 'tsluiten van den vrede moest Marokko 10 millioen gulden betalen. De jongste gevechten bewezen dat't Moorenras nog niets van zijn taaiheid heeft verloren. Eergister zijn twee transportschepen met versche troepen te Melilla aangekomen. Ver scheidene kanonneerbooten zijn naar de wateren van Noord-Afrika vertrokken om tegen den sluikhandel in wapens te waken. De militaire deskundige van't ,/Berl. Tagebl." oordeelt dat 60,000 a 80,000 man noodig zijn om de Mooren er onder te krijgen. Kau Spanje zulk 'n leger op de been houden, waar de vredessterkte van het leger slechts 100000 man bedraagt? De schrijver ontkeut dit en meent, dat wanneer de Spanjaarden enkele voordeelen behaald hebben, zij blij zullen zijn vrede te kunnen sluiten. De Czaar is Woensdag te Cowes op Wight aan land gegaan. Voorzichtigheidshalvege- schiedde de landing op een eenzaam plekje. Per auto reden de Czaar en Koning Edward daarop naar Osborne. Later kwamen ook de Czaritsa en de kinderen op Osborne. De kinde ren mochten aan 't strand spelen, op een door de politie afgezet gedeelte. De oudste dochcertjes van den Czaar deden, vergezeld door politie- ambtenaren, inkoopen in enkele winkels te Cowes. 's Avonds zes uur keerde 't geheele gezelschap aan boord der jachten terug. De Czaar heeft een beker geschonken als prijs voor de heden te houden zeilwedstrijd. In een gesprek van Reuter's correspondent met Iswolsky, verklaarde deze dat de vorsten- or.tmoeting de meest bevredigende gevolgen zou hebben. De Engelsch-Russische betrek- kingen zijn in niets tegen een anderen staat gericht. In zake Perzie, zei Iswolski, dat men zich nu zal bezig houden met een schikking in zake andere kwesties, die kunnen rijzen. Ten aanzien van den Balkan zei hij, dat indien op dit gebied eenige moeilijkheid ontstaat, Engeland en Rusland attijd hun invloed zullen aanwenden om den status quo te handhaven. „Ik vroeg in de kerk naar u," vervolgde zij- „Zij zeiden mij, dat u dezen kant been kwaamt voor den namiddagdienst. Ik heb een brief voor u." Weer zag hij naar haar. Wie zond haar Zoo staande in het schijnsel der ondergaande Julizon, geleek zij meer op een geestverschij- ning dan op eene vrouw. Zij was eenvoudig in het zwart gekleed. Hare groote oogen waren schittereud blauw. Zij stak hem een couvert toe en werktuiglijk nam hij het aan, luisterde naar het wegstervend geluid der kerkklok. „Ik kan hem nu niet lezen," zei hij vriendelijk. „lk ben reeds laat." „Maar zij sterft," zei het meisje. Wie? Eene vrouw? Sterven Waar?" In eeue vergadering der Chr. bootwerkers- vereeniging te Rotterdam werd door het bestuur ruedegedeeld, dat een deputatie uit zijn midden Dinsdag27 Juli door den Minister van Landbouw, NijverlTeid en Handel in particuliere audientie was ontvangen, ten einde de door de Vereeni- ging gemaakte op- en aanmerkingen op het voor-ontwerp Stuwadoorswet nader toe te lichten. In een onderhoud van 11/s uur werd het advies van de Vereeniging besproken, waarna de Minister meedeelde, dat bij de samen- stelling van een eventueel nieuw voor-ontwerp, met de opmerkingen van „Toenadering" zou worden rekening gehouden. Allereerst zou ernstig worden overwogen de opmerking van „Toenadering" om aan hen, die barter dan een jaar in het bedrijf werkzaam zijn, arbeidersboekjes van een afzonderlijke kleur te geven. Voorts merkte de Minister op, dat hij een nieuw artikel XVIIb, waarin den be- sturen der vakvereenigingen in het havenbedrijf de bevoegdheid wordt verleend, voor de rechten harer leden op te komen, overbodig achtte, daar het z. i. vanzelf spreekt, dat de besturen der vakvereenigingen kunnen optreden voor de rechten harer leden gelijk door „Toenadering was gevraagd. Wat de weaken der vereeniging betrof aan- gaande art. XIX van het voor-ontwerp, ook deze zouden door den Minister ernstig worden over wogen, zoodat bij de samenstelling, der com- missie voor het havenbedrijf wellicht de wenscheu van „Toenadering" in vervulling komen, waar- door de werklieden-leden dier commissie twee jaar in het bedrijf zullen moeten werkzaam zijn geweest en de organisaties dan ook eenigen invloed op de samenstelling dier commissie kun nen uitoefenen, terwijl voorts deze commissie bij de benoeming der ondergeschikte ambtenaren zou worden geraadpleegd. Eindelijk achtte de Minister het billijk, dat evengoed als de patroons ook werklieden ge- straft kunnen worden, wanneer zij de werking der wet door doen of laten verhinderen. Ten slotte deelde de Minister nog mede, dat er een nieuw voorontwerp zal worden saamgesteld en bet in zijn voornemen ligt, zoodra dit gereed is, nogmaals de Vereeniging daarover te hooren. win Westborough. De predikant wandelde naast haar voort. Bij de kerkdeur bleef hij staan en zag haar verward aan. Westborough lag op zeven mijl afstands en behoorde niet tot zijne gemeente. Hij kende er niemand. „lk kan den brief nu niet lezen," herhaalde hij „maar na den dienst zal ik u gaartie van dienst zijn, wanneer ik u kan helpen. Wilt gij in de kerk komen of wilt gij naar rnijn huis gaan en daar op mij wachten?" „lk zal in de kerk gaan," zei het meisje. Hij verliet haar en trad de kerkekamer bin- nen. De organist begon te spelen. Hij legde den brief van de onbekende op de tafel en zag even vluchtig naar het handschrift van het adres. De kerkeraadsleden zagen toen een vreemd Door den Commissaris der Koningin is een verguld zilveren medaille beschikbaar ge- steld voor den op 22 en 23 September a. s. vanwege de scherpschuttersvereeniging „Voor Vaderland en Koning" te Ter Neuzen te houden schietwedstrijd. Naar we vernemen zal a. s. Zondag een gezelschap Belgische middenstandersslagers, bakkers, winkeliers enz., uit Brussel, een bezoek brengen aan Ter Neuzen. Zij zullen ongeveer des middags, met eene stoomboot uit Antwerpen arriveeren. en mogelijk vergezeld zijn van een muziekgezelschap. Het gezelschap wordt geleid door den beer F. Focketyn, secretaris van den Belgischen journalistenkring. Bij den te Vlissingen gehouden provincialen schietwedstrijd, uitgesehreven door de schiet- (weerbaarheids)vereeniging „Voor Vaderland en Koningin", onderafdeeling van Volksweerbaar- schouwspel. Hun geliefde voorganger wankelde en viel in een stoel, terwijl hij onafgebroken op den brief staarde, alsof er geen Woensdag- avond dienst bestond. Plotseling zag hij op. „Zeg aan mijnheer Asthon, dat hij nog wat doorspeelt," zei hij. Daarna verbrak hij het zegel van het couvert en begon te lezen. Na de godsdienstoefening zocht hij het meisje op. „lk ga met u mede," zei hij. Tien minuten later reden zij samen het dorp door. Slechts driemaal sprak hij tot het meisje. „Zijt gij zeker, dat zij sterven gaat „De dokter zeide het." Na een lange stilte vroeg hij weer „Hoe heet gij?" „Eleonora.'* „Woont gij bij haar?" „Ik heb, zoover ik mij berinneren kan, altijd bij haar gewoond. Zij is alles wat ik op de wereld heb." De schemer viel in, toen zij Westborough bereikten. „Waar is de straat?" vroeg hij. „Achter de markt." Hij zag haastig naar haar. Zijne stem klonk, alsof hij kermde. „Dat zijn achterbuurten." „Ja, wij zjjn zeer arm," zeide zij een voudig. „Ik zal hier uitstappen. Wij kunnen er te voet been loopen." Eenige minuten later bereikten zij het huis. heid", kwamen, in verband met hunne geschoten serie, voor het brevet als oorlogschutter in aan- merking de heerenC. van Fraeijenhove 3e kl. D met 2839 p. en J. J. Verjaal 3e kl. E met 2352 punten beiden te Ter Neuzen. Op de vrije baan (150 M. 3 schoten, maximum 72 p.) werd de 3e prijs behaald door den heer J. J. Verjaal met 70 p. Te 's Gravenhage is geslaagd voor het examen handteekenen L. O. de heer K. J. G. Eggermont te Clinge. Volgens mededeeling van den Inspecteur van het Loodswezen is de rood en zwart horizon- taal gestreepte kogelton No. 42 met kegel van het Nauw van Bath vervangen door eene stompe ton No. 42 met afgeknotten kegel, op ongeveer 51°, 23', 5" N.b. en 0°, 43', 44" W.l.deze ton wordt 's winters niet door een drijfbaken vervangen. De stompe ton No. 16 van de Everingen, op ongeveer: 51°, 21', 14" N.b. en lu, 1 W.l., is opgenoraen. De minste diepten in de tonnenlijn vindt men nabij de stompe ton No. t en de zwarte lichtboei No. 19, respectievelijk 51 en 60 d.M. water. Verder zijn in de Oude Everingen de volgende tonnen verlegd de stompe ton No. 2, op ongeveer ol" 23 20 N.b. en 1° 1' 26" W.l., de stompe ton No. 4, op ongeveer 51° 23 21 N.b. en 0° 59'44" W.l., de spitse ton No. 3, op ongeveer 51" 23 12 N.b. en 1°0'53" W.l. Eene stompe ton No. 5 is gelegd, op ongeveer 51° 23' 22" N.b. en 0°59'12" W.l. Op den W.lijken- en O.-lijken drempel van dit vaarwater staat thans middenvaarwaters, respectievelijk 37 en 43 d.M. minste water. Zaamslag, 5 Aug. De schilder H. Wisse kookte gisteren in zijne woning boenwas op een petroleumstel. Eensklaps sloeg de vlam in de pan, waarop hij het toestel opnam, om het naar buiten te dragen. Dit doende liep hij tegen een ander persoon, in zijne woning aan- wezig, waardoor hij met de brandende stof in aanraking kwam en zijne kleeren vlam vatten. Alsnu snelde hij de straat op en liet zich tegen den grond vallen, waardoor hjj de vlam men kon dooven. Aan beide handen en polsen had hij vreeselijke brandwonden bekomen, zijn aan- gezicht was redelijk gespaard. Zijne kleeren zijn aanmerkelijk beschadigd. Door Dr. Van Renesse werd aanstonds hulp verleend. W. lijdt veel pijn, Koewaelit. Donderdag morgen ontdekten een paar Belgische ambtenaren pas over de Hollandsche grens een 6tal vette varkens, die blijkbaar frauduleus ingevoerd waren. De ge- leiders hadden zeker lont geroken en waren gevlucht. De varkens werden voorloopig gestald bij den herbergier A. W. alhier en zijn later naar het kantoor der invoerreehten overge- bracht. Zij hebben eene waarde van ruim 800 francs. Hengstdijk. Dinsdag vierde de ZEerw. heer J. Daverveld, pastoor dezer gemeente, zijn 25jarig priesterfeest. Des morgens werd eene plechtige H. Mis met assistentie opgedragen, waarna een royale brood- bedeehng aan de armen plaats had namens den jubilaris. Van de woningen wapperde de Nederlandsche driekleur. „Kunt ge ergens wachten vroeg de predi kant. „Ik wil alleen met haar zijn. Zij knikte toestemmend en verdween. Hij ging naar boven en stapte het vertrek binnen. In het eerst zag hij niets, want een donker blind was voor het enkele venster ge- schoven. Een oogenblik later kon hij eenige omtrekken zien een tafel, een stoel en een kast. Een zwakke stem kwam van uit een ver- wijderden hoek. „Johan, zijt gij het? Zijt gij gekomen?" Hij deed een stap naar voren en zag een smal bed, waarop eene vrouw lag. Het volgende oogenblik lag hij op de knieen en klampte de magere hand, die naar hem uitgestoken werd, vast. „Margaretha Margaretha, mijne vrouwA" De angst in zijne stem was onbeschrijfelijk. De sterke, bedaarde, geduldige verkondiger van Gods Woord was verdwenenin diens plaats was een arm sterveling, door bitter verdriet gebogen, tegenover deze wanhoop, gekomen. „Johan." fluisterde' de vrouw, „ik ben zoo gelukkig dat gij gekomen zijt. Ik moest u nog eenmaal zien. Laat mij u bekijken, Johan. Hij richtte het hoofd op en staarde haar vurig, koortsachtig aan. „Doe het blind open ik kan het licht nu weer verdragen." Hij gehoorzaamde haar. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1909 | | pagina 5