A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No, 5248
ZEEMILITIE.
Gemengde berichten.
Zaterdag 9 Januari 1909.
499 Jaargang.
HBBSTB BLAX).
MAEKT
eene PAARDENMARKT
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika l,321/s en voor
bet overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bp aile Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
T e 1 e f o on No. 2 5.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
te AXEL.
Burgemeester en Wethouders van AXEL,
maken bij deze bekend, dat op Rlaandag
den II Januari a. s.,
zai worden gehouden, aanvang nemende des
voormiddags ten Hen ure.
Axel, den 18 December 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HL1ZINGA, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
Ook in Den Haag wordt een dameseomite
gevormd tot aanbieding van een gesehenk
aan H. M. de Koningin bij de te verwachten
heugelijke gebeurtenis.
Het is den hoefijzer-correspondent van fl b 1.
bij informatie gebleken, dat de dames uit Am
sterdam, Den Haag en Rotterdam drie afzonder-
lijke geschenken willen aanbieden.
In Den Haag bestond aanvankelijk het plan
te trachten tot een nationale huld'e te komen
do'cb toen daarvoor medewerking werd verzocht
te Amsterdam, bleek, dat men daar reeds voor
een stedelijk gesehenk aan het werk was. De
drie groote steden gaan dus na elk haar eigen
weg.
Naar gem eld wordt is de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Talma,
belast met de tijdelijke waarneming van het
departement van Waterstaat.
Kederland en Venezuela.
Bij de regeering is thans bericht ontvangen,
dat het decreet van 14 Mei (belemmering van
den handel op Cura9ao) door Venezuela formeel
is opgeheven en tevens het exequatur aan alle
Nederlandsche consuls in Venezuela terug-
gegeven is.
Minister Bewers. f
De heer J. G. S. Bevers, Minister van Water
staat, is Dinsdag tegen den avond te's Graven-
bage plotseling overleden.
Het droevig feit, het schokkend-onverwachte
daai van en de omstandigheden waaronder het
voorviel, wektengrooteontsteltenisendeelneming.
Nadat de Minister zijn departement, na afloop
der gewone werkzaamheden 's middags had ver-
laten, deed hij een wandeling door het Bosch
in de richting zijner woning.
De heer Bevers was vergezeld van mevronw
Van W., wier echtgenoot, hetvroegere Kamer-
lid, den thans ontslapene in nauwe vriend-
schapsbetrekking stond.
Op het waudelpadlangsden Koekamp gekomen,
gevoelde de heer Bevers zich plotseling onwel
hij zeeg ineen en was bewusteloos.
De voerman van een met een paard bespannen
wagen stelde deze ter besc'.ikkingom den lijder
I naar diens woning in de Daendelsstraat over
te brengen.
Men kon zich de ontsteltenis in zijn huis
voorstellen. Ondanks den geweldigen schok,
die haar zoo onvoorzien trof, had mevrouw
Bevers de geestkracht en de zelfbeheersching
om zelve voor onmiddellijke geneeskundige hulp
te zorgen.
Liefderijke en deskundige bijstand mochten
evenwel niet meer baten. Na een kwartier gaf
den heer Bevers den geest.
Hem had 'een beroerte getroffen, die aan
zijn werkzaam leven op 't onverwachtst een
einde maakte, zijn eervolle loopbaan op eenmaal
afsneed, hem aan den dienst van Koningin en
vaderland onttrok.
Mr. Bevers trad, nauwelijks een jaar geleden
(11 Februari 1908) als raadsman der Kroon op,
in het Ministerie-Heemskerk, waarin hem de
portefeuille van Waterstaat werd toevertrouwd.
De keuze was op hem voor dat departement
gevallen, nadat hij in Den Haag het beheer
der publieke werken als wethouder gedurende
verscheidene jaren had geleid, toen bij, als ad-
vocaat aldaar zich gevestigd hebbende, eenigen
tijd tevoren als lid van den gemeenteraad was
opgetreden.
Zijn juridische bekwaamheden werden erkend,
toen hij als lid der commissie van voorberei-
ding voor de faillissementswet werd aangewezen.
De heer Bevers had zich toen reeds in het
staatkundig leven bewogen korten tijd was bp
n.l.* lid van de Tweede Kamer voor Doetinchem
en na de jongste ontbinding van de Eerste
Kamer nam hij in dat hooge wetgevend college
zitting.
Het Ministerschap van den heer Bevers had
nog te kort geduurd om hem gelegenheid te
geven al zijn krachten in deze betrekking te
ontwikkelen. Toch werd onder zijn bestuur
reeds menige belangrijke maatregel van wet-
geving voorbereid.
De heer Bevers was een beminnelijk man.
Is voor zijn naasten familiekring zijn plotseling
verscheiden een zware slag, niet minder onder
zijn collega's, zijn vroegere ambtsbroeders in
de balie, die hem indertqd in den Raad van
Toezicht en Discipline voor de Orde van Advo-
caten kozen in de chariteits-kringen vooral,
waarin de nu ontslapene zich met voorliefde
bewoog, zal zijn heengaan een smartelijken
indruk maken.
Onder zijn geloofsverwanten was Bevers ook
een man van beteekenis, van gezag en van
invloed. Gedurende een reeks van 25 jaren
maakte hij deel uit van het Regenten-eollege
van het R.-K. Weeshuis. Het voorzitterschap
van den Hoofdraad der Vincentius da Paulo-
vereeniging werd door den heer Bevers bekleed
en toen bp verleden jaar tot Minister werd
benoemd, werd hem het eere-voorzitterschap
opgedragen als erkenning zijner groote ver-
diensten en zijner toewijding aan dit groote
liefdadigheidswerk. In het kerkbestuur der
parochie van den H. Anthonius en Lodewijk
had hij als kerkmeester zitting. Naast een
pauselijke orde sierde het ridderkruis van den
Nederl. Leeuw de borst van dezen nobelen man.
Op betrekkelijk weinig gevorderden leeftijd
is Mr. Bevers zijn gezin, het vaderland, zijn
velen vrienden, de kerk ontvallen. Op 56jari-
gen leeftijd is hij gestorven. Hij was 23 Sep
tember 1852 te Roermond geboren. De staat
zijner gezondheid deed geenszins dezen slag
verwachten. Nog Maandagavond bevond hij
zich onder de genoodigden ten Hove. Zijn ge
wone opgewektheid deed allerminst een zoo
spoedig einde voorzien. Toch had de nu ont
slapene misschien zich weinig ontzien. Zijn
vrienden wisten, dat hij nu en dan aan be-
nauwdheden leed, die wellicht grooter zorg
hadden vereischt dan de volijverige man zich
gunde.
Zijn nagedachtenis zal in zeer ruimen kring
in eere blijven.
In de Woensdagavond gehouden vergadering
van de Eerste kamer, waarin behalve de Minister
van Binnenl. Zaken en van Oorlog, alle Ministers
aanwezig waren, hield de Minister van Finan-
cien, de heer Kolkman een met bewogen stem
uitgesproken rede, waarin hij met weemoed
mededeeling deed van het overlijden van den
Minister van Waterstaat, Mr. Bevers.
Aan de persoonlijke gevoelens, die hem ten
opzichte van den betreurden overledene beziel-
den, te dezer plaatse het zwijgen opleggende,
schetste Minister Kolkman zijn ontslapen ambt-
genoot als trouw en ijverig, eerlijk en zichzelf
geheel gevend in zijn openbare leven.
In zijn privaat leven was het zijn groote
roem te werken tot heil der minderbedeelden
en voor hen, die leefden.
Door zjjn heengaan verliest de Koningin een
trouw onderdaan, het Vaderland een zijner
nobele zonen en wij, zijn ambtgenooten, een
hooggewaardeerden medewerker en vriend.
Moge God zoo eindigde de Minister
hem de eeuwige rust verleenen en zijn treu-
rende weduwe steunen door Zijn troost.
De Voorzitter verzekerde, dat de Kamer de
droeve mededeeling met leedwezen en weemoed
had ontvangen, herinnerde aan het lidmaatschap
van Mr. Bevers, van deze Kamer en schetste
zijn groote kennis op administratief gebied, zijn
heldere adviezen en zijn aangenamen omgang.
Spreker meende niet beter te kunnen doen,
ter kenschetsing van de verdiensteu van Mr.
Bevers, tydens diens kortstondig Ministerschap,
dan te herinneren aan de hulde, hemjuistacht
dagen geleden door een lid der Kamer gebracht,
die Mr. Bevers noemde een practisch Minister
met commercieelen geest.
Het had spreker getroffen dat de laatste
woorden, die Mr. Bevers hier in deze Kamer
mocht hooren, wareneen onwedersproken lof-
tuiting.
Op voorstel van den Voorzitter werd besloten
een brief van rouwbeklag aan de weduwe te
zenden.
De Minister en de leden hadden zich tijdens
de redevoeringen van hun zetels verheven.
De Kamer ging, nadat besloten was Donder-
dag en volgende dagen de hoofdstukken der
Staatsbegrooting in de secties te onderzoeken,
tot nadere bijeenroeping uiteen.
H. M. de Koningin.
Een middag-wandeling.
De Haagsche correspondent van de //Tel."
schrijft
Dinsdagmiddag, even voor twee uur
De portier van het //Hotel des Indes," voor
den ingang staande, kijkt eens naar boven en
knikt, tevreden over het mooie weer, op zeer
genadige wijze tegen den koetsier van 'n aapje,
die hunkerend naar 'n //vrachie", met de argus-
oogen, zijn ras eigen, speurt of er niets te
veroveren valt. De boomen in't Voorhout staan
kaal en leeg, maar er tintelt glinsterend zon-
licht door hun takken en in den mooi-blauwen
hemel glanst, zou meu haast zeggen, al iets
van voorjaarsweelde Voor 't paleis van de
Koningin-Moeder staan 'n paar menscheneen
juffrouw met 'n kinder wagen drentelt op en neer.
Twee schildwachten, links en rechts van het
paleis, staan rustig, geweer bp den voet, plaats
rust. Een politie-agent wandelt met regel-
matigen tred, het groote, door palen afgebakende,
vierkant langs
Een dame nadert 'm
//Agent", vraagt ze, ffkunt u me ook zeggen,
of de Koningin binnen is de jonge Ko
ningin
#Die is binnen," antwoordt de agent en
monstert de vraagster met speur-blik.
Maar de dame weet genoeg: zij zal wachten.
Agent begint weer te vierkanten. Een //geheime",
van de recherche, staat rond te spieden
Daar vliegen de paleis-deuren open.
De in de nabijheid wandelende menschen
schieten wat naderbij. Schildwachten trekken
voet bij, presenteeren 't geweer, staan onbe-
weeglijk en stroef. De agent staakt z'n vier-
kantloop, salueert
De Koningin komt naar buiten.
TER lElIZESSCHE COURMT.
Dlt bliid ¥ernrliijn< TlHrtrnlHy-, W nendag. en Vrijdagavond, nltgeznnjeril up FeeafdayeD. l»ij de Fir 111 a 1*. J. VAW OK 8ASBE te Ter Aeuzen.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente TER
NEUZEN brcngen, ter voldoening aan art. 138 der
Militiewet 1901, bij deze ter kenDis van wie bet aangaat,
dat de lotelingen voor de lichting der nationale militie
van lOOO, die verlangen bij de ZEEMILITIE te
dienen, worden nitgenoodigd zieh voor 1 Februari
eersticomende, bij hen, Burgemeester en Wethouders,
aan te melden of te doen opgeven ter Gemeente seere-
tarie te Ter Neuzen; tot welke aanmelding of opgave
elken werkdag van 9 uur voormiddag tot 6 uur na-
middag, en meer bijzonder op Dinsdag den 19 Januari
1909, des voormiddags te 10 uren, te dier plaatse gelegen-
heid zal zijn.
Voor indeeling bij de Zeemilitie komen uitsluitend in
aanmerking de lotelingen, die ter volledige oefening
worden ingelijfd. Voorts moeten zij een beroep uit-
oefenen of eene positie bekleeden, als is aangegeven in
onderstaande Lijst.
Zeev&renden. A. Stuurlieden, stuurman^leerlingen,
matrozen, lichtmatrozen en jongens op koopvaardij-
schepen van de groote en kleine vaart en op zee-
sleepbooten.
Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden van
loodsvaartuigen, tonnenleggers en jachten.
Diepzeevissehers en Noordzeekust-visschers.
Leerlingen van zeevaartscholen.
Binnenschippers. B. Sluurlieden, schippers en schip-
persknechts van Rijnschepen, aken, tjalken en andere
vaartuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers-
knechts van passagiers- en sleepbooten op binnen-
wateren.
Zuiderzeevisschers.
Visschers op Zeeuwsche wateren en op de groote
rivieren.
Mossel- en oestervisschers.
Schuitenvoerders, vletterlieden en veerlieden.
Smeden, stokers, machinisten en bankwerkers. C. Ma-
chinisten en machinist-leerlingen op schepen en
vaartuigen, bij spoor- of tramwegen en op fabrieken
en andere inrichtingen.
Stokers als boven.
Machinedrijvers (hieronder begrepen drijvers van
motorbooten en automobielen).
Smeden en smid bankwerkers.
Machine-bankwerkers en gewone bankwerkers
(hieronder ook te verstaan rijwielherstellers).
Werktuigmakers.
Kolentremmeis.
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koper-
slagers, ketelmakers, vijlenkappers en voorslagers).
Electriciens.
Studenten in de werktuigkunde of in de electro-
techniek.
Leerlingen van de Kweekschool voor machinisten
te Amsterdam of van een cursus voor machinisten.
Overige beroepm. D. Telegrafisten (hieronder ook
te verstaan radio-telegralisten).
Scheepsbeschieters.
Scheepstimmerlieden (scheepmakersj.
Koek-, brood- en banketbakkers of -knechts.
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van schepen
Of vaartuigen, hetzij aan den wal.
F. Kofliehuis- en hotelbedienden.
Hofmeesters en kellners op schepen of booten.
G. Ziekenverplegers.
Barbiers.
A pothekersbedienden.
Studenten in de geneeskunde of in de artsenii-
bereidkunde.
H. Personeel van 's Rijkswerven.
N.B. De personen, genoemd onder A, B en D komen
allereerst in aanmerking voor inlijving als zeemilici&n-
matroos.
De personen. genoemd onder C, komen allereerst in
aanmerking - jor inlijving als zeemiliden-stoker.
De person ,n, genoemd onder E, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemiliden-kok.
De personen genoemd onder F, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemiliden-hofmeester.
De personen, genoemd onder G, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemilicien-ziekenverpleger.
De personen genoemd onder II, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemiliden-matroos of stoker, al naar-
mate van het beroep, dat zij uitoefenen.
Hierbij wordt het volgende bekend gemaakt-
1°. Alle lotelingen, die zich voor de Zeemilitie zullen
hebben aangemeid of zullen hebben doen ongeven
,!n h„et. tijdvak van 1 tot 15 Maart 1909 worden'
ingelijfd. Bij de inlijving zal uit die lotelingen de
zuHen Sienen ®n Va" heu' die biJ dc Zeemilitie
2°. Van hen, die voor de Zeemililie zullen zijn uit-
gekozen zal het meerendeel dadelijk na de inlijving
honden te "i"? wei'kelijken wo2^
gezonden no'1 lle.ove,',gen n»et verlof zullen worden
oefeningstiid n j6— ageQ van Aug»stup. De
dienst gw„ lnVa" ,ei}b dl? A»gusl«s in werkelijken
oefeningstiid vmPh -18 Van geli.iken dllu|- als de
aanvanft J hen* W,er dienst in Maart
3°. De lotelingen kunnen bij de aangifte ter Ge-
k»nh InllJvlrig, verlof tot Augustus. Met hunnen aldus
aenbaar gemaakten wensch zal zooveel doenlijk rekenine
worden gehouden, waarbij echter woTdt tpgemerH
dat de lotelingen geen vrijheid zullen hebben hnnne
aangifte voor de Zeemilitie ongedaan te maken, zoo
huu in deze kenbaar gemaakte wensch niet mocht
worden vervuld. Mochten zich minder lotelingen be-
schikbaar stcllen voor verlof tot Augustus dan het
vereischte aantal, dan zal de aanwijzing plaats vinden
door middel van loting.
De aandacht van de lotelingen wordt nog gevestigd
op art. 116 der Militiewet 1901, luidende als volgt
</De bij de militie te land ingelijfden worden niet tot
het aangaan van eene verbintenis voor de buitenlandsche
zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toestemming
vanwege Onzeii Minister van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet ge-
weigerd aan de lotelingen, die reeds voor hunne inlijving
bij de militie hun beroep van de buitenlandsche zee
vaart maakten en die zich overeenkomstig art. 138 voor
de zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet
hebben kunnen worden aangenomen.
Ter Neuzen, 5 Januari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GE1LL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.