A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. BIJVOEGSEL tee mzmzm coueaht, Per Telegraaf. Op Leven en Hood. v 1i I No. 5241 Dirisdasr 22 December 1908 Binnenland. 48e Jaargang. Algeraeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. "sGRAVENHAGE, 22 Dec. 1908. In de hedenmiddag gehouden vergadering der Tweede Kamer is door den Minister van Binnenlandsche Zaken medegedeeld dat, volgens verklaring der geneeskundigen, bij H. M. de Koningin zwangerschap bestaat, welke in de tweede helft van haar duur is gevorderd. FETJILLETON. I 9 j, ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen J 1,Franco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,321/g en voor het overige Buitenland f 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzellde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. i v6or 3 uren op den dag der uitgave. Koninkl. Stoomdr. Firma P. J. van de Sande. Ter Neuzen. 's Heeren Roosevelt's kokende verontwaardi- ging over wat bij noemt #den laster van de De groote goedheid, de vriendelijkheid voor het ongelukkige jonge meisje, die uit de woorden van den dokter spraken, verzoenden mij met hem. Zijn koelheid bij het onderzoek van het lijk had mij hem bijna doen haten, thans er- kende ik, hem verkeerd te hebben beoordeeld hij was geen koud, hardvochtig mensch, dock een goedhartig, liefdevol oud man. Wij badden alles goed afgesproken, doch toen Anna terugkeerde, bleek het, dat alles nutteloos was geweest, want zij verklaarde met een, voor een jong meisje, merkwaardige beslistheid, dat zij haar vader niet kon verlaten, doch bij hem wilde blijven. Tevergeefs alleen de rechter bemoeide er zich zeer verstandig niet mede putten wij onze overredingskracht uit, tevergeefs smeekte de kapitein haar, tevergeefs wees de dokter er haar op, dat de oude Johanna voor haar geen voldoende bescherming was, daar deze reeds sidderde by de gedachte den nacht in het af gelegen huis in de nabyheid van den vermoorde dankte en gaf de verzekering, dat heden zeer veel belang in Turkije mede- na het i trouw :er be- 't nage- laange- ;r hun jn heeft a reeds -Islam, rvat in van den in zijn ien der groot- ge, om groeten was den iten bij ordig te .n bijna e wonen md was ijde der van den £iall be- de mogend- stelden. te moeten doorbrengen, doch Anna bleef on- verzettelijk. t/Als Johanna bang is, mag zjj naar Luttach gaan," zeide zij, //ik ben niet bang alleen by den geliefden doode te blijven." Anna bleef bij haar besluit volharden en wij moesten toegeven, wij konden haar niet dwingen met ons naar Luttach te gaan, maar alleen zou zij toch niet in het afgelegen huis blijven, want de kapitein zeide haar niet te zullen verlaten bleef zij, dan bleef hij ook, er zou ergens in huis wel een slaapplaats voor een oud soldaat te vinden zijn. Anna wilde dit aanbod wel niet aannemen, doch de kapitein duldde hier geen tegenspraak, hij kon even koppig zijn als Anna, en zoo bleef hij in het afgelegen huis, terwijl de anderen naar Luttach terugkeerden. VI. De beide gelagkamers van //De Gouden Druif" waren dien avond vol gasten, als anders op werkdagen zelden het geval was. Het gerucht van den moord in het afgelegen huis had zich snel, niet alleen door de kleine stad, doch zeJfs door de omliggende dorpen verbreid, ieder wilde er natuurlijk meer van hooren, nergens was daartoe beter gelegenheid dan in ffDe Gouden Druif', waar de rechter woonde en elken avond aan de stamtafel was. NEDERLAND en VENEZUELA. De Minister van Buitenlandsche Zaken deelde nog aan een der benchtgevers mee, dat hij het zeer onwaarschijnlijk achtte, dat de gezant der Yereenigde Staten van Amerika te Bogota reeds bericht zou hebben ontvangen van de oorlogsverklaring, te meer daar de telegrafisohe dienst tusschen Venezuela en Colombia ge- stoord is. Bovendien verzekerde de Minister, dat hy alle reden heeft te vermoeden, dat Nederland in de Venezolaansche kwestie op den goeden weg is, zoodat, naar hij vermoedt, binnenkort geheel andere berichten zullen worden ontvangen. Intusschen wees de Minister er tenslotte op, dat desondanks de mogelijkheid geenszins is uitgesloten, dat de stand van zaken een andere wending heeft genomen, dan hij zich voorstelt en verwacht. Zekerheid te dien opzichte kon hij echter niet geven. De telegrafische dienst tusschen Amerika en hier is echter wel zoo goed ingericht, dat, ingeval Venezuela den oorlog had verklaard, dit reeds ambtelijk hier ter stede bekend moest zijn. Bovendien wees Z.Exc. er op, dat de Staats- secretaris van Buitenlandsche Zaken in Amerika, aan het bericht van de oorlogsverklaring geen geloof hecht en deze het in de eerste plaats zou kunnen weten. De berichtgever te Washington van de //New- York-Times" verneemt dat groote hoeveelheden oorlogsammunitie voor de revolutionnairen van uit Amerika in Venezuela wordt ingevoerd. Het Venezolaansche volk is van meening, dat Castro eigenlijk gevlucht, is. Een gedeelte van de revolutionnairen wil Castro wegjagen, terwijl de andere er op aandringt, dat de vice-president Gomez tot president zal worden nitgeroepen. Het bericht over het opbrengen van eenderde Venezolaansch schip is een vergissing van een buitenlandsch blad. Dit had van zijn New-York- schen berichtgever nog eens bet bericht gekregen van het opbrengen van den kustwachter 23 de Mayo", zonder dat de naam van dit schip ge- noemd werd, en daaruit opgemaakt, dat het op een derde opbrenging betrekking had. Het blad de //Sun" meldt, dat Castro tracht Duitschland's bemiddeling by Nederland te verkrijgen. Hij zal te Berlijn twee millioen uitgeven, waarmee hij, volgens den berichtgever, de regeerende kringen en de openbare meening voor zich hoopt te winnen TWEEDE K SSaER. Vergadering van Zaterdag. Waterstaatsbegrooting. De heer Limburg zet uiteen met betrekking De voor de menschen uit den minderen stand boeren en kleine burgers, bestemde gelagkamer was propvol, velen moesten zelfs staande hun wijn drinken, daar alle stoelen of banken bezet waren. Men hoorde daar geen woord Duitsch, de gesprekken werden gevoerd in de Slavische taal, ook in de keuken werd slechts Slavisch gesproken door de thans talrijk opgekotnen nadere bekenden van vrouw Franzka. Wel twintig mannen, alien neringdoenden uit Luttach, zaten of stonden om den grooten haardzij luisterden aandachtig naar vrouw Franzka, die hun terwijl zij kookte en braadde, vertellen moest van alle kleinigheden des gru- welijken moords, dien de Duitsche //vliegenvan- ger" die naam was mij reeds te Luttach gegeven ontdekt had. Toen ik door de keuken kwam, om mij naar de heerenzaal te begeven werd ik wel door alien beleefd gegroet, doch met minder aangename nieuwsgierigheid aan- gekeken. Ook in de heerenzaal was thans een grooter gezelschap dan anders bijeenalle tafels waren bezet, vooral de groote, ronde stamtafel, waaraan de burgemeester presideerde. Daar zaten alle heeren, die ik den dag te voren had leeren kennen, behalve de kapitein, bovendien, nog de dokter, twee vreemde heeren, en merkwaardig tot de concessie-aanvraag van den Haag voor een electrische tramlijn naar Voorburg, als uit- looper van het net der Haagsche Tramweg- maatschappij, dat de Regeering zich niet op het standpunt mag stellen dat zij het al dan niet verleenen van die eoncessie afhankelijk stelt van het voortbestaan van een andere bestaande lijn den Haag—Voorburg. Een troefje toch als de Regeering in casu in handen wil houden mag slechts door parti - culiere belanghebbenden uitgespeeld worden, niet door den Staat. De heer De Stuers kritiseert den slakkengang met den aanleg van nieuwe lynen in Limburg. De heer Marchant betoogt, dat, ten nadeele van de verkeersveiligheid, onvoldoende de hand wordt gehouden door de treinmachinisten, de voorschriften betreftende de maximum-snelheid waarmee gereden mag worden. De heer Ter Laan klaagt o. a. over late aan- komst van treinen in Den Haag, en sluit zich bij den heer Limburg aan ten aanzieu der eoncessie Den HaagVoorburg. De heer Dolk betreurt dat de Minister geen aanleiding heeft gevonden mede te werken tot verplaatsing van het Staatsspoorstation te 'sGravenhage in de richting naar Voorburg. In verband met de Haagsche Uitbreidings- plannen is het noodig dat dit station, dat twee stadsgedeelten scheidt, verlegd wordt. Spreker oppert het denkbeeld van een Centraal-Station aan de Laan-van-Nieuw-Oo3t-Indie, waar Staats- en Hollandsche Spoor elkander kruisen. De kosten zouden voor een goed deel gevonden kunnen worden uit de opbrengst van den grond, waarop thans het station staat, en waar dan een mooie weg zou kunnen aangelegd worden. De heer Lely acht het wensehelijk, met het oog op eventueele naasting Jder spoorwegen, tijdig goede voorbereidende maatregelen te nemen, om niet plotseling voor het feit eener opzegging te staan op eersten termijn. De heer Schokking verdedigt in 't algemeen de groepsvertegenwoordiging voor spoorweg- personeel, maar dan moeten de spoorwegauto- riteiten deze zoo tegemoettreden, dat de tegenstanders niet kunnen zeggen dat zij bestemd is om de vakorganisatie te knakken. De heer Van Doorn bestrijdt het betoog van den heer Limburg in zake de eoncessie voor den Haag—Voorburg. Wat betreft de naasting zet spreker uiteen, dat de opzeggingstermijn van de spoorwegmaatschappijen nooit korter dan twee jaren kan zijn. De Minister van Waterstaat, de verschillende sprekers beantwoordende, sluit zich bij dat laatste betoog van den heer Van Doorn aan hij bestrijdt dat het Kon. besluit van 1905 ten aanzien van de dienst- en rusttijden den toestand verslimmerd in plaats van verbeterd zou hebben de Zondags- rust is niet ingekrompener zijn alleen eenige genoeg Franz Schorn, dien ik niet had gedacht in dit gezelschap te zullen vinden. Hij zat naast den adjunct. Ik werd reeds gewacht. men had voor mij naast den dokter een stoel vrij gehouden, en toen ik thans eindelijk kwam en het ongeduld der heeren bevredigd werd, groette men mij zeer voorkomend. Ook Franz Schorn stond op. en daar alle heeren mij de hand gaven, stak hij mij ook de zijne toe, doch niet de rechter, maar de" linker, evenals de rechter, die zijne gewonde met een zwarte handschoen bedekte hand, wilde sparen. Het viel mij op, dat Franz Schorn de zijne in 't geheel niet toonde, hij hield haar verborgen op de borst, onder de toegeknoopte jas. Het gesprek in den kring werd door mijn komst ternauwernood onderbroken, het draaide natuurlijk op den moord in het afgelegen huis en bleef daarbij, toen ook ik thans aan de tafel plaats nam. Ik was het thans tot wien de nieuwsgierige vragen werden gericht, die tot dusverre den rechter, den adjunct of den dokter gedaan waren. Ik moest vertellen wat ik on- dervonden had, men vroeg naar de minste bij- zonderheden, het onbeduidendste boezemde be lang in. (Wordt vervolgd.) -iKIEH ■MB 01 BUT. g^oaderd op Feeatdagen. l.ij de firm* J. VAX «e Ter M?e»»en. VAN DE ig liging, ie nog a zijn van de lie een en van vorden der de tie ooit 1 beeft ongres ehend- parti- weten- itoond, e volk rouwd. droef- d meer esident osevelt bn, dat hij de ambte- rsonen, 3g van nrcnrr—mil

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1908 | | pagina 1